Natuurlijk is het mogelijk om in het leger van God te strijden, zoals dat in Openbaring bijvoorbeeld beschreven staat. Ik wil jou even bepalen bij Openbaring 11. Dan kom je wat vereisten en een profielschets tegen.
Voor we hier echter aan beginnen, eerst dit: in Openbaring 11 wordt wel een scala van vereisten genoemd, waarvan jij zult zeggen: "Ja zég....goeie morgen...ik hoef geen 'speciaal commando' te worden, zoals - in de wereld- die supercommando's, die nu in Afghanistan te veld gaan. Mijn bedoeling is gewoon 'soldaat' zonder al die groene baretten of zwarte baretten of zo. Beetje kalm aan".
In Openbaring 11 worden Christenen getekend, helemaal vol van de Geest, niet alleen maar gedoopt in die Geest, maar helemaal ermee doórgegaan.
Dat zijn de mannetjesputters- door genade van de Heer- die in de tijd van de Antichrist de verwaterde Christenen en verder ook alle aardbewoners op hun werkelijke taak wijzen. Dat wordt hun niet altijd in dank afgenomen. 'Teruggegleden' Christenen zullen hun geweten voelen spreken en juist extra giftig worden, omdat er geschud wordt aan hun schijnzekerheden.
Maar zó sterk zijn deze volkomen Geestvervulde volgelingen van Jezus, dat hun woorden zijn als vuur, dat de geestelijke dood betekent voor mensen, die zich verharden en de 'oogappels van de Heer ' blijven hinderen en kwaad doen, (5).
Zo machtig en alléen- tussen al die vele mensen- de goedheid van de Heer met zich dragend zijn deze 'getuigen van de eindtijd', (veel meer dan twee hoor), dat buiten hen geen zegeningen meer zijn en buiten hen geen geestelijk water meer te drinken is, maar alleen zielse en niet troostende redeneringen.( 6).
Niemand houdt het tegen hen vol, tot de antichrist zélf komt en hen doodt(7) .Maar ook hij houdt hen niet tegen. Juichend staan zij op uit 3½ dag dood en stijgen ten hemel zoals eenmaal de Heer Jezus.
Muse....doe nu zo: meld je bij de Heer Jezus.
Zeg gewoon: ............... Lieve Heer Jezus. mag ik in uw leger. En maak u mij maar bekwaam voor de taken, die u maximaal voor mij gereed hebt liggen. Dank Heer". ............. En dan kom je misschien heel verrassend ver.
5 Ik ken zovele edele niet-Christenen, die zich dan dadelijk van pijn moeten wentelen in de vlammen En ik ken ook onedele Christenen, die dan dadelijk vanuit hun rosige hemel daarop neerzien.
Niem....wat is 'edel' en wat is 'onedel'. De bijbel kent maar éen soort mensen, die uit Romeinen 3 v 23: "Iedereen heeft gezondigd en ontbeert de nabijheid van God".
De dingen zijn niet altijd zoals ze lijken.
Toen Christus, de eerste, werkelijk edele mens, zijn waarheden vertelde, was er wel eens deze reactie; (Johannes 6 v 60): "Dit zijn harde woorden. Wie kan daarnaar luisteren". Deze mensen vonden Jezus niet zo edel.
En aan de andere kant zijn er ook wel eens 'edele' mensen, die zeggen: "Ach....al die uitspraken van Jezus....: die moet je nu ook weer niet te nauw nemen: 'de weg en de waarheid en het leven'...kom kom...nou nou. Er zijn vele wegen, die naar de waarheid leiden".
En ze zeggen dat op zo'n mooie gedragen toon, dat je denkt: "Gunst...wat een diepe, gevoelige denker. Ik voel me helemaal gerustgesteld. Ik doe maar gewoon door".
Maar Ezechiël 33 v 8 zegt: "Als ik (God) tegen een slecht mens zeg dat hij zal sterven, en jij zegt hem NIET dat hij een andere weg moet inslaan, dan zal hij sterven door zijn eigen schuld, maar jóu zal ik voor zijn dood ter verantwoording roepen".
God vindt die edele mens van jou helemaal niet edel.
Wie in de hel komt, die komt daar terécht, op rechtvaardige gronden. En wie in de hemel komt , die komt daar door Gods genade.
Laat dat alles nu maar aan de Heer over. En bouw geen schijnredenaties.
Maar zorg jij nu maar dat je ingaat door de nauwe poort.
de hel als verdrietige eindbestemming voor ...velen...zeker niet allen.
Hallo Niem,
En dit was dus je vierde vraag:
4 En hoe moet ik nu mijn mensjes eens enthousiasmeren voor zoiets engs als : de hel
Niem....je hoeft niemand voor de hel te enthousiasmeren. In de bijbel wordt alleen gezegd dat de hel er IS als een dreigende eindbestemming.
In zekere zin IS de hel er nog niet vóor het eindoordeel van Matth 25. 'De gelijkenis van de rijke man en de arme Lazarus' uit Lukas 16 spreekt duidelijk uit, dat er in dít tijdsgewricht alleen sprake is van 'het dodenrijk', met een lichte en een donkere kant, die definitief van elkaar gescheiden zijn door een onoverbrugbare kloof.
Aan de lichte zijde, 'in Abrahams schoot' vertoeven diegenen, die naar het voorlopig oordeel van God bestemd zijn voor het eeuwige leven. Aan de donkere zijde zijn 'in voorlopige hechtenis' diegenen, die naar het oordeel van God bestemd zijn voor de eeuwige veroordeling.
Nu kun je zeggen: "Dat blijft toch maar een 'spelen met woorden' "
De rijke man had het 'aan de donkere zijde van het dodenrijk' toch al zó moeilijk, dat het eigenlijk niet slechter met hem gesteld kon zijn dan hij het al had: schreeuwende dorst en een gewaarwording van pijndoende vlammen. (24).
Maar toch was hij alleen maar in voorarrest. Ik zeg niet, dat zijn toestand in de hel slechter zou worden, (dat kan welhaast niet). Maar evenmin als de toestand voor een definitief veroordeelde nu slechter wordt na het uitspreken van het vonnis, is voor de definitief veroordeelden de kwelling van de hel alleen maar dít 'extra': dat alles nu voor alle eeuwigheden volstrekