Mijn ouders geloven niet. Hoe moet ik dat nu hanteren.
Dag Deidre,
Je elfde vraag; "Mijn ouders geloven niet....ik wel....hoe moet ik dat hanteren" .
Deidre; de bijbel zegt : "De liefde kwetst niemands gevoel".
Ouders vragen van hun kind een zekere mate van ontzag en zeker geen neuswijsheid.
Wannneer je tegen je vader zou beginnen: " Pa....op de bijbelstudie heb ik geleerd, dat uw toekomst zonder de Heer Jezus duister is", zou dat de goede man ten zeerste irriteren. Dat is ook duidelijk ; je ouders zullen hun opvoedende taak jegens jou nog niet als geí«indigd beschouwen. Immers: het is een ervaringsregel, dat ouders vanaf het vijftiende levensjaar van een kind hun opvoedingstaak beginnen 'af te bouwen'. Maar 'afbouwen' is nog niet hetzelfde als 'er een punt achter zetten'. En het is ook zo, dat ook nú je ouders je nog veel algemene levenswijsheid kunnen leren.
Maar weaarschijnlijk liggen je moeilijkheden ook helemaal anders; is het gewoon zo, dat je ouders zich ergeren alleen al aan het feit, dat je 'bij de een of andere vreemde sekte bent'. Mogelijk zeggen ze nare dingen over Christenen, bijvoorbeeld: "Die Bush hí¨....die zegt ook , dat hij een Christen is....en moet je hem nu bezig zien".....of een van de andere vervelende opmerkingen, die er maar mogelijk zijn tegenover Christenen.
En wanneer zo iets gebeurt, dan helpt het Spreukenboek je. In 15 v 1 staat; "Een zacht antwoord keert de grimmigheid af....maar een smartend woord doet de toorn oprijzen".
Stel nu, dat je antwoordt: "Hí¨ pa; ieder ouder ziet zijn kind toch graag gelukkig ...u toch ook...ik doe toch geen bepaald slechte dingen...en ik voel me in dit andere denken echt wel goed. Laat me nou maar even...en van Bush en zo....daar gáat het toch niet om. Wannneer u weet, dat uw lieve dochtertje zich goed voelt, kan u al dat andere toch ook niet schelen", dan is dat een zacht antwoord en je vader geeft je een kus.
Maar wanneer je zou zeggen: "Hoor eens hier pa....ik heb Bush zélf horen zeggen: 'Jezus Christus is mijn Leidsman, want Hij heeft mij gered'. Als ú tot dat antwoord niet kunt komen eens in uw leven, dan ziet het er donker voor u uit", dan zijn 'de rapen pas góed gaar'.
God trad ooit Eliza tegemoet , niet in een onweer en niet in een vuur, maar in het ruisen van een zachte koelte, (1 Koningenn 19 v 12).
Laat een gelovig kind van ongelovige ouders voor die ongelovige ouders ook 'een zachte koelte' zijn.
Daarmee is niet alles gezegd, maar voorlopig raad ik je aan, zo een sfeer te bevorderen, die het jullie mogelijk maakt, in elkanders aanwezigheid te blijven.
En wanneer er eenmaal zo'n adempauze is, kan God van daaruit werken.
In dit verband een verhaaltje, wel niet pasklaar voor jou, maar mogelijk kún je er iets mee. ............ Er was eens een dochter van ongelovige ouders, die zo graag naar de koffiebar van Youth for Christ wilde. De vader informeerde, wat dat was en zei na onderzoek: "Zeg hé....dat is van Christenen...wanneer wil je daarheen?" "....elke zaterdagavond..." "Maar dan eis ik wel, dat je om TIEN uur en geen minuut later thuis bent". "Maar pa....ik ben 17.....en wanneer ik naar 'La Dada' ga..." ( een jeugduitgaansplaats daar ter plaatse) " dan wordt het , zonder bezwaar van uw kant, drie uur in de nacht". "Niks mee te maken...je hoort, wat ik zeg.." Dochter innerlijk briesend. maar ze heeft al iets horen verluiden van 'zelfbeheersing' als deel van de ;'vrucht van de Geest' en weet zich op te werken tot een dor: "Goed pa".
In de koffiebar, tegen de leider: "Koos...moet je hóren...!". Maar Koos: "Om tien uur wordt jij door een van de bezoekende jongens netjes thuis afgeleverd, stipt om 10 uur....'eer uw vader en uw moeder, opdat uw dagen verlengd worden in het land , dat God u geven zal'. Je wordt er echt gelukkiger door, wanneer je je ouders eert".
Om tien uur; pa op het vinkentouw...de bel...een jongen brengt zijn dochter thuis. De volgende zaterdag: idem idem...maar een andere jongen...dus ook geen aanwijzing, dat zij vrijt met 'een van zullie'. Enz.
Na verloop van tijd de ouders: "Zeg...wat is dat eigenlijk voor tent..." En er kwam een dubbele bekering uit voort. .................. Daag Ger
....die het hart van de koningen leidt als waterbeken....
Dag Hurt,
Je veertiende vraag:
In Spreuken 21 v 1 staat: " De gedachten van de koning zijn als waterstromen in de macht van de HEER, hij leidt ze waarheen hij maar wil" Moet ik híermee?
Mijn antwoord:
De NBV heeft voor het wat fletse 'gedachten' :'het hart' en de 'Kanttekeningen' vermelden hierbij: - het binnenste van de mens, waardoor zijn daden beheerst en beslist worden - heel de mens naar zijn innerlijk bestaan , zijn innerlijk zíjn en wíllen. - het levenscentrum van de mens, centrum voor heel het leven, de zetel van de levenskracht, het centrum van het leven van de geest - zetel van aandoeningen en innerlijke bewegingen en drijfveren - centrum van het gedachten- en wilsleven - centrum van plannensmeding en opwelling van neigingen - centrale die heel het leven bestuurt en beheerst. Dat is me nogal wat.
Daarom zegt 1 Thess.5 v 23 ook zo duidelijk: " ....mogen heel uw geest (hart), ziel en lichaam zuiver bewaard zijn bij de komst van onze Heer Jezus Christus".
Wat een verschil hè: - de poytheïstische godsdiensten met hun scheiding tussen die drie bestandelen van de menselijke persoonlijkheid, waardoor vreselijke dwalingen, zoals zielsverhuizingen mogelijk worden - de moderne, armelijke psychologie, die alleen maar van ziel en lichaam wil weten - nee. dan dit rijke. Een 'drievuldigheid', die 'in zijn totaliteit' bestemd is om vernieuwd en volmaakt te worden.
En de Heer beheerst dit levenscentrum. - Daarom wekte God de geest van Tiglath- Pileser op om het volk Israel kwaad te doen, omdat de Israelieten gezondigd hadden, 1 Kron. 5 v 26. - De Heer zette de Nubiërs op tegen Israel om dezelfde reden: 2 Kronieken 21 v 16 - Ezra 1 v 1: de Heer wekte de geest van Kores op (om Israel na de boetedoening in de ballingschap weer in staat te stellen om in eigen land te gaan wonen).
De Heer gebruikt alle machtsposities in de wereld naar zijn wil. En ....als dat soms pijnlijk si, want Pul (Tiglath Pileser) en de Nubiërs waren geen prettige figuren, dan is het nog omdat er een reden voor is: zonde bij Gods volk, zonde, die bestraft moet worden, om ze- zo mogelijk- tot inkeer te brengen.
En als het weer tijd is voor verademing, dan gebruikt God eenvoudigweg de geest van Kores om een wending in het lot van zijn volk te brengen.
En dat doet de Heer nóg. En op veel lager niveau loopt de duivel daar weer doorheen met zijn plannen. Dat maakt het allemaal zo ingewikkeld. Maar: de Heer regeert.
Even een 'recent' voorbeeld: in `1941 sneden de Duitsers 'als een mes door de boter'door Zuid-Rusland heen. Maar in het Noorden, bij Leningrad en Moskou , wílde het maar niet lukken. En in de jaren daarna lukte het in het Noorden nog niet. En in het Zuiden bleven ze maar doorhollen, tot aan de Elbruz toe, in de Kaukasus. Maar ze krégen toch een onbeschermde noordflank. En daardoor volgde toen 'Stalingrad'. Ik heb later heel bewust de hand van de Heer gezien in die verblinding.
Ander voorbeeld. In juni 1940 had het Duitse leger de Engelse troepen in Frankrijk zó in de tang, dat die allemaal krijgsgevangen konden worden gemaakt. Maar Hitler zei, dat het nog mooier moest dan de generaals al voor elkaar hadden en knarsetandend moesten ze toestemmen. En toen konden de Engelsen ontsnappen met achterlating van hun materiaal. maar.....de manschappen konden later ingezet worden. En ....dat gebeurde: in 1944.
Maar Hurt....vertrouw jij nu maar op de Heer, die in het diepste van het diepste van het wezen van de machtigste mensen op aarde op zijn tijd zijn grote gedachten doet werken, zodat zij bewust of onbewust een schakeltje zijn in de grote plannen van de Heer, die uitlopen op ....een eeuwige tempel, zie de laatste bijbesltudie.
Nou, dat was het dan. Hurtwounded, heeft het je wat gedaan?! Vermeld dat nog eens.
En dan neem ik nu je dertiende en veertiende vraag maar samen. Want ik wil het nieuwe jaar in met een schone lei, wat jou betreft.
De vragen dus:
In Spreuken 16 v 33 staat: "Men werpt het lot in een mantel, de HEER bepaalt hoe het valt". Móet ik daarmee ?
In Spreuken 21 v 1 staat: " De gedachten van de koning zijn als waterstromen in de macht van de HEER, hij leidt ze waarheen hij maar wil" En híermee?
Mijn antwoord:
In de bijbel werd het lot onder het toeziend oog van de Heer geworpen voor belangrijke beslissingen. - In Leviticus 16 v 7 werd daarmee aangewezen, hoe het toekomstig verdelen van het beloofde land zou geschieden - In Numeri 25 v 55 werd de bok aangewezen, die met de schuld van het volk beladen de woestijn zou worden ingezonden - in Jozua 7 v 14 werd ermee aangewezen, wie een vloek over Israel had doen komen, ( Achan) - In 1 Samuel 14 v 41 werd Jonathan aangewezen als de man, die het (dwaze) bevel van zijn vader (Saul) had overtreden.
Het gaat hier over grote zaken. En inderdaad: ook het werpen van het lot kan zich niet onttrekken aan Gods Almacht. Men wierp het lot over zaken, die voor het menselijk brein niet te beantwoorden zijn en die men aan de Heer overlaat.
Maar....Hurtwounded; jij zult vast wel eens het spelletje gedaan hebben, dat je alle blaadjes bij een bloem uittrok, prevelende: "Hij houdt van mij....hij houdt niet van mij...om dan bij het laatste blaadje blij te roepen: " O...hij houdt van mij".
Dat is in beginsel ook een loterij en die mag je eigenlijk niet gebruiken voor zulke zaken, die voor het menselijk brein best te doorgronden zijn in ernstig gebed tot de Heer.
Wat zeg je Hurtwounded: - heb jij je nooit overgegeven aan dergelijk wuft gedoe - ben je niet eens een meisje, zoals je naam suggereert; ben je een jongen en ' die doen zulke dingen nu eenmaal niet' .
Nu ja; er zijn er velen, die dit lezen. Ergens sorteert het best effect.
Waarom zei ik hierboven: 'eigenlijk'.
Welk moeder heeft niet eens uitgeroepen: "Welk handje kies je" om een snelle beslissing uiit te lokken. Ook een vorm van loting. Maar je begrijpt, dat we het zo nu en dan niet al te zwaar en theoretisch moeten zien
Dus: - niet loten over belangrijke beslissingen, die wij ook kunnen nemen op grond van diep en ernstig gebed, dat wij opzenden 'in onze vertrouwelijke omgang met God', (Hosea 6 v 6). ................. Hoe kom ik nu dáarop ? Terwijl Hosea ter plaatse spreekt over heel andere dingen. Maar tussen al die vermaningen en bedreigingen viel mij opeens dít pareltje op: "Liefde wil ik....géen offers (zonder die achtergrond). ' Met God vertrouwd zijn' is meer waard dan enig offer ( zonder diepte)" Geregeld bijbellezen.... ook op minder bekende plaatsen ...leidt soms tot vruchtbare meditiatie. ...................... Maar ik zie, Hurt, dat dit alles toch te lang wordt voor éen posting. Daarom die laatste bijbeltekst in een volgende.