Jouw vraag is: "Wat doen jullie, wanneer mensen jegens jullie critiek op de bijbel uitoefenen: - word je boos - laat je,als een eend het water, die critiek van je afglijden.
Mijn antwoord: Geen van beiden. Ik zal me even aan je voorstellen: ik ben Ger van 'Vraag het Ger'. Hier op HQ heb ik al 3000 vragen beantwoord.... (kom je ook eens langs) Maar ik werk ook op andere sites voor ándere leeftijdsgroepen en daar kom ik werkelijk harde critiek tegen. - ik neem die critiek, hoe vijandig ook, altijd serieus en beantwoord die vriendelijk. Want de mensen die critiek hebben, kunnen wel 'Saulussen' zijn en voorbestemd om 'Paulussen' te worden. - En indien niet: Onze Heer Jezus Christus heeft ook hén willen dienen met zijn plaatsvervangend lijden en overwinnen. - Ik merk dat ik altijd door de Heilige Geest geleid word, (wat de Heilige geest ook belóofd heeft) ...om gepaste en door God geleide antwoorden te geven. - allerminst 'raakt die critiek mijn koude kleren niet'. Er zit soms fel verdriet en verbitterend 'verkeerd begrepen zijn' achter.
Met die critiek krijg jij, wanneer je de hand van de Heer Jezus vasthoudt en steeds enthousiaster voor hem wordt, ook te maken en wel in toenemende mate.
Het enige voldoende om adequaat te blijven antwoorden, is het uitbouwen van je bekering tot 'diepe bekering' en tot wedergeboorte, 'door de lezing van het levende en blijvende onvergankelijke woord van God', (1 Petrus 1 v 23), de bijbel. En daarna is het absoluut nodig.... en je zult ook niet anders wíÂllen ....dat je vervuld wordt met de Heilige Geest van God.
Dan zul je in staat zijn om- vol innerlijke hulpvaardigheid en mededogen en medeleven- een woord te spreken 'op zijn pas'.
Die term 'verdorvenheid' komt voort uit een verkeerd denken, door Augustinus erin gebracht.
In Openbaring 2 v 4 waarschuwt onze Heer Jezus Christus de gemeente Efeze al: "Dit heb ik tegen u: u hebt de liefde van weleer opgegeven. (5) Bedenk van welke hoogte u gevallen bent".
Als er nu éen gemeente was, die op grote geestelijke hoogten wandelde , dan was het wel de gemeente Efeze. Lees de brief aan de Efezií«rs maar eens. Paulus, die 'de strijd in de hemelsferen' preekte en ons allen aanspoorde, alleen de duivel als grote tegenstander te zien, (6 v 12), kon zich aan hen helemaal kwijt.
Maar in Openbaring signaleert de Heer al, dat het zicht op de grote hoogte van het 'geestelijk zijn' aan het verloren gaan was.
En dat proces is doorgegaan, tot het in de dagen van Augustinus zó was voortgeschreden, dat de duivel helemaal op de achtergrond was geraakt en men toch iets anders moest om de zonde te verklaren. En toen deed Augustinus iets, dat de duivel zeer plezierde. Hij dacht uit, dat 'zonde' iets overerfelijks was, dat de mens niet kon ontgaan. De mens was is zijn visie verdorven. Dat leidde tot allerlei tegenstrijdigheden met uitspraken als: "De ziel, die zóndigt...díÂe zal sterven",(Ezechií«l) maar toch won de leer van 'erfzonde, erfschuld en erfsmet', totaal onbijbels, veld. En.... om een voorbeeld te noemen: Hoofdstuk III/IV van de Dordtse leerrregels leert bij artikel II : "Zodanig als nu de mens geweest is na de val, zodanige kinderen heeft hij ook voortgebracht, namelijk hij, verdorven zijnde, verdorvene: alzo dat de verdorvenheid , naar Gods rechtvaardig oordeel, van Adam op al zijn nakomelingen, (uitgenomen alleen Chrisatus) gekomen is, niet door navolging, gelijk eertijds de Pelagianen gedreven hebben, maar door voortplanting der verdorvene natuur".
Dit is de dwaling , door Augustinus binnengebracht, zij het dan ook, dat er al een voedingsbodem voor was, doordat de duivel als 'grote raddraaier' al buiten beeld aan het raken was.
Dit is de waarheid: Ieder mens moet weer opnieuw worden 'omgegooid'. Ieder mens persoonlijk moet , te beginnen bij de eerste keer, door de duivel worden omgegooid...en opnieuw omgegooid...en zo maar door. Zó leerden de later zo verguisde Pelagianen het en zo heb ik het zélf ervaren.
Ik weet nog, dat ik als zesjarige voor het eerst bewust zondigde. ........... We waren naar het strand geweest en mijn oudere zusje, leider van ons groepje, verordende: "Nu naar huis. Moeder wacht op ons met het eten!" Maar ik wilde niet. Een nooit gekend gevoel ontwaakte in mij, een wilde drift. Ik hief mijn strandschepje en sloeg haar midden in het gezicht. Het bloed, dat uit haar lip sprong, ziende, ontwaakte in mij een hevige wanhoop. Ik vluchtte weg. .............. Och; natuurlijk kwam het weer goed. Maar daarna deed ik nog vele zonden, totdat ik leerde, satan te bestraffen in de naam van Onze Heer Jezus Christus. Toen werd het zondigen van 'structureel' tot 'incidenteel'. Steeds meer leerde ik ook, om een zonde zo spoedig mogelijk bij mijn Pleiter in de hemel te brengen, Jezus. (1 Johannes 2 v 1).
Strijd de goede strijd. Strijd tegen de herontdekte duivel, die zich steeds minder kan verschuilen voor de Geestvervulde kinderen van God.
Er is al zoveel gezegd over dit onderwerp. Ik wil aanvullend even een tekst noemen uit 2 Samuel 24 v 24; "Koning David zegt; 'Ik ga niet de HEER, mijn God, een brandoffer brengen, dat mij niets heeft gekost' ".
Een offer voor de gemeente moet je wel iets kósten, maak ik hieruit op.
Nu heb ik wel gehoord van mensen, die een jaarsalaris hadden van een miljoen. 100.000 daarvan weggeven, betekent niets voor zulke mensen, omdat zij er ook nog eens 52.000 euro van terugkrijgen via hun aangifte Inkomstenbelasting.
Daarentegen hoor ik soms verhalen van mensen, die zo weinig geld krijgen van de een of andere instantie, dat er eigenlijk maar heel armelijk van te leven valt. Voor zulke mensen maakt 1% al echt een offer uit, vcooral omdat zíj níets terugkrijgen via de Inkomstenbelasting.
Veel maak ik de figuur mee, dat er oudere mensn zijn met een goed pensioen, alle kinderen het huis uit, huis vrij van hypotheek, die veel meer geven dan 10%. Dan geven zij een periodieke uitkering voor -notarieel vastgelegd- minstens vijf jaar. Zo'n periodieke uitkering is dan ook weer aftrekbaar voor de I.B. Op zo;'n manier raak je niet uitgerekend.
In iedere geval weet ik van mensen, die 20% geven voor allerlei goede doelen, ook (mede)voor Amnesty en Artsen zonder grenzen...en aan wie dat vele geven werkelijk wel iets kost...hun buitenlandse reizen zijn minder uitbundig dan van anderen met een vergelijkbaar pensioen.
Geef met een blij hart... en weet, dat het heel goed mogelijk is, dat in de eeeuwigheid blijkt, dat je velen gelukkig gemaakt hebt met je offer van nu.
Eigenlijk is er al zoveel gezegd. maar ik dacht opeens aan die tekst; Efeze 4 v 20: "Maar zó hebt ú Christus niet leren kennen".
In de NBV staat het nog iets prettiger hanteerbaar: "Maar gij geheel anders: gij hebt Christus leren kennen".
Lui !!!: jullie hebben toch behoorlijk wat speelruimte; in Prediker 11 v 9 staat; (iemand heeft het ergens al aangehaald in 'geloofsvragen' als in een andere posting mijnerzijds staande, maar tja: dan moet het maar zo zijn. 'Dubbel op is eens zo best'):
"Geniet dus beste vriend, van je jonge jaren, haal je hart op aan de dagen van je jeugd. Volg de wegen die je hart wil gaan, gun je ogen wat ze wensen. En onthoud bij alles wat je doet dat God je aan zijn oordeel onderwerpt". En Prediker 9 v 7 en 8 voegen daaraan toe: "Eet je brood met vreugde, drink met een vrolijk hart je wijn. ......... Draag altijd volijke kleren, kies een feestelijke geur".
En de weggelaten woorden: "God ziet alles wat je doet allang met welbehagen aan", leg ik dan zo uit, dat in Gods eeuwige raad besloten is als zijn bedoeling, dat je ook van het leven zou geníeten.
Spreuken 8 v 20 zegt: "Ik wandel....MIDDEN OP de wegen van het recht".
Hoe voegen wij nu dit alles eens samen tot een raad aan Pukkelientje, een raad, die niet knellend voor haar is, maar haar blij maakt.
Er is voor een jonge Christen zoveel te genieten.
Wacht, even onderbreken; ik voeg er nog éen tekst bij: 1Corinthe 15 v 33: "Slecht gezelschap bederft goede zeden".
Nou, daar gaan we dan:
Een jonge Christen, die van - 'met ziels enthousiasme gevoelsmatig zich bekeren' is gekomen tot - een díepere bekering, - die wedergeboren is door het regelmatig lezen van Gods woord met een toegenegen hart, (1 Petrus 1 v 23), heeft genietingen, waar de wereld niet van weét.
Zo iemand ziet de doop in de Geest met alle gaven en vrucht in het verschiet liggen.
Zo iemand is net als een persoon, die bij een wedstrijd, wie er het dichts bij een afgrond durft te komen, maar precies 'op het midden van het pad' blijft en geen risico neemt, dat op een decimeter van de afgrond de stenen onder zijn voeten beginnen af te brokkelen. Nog een gil en het is gebeurd.
Zo iemand vindt er vreugd in om blij te zijn met medegelovigen. Hij haalt zijn hart op aan de vrolijke grappen van blijde medegelovigen in de brave koffiebar. Zijn hart wijst hem op de steeds heerlijker en meer in conditie brengende dingen van de Heer. Zijn ogen zien Gods wenkende perspectieven. Hij weet, dat Gods oordeel blij met hem zal zijn met zijn onbekommerde en reine vreugd. Zijn kleren weerspiegelen zijn vreugdevolle innerlijk evenals bij de meisjes in die blijde kring hun beschaafd parfum de sfeer verhoogt.
Er is een andere manier van een avond goed doorbrengen dan de toch altijd met 'vaart afremmende' gebeurtenissen vervulde omgeving van een disco buiten de sfeer van God. Er zijn in die sferen 'buiten' altijd op de een of andere manier slechte invloeden , die de goede hartengesteldheid schade berokken.
Pukkelientje; vraag je niet af: "Met hoe weinig kan ik toe, dat God net niet boos op mij wordt", (dat doe je niet, maar velen denken wél zo). Denk veeleer: "Hoe kan ik God nu echt blij maken binnen het ruime speelveld, dat hij mij geeft".
En wanneer je God blij maakt, word je zelf ook blij.
Bij jouw vraag: "Hoe verwerk je rouw", had je als enig verlangen dat wij 'een leerzaam verhaaltje zouden vertellen'
Over 'rouwverwerking' had je niet een speciale uitleg, alsof die alleen op 'een overlijden' zou betrekking moeten hebben. Daarom van mij nu een 'leerzaam vewrhaaltje', hoe ik eens een keer tot een snelle rouwverwerking kwam. .................... In mijn post-actieve jaren zou ik eens een keer worden uitgezonden voor een 'Christelijk' doel in Pakistan. Ik zou wat moeilijkheden in de administratie gaan oplossen... dit was wáar, maar maakte het voor de autoriteiten aannemelijk ....maar als bij-oogmerk zou ik ook de 'crew' van die organisatie geestelijk gaan versterken.
En op de dag dat ik de tickets al in huis had, kwam er opeens- volkomen onverwacht- bericht van het Pakistaanse ministerie van Binnenlandse Zaken: "Het visum was geweigerd".
Ik 'droeg zo'n rouw' over dat onverwachte 'niet-doorgaan'.
Die avond ging ik diep bedroefd naar bed.
En midden in de nacht ontwaakte ik met een zó diepe 'zielsbedroefdheid', dat ik dacht, 'dat mijn hart brak'.
Maar toen gebéurde het. Er klonk opeens zo'n onbeschrijflijk heerlijke muziek-en-zang in mijn hoofd. Ik werd zó getroost door dat onuitsprekelijke....de Heer droogde als het ware al mijn tranen van de ogen, (Openb 21 v 4).
En mijn verdriet 'zag' ik als het ware onder die heerlijke, hemelse engelenzang wegtrekken door een 'douche-afvoer', zoals ik dat ervaarde.
De volgende morgen aan het ontbijt vroeg mijn vrouw: "Ben je nog zo verdrietig". En ik kon antwoorden: "Het is weg...helemaal WEG!!!!" .................. Dat was dan 'mijn leerzame verhaal'.
Betty....kom je eens op 'Vraag het Ger' met een vraag. Ik heb er nu ruim 3000 beantwoord. De jouwe kan er altijd bij.
Ik wil mijn antwoord beginnen met Romeinen 2 v 14: "Wanneer namelijk heidenen, die de wet NIET hebben, de wet van nature naleven, dan zijn zij zichzelf tot wet, ook al hébben ze hem NIET. Ze bewijzen door hun daden dat wat de wet eist in hun hart geschreven staat; en hun geweten bevestigt dit, omdat ze zichzelf met hun gedachten beschuldigen of vrijpleiten. Dit alles zal blijken op de dag waarop, volgens het evangelie dat íÂk (Paulus) verkondig, God door Jezus Christus oordeelt over wat in de mens verborgen is".
God, die toch ook wel zozeer te vrezen is, dat het schrikkelijk is om in zijn handen te vallen,(Hebr 10 v 31), is aan de andere kant zo positief staande tegenover de mensheid, dat wij dat zouden kunnen omschrijven als 'zeer royaal'.
Toen satan viel; en de eerste opstandeling werd, toen hij zijn "Nee" tegen God uitschreeuwde, (Ezechií«l 28 v 15), was er daarmee sprake van de eerste 'neezegger' Vele engelen volgden hem en werden tot 'neezeggende' demonen. Vele andere engelen- bijvoorbeeld Michael en Gabrií«l-bleven in die vreselijke proef trouw aan God en bleken 'jazeggers' jegens hem te zijn.
Bij de mensen heeft dat verschijnsel zich voortgezet. Ook daar zijn 'neezeggers' en 'jazeggers'.
Die 'jazeggers' zijn er in alle eeuwen en over de hele wereld geweest. Zij onderscheidden zich doordat zij 'uit de toon vielen'.
Ik stel je iemand voor, die de rijke wet, wasrop de Joden in de tijd van Paulus zo prat gingen, de wet op de Sinaí gegeven,(een 'hot item' destijds)....die deze wet níet had.
Stel je een eenvoudige Indiaanse vrouw voor, zoals ik die - bijvoorbeeld- schilderde in 'Bekering' op 'Vraag het Ger', code 1.8.4. en 1.8.5, zeer vooraan. Stel je zo'n vrouw nu eens voor in -zeg- 500 voor Christus. Uitgesloten dat ze iets van God weet, zoals tóen de Joden, als bevoorrecht boven alle volken, dat wisten. Van Jezus kan ze al helemaal niets weten, die moet nog kómen.
Maar in die vrouw leeft min-of-meer de ingeschapen 'wet', zoals die ook leefde in Abraham en in zijn tijdgenoot Job... en dan nóem je wel even een paar namen. Die wisten ook niet van de nog komende 'wet van de Sinaí ', de eer en de glorie van de Joden. Maar net als deze twee grootheden heeft deze Indiaanse vrouw een nog goed reagerende, redelijk intact gebleven menselijke geest, die nog in staat is om met haar ziel de 'dingen van de dag' door te nemen en te toetsen, of alles nu wel in orde is met de handelwijzen van haar stam. Vaak loopt het met deze 'jazeggers', de rechtvaardigen onder de volken.... zo noemen de Joden dat nu nog, (onder andere in hun Yad Vashem- eretekenen) ...slecht af. Ze worden door de stam 'lastig gevonden' en moeten dat soms met de dood bekopen.
En van al die verborgen 'jazeggers' zijn er velen (door de gang van de wereldgeschiedenis in de vele verstreken eeuwen) in de invloedssfeer terechtgekomen van het Hindoeísme, het Confucianisme en de Islam. Zij hadden geen enkele mogelijkheid om contact op te nemen met de gelukkigen, die God of zelfs Jezus hebben leren kennen. Daarom hebben ze binnen hun isolement getracht volgens hun geweten te leven.
Van de tientallen miljarden Islamieten in de vele eeuwen sinds 600, zullen er zeker miljarden in het eindoordeel van Matth 25 aan de rechterhand van Jezus staan. Verbaasd zullen zij vragen, deze rechtvaardigen, (37). "Heer....wanneer hebben wij u gediend...?!"(38,39).
En de Heer zal zeggen: "Jullie hebben dit aan andere mensen gedaan, die dienst".
De 'jazeggers' onder de Islamieten gaan naar de eeuwige vreugde. Een mens wordt niet geoordeeld naar de godsdienst, die hij heeft gehad, maar naar de mate, waarin hij Gods wil heeft gedaan.
En de 'neezeggers' onder de Islamieten gaan naar de eeuwige vuren, (41), waar zij tezamen zijn met de 'neezeggers' onder de Christenen enz.
Echter....nu zijn het de tijden van de grote kansen. De mondialisering maakt het mogelijk, dat alle wereldburgers steeds meer in contact komen met alle andere wereldburgers. Wie een 'jazegger' is onder de Islamieten, krijgt veel minder kans om te stamelen: "Ik heb het nooit geweten". Nu - in deze tijd- moeten de 'jazeggers' onder de Brahmanen, de Hindoes enz kenbaar worden naar buiten toe. En dat worden ze ook: legio zijn de verhalen van -bijvoorbeeld- Islamieten, die in een droom Onze Heer Jezus Christus zien. Er gebeuren in die wereld wonderlijke dingewn. Elke - van de goede dingen voorheen verstoken- 'verborgen' 'jazegger' verlaat zíjn 'Babel' (Jesja 52 v 11) en treedt toe tot de rijen van 'Godlovers van de nieuwe tijd'.
Velen onder mijn lezers hebben een Islamietische vriend of vriendin. Houd die relatie het evangelie van Jezus voor op door de Heilige Geest geleide wijze en zie , hoe er gereageerd wordt. Is er geen schijn of schaduw van een baanbrekend inzicht te bekennen, klinken er alleen de trotse zinnen: - Islam heeft alle andere godsdiensten in zich opgenomen en overbodig gemaakt. - Mohammed is de laatste en grootste profeet - zeker....zeker...Isa is geweldig, vertelt de Koran, maar hij is niet, zoals de Christenen hem schetsen - God héeft geen zoon - Jullie zijn polytheísten met jullie 'drie goden' wij zijn monotheísten - jullie hebben een god, die gewoon naar de w.c. gaat; zo iemand zou ík niet moeten - enz enz. ...en blijft dat zo....dan heb je niet met een 'uit de kast komende 'jazegger' van doen.