Dag Celeste,
Zegenen, gepaard aan handoplegging is wel iets, dat eigenlijk gereserveerd hoort te zijn voor hen, die zozeer in Gods sfeer zijn gekomen, dat zij zijn genezende krachten ook uit zijn sfeer mogen mededelen.
De apostel waarschuwt ook1 Tim 5 v 22) "Leg niemand overijld de handen op". Deze tekst is een waarschuwing tegen lichtvaardigheid, want o zo licht krijgt een onvoorbereide deel aan de zonden van anderen.(ook v 22), wanneer zelfs een ingeleide als Timotheí¼s terzake gewaarschuwd moest worden. Deze tekst is ook een aanwijzing, dat oplegging van handen gepaard moet gaan met geloof in de kracht van God. Zij is míddel en vóertuig, maar geen brón van deze kracht. Maar wanneer men zelf de Heilige Geest niet ontvangen heeft, kan het opleggen van handen ook geen voertuig zijn, (aldus Van den Brink).
Het opleggen van de handen om een weldaad te verrichten aan een ander behoort te worden beperkt tot hen, die 'vervuld zijn met Gods Geest'.
Maar wanneer een moeder een ziek kind heeft, dan zijn er toch zoveel middelen meér door God gegeven: het gebed bijvoorbeeld.
Het is natuurlijk niet zo, dat dominees, uit hoofde van hun ambt alléen, gerechtigd zijn om de handen op te leggen. Daar is echte ingeleidheid voor nodig. Ik ben er echter wel van overtuigd, dat de Heilige Geest, die God is, milder zal zijn dan mensen in hun oordeel. Zeker zal het voorkomen, dat de Heilige Geest mensen, die niet zozeer aan 'door mensen gestelde voorwaarden voldoen' , zal zegenen bij handoplegging. Zegt immers David niet, dat het in sommige opzichten beter kan zijn in de handen van God te vallen dan in handen van mensen.(2 Samuel 24 v 14)
Maar laat iedereen, die zich gedrongen voelt om de handen op te leggen ter genezing, streven naar de doop in de Heilige Geest, indien hij deze nog niet deelachtig is.
Daag Ger
05-05-2007, 19:22 geschreven door Gerritse
|