m. schreef:
In Jesaja 41 vers 10 zecht God : Vreest niet, want Ik ben met u, zie niet angstig rond want ik ben uw God. Ik sterk u, ook help Ik u, ook ondersteun Ik u met mijn heilrijke rechterhand.
Voor wie worden deze woorden bedoeld die God zecht? ook over ons, mij
als ik zo de tekst begin te lezen van af vers 8, zecht God deze woorden tegen Israel? (vers 9 tot wie Ik zeide)
Maar zegt God deze woorden dan ook tegen ons, mij?
Wie kan me hier wat duidelijkheid over vertellen en wat God er precies mee bedoeld?
Dag M,
Als antwoord wil ik eerst nog eens deze hele pericoop vanaf vers 8 geven.
" Maar jou, Israel, mijn dienaar,
Jakob, die ik uitgekozen heb,
nakomeling van Abraham, mijn vriend,
jou, die ik heb weggehaald van de einden der aarde,
die ik van haar verste uithoeken terugriep-
jou zeg ik: jij bent mijn dienaar,
jou heb ik gekozen, ik heb je niet afgewezen.
Wees niet bang, want ik ben bij je,
vrees niet, want ik ben je God.
Ik zal je sterken, ik zal je helpen,
je steunen met mijn onoverwinnelijke rechterhand".
Déze tekst komt in dit verband het eerst bij mij 'bovendrijven': ( 2 Cor 1 v 20):
"In Jezus Christus, de Zoon van God worden alle beloften van God ingelost".
Ik weet oók wel, dat er mensen zijn, die zeggen:
"Al die mooie teksten zijn er voor anderen, in een andere tijd, op een andere plaats".
Maar ik zeg :
"Daarom is het ook door Jezus, dat we amen (Het zal waar en zeker zijn) zeggen tot Gods eer".
Ik mag juichen:
"Het oude testament behoort helemaal verklaard te worden vanuit het Nieuwe Testament. Ik ben zo blij, dat alle beloften van God er zijn voor mij, voor hier en voor nu".
En wat belooft de Heer hier, in eerste aanleg aan de Israelieten en dan nog alleen aan diegenen, die hun hart achter hun daden stelden en wat mag ik aannemen, dat de Here tegen mij zegt, die aan onze Heer Jezus Christus toebehoor:
Ger.....:
- jij bent een dienaar van God. Berouw hebbende over je zonden, bekeerd, wedergeboren, vervuld met Gods Geest, alles uit genade....je bent in mijn sfeer gekomen en daardoor kun je een nuttige dienaar zijn. Je was mijn dienaar al, toen je mijn heilsweg nog maar nauwelijks had betreden, maar je wordt een steeds betere dienaar.
- ik kies iedere mens uit, mijn roep gaat uit over de hele aarde, (Romeinen 10 v 18), maar jíj hebt geantwoord, al was ook dat: genade
- je bent door je geloof een nakomeling van Abraham, die, volgens Genesis 15 v 6 " God geloofde en het werd hem tot gerechtigheid gerekend'. Zo'n 'mij vertrouwende' ben jij ook
- weet je nog, naar welke verre streken je verdwaald was....maar ik haalde je daar weg
- wees niet bang voor mijn afwijzing. je weet toch, dat ik in Jeremia 31 v 30 zeg:
"Is Ger niet mijn geliefde zoon,
is hij niet mijn oogappel ?
Telkens als ik over hem spreek,
rijst zijn beeld in mij op,
dan raak ik diep bewogen.
Ik móet mij over hem ontfermen"
Hoe zou ik je dan ooit afwijzen ?
Ger...
- nu niet bang zijn voor dat blaasonderzoek en voor die gek-makende jeuk. Ik ben toch bij je. ik ben toch je God- ik ga je sterken en helpen en steunen .
-...en vergeet niet: mijn rechterhand, mijn Heilige Geest is ONOVERWINNELIJK.
Zo lees ik deze beloften. En zo lees ik al die vele beloften, die er zijn.
Nou zeg je misschien M:
"Ger zorgt maar best voor zichzelf. Maar waar blijf ik nu ?".
Maar M....overal waar ik 'Ger' heb gezegd, daar mag jij 'M' zeggen, natuurlijk niet bij 'die blaas' en bij 'die jeuk'.
Ik denk wel, dat je hier iets mee kunt.
Daag
Ger