Beer Shiva ( (1972-1974)
Net nu ik Ashkelon,mijn celgenoten en het gevangenisregime gewoon begin te worden,krijg ik een nieuwe verhuis.Ik word overgebracht naar de Beer Shiva gevangenis in de Negev woestijn.Hier heerst een ander klimaat: s'nachts is het koud, overdag bloedheet. En overal kruipt het zand door spleten en kieren in je lijf. De Israelische staat bouwde deze gevangenis begin 1970. Vijf of zes grote betonnen blokken voor een vijftigtal gevangenen. Naast de gevangenen uit de Westbank en Gaza verbleven er ook bedoeinen in de gevangenis omdat zij de gewapende Palestijnse weerstand ondersteunden of er deel van uitmaakten. Ik vind de mix van gevangenen uit verschillende streken boeiend. Ik leer veel over de taal: zo kan KAF(K) en KHAF(Q) op wel 65 verschillende manieren uitgesproken worden. Het regime in deze gevangenis is minder streng: we moeten de bewakers niet met Sir aanspreken en onze handen achter onze rug houden,we krijgen boeken,dagbladen en radio, de naaste familieleden mogen ons een bezoek brengen. Om de twee maand bezoeken leden van het internationale Rode kruis de gevangenis en spreken ze met de gevangenen. Via de bezoeken van de Rode Halve Maan kreeg ik de Jeruzalem Post in handen. Daar lees ik uit voor, vertaal sommige delen voor mij medegevangenen. Zo wordt " The hit team" als dagelijks vervolgverhaal gepubliceerd. Het is het verhaal van de jacht van de Mossad, de Israelische geheime dienst, op de organisatoren en de bedenkers van de Zwarte September aanslagen in Munchen tijdens de Olympische Spelen van 1972. Maar ik lees en vertaal ook de biografieen van de Israelische leiders zoals Golda Meir en Mosche Dayan. Ook klassiekers van Jean Jacques Rousseau, Hemingway en Gorky zijn toegelaten boeken in de gevangenis nadat er acties gevoerd werden. Het gevangenisleven is geen picknick, maar hard en uitputtend. Toch zijn er veel gevangenen die proberen Engels of zelfs Hebreeuws te leren. Nu is het de taal van de vijand,maar eens zouden ze toch samen moeten leven ?De gevangenisdirectie wou ook de dialoog tussen Joden en Palestijnen aanmoedigen. Zo werd Sasson Somekh, een joodse schrijver uitgenodigd. Dit mislukte natuurlijk. Maar de gevangenis blijft een gevangenis.
Wij moeten werken: de enen in de keuken,de anderen in de wasserij of in de schrijnwerkerij. Dit is dwangarbeid: we worden er niet voor betaald. We krijgen een aalmoes: 4 sigaretten zonder filter voor 6 uur werk per dag. Wij maken fruit of groentekisten.
Op een dag slaat een bewaker een gevangene die een kist liet vallen. De bewaker denkt dat de gevangene dit met opzet doet en slaat met zijn matrak. Wij zijn allen verontwaardigd over deze wrede behandeling en stoppen met werken. In groep stappen we naar het kantoor van Michael Golan, de directeur van de gevangenis. De bewakers laten ons begaan. De directeur komt uit zijn bureau en kijkt naar de optocht: hij kijkt wie voorop en wie achteraan loopt. Intimiderend. Dan gaat hij op de achterste groep af en slaat een gevangene woest in zijn gezicht en beveelt hem bars naar de werkplaats terug te gaan. Een sein voor de bewakers om iedereen terug te duwen.De actie was meteen afgelopen. Zonder resultaat. Een tijdje later ontvangt Golan een delegatie uit de schrijnwerkerij-gevangenen. Hij luistert en we eisen een onderzoek naar het wangedrag van de bewaker en betere werkomstandigheden in de schrijnwerkerij.
Na mijn arrestatie verblijf ik een jaar in de oude gevangenis van Nablus.Het vroegere politiekantoor is omgebouwd tot een gevangenis waar 450 mannen opeengepakt zitten. De dagelijkse gevangenis routine wordt onderbroken door eindeloze ondervragingen en gesprekken met mijn advocaat.Ik ben ongerust en onzeker.Mijn plan om naar Amman te gaan studeren aan de Universiteit valt in het water. De inschrijvingstermijn is verstreken.De ondervragers beschuldigen me van terroristische verzetsactiviteiten. Ik heb daar wel over nagedacht, maar dat waren dagdromen. Ik ben voor het geweldloos verzet en niet aangesloten bij Fatah, de gewapende verzetsgroep van de PLO.Toen ik vrijwilliger bij de Halve Maan werd, recruteerde Fatah volop en werd ik aangesproken.Maar ik ging daar niet op in, ik bleef vrijwilliger bij de halve Rode Maan. Mijn ondervragers willen namen,namen en nog eens namen.Maar ik weiger hen te antwoorden. Zij worden ongeduldig en dreigen.Zij herhalen steeds dezelfde vragen om mij op leugens te kunnen betrappen.Mijn antwoorden worden steeds korter en ik herhaal dat ik op die vraag reeds geantwoord heb.Ik heb het gevoel dat dit nooit zal eindigen en daarom alleen al is de aankondiging van mijn proces voor de militaire rechtbank een opluchting. Eindelijk heb ik een datum,een gebeurtenis om naar uit te kijken.
Mijn advocaat kondigt aan dat de beroemde raadsman Hannah Nakkarah mij gratis zal verdedigen. Hij vindt de beschuldigingen waardeloos en de bewijslast miniem. Voor de militaire rechtbank vergelijkt hij mijn daden met kwajongens die met lucifers spelen. Hij noemt mijn gedrag puberaal en acht mij niet in staat om ook maar enige schade toe te brengen aan het professionele Israelische leger.Zijn pleidooi maakt weinig indruk op de Israelische rechters. Zij volgen de procedure van een wet uit 1948 van de Britse bezetters. De militaire rechtbank is streng en veroordeelt mij tot 10 jaar effectieve gevangenis. Mijn moeder is in alle staten en slingert de rechters verwijten naar het hoofd.
Het haalt allemaal niets uit en ik verdwijn voor de mooiste jaren van mijn leven in de cel. Ik dacht dat ik vrijgesproken zou worden en dat er een einde aan die nachtmerrie van de gevangenis zou komen.Nee, ik wordt zacht huilend weggeleid en kom pas tot mezelf wanneer ik de zware groene celdeur opnieuw hoor dichtklappen.De dagelijkse gevangenisroutine helpt me om niet te veel te denken aan de ramp die me getroffen heeft.Ik word kaal geschoren en het gevangenisreglement en alle bijbehorende straffen worden aan me voorgelezen.Ik mag vooral niet vergeten alle bewakers met "sir"aan te spreken,daarop staat drie dagen isoleercel.Ik heb er moeite mee om die ruwe bewakers met "sir" aan te spreken.Onder elkaar spreken wij over " apen" als wij het over een bewaker hebben om aan te geven dat zij geen menselijke gevoelens hebben of niet als mensen denken..
Plots wordt ik naar een andere gevangenis overgebracht.Van Nablus naar Israel. Ik kom aan in de Ashkelon gevangenis. Dit is een gevangenis voor gewapende gevechtsstrijders.De prikkeldraad en de blaffende honden rond de gevangenisgracht tonen dat ontsnappen hieruit onmogelijk is. Ik voel me helemaal geen held tussen al die Fedajien, de gewapende rebellen van Fatah. Daar wou ik nu juist niet bij horen. Maar goed,blijkbaar is daar door de Israeli's anders over beslist.
Het leven in de gevangenis is een confrontatie met je zelf. Hoe kan je je eigen visie in stand houden ? Hoe je zelfrespect behouden? Hoe zorg je er voor om niet in een diepe vergeetput terecht te komen ? Hoe vrijwaar je je fysieke integriteit ? Hoe behoud je je analyse en beoordelingsvermogen in een keiharde omgeving ? Hoe verzet je je tegen manipulatie, leugens en partiele informatie? Hoe blijf je open in een afgesloten wereld?
