Nog éen tegenstelling, die de heer Anderson maakte, blijft nu over: 'Vloeken' tegenover 'zegenen'.
Een zeer veelomvattend onderwerp, Ik kies uit deze veelheid voor: de geschiedenis van Bileam.
Bileam.... jullie weten dat allemaal ....verdiende de kost met : vervloeken. (Nu ja...ook wel met 'zegenen' ( 22 v 6), maar daar gaat het nu niet over) Hij had een hele naam daarin, ook buiten het land Mesopotamië, waar hij misschien woonde. Jullie weten, dat daar al getoverd werd bij de toren van Babel in opbouw... dergelijke ziggoraths waren altijd een zo hoog mogelijk punt om maar zo dicht mogelijk bij 'de goden', (lees: de demonen) te komen. Ach...en in dat broeinest van toverij was vele eeuwen later dus Bileam aktief. En van veel zuidelijker, uit Moab, (naast 'de dode Zee'), kreeg hij een verzoek van koning Balak: " Kom hier om die Israelieten te vervloeken. Ïmmers: wie door u wordt vervloekt IS vervloekt". (Numeri 22 v 6).
En Bileam wou best wel graag: de schoorsteen moest blijven roken, er moest brood op de plank blijven ...en dan zo'n order voor de portefeuille: góed wel.
Maar God waarschuwde Bileam: "Vervloek dat volk niet, want het is gezegend".(v12).
Maar ja, dat geld hè, dat lieve geld... En toen Balak het hororaruium verhoogde, ( v 15), ging Bileam door de knieën en God, die heus wel zag, dat hij ging bezwijken, zei: "Ga dan maar, maar je zult doen, wat ik zeg, dat zal wel blijken", ( 20).
En op de weg naar Moab werd Bileam nog ettelijke malen gewaarschuwd, maar hij bleef maar doorrijden op die sprekende ezelin van hem, ( v 28).
En toen eindelijk kon hij aan zijn vervloekingen beginnen.... (Denk niet te min over de tovenaars toen: Ze konden in Egypte ook stokken in slangen veranderen en dat soort dingen, - Exodus 7 v 12 , 22 , 8 v 3, - . Er was wel degelijk groot gevaar voor de Israelieten onderweg.)
Maar toen Bileam daar stond met zijn krachtige vervloekingen, kon hij niets anders dan....zegenen. En of Balak nu al kwaad was en zei: " Je krijgt geen cent...dank zij die H E E R van jou", (24 v 11), ....Bileam kwam nu pas goed op gang, zag in een visioen de Heer Jezus, ( v 17) en..... werd weggejaagd.
Maar....Bileams hart bleef bezig om -hoe dan ook- een vervloeking over Israel uit te spreken. De Heer had hem als het ware 'gedwongen' om met zijn lippen een zegen over Israel uit te spreken, maar zijn innerlijk bleef bezig met déze idee: "Ën toch...wil ik ze vervloeken".
En toen hij wegging , fluisterde hij Balak nog iets in, (31 v 16): "Je moet de vrouwtjes inzetten. Dat is een geheim wapen".
Zo bezorgde hij de Israelieten nog zwaar ongerief,(Num 25), maar hem persoonlijk baatte het niet: hij werd in de veldtocht, die volgde, gedood, ( v 8)
Wat kunnen we hieruit leren: de macht om te vervloeken is een reële macht. Maar de Heer, die wil zegenen, is sterker.
Hij liet Bilem - tijdens zijn gedwongen zegeningen- zeggen: (Numeri 23 v 20- 21) "God droeg mij op te zegenen. Hij HEEFT gezegend- kan ík dat keren Voor Jacob laat zich geen onheil schouwen, Voor Israel laat zich geen rampspoed zien De Heer , hun God, is in hun midden".
En dat geldt ook voor jullie, die de Heer Jezus liefhebben.
De lijn van God, hoe hij alles naar zijn wil leidt,...die lijn was ten tijde van Bileam aangekomen via Abraham, Izaäk en Jacob, bij het volk Israel....die lijn zou doorlopen tot de grote telg uit de stam Juda, onze Heer Jezus Christus. Die lijn heeft zich voortgezet naar Jezus en zijn gemeente, (Efeziërs 3 v 10). Daar staat immers: "(Het alle eeuwen verborgen geheim) is nu bekend: door de kerk, (de gemeente) zal de wijsheid van God in al haar schakeringen bekend worden aan alle vorsten en heerers in de hemelsferen, naar het eeuwenoude plan dat God heeft verwezenlijkt in Christus Jezus, onze Heer", (het hoofd van de gemeente )
En tot die gemeente, hecht verbonden met Jezus , mag jij behoren. En door dat veiligheid biedende schild van het geloof worden alle brandende pijlen van- uiteindelijk- Satan gedoofd, (Ef. 6 v 16), ook vervloekingen.
Misschien denk je: "Ik maak wel veel mee, maar vervloekingen...nee daar heb ik niet zoveel mee te maken. Maar het is goed om te weten, dat wanneer zo'n vervloeking ooit zou komen, de zegeningen van God mij veilig doen zijn."
Voor sommigen van jullie medegelovigren zijn vervloekingen al een reële dreiging.
In een volgende posting geef ik hiervan een voorbeeld.
Openbaring 9 v 7-10 "En de gedaante der sprinkhanen was als van paarden, die uitgerust zijn tot de oorlog; en op hun koppen waren kransen ALS van goud en hun aangezichten waren ALS aangezichten van mensen; en zij hadden haar ALS vrouwenhaar en hun tanden waren als die van leeuwen; en zij hadden borstschilden als ijzeren harnassenen het gedruis van hun vleugels was als het gedruis van wagens, wanneer vele paarden ten strijde draven. En zij hadden staarten als schorpioenen en angels, en in hun staarten was hun macht om de mensen schade toe te brengen, vijf maanden lang..."
Hijo!...de boze machten , die opgeroepen zijn, doen zich aan de mensen, die hen opgeroepen hebben, onschuldig voor. Zij lijken op engelen des lichts, ( 2 Cor 11 v 14), maar het goud van hun verschijning is 'nep-goud'. Ze hebben aangezichten als van mensen, maar dat is bedriegerij; (ze doen zich maar voor als mensen). Jesaja schreef er al over , toen hij zei: "Als van een geest van een dode zal uw stem 'uit de grond komen' en uw woord zal 'uit het stof piepen', (29 v 4) en: "geesten van doden, die daar piepen en mompelen', (8 v 19).
De boze geesten uit de afgrond imiteren mensenstemmen, maar ze zijn daar heel slecht in.
En dat vrouwenhaar...de boze geesten openbaren zich gesluierd. Slachtoffers zien door de vaagheid van hun astraal lichaam niet,(Endor), dat de ze met demomenen van doen hebben.
Maar Johannes ziet de boze geesten voor wat ze zijn. Eerst zag hij rook, toen werd alles duidelijker en zag hij sprinkhanen, van welke beestjes de kop op die van een paard lijkt. Nu ziet de apostel de demonen zonder bedekking van 'als...als...als' zoals ze werkelijk zijn: - tanden als leeuwen - borstschilden als ijzeren harnassen; onkwetsbaar als het ware, in hun duivelse kracht - dreigend gedruis van hun ontzaglijke macht - en altijd weer die staarten als schorpioen-angels, weer die vijf maanden lang, die ik dus zie als de allerlaatste periode voor de eindstrijd.
Hijo....dat is, wat er aankomt. Wat zal het goed zijn om in die tijd: -als kind beschermd te worden door je gelovige ouders - als jong gewas op weg te zijn gegaan met je Heer - als volwaardig strijder tegenover die rossen te staan en de teugels grijpend, de ruiter er af te rukken in de kracht van Jezus.
Naar aanleiding van een vraag of ook vandaag de dag nog wonderen voorkomen: ..................... Een paar dagen geleden was een 'wondermens' bij ons op bezoek.
Ze zat daar, blakend van gezondheid en levenslust en vertelde eenvoudigweg een verhaal, waar je gewoon 'bij van je stoel zou vallen'.
Toen ze een jaar of dertig was, openbaarde zich bij haar iets, dat leek op reumatiek. Het schreed uiterst langzaam voorwaarts en ze baarde -ondanks dat aansluipende euvel- vijf kinderen. Ook waren zij en haar man heerlijk actief in Volle Evangeliegemeenten.
Maar onder al die gebeurtenissen door was er de steeds klimmende onrust. Naast de reumapijnen kwam er iets anders. Het werd door de arts later benoemd als spierdystrofie.
En dit leven van een oprechte en blijmoedige Christin werd steeds meer overschaduwd. Er kwam een rollator, een rolstoel volgde, een traplift, auto-aanpassingen....
En toen het -na twintig jaar- zó was geworden, dat ze gewoon helemaal en helemaal invalide was , met een desbetreffende sticker op de autoruit van de door haar man bestuurde auto, gingen ze naar een genzingsdienst van een alom in den lande bekende, solide Volle Evangelieprediker, die zich beslist geen 'gebedsgenezer' wil laten noemen, maar die zich alleen kenschetst als 'evangelist'. En ze stapte over de drempel heen, gevormd door de idee: "Ja...maar ik kom toch bij heel krachtige voorgangers in heerlijke gemeenten. En dan toch naar díe medegelovige ???"
Ze ging, de handen werden haar opgelegd in de naam van Jezus en innerlijk wíst zij: "Ik ben genezen".
Op haar rug was een gloeiende plek, van waaruit iets doorstraalde. Die plek bleef een week, en terwijl ze dus wíst, genezen te zijn, straalde die genezing gedurende een week vanuit haar rug door.
Toen LIEP ze snikkend van blijdschap samen met haar man over straat. Haar buurman, in het laatste stadium van kanker, zag haar zo lopen, hoorde het verhaal, bekeerde zich en stierf....GERED!!!
Alles verdween: de rollator en de traplift en de rolstoel en de auto-aanpassingen....enz....haar kinderen kwamen tot dieper geloof, door het wonder aan moeder geschied.
En wij....we kenden het wonder, dat twee jaar geleden aan haar geschied was. Zij had ons en nog een verder groot gezelschap enkele dagen ervoor verrast met een heerlijke High Tea. Zo'n heerlijke 'alles-kunner' was ze geworden. Maar om het nóg weer eens te horen....!!
In 1 Corinthe 11 v 14 staat: "Leert de natuur zelf u niet, dat lang haar een man te schande maakt", Is daarom het afbeelden van Jezus met lang haar niet onbijbels.
Mijn antwoord:
Ik lees in een commentaar: "De apostel doet een beroep op het gezond verstand van zijn lezers. In die tijd lieten de joodse, Griekse en Romeinse mannen zich dikwijls het haar afknippen óf zich kaalscheren, terwijl de vrouwen daarentegen lang haar droegen en zich sluierden".
Uit dien hoofde zou je kunnen zeggen, dat het afbeelden van Jezus met lang haar foutief is en afbreuk doet aan zijn persoonlijkheid.
Maar wat doet dit er allemaal toe.
Ook valt er niet met zekerheid te zeggen of Jezus een baard had. Wél zegt Jesaja; (50 v 6): "Mijn rug heb ik gegeven aan wie sloegen, en mijn wangen aan wie mij de baard uittrokken; mijn gelaat heb ik niet verborgen voor smadelijk speeksel".
Dit is duidelijk een profetie aangaande de Heer Jezus. Maar nochtans kan met niet zeggen: "Hier staat dat Jezus in ieder geval een baard had". Want zelfs dát kan men niet zeggen. Want Jesaja heeft deze profetie in het kader van zijn tijd gezien. En in die tijd was het bij de Joden weer wél gewoonte om een baard te dragen.
Maar ik zou zeggen: Heb nu maar geen toorn voor de mensen die Jezus met een baard afbeelden of/en met lang haar. Wacht even af. Eens zullen we hem in zijn glorie zien. Johannes mocht dat al een keer zien, zie Openbaring 1 v 13-16.
En volgens Matth 25 zullen alle mensen, die ooit geleefd hebben, leven of zullen leven , hem eens in zijn Majesteit zien. En evenals Johannes zullen wij als dood aan zijn voeten vallen, wanneer wij in zijn beoordeling komen.
Het is goed om dan aan zijn rechterhand te staan. Dan is hij voor jou verkwikkend en rijkmakend. Sta je aan zijn linkerhand, dan is hij een laaiend, verstikkend vuur.
Laten wij allen naar dat grote moment op de goede manier toeleven. En....als ze hem behandelden in de geest van het geprofeteerde in Jesaja, wees dan bereid om ook zélf een dergelijke behandeling om zijns wil, dapper te dragen.