Een dag in de gevangenis is stereotiep, eentonig en monotoon. S'morgens worden we om zes uur gewekt. Om 7 uur komt een officier,een eerste luitenant en een korporaal de gevangenen tellen. Belangrijk ! Zijn er s'avonds 30 gevangenen in de cel,dan moeten er s'morgens ook dertig gevangenen in diezelfde cel zitten. Dan krijgen we een klein sneetje brood, een beetje boter, een lepeltje confituur en soms een gebakken ei en gele kaas. Met thee! Om 10 uur mochten we een half uur wandelen in open lucht. Wij noemen dit de Arabic saga. In Palestina een café of een plaats in open lucht waar de dorpelingen s'avonds naar verhalen luisterden.Na de wandeling moeten we terug in hun cel.
Als middagmaal is er meestal een kom soep,een klein stuk diepvriesvlees en een sneetje brood. De dag erop wordt het vlees afgewisseld met een klein stuk vis. Op zaterdag, de Sabbath, wordt er geen vuur gemaakt en wordt dit eten een bruine brij van bonen en tomaten en rijst.Geen vlees, geen vis.
Het avondmaal is net als een ontbijt brood maar soms met olijven en tomaat. S'avonds kunnen we naar het nieuws luisteren op de radio.Wanneer de kapitein en zijn assistent verschijnen om te tellen is de dag om.Tijd om te slapen
De eerste week vraag ik om zout bij mijn brood. Ze weigeren me zout te geven en antwoorden dat ik zeven dagen isolatiecel zou krijgen. Ik dacht dat de bewakers een grapje maakten. Maar effectief, ik word naar de isolatiecel gebracht. Zo'n cel is 2 1/2 meter lang, 1 1/2 meter breed, volledig in het wit geschilderd. Schijnbaar erg proper en net. De vorige bewoner had op de wand van de cel een Nazi hakenkruis gekrast. Fijntje schuift de bewaker dit feit in mijn schoenen en ik moet op appel bij de directeur van de gevangenis. Die man heet Hayout,een Hebreeuwse naam die in het Arabisch 'leven' betekent.Ik ben er helemaal niet gerust in en verschijn met knikkende knieen in zijn bureau. De directeur kijkt me streng aan en vraagt me waarom ik dat hakenkruis getekend heb en of ik besef wat het symbool voorstelt.Fel ontken ik dat het hakenkruis door mij getekend was op de muur en steek een tirade af tegen het Naziregime en tegen de dictator Hitler.De directeur heeft het plots over Amin Al Husaini, de grootmufti die Hitler bezocht en met de Nazi's samenwerkte tijdens de tweede wereldoorlog. Ik antwoord dat die man mij helemaal niet vertegenwoordigt en dat het Nazisme een misdaad tegen de menselijkheid en tegen de democratie was. Mijn antwoord lijkt de directeur te bevallen, de discussie is afgelopen en als "beloning" voor mijn correct antwoord krijg ik slechts zeven bijkomende dagen in de eenzame isoleercel."
Net nu ik Ashkelon,mijn celgenoten en het gevangenisregime gewoon begon te worden,krijg ik een nieuwe verhuis.Ik word overgebracht naar de Beer Shiva gevangenis in de Negev woestijn.Hier heerst een ander klimaat: s'nachts is het koud, overdag bloedheet. En overal kruipt het zand door spleten en kieren in je lijf.
Op de eerste Arabische top in Cairo onder leiding van Nasser besluiten de Arabische landen om een organisatie op te richten die de Palestijnen in de vluchtelingenkampen kan organiseren.In die periode was Fatah, de gewapende arm van de Palestijnen volop aan de recrutering van jongeren begonnen om hen op te leiden tot echte strijders. De oprichting van de PLO had voor de Arabische landen vooral de bedoeling om de Palestijnen politiek te controleren.De eerste voorzitter was een diplomaat Ahmed al- Shukayry.
Maar als snel komt Yasser Arafat aan de macht.Yasser Arafat reist doorheen de Arabische wereld met zijn hoofdkwartier: hij wordt verjaagd uit Jordanie en Libanon. Tot hij tenslotte vanuit Tunis naar Ramallah terugkeert. Ook daar willen willen de Israelisch hem in zijn Mokbah uitroken,tot hij sterft in Parijs,wellicht na vergiftiging.
Maar Yasser Arafat was een grote leider. Legendarisch is zijn toespraak voor de VN-vergadering waarin hij vraagt hem niet te doen kiezen tussen het geweer en de olijftak, symbool van gewapende strijd en de vrede.Hij trok ook naar Libanon om met het wapen in de hand de strijd tussen de rivaliserende fracties uit de PLO te doen eindigen.
De PLO wordt constant heen en weer geduwd tussen onderhandelen en/of actie voeren. De Osloakkoorden hebben weinig opgelost: in ruil voor de formele erkenning van Israel kregen de Palestijnen weinig terug: geen oplossing voor het vluchtelingenprobleem, geen oplossing voor de Israelische nederzettingen op Palestijns grondgebied, geen erkende grenzen...
Atef wordt na zijn proces en zijn veroordeling tot 10 jaar effectief opgesloten in de gevangenis van Ashkelon,een drukke toeristenstad aan zee. De vele bezoekers aan de Romeinse opgravingen en de mooie stranden vermoeden helemaal niet dat een gevangenis voor politieke Palestijnse gevangenen buiten de toeristische gebaande paden staat.In Ashkelon kwam je terecht als je op een of andere manier te maken had met gewapend verzet tegen de Israeli. Als je krijgsgevangen gemaakt was bij incidenten of opgepakt was in grensconflicten of tot de Fedayeen- de gewapende Palestijnse verzetsstrijders- behoorde. Atef was niet voor het gewapend verzet,maar toch belandde hij in de gevangenis.
Het leven in de gevangenis is een confrontatie met je zelf. Hoe kan je je eigen visie in stand houden ? Hoe je zelfrespect behouden? Hoe zorg je er voor om niet in een diepe vergeetput terecht te komen ? Hoe vrijwaar je je fysieke integriteit ? Hoe behoudt je je analyse en beoordelingsvermogen in een keiharde omgeving ? Hoe verzet je je tegen manipulatie, leugens en partiele informatie? Hoe blijf je open in een afgesloten wereld?
Een dag in de gevangenis is stereotiep, eentonig en monotoon. S'morgens worden de gevangenen om zes uur gewekt. Om 7 uur komt een officier,een eerste luitenant en een korporaal de gevangenen tellen. Belangrijk ! Zijn er s'avonds 30 gevangenen in de cel,dan moeten er s'morgens ook dertig gevangenen in diezelfde cel zitten. Dan krijgen ze een klein sneetje brood, een beetje boter, een lepeltje confituur en soms een gebakken ei en gele kaas. Met thee! Om 10 uur mochten de gevangenen een half uur wandelen in open lucht. Zij noemden dit de Arabic saga. In Palestina een café of een plaats in open lucht waar de dorpelingen s'avonds naar verhalen luisterden.Na de wandeling moesten ze terug in hun cel.
Als middagmaal was er meestal een kom soep,een klein stuk diepvriesvlees en een sneetje brood. De dag erop werd het vlees afgewisseld met een klein stuk vis. Op zaterdag, de Sabbath, werd er geen vuur gemaakt en werd dit eten een bruine brij van bonen en tomaten en rijst.Geen vlees, geen vis.
Het avondmaal was net als een ontbijt brood maar soms met olijven en tomaat. S'avonds konden de gevangenen naar het nieuws luisteren op de radio.Toen de kapitein en zijn assistent verschenen om te tellen was de dag om.Tijd om te slapen
Een gevangene werd kaal geschoren en moest de bewakers aanspreken met Sir. Vergat je Sir te zeggen,dan kreeg je meteen drie dagen isolatiecel.
De eerste week vroeg Atef om zout bij zijn brood. Atef: " Ze weigerden me zout te geven en antwoordden dat ik zeven dagen isolatiecel zou krijgen. Ik dacht dat de bewakers een grapje maakten. Maar effectief, ik werd naar de isolatiecel gebracht. Zo'n cel is 2 1/2 meter lang, 1 1/2 meter breed, volledig in het wit geschilderd. Schijnbaar erg proper en net. De vorige bewoner had op de wand van de cel een Nazi hakenkruis gekrast. Fijntje schoof de bewaker dit feit in mijn schoenen en ik moest op appel bij de directeur van de gevangenis. Die man heette Hayout,een Hebreeuwse naam die in het Arabisch 'leven' betekent.Ik was er helemaal niet gerust in en verscheen met knikkende knieen in zijn bureau. De directeur keek me streng aan en vroeg me waarom ik dat hakenkruis getekend had en of ik besefte wat het symbool voorstelde.Fel ontkende ik dat het hakenkruis door mij getekend was op de muur en stak een tirade af tegen het Naziregime en tegen de dictator Hitler.De directeur had het plots over Amin Al Husaini, de grootmufti die Hitler bezocht en met de Nazi's samenwerkte tijdens de tweede wereldoorlog. Ik antwoordde dat die man mij helemaal niet vertegenwoordigde en dat het Nazisme een misdaad tegen de menselijkheid en tegen de democratie was. Mijn antwoord leek de directeur te bevallen, de discussie was afgelopen en als "beloning" voor mijn correct antwoord kreeg ik slechts zeven bijkomende dagen in de eenzame isoleercel."
Atef werd in zijn tien jaar opsluiting 'expert' inzake islatiecellen. In Tulkarem kreeg hij 27 dagen isolatiecel na een actie van de medegevangenen om warme dekens tegen de koude te bekomen. Zij beschouwden Atef als de aanstoker en de organisator van de actie. Tulkarem is een kleine gevangenis.In een departement zitten slechts 25 gevangenen. Isolatie is je afzonderen van die 25 medegevangenen als straf.
In 1978 verbleef Atef een vol jaar in de isolatie van de gevangenis van Hebron. Net voor zijn vrijlating. Een waarschuwing om te onthouden.
Het verblijf in een isolatiecel is de hardste straf die je kunt krijgen. Misschien zelfs zwaarder dan martelingen. Je hebt alleen jezelf, geen boeken, geen kranten,geen bezoek,geen Arabic saga. Juist alles wat het overleven in de gevangenis draaglijker maakt.
Via de bezoeken van de Rode Halve Maan kreeg Atef de Jeruzalem Post in handen. Daar las hij uit voor, vertaalde sommige delen voor zijn medegevangenen. Zo werd " The hit team" als dagelijks vervolgverhaal gepubliceerd. Het was het verhaal van de jacht van de Mossad, de Israelische geheime dienst, op de organisatoren en de bedenkers van de aanslagen in Munchen tijdens de Olympische Spelen. Maar hij las en vertaalde ook de biografieen van de Israelische leiders zoals Golda Meir en Mosche Dayan. Ook klassiekers van Jean Jacques Rousseau, Hemingway en Gorky werden toegelaten boeken in de gevangenis nadat er acties gevoerd werden. Het gevangenisleven was geen picnik, maar hard en uitputtend. Toch waren er veel gevangenen die probeerden Engels of zelfs Hebrews te leren. Nu was het de taal van de vijand,maar eens zouden ze toch samen moeten leven ?
Een rapport van een Israelische journalist beschreef in Haaretz, een Israelische krant, het leven in de verschillende gevangenissen. De gevangenissen waren overbevolkt,smerig en onmenselijk. De Fedayin- de Palestijnse gewapende verzetsstrijders werden systematisch gefolterd. Daarvoor gebruikten de bewakers de "lakenmethode". Een laken werd over het hoofd van de gevangene getrokken en hij werd geslagen tot hij bewusteloos neer viel.Het rapport vermeldt ook dat de gevangenisbewakers geen enkele opleiding genoten hadden.
De oorlogen tussen de Arabische landen en Israel wordt een steeds zich herhalend refrein.Op 6 oktober 1973 vallen Egypte, Syrie en Irak Israel met een verrassingsaanval aan.Een weerwraak voor de nog steeds niet verteerde nederlaag bij de zesdaagse oorlog. Jordanie is er niet bij, zij worden door de Arabische landen verdacht van mee te heulen met Israel en dubbel spel te spelen.
Yom Kippoer is het belangrijkste feest voor de Joodse Godsdienst, een feestdag waarop niet gewerkt wordt en waarbij de meeste militairen vieren in de synagoge vertoeven. Voor de joden is dit feest ook de herdenking van de holocaust en de Shoah.De massale vervolging en vernietiging van de Joden tijdens het Nazi-regime.Maar het is ook een dag van vasten en seksuele onthouding. Men leidt ook een geitje buiten de stad,symbool voor alle zonden van de joodse gemeenschap, juist de zondebok.
Niettegenstaande het feest wordt er razendsnel gemobiliseerd door het Israelische leger en gaat Israel over tot de tegenaanval. Egypte schrikt want meteen zijn de Israelisch troepen het Suezkanaal over en ligt Kairo binnen bereik. Maar iedereen krijgt klappen: In Israel wordt de schuld in de schoenen van links en Dayan geschoven en vallen de helden van de zesdaagse oorlog van hun voetstuk.In het Westen wordt men voor het eerst met een olie-embargo geconfronteerd en is de economische schade groot. De Arabische landen beseffen dat zij noodgedwongen zullen moeten onderhandelen om de verloren gebieden terug e krijgen en dat zij Israel zullen moeten erkennen.
Onderweg naar de eerste sessie van de akademiecursus dacht ik aan het skypegesprek met Atef gisterenavond. Na een leuk mosseldineetje met vriend Jan recht uit huis en zijn gezellin Marleen piepte ik nog even op Internet. Jawel, Atef was online zoals we eerder deze week hadden afgesproken. Ik vroeg hem nog 20 minuten geduld, zo kon ik mijn gasten op een propere manier buitenwerken.
We skypten nog anderhalf uur over een moeilijke periode in zijn adolescentenleven. In jail. Handig omzeilde Atef de schuldvraag: was hij een terrorist of enkel een would-be terrorist ? In ieder geval was de veroordeling tot 10 jaar effectieve gevangenisstraf geen gratuit cadeau van de Israelische geheime dienst. Tja de naam van die dienst moet ik nog opzoeken voor ik het verhaal neerpen.
Het beeld dat zijn advocaad voor de militaire rechtbank gebruikte is sterk:Atef die een lucifer aansteelt om een verzetsdaad tegen de Israelische militaire overmacht. Maar het beeld roept ook een ander beeld op dan een onschuldig spelletjes met lucifers, de lont in het kruidvat. In een regio als het Midden-Oosten wordt daar niet mee gelachen.
Zie maar naar de gebeurtenissen in Syrie.
Jeroen heeft zijn krant nog niet open. Hij zal de laatste standpunten van de wereldleiders over Syrie nog moeten lezen. Om te weten of er oorlog komt. Moest hij me iets vragen,dan antwoord ik met mijn populaire slagzin: " nooit bracht een oorlog vrede". Ik zie Louise en Dagmar verschrikt opkijken: het wordt wel een politiek schooljaar.
De bezetting van het Israelische leger in Nablus lokt reacties uit. Pubers dromen van heroische verzetsdaden om het leger uit hun stad weg te jagen. Atef en zijn vrienden spreken heimelijk over aanslagen. Maar daarvoor heb je explosieven nodig. Iemand weet dat je in een school in Jeruzalem aan de grondstoffen geraken. Maar het bleef bij plannen en dagdromen, niets werd geconcretiseerd.
Toen Atef een paar maanden nadien op 2 augustus 1968 nietsvermoedend naar Amman trok om zich te informeren over de universiteit werd hij door de grenswacht aangehouden aan de Allebaybrug en overgedragen aan de Israelische geheime dienst Shin Beit. Zijn handen werden achter zijn rug vastgebonden en zijn ogen met een zwart doek bedekt. Zo werd hij naar de centrale gevangenis in Nablus gebracht voor ondervraging. Zonder advocaat, zonder zijn familie.Vier andere schoolkameraden werden aangehouden en Atef werd beschouwd als de aanvoerder van de groep.
Na zestig dagen voorhechtenis kwam er een proces voor een militaire rechtbank op basis van de uitzonderingswetgeving van 1948, de tijd van het Britse mandaat. Atef werd gratis verdedigd door de bekende advocaat Hannah Naqqarah. De advocaat vond het een geval van onschuldig pubergedrag en geen echt verzet met de bedoeling aanslagen te plegen op het Israelisch leger.In zijn pleidooi vergeleek hij de beschuldigingen met een onschuldig spelletje met lucifers door kwajongens.De aanklager eiste tot ieders verbazing niet minder dan 10 jaar effectieve gevangenisstraf. Atef werd veroordeeld tot 10 jaar effectieve gevangenisstraf, zijn vrienden Sabri tot 10 jaar, Sami 5 jaar en Loai tot 1 jaar.
Atef's moeder was geschokt en slingerde de rechters allerlei verwijten naar het hoofd. Het mocht niet baten, Atef vertrok voor 10 lange jaren naar de duisternis van verschillende Israelische gevangenissen.
Op 5 juni 1967 viel het Israëlische leger preventief Egypte aan. De Egyptische luchtmacht werd volledig vernietigt, de Sinai woestijn veroverd, Oost-Jeruzalem en de West-bank werden aangevallen en Jordanie verslagen, Syrie volgde binnen de twee dagen. De Blitzkrieg roept herinneringen op aan andere oorlogen, ondermeer hoe Saddam Hoessein en Irak aangepakt werden jaren nadien.
Moshe Dayan wou de Golan om economische reden, Ehud Barak voor de cruciale waterreservoirs, Netanyahu voor Israëls veiligheid en verdediging en Sharon omdat het deel uitmaakt van het Bijbels land. Alle redenen speelden een grote rol in de geschiedschrijving en de na-oorlogse propaganda.
De koude oorlog was volop aan de gang. De wereld werd in twee kampen opgedeeld: het Westen en de Communistische landen. Israel kreeg volop de steun van het Westen, De Arabische landen konden op Rusland rekenen. De USA concretiseren en consolideren de Israelische wapenindustrie en Israel ontwikkelt zelf zijn kernwapens. Na de oorlog is er voor het eerst sprake om via het oliewapen het Westen in problemen te brengen.
Opvallend is dat Israel in de korte oorlog als redenen voor de gebiedsuitbreiding terugrijpt naar het Oude testament en daarmee aangeeft dat het de grenzen van Israel gelijktrekt met het beloofde land;, de verovering van Oost-Jeruzalem en de Klaagmuur en De grot van Joshua. In de mythevorming rond de oorlog is er sprake van wonderen,waarbij het Israelische leger duidelijk op Gods steun kan rekenen in de strijd. Gott mit uns !
Atef wordt stilaan bewust. Hij ontdekt dat Palestina recht heeft op een eigen staat door naar de radio " The voice of the Arabs" te luisteren. De Pan-Arabische boodschap, het anti-imperialisme en de aanvallen op het Franse en Britse kolonialisme krijgen gehoor. De toespraken van Nasser en de liedjes van Umm Kulthum worden studiemateriaal voor de jongeren in Nablus en Palestina.
Atef zet zich in als vrijwilliger bij de Rode Halve Maan, de evenknie van het Westerse Rode kruis in de regio.Hij werd dus niet - tot zijn eigen spijt- gerecruteerd bij de jongerenmilities die later tijdens de zesdaagse oorlog tegen de Israelische beroepsmilitairen werden ingezet en zeer dikwijls het leven lieten in de strijd. Toch werden de jongeren niet alleen in de voedselbedeling en de hulpverlening ingezet: zij moesten ook zandzakjes vullen en laden. De sfeer werd zeer gespannen en allerlei incidenten maakten duidelijk dat er meer te gebeuren stond. Zo vielen Israelische militairen een klein dorp net buiten Hebron aan : Samu. Resultaat: 3 burgers gedood, 93 inwoners gewond 15 Jordaanse militairen gesneuveld.In Nablus was het de aanleiding voor Atef's eerste protestdemonstratie. Die werd ruw uiteengedreven door de Jordaanse politie die het vuur opende op de demonstranten, terwijl het protest tegen de Israelisch gericht was ter ondersteuning van van de Jordaans militairen.De betogers eisten dat er vrijwilligers konden gerecruteerd worden om zich te verzetten tegen de aanhoudende Israelische invallen.
De zesdaagse oorlog was een verrassingsaanval van Israel als "reactie" op de vele dreigingen van Nasser.Het grote symbool van de 6-daagse oorlog is de verovering van Ammunition hill door de Israelische para's. Dit Jordaanse politiekantoor in Oost-Jeruzalem viel op de tweede dag van de zesdaagse oorlog in handen van de Israelische troepen. vandaag is het een Israelisch nationaal museum en het opleidingscentrum voor de Israelische para's.
Tijdens de zesdaagse oorlog gold in Nablus een uitgangsverbod. Atef zat samen met zijn moeder te luisteren naar de radio in de oude stad. Op de radio hoorden ze de grootste propandaleugens over het verloop van de zesdaagse oorlog. " Wij drijven de Israelisch in de zee- overal zijn de Arabische legers aan de winnende hand". Deze leugens betekenden het einde van iedere geloofwaardigheid van the voice of the Arabs en aan de bevolking van Nablus werd gevraagd zich ten teken van overgave met een witte vlag op straat te vertonen en s'nachts binnen te blijven.
De Hashemieten waren een invloedrijke familie uit Mekka, rechtstreekse afstammelingen van Mohammed. Daardoor konden zij aanspraak maken op Jordanie. Maar hun droom om een groot rijk - van Irak tot Palestina- te stichten werd door de Westerse mogendheden Frankrijk-Duitsland Groot-Britannie gedwarsboomd. Zij verdeelden het Midden-Oosten in kleine landen onder elkaar.
Abdallah- een havik in een kanariekooi- kon dank zij de Britse steun en erkenning Transjordanie stichten, waarbij de Westbank bij Jordanie werd ingelijfd. Abdulah organiseerde een conferentie inJericho,waarbij de belangrijkste Palestijnse leiders hun goedkeuring gaven aan de annexatie van de West-Bank. Zo zouden de beide oevers van de Jordaan verenigd zijn in een groot land.
Jordanie was arm en werd bewoond door 220.000 bedoeninen. Deze stammen waren zeer autonoom en schikten over zware wapens.Zij vormden het beruchte Arabische legioen. Abdallah onderhield goede contacten met de Zionistische leiders en aanvaarde de opdeling van Palestina in ruil voor een deel ervan.
De hoger opgeleide Palestijnen vormden na de Nakbah een meerderheid in Jordanie,alhoewel zij niet over volledige burgerrechten beschikten. Het Jordaans paspoort was een reispaspoort en alleen de oorspronkelijke Palestijnse vluchtelingen die investeerden in Jordanie kregen stemrecht. In de praktijk werden de Palestijnenen in Jordanie 2derangsburgers.
Dit maakte het Palestijnse probleem nog ingewikkelder: als de Palestijnen de meerderheid vormden in Jordanie hadden zij dan niet hun Palestijnse staat ? Toen de Palestijnen in Jordanie als vluchtelingen beschouwd werden en de PLO als hun vertegenwoordiger kwam een einde aan deze denkpiste om het Palestijnse probleem op te lossen. De PLO weigerde de Israelische staat te erkennen.
In Jordanie voelden de Palestijnen zich niet echt thuis. Jordanie was een land om uit Palestina te kunnen reizen, Israel verbood aan Palestijnen om via de luchthaven Ben Goerion naar het buitenland te reizen. De Palestijnen moesten dan ook noodgedwongen via Amman reizen.
De relatie tussen Palestijnen en Jordanie is niet echt hartelijk: Atef verwijt hen het gebrek aan democratie, erkenning van mensen- en vakbondsrechten en hun falen om de Westbank te verdedigen tijdens de 6-daagse oorlog. De Jordaanse Palestijnen zien Jordanie niet als hun land, zij spreken nog altijd over de plaatsen waar hun ouders en grootouders woonden Jaffa, Jenin en Nablus.
Jaarlijks hebben wij de gewoonte om met Opa en Oma een trip te doen: kwestie van hen nog een vakantietje te bezorgen. Zij waren gewoon veel te reizen, de jaren maakten hun mobiliteit beperkter. Na Nederland, Duitsland en Luxemburg viel de keuze dit jaar op Frankrijk. Wij zoeken een bestemming van 300 km afstand van onze streek, met een passer kom je dan in Reims en de Champagne-streek. Wij huren een gite bij Sylvie en Eric in Cramant,een dorp waar iedereen ongeveer zijn brood verdient met Champagne maken. Eric deed een poging om burgemeester te worden,Sylvie bouwde een gite uit. Met kunst en smaak. Een plaatselijke Champagneboer ontvangt ons om een didactisch verantwoorde uitleg over hoe en wat van Champagne maken. Bruno Ojance is een belangrijke figuur in Cramant: hij kondigt aan wanneer de druiven mogen geplukt worden aan de andere boeren: meteen de werkregeling voor iedereen in het dorp. Hij praat gedurende twee uur met passie over alle aspecten van de champagne: hoe een opstand van de champagnewerkers in 1911 ervoor zorgde dat er alleen nog met druiven uit de streek van Reims Champagne mag gemaakt worden en niet langer met druiven uit andere streken in Frankrijk, dat het glas zorgt voor de bubbles, dat champagne vier jaar oud is wanneer deze verkocht wordt,dat je champagne best drinkt op 8 graden en koelt in een ijsemmer met ijsblokjes en dat je dus beter diepvries en frigo achterwege laat... tot we zijn champagne proeven. Reims, de voormalige hoofdstad van het Frankenrijk en de kathedraal krijgen een bezoekje. De stad waar Clovis zich bekeerde en meteen een goddelijke statuut kreeg wordt gedomineerd door de kathedraal. Buiten de gedrochten aan de ingang en de glasramen van Chagall achteraan, eerder een toeristtrap van formaat. De grote Champagnemerken slaan zich blijkbaar prima door de crisis, voor de kleine boeren daalt de verkoop en moeten ze noodgedwongen hun overige hectaren aan de grote bekende merken verkopen. Misschien moet iedereen zich minder door het prestige,maar iets meer door de kwaliteit en de echtheid van de kleine champagneboer laten inspireren.
Jamal had TBC, hij overleed op 36-jarige leeftijd in het UNWRA ziekenhuis Hassan Taher van Nablus.De toestanden in het ziekenhuis waren schrijnend: overvolle kamers,lange wachttijden voor de patienten,overwerkte dokters, weinig medicijnen. Maar de behandeling en de opname waren gratis.De doodsoorzaak van Atef's vader was een gebrek aan antibiotica en vaccins. Maar ook de armoede en de slechte levensomstandigheden waarbij TBC als een schim steeds aanwezig is.Tuberculose was een zeer besmettelijke ziekte en betekende dikwijls de dood. Een beetje zoals Aids vandaag.¨Patienten werden dan ook geisoleerd en konden geen bezoek ontvangen. In het geheugen van Atef blijft het niet kunnen bezoeken van zijn stervende vader met een fles melk onuitwisbaar.
Jamal had zijn ziekte-latente TBC- voor zijn vrouw Subhyah verborgen gehouden tot na zijn huwelijk Nu bleef zij alleen met zes kinderen: Ahed ( 10 jaar) Khadiga (9 jaar) Adnan ( 8 jaar) Atef (7 jaar) Jamu ( 4 jaar) en Imad ( 3 jaar). Adnan werd geadopteerd door de broer van Jamal die naar Ramallah gevlucht was bij de Nakbah. Hij bleef bij hen voor altijd, zelfs toen hij in de jaren zestig emigreerde naar Koeweit. Deze broer had in de administratie van de Britten gewerkt en verdiende goed als boekhouder in Ramallah, zijn vrouw zette een textielhandel op en verdiende extra door te weven en kleren te maken.
Financieel had Subhiyah het niet breed, zij weigerde opnieuw te huwen. Zo werd het gezin afhankelijk van de steun die de familie aan hen gaf, een kleine opbrengst uit het verhuren van de beenhouwerij en het amandelpellen thuis. Atef kluste tijdens de vakantie bij op de groetenmarkt. Samen met de hulp die zij als geregistreerde vluchtelingen van de Unrwa ontvingen kwamen zij rond.
De moeder van Atef keek streng toe dat zij hun school niet verwaarloosden, want het was volgens haar de enige manier om aan de armoede te ontsnappen.
De grootvader van Atef kreeg van de toenmalige Britse kolonisten van Palestina in 1947 een paspoort waarop stond dat hij een Palestijnse burger was.Het paspoort is opgesteld in Arabisch,Frans en Engels.
Dit omdat het paspoort aan Palestijnen een bescherming bood in het buitenland en zijn hun rechten konden opeisen voor Franse en Britse rechtbanken.Er staat op het paspoort alleen één foto, terwijl ook de vrouw en het kind ( de vader van Atef) op het paspoort nominaal vermeld staan. Maar Arabische vrouwen lieten zich niet graag fotograferen.
Dit paspoort verbergt alle moeilijkheden die de Britten ondervonden tijdens de bezetting van Palestina.Het geheim Balfoort akkoord had immers aan de Joden een land belooft en de Joodse inwijkelingen begonnen zo langzamerhand toe te stromen. De Britten hadden in 1925 één Palestijns burgerschap in hun plannen. De Joodse inwijkelingen wilden van meet af aan een specifiek Joods burgerschap en een minderwaardige status voor de Palestijnse inwoners.De Arabische Palestijnen wilden een nationaliteitspaspoort, zoals zij bij het Ottomaanse rijk hadden en vonden de term burger nieuwlichterij die het Britse kolonialisme alleen maar rechtvaardigde.
Want een paspoort betekende voor iedere bevolkingsgroep de waarborg van een aantal rechten zoals kiesrecht, zelfbestuur, erkende landsgrenzen en politieke verkozenen.
Toen de Britten halsoverkop Palestina verlieten bleef alleen de Israelische staat over en verdween het Palestijnse burgerschap in de vergeetput.Het recht van de sterkste. Zelfs in de Oslo-akkoorden kon Palestina geen paspoort aan zijn burgers geven... Het enige waarover de Palestijnse inwoners beschikken is een "laisser-passer",een reisdocument waarmee ze op reis kunnen gaan. Israel weigert de Palestijnse staat te erkennen, zij heeft alleen de Palestijnse autoriteit erkend.
Atef werd op dinsdag 3 januari 1950 geboren in het al-ittihad ziekenhuis in Nablus. Het was koud, bitter koud en er lag zelfs sneeuw. Zijn bleke huid en zijn blonde haar beklemtoonden de barre weersomstandigheden. Toch slachtte vader Jamal een schaap: het was de derde zoon van de vier kinderen. Atef zelf weende,net als alle pasgeborenen. Officieel was Atef nu een onderdaan van het Jordaanse koninkrijk. Hij had een Jordaans paspoort. Hij zou gans zijn leven in Nablous blijven.
Op vijfjarige leeftijd moest Atef naar de kindergarten, gelegen in de nabije Abdul-Hadi herenwoning.Op het eerste en tweede verdiep was een kindergarten en een lagere school ingericht. De kindergarten was privaat onderwijs ingericht door deze steenrijke invloedrijke familie.Toch moest er voor de kindergarten 3 dinar betaald worden. Wanneer Subhiyah eens te meer zonder geld zat,betaalde ze gewoon niet. De ouders van Atef wilden zich niet als vluchteling registreren; Zij weigerden hun kinderen het UNWRA-onderwijs te laten volgen. Daar zaten alleen vluchtelingen uit de kampen.In sommige scholen moesten toen,door een gebrek aan schoolgebouwen in twee shiften les gevolgd worden.
Atef weende, hij vond de kindergarten maar niks tot hij er nieuwe vriendjes gevonden had. Maar moeder Subhiyah trok er zich weinig van aan: ze nam Atef vastberaden bij de hand en zette hem af bij de andere vijftig kleuters.
Bij de bezetting van Nablous tijdens de tweede intifada door het Israelische leger vernielden de Israeli's het prachtige palace met een welgemikte tankgranaat. Dit deden ze met bijna alle herenhuizen en overheidsgebouwen in Nablous. Zij beschadigden de gebouwen maar brandden ze niet plat tot aan de grond, net genoeg om ze onbruikbaar te maken.De familie van Abdul Hadi zou zich nadien jaren inzetten om deze archeologische ramp te herstellen.
Het schaap staat reeds eeuwenlang voor reinheid,onschuld maar ook voor volgzaamheid. In de drie boekgodsdiensten is het offeren van een schaap of lam een belangrijk gebeuren. Toen God aan Abraham vroeg om zijn zoon te offeren,nam hij genoegen met een schaap. Het jaarlijkse offerfeest blijft tot op vandaag een belangrijk feest in de Islam. Het slachten van een schaap volgens de voorschriften is een dure zaak. Eveneens wordt het schaap in drie delen verdeeld: een deel voor de familie,een deel voor de buren en een deel voor de armen.Bij de geboorte van een kind wordt eveneens een schaap geslacht en gegeten. Voor het volbrengen van de offers in de Islamitische rite wordt een ram geslacht. Daarom is het meestal een lam, eenmaal een schaap geslachtsrijp is en gedekt heeft, ontstaat het risico dat het lamsvlees stinkt omdat het sap van de teelballen in het vlees gedrongen is.
De rol van de schapenbeenhouwer bij het slachten is belangrijk: voor het slachten moet het schaap 24 uur vasten om de kans op het springen van de gal te verkleinen, een ervaren en deskundige slachter zorgt niet alleen dat het vlees goed en juist versneden wordt, een scherp mes maakt dat het dier minimaal lijdt nadat het met een harde klap buiten bewustzijn gemept werd.Indien een schaap te ruw behandeld wordt ontstaan er blauwe plekken. Na het doden van het schaap en het bloeden wordt het schaap ontveld. Om een mooie schapenvacht te bekomen moet dit schapenvel intact zijn en met zout bestrooid worden om het goed te kunnen looien.Het schaap moet minimum een dag rijpen om het vlees eetbaar te maken, dit is ook afhankelijk van de ouderdom van het schaap.Daarna kan het schaap versneden en uitgebeend worden. Wat er met het orgaanvlees gebeurt is meestal cultureel bepaald: sommigen eten hersenen, maag,hart,longen en nieren, voor anderen is het nauwelijks goed voor dierenvoedsel.Bij zeer kieskeurige eters hou je amper de helft over van het oorspronkelijke schaap.
Zoe is de naam van onze tien dagen jonge kleindochter, een wolk van een baby van Sevie en Bram.Wij zijn op bezoek in Manchester en kozen voor een airb&nb-logement: vriendelijk voor de portemonnee, bij de plaatselijke bevolking, familiaal, kortom zoals we zelf graag reizen. De realiteit bleek anders:geen voorbeeld van orde en netheid,een ietwat mensenschuwe en onzekere gastvrouw,een karig ontbijt en de beloofde fietsen waren er maar het paste niet om ze te gebruiken.
Maar dit kon de pret niet bederven: Zoe; Alain Curtis en Massive Attack met een multimedia show in een afgedankt treindepot, de tentoonstelling do-it in de Manchester Art gallery, lekker eten op restaurant.
Een dagje Liverpool,stad aan Zee die we enkel kenden van de Beatles maar verraste door de vele musea en de gerestaureerde dokken aan de haven. De harde drooglegging door Thatcher lijkt voorbij. Nu wordt veel geld geinvesteerd in de media en spectakel wereld. Op de sociale woningen staan inderdaad nog de afgedankte TV-antennes van bij ons, fel afstekend tegen de betere herenhuizen. Zoals bij oàns zijn de scheepsbouw en de scheepsherstelling naar het verre India of Pakistan verdwenen. Nu moeten laaggeschoolden zich met een of twee hamburgerjobs tevreden stellen om een inkomen te hebben. Toch floreert de restauratie,met duidelijke besparingen op personeel.
De geboorte van een prins laat de mensen koud,het is duidelijk een societygebeuren,waar kranten spectakel over maken. The show must go on.
Jamal en Subhiyah Saad, de ouders van Atef, woonden na hun officiële huwelijk in een herenhuis met zicht op de zee in de luxueuze wijk van Jaffa: Ajami. Ajami was eeuwen geleden gesticht door Maronitische christenen en had zijn multi-cultureel en tolerant karakter bewaard.
Jamals vader was schapenverkoper. Hij verkocht en kocht schapen in de ganse regio, tot in Syrie en Libanon. De familie werd er rijk door.
Jamal, enige zoon, werd beenhouwer: iemand moest de schapen slachten en er voor zorgen dat de winst in het gezin bleef. Meteen een zekerheid dat de zaken zouden verder gezet worden.
Toen de situatie in Jaffa gevaarlijk werd door de aanslagen van de Israelische milities en in een dorp nabij Jaruzalem Deir Yasin alle 610 burgers door de Irgun uitgemoord werden, vertrokken Jamal en de hoogzwangere Subhiya naar het ouderlijk huis in Nablus. Zoals iedereen dachten ze dat de incidenten na een tweetal weken voorbij zouden zijn en dat de Arabische liga en troepen uit Egypte, Jordanië en Libanon op korte termijn de vrede zouden terug brengen.
Alle meubels huisgerief en zelfs hun geld lieten ze in Jaffa. De voorbije dagen waren zo veel mensen hun geld in de bank gaan opvragen,dat er in de banken geen geld meer voorradig was. Veel families uit hun buurt vertrokken per boot naar Libanon of Egypte omdat de normale spoorweglijnen onderbroken waren. De familie Saad vertrok naar de familie in Nablous.
De meeste vluchtelingen in Nablous kwamen terecht in een vluchtelingenkamp van de UNWRA- de vluchtelingenorganisatie van de Verenigde Naties .
De fiere familie Saad weigerde aanvankelijk het statuut van vluchteling. Zij wisten niet hoe snel hun reserves zouden opdrogen.
De vreugde om de geboorte van Ahed was van korte duur: het nijpend geldgebrek, het te kleine ouderlijke huis, het gebrek aan geld waren dagelijkse zorgen. Toen niet minder dan zes families samenhokten in het huis in Nablous,verhuisde Jamal naar de armoedige Yasmena-buurt in de souk van Nablous. Jamal vond uiteindelijk opnieuw werk als beenhouwer in samenwerking met een andere beenhouwer van Nablous: maar veel geld verdiende hij er niet mee.
Jaren later zou Subhiyah het huis in Jaffa samen met een neef nogmaals bezoeken. Toen ze aanbelden deed een vrouw verwonderd op. Subhiyah stelde zich voor en vroeg beschaamd om het huis nog een maal te kunnen zien. De Roemeense vrouw vertelde dat ze het huis huurden van de regering. Na een blik op de tuin geworpen te hebben vertrokken ze snel Subhyah verwenste iedereen: zichzelf , haar grootvader,de Palestijnse politici en natuurlijk Haj Amin Al-Hu, de toenmalige Mufti van Jeruzalem die alleen haat en vernieling gepredikt had.
Zij nam afscheid van de zee: Ah geliefde zee, vorige keer hebben we geen afscheid kunnen nemen ween niet langer om je geliefde Palestijnen. Wij zijn gevlucht, jij bleef.
Bloedsinaasappelen zonder pit. De westerse beeldvorming over luie Palestijnen en de joodse kolonisten die de dorre woestijn vruchtbaar maakten. De realiteit en de geschiedenis zoals altijd herschreven door de overwinnaars en de veroveraars. Vol van leugens en halve waarheden. De Nakbah is er zo een.
Jaffa was de belangrijkste Arabische stad van Palestina, naast Jeruzalem. De stad, de bruid van de Zee, met de meeste kranten, veel scholen en een bloeiende citrusindustrie. Een haven, waaruit de sinaasappelen geëxporteerd werden naar Europa. Taxis vertrokken naar Beirut en Damascus,treins verbonden Jaffa met Jeruzalem en Haifa. Maar Jaffa trok door zijn handel en rijkdom ook veel immigranten aan: niet alleen uit andere Arabische landen, maar ook de Zionistische joden, op zoek naar het beloofde land. De buitenwijken van Jaffa, zoals Tel Aviv groeiden uit tot hechte joodse gemeenschappen. Met eigen ondergrondse verdedigingsmilities zoals Haganah zouden ze een belangrijke rol spelen in het verdrijven van de Palestijnen uit Jaffa. Het hart van het Zionisme klopte hier: "alleen zonder andere godsdiensten kunnen we onze eigen staat uitbouwen, een staat gebaseerd op uitsluiting. "
Toen de VN op 29 november 1947 een plan voor de verdeling van Palestina tussen Israelis en Palestijnen voorlegden, voelden de Palestijnen zich verongelijkt. Jaffa werd een kleine Palestijnse enclave,omringd door Israeli's grondgebied.Jeruzalem zou onder Internationale bevoegdheid blijven.Op 30 november begonnen de eerste onlusten in Jaffa. Snipers vuurden vanop de daken op iedereen die bewoog, de eerste bomaanslagen op de markt maakten iedere handel onveilig, privémilities vernielden wijken en straten.
De Haganah was beter georganiseerd en talrijker dan de verspreidde Palestijnse groupuscules. De joodse Irgun bedacht een nieuwe tactiek om de Palestijnse verdedigers te misleiden: ze boorden gaten en kwamen via de huizen binnenin de Palestijnse verdedigingsgordel.
De slag om Jaffa was gewonnen voor hij goed begonnen was, de voorbode van wat met de rest van Palestina te gebeuren stond. Na een bomaanslag met 47 doden was de Internationale publieke opinie gealarmeerd en kwamen de Britse troepen op het terrein om nog meer bloedvergieten te voorkomen. Ondertussen was Jaffa een spookstad, de 50.000 Palestijnen waren gevlucht.Vooral de rijke middenklasse vertrok naar hun vakantiehuizen in Beirout en Kairo. Zij dachten na een paar weken terug te komen,maar zij vergisten zich.Zij zouden hun ganse leven in vluchtelingenkampen blijven verspreid over het Midden-Oosten,verspreid over de wereld. Met een huissleutel als ijdele hoop ooit het recht op terugkeer te kunnen hard maken.
Suzanna stond krampachtig te kijken naar de overkant van de
Leie. In de Wikings, een oud sportterrein waren enkele nieuwe barakken gebouwd
om de verdachten van de collaboratie voorlopig
onder te brengen, tot een speciale rechtbank zou oordelen over schuld en
onschuld. Suzanna had lang getwijfeld of ze wel zou komen, maar de vlinders in
haar buik waren sterker dan haar redelijke overwegingen. Marcel was in de
na-oorlogse verwarring en het tumult snel opgepakt. Het feit dat de
terugtrekkende Duitsers een paar Waregemnaars neerschoten, die iets te vroeg de
Belgische vlag hadden gehesen, gaf de witte brigade volmacht om iedereen die
verdacht was van collaboratie aan te houden. Ook onschuldigen. Of
sympathisanten van de Duitse bezetters of de Vlaamse zaak. In de verte zag Suzanna een jonge man verlangend naar de overkant
dromen. Was het Marcel of een andere man? Ze greep haar witte zakdoek en wuifde
heen en weer, de man wuifde terug, alle mannen wuifden terug. Een hilarische
situatie. Een beetje ontgoocheld keerde Suzanna op haar stappen terug, dit was
geen leuke ervaring.
Aan tafel bij pastoor Tanghe
De wijn was voortreffelijk. Kalfslapjes, bloemkool en aardappelen.
De meid van pastoor Tanghe was een voortreffelijke kokkin. Niks speciaals, geen
haute cuisine, maar echte boerenkost. Tony Herbert sprak tussen de
verschillende eetbedrijven tot de pastoor: Meneer pastoor, het wordt stilaan
tijd om de komende verkiezingen eens aan te kaarten in uw zondagspreek. De
gemeenteraadsverkiezingen hebben de Christelijke werkervereniging aan de macht
gebracht. Dank zij onze steun, de Christelijke werkgevers werd Majeur
burgemeester van Kortrijk. Maar ook de goddeloze socialisten deden het goed en
behaalden zes zetels. We moeten de parochianen waarschuwen voor die atheïsten.
We mogen de weg van Menen niet op gaan waar de socialisten met Debunne baas
zijn. Voor het te laat is, moeten we alles in het werk stellen om de
katholieken de verkiezingen te laten winnen. Als het nodig is moeten we zelfs
als één katholiek blok,arbeiders,boeren,middenstanders en patroons samen in een partij opkomen bij de
verkiezingen.
Marcel Vandekerkhove ziet het op dezelfde manier:
Eerwaarde, U kent toch ongetwijfeld ook de moeilijke situatie waarin we nog
steeds verkeren. We staan aan de vooravond van belangrijke gebeurtenissen. Het
is nog steeds crisis en internationaal nemen de spanningen alsmaar toe. Ook in
Kortrijk organiseren de Vlaamsnationalisten zich. Een deel van onze beminde
parochianen bezwijkt voor de lokroep van de flaminganten. Zij keren zich af van
ons geloof
Pastoor Tanghe kijkt peinzend en stuurs voor zich uit. Hij
ontvangt niet zo graag richtlijnen voor de zondaagse preek. Maar hij bedenkt
dat hij misschien handig van de situatie kan profiteren en laat nog een flesje
wijn opentrekken. Veel praten zal niet helpen, zegt hij. We moeten iets doen om
het vertrouwen terug te winnen. Moesten we nu een fonds voor de arme, meest
begaafde kinderen oprichten zodat ze verder kunnen studeren? Met jullie hulp en
financiering. Het bestaande fonds van de stad is een druppel op de hete plaat
en ondersteunt de studerende kinderen slechts met een kleine som,zelfs niet
genoeg om de studieboeken te betalen. Herbert en Vandekerkchove zien het
zitten. Aan wie had meneer pastoor gedacht ?
Pastoor Tanghe had aan zuster Geraldine de resultaten van de
meisjes uit het 8°studiejaar opgevraagd. Op de eerste plaats stond Suzanna met
98%, een meisje uit het arbeiderskwartier. In het voorbereidend jaar van de
normaalschool van Tielt was er nog plaats. De tafel werd afgediend, dikke
sigarenwolken vulden de pastorij. In de verte weerklonken de eerste
mortierschoten. De tweede wereldoorlog was op komst.
De normaalschool
Vol hoop en verwachting stond Suzanna voor de grote poort
van de normaalschool te Tielt. Hier kwam haar kans om uit de armmoedige wereld
van thuis te ontsnappen. De wereld zal vol vuur en vlam,spannend te wachten op
nieuwe en betere tijden. De poort van de normaalschool sloot en de inwonenden
hoorden niks van het verre oorlogsgedruis. Woekerhandel en gesjacher met boter
over en weer de grens hielpen de Kortrijkzanen overleven. In de normaalschool
brachten boerenmeisjes-studenten de voeding in manden van thuis mee. Het leek
of het geen oorlog was. Suzanna bracht om de drie maand de schoolrekening en
haar resultaten bij pastoor Tanghe. Hij lachte tevreden, Suzanna zou het
ongetwijfeld tot moeder overste in een klooster schoppen en haar hart aan de
Heer schenken. Zijn investering en de investering van de rijke kortrijkzanen
was een goede zet: die onderwijzeres zou het schooltje van de parochie gratis
en kosteloos groot maken. Suzanna was begaafd, enthousiast en een beetje
naïef-idealistisch. Allemaal eigenschappen waarmee je een mooie loopbaan in het
onderwijs kan maken. Suzanna was zo ijverig dat ze tijdens de vakantie
leergangen volgde om een tweede diploma lichamelijke opvoeding te behalen. In
de gouden kooi van de normaalschool was de oorlog ver weg. Een hartsvriendin
Clara zorgde voor de eerste contacten met de georganiseerde kajotstersbeweging.
Het was een uitvlucht om niet regelrecht naar een nonnenbestaan gevoerd te
worden. De twijfel om de bruid van de heer te worden was meteen gezaaid:
Cardijn inspireerde de arbeidersjeugd tot inzet voor de aarde, niet voor de
hemel. En dat was geen zonde .
Waregem
Suzanna was 21 en pas afgestudeerde onderwijzeres. Haar opdracht bij de zusters Toeloose nam haar volledig in beslag. Het was haar eerste job, ze wou het dus super goed doen. De zusters Toeloose hadden vanuit een klein borduurwinkeltje de eerste technische school voor meisjes opgericht. De borduurschool groeide uit tot een naaischool met de hulp van deken en bisschop. Suzanna moest bij juffrouw Toeloose slapen, zij had hartstoornissen en was bang eenzaam te sterven. De weekdagen waren gevuld met godsdienstrituelen van de ochtendmis tot het avondgebed. Suzanna zat in een semiklooster, een poging om haar alsnog binnen te rijven als non en religieuze. Zo was er ook begeleiding voorzien door een geestelijke. De paters Oblaten in Waregem vervulden de functie van geestelijke begeleider. Jarenlang zou Suzanna bijna eenmaal per maand in een persoonlijk gesprek haar vragen, haar twijfels voorleggen aan een pater Oblaat. Deze begeleider nam haar figuurlijk bij de hand en loste alle mysterieuze en gevoelsproblemen op.
Gevoelens, zoals elk jong meisje bruiste het van binnen bij Suzanna. Op zondagnamiddag speelde een accordeon in een verlaten garage. Een paar meisjes dansen het einde van de oorlog in,.in de armen van pretmakende jongeren, die aan de mobilisatie hadden kunnen ontsnappen. Daar leerde Suzanna Marcel kennen op een mooie zondagnamiddag in de weinige vrije tijd waarover ze beschikte. Dansen was Suzanna haar regel niet, wel urenlang praten over de ernstige dingen in het leven. Marcel zag het zitten, een onderwijzeres was goed voor de opvoeding van de kinderen. Alleen, hij had een klein beetje zijn voorbije Vlaams idealisme tegen. Nog voor het echt aan was met Suzanna werd hij opgepakt. Voor en tijdens de oorlog had hij in zijn jeugdige overmoed gedweept met de Vlaamse zaak, met de Vlaamse idealen. Een paar cafédiscussies aan de toog, geen echt engagement. Maar genoeg voor de Waregemse witte brigade om hem manu militari naar de Wikings te brengen.
Toen viel een bom
Bij de bevrijding van Kortrijk bombardeerden de geallieerden
nogal fors, waarbij er heel wat bommen op verkeerde plaatsen en burgerdoelwitten
terechtkwamen. Een Kortrijkse school in de Recolettenstraat werd getroffen en
acht zusters verloren het leven en belandden regelrecht in de hemel. Bij gebrek
aan onderwijzend personeel werd Suzanna een plaats aangeboden door pastoor
Tanghe. Voor Suzanna het einde van een Waregemse periode en de terugkeer naar
het ouderlijk huis. De afspraken met Marcel werden vervangen door
Kajotsteractiviteiten op zaterdag en zondag. Via een toekomstige kloosterzuster
werd ze gekoppeld aan haar nieuwe man. Een huwelijk dat niet meteen de vurige
liefde bracht waar ze naar smachtte.
Maar Marcel is niet vergeten. Op 88-jarige leeftijd droomt
Suzanna nog steeds van Marcel. Zij discussieert met hem in haar hart: Ja Marcel.
Je koos er voor om verder in de politiek te gaan. Welwaar in de CVP en als
burgemeester van Ruislede. Nee, je had niet de moed om mij een tweede keer ten
huwelijk te vragen. Je hebt me al die jaren niet opgezocht. Toch werd het warm
in mijn hart als ik aan je dacht. Spijtig, ik had je moeten zoenen, je in mijn
armen moeten nemen. Dan had ik een ander leven gehad, met minder zorgen en
wellicht met meer liefde
De Vlaamse regering had zich tot doel gesteld om het onderwijs grondig te hervormen in zijn regeerperiode. Niet slecht: onderwijs moet nu en dan eens veranderd worden,want doelstellingen, eindtermen en al wat ze ondertussen hebben uitgevonden moet nu en dan eens getoetst worden aan wat er in de werkelijke schoolrealiteit gebeurd. Voila, dat is wat we de laatste dagen op onze nieuwssites geserveerd kregen. Een beetje in tegenstelling tot het protest tegen de Gas-boetes,op facebook.
De discussie over een nieuwe onderwijsmatrix werd plots een discussie tussen conservatieven en progressieven of een discussie tussen private (lees elitaire) en gemeenschapsscholen (lees gemeenschapsonderwijs) waarbij het woord kwaliteit plots niet meer sloeg op het onderwijs, maar op de leerlingen en hun resultaten. De journalisten droomden meteen over een nieuwe schoolstrijd, waarbij de sossen definitief van het politieke landschap zouden verdwijnen bij de volgende verkiezingen. Zonder na te denken over wat de verschillende experten;universitaire studies incluis, de laatste jaren over het onderwijs gepubliceerd hadden. Notabene op vraag van alle betrokkenen: overheid,politieke partijen,vakbonden, onderwijskoepels.Hoe kun je zo blind zijn ?
Onderwijs moet onze kinderen een toekomst geven waar ze klaar zijn voor een job, maar ook gelukkig zijn.Daarbij is het ontstellend te zien hoe snel onze politici het eens waren over de GAS-boetes en hoe onnozel zij discussieerden over de hervorming van het secundair onderwijs. Het resultaat is een compromis waarbij iedereen zijn gezicht probeert te redden.Jammer voor de jongeren: het vrij onderwijs weigerde vroeger om het ASO in te voeren, het gemeenschapsonderwijs was verplicht het ASO, het TSO en het BSO in te voeren. Blijkbaar is het compromis nu opnieuw hetzelfde: het gemeenschapsonderwijs moet zich aanpassen, het katholiek onderwijs blijft elitair en doet zijn zin, met overheidssubsidies !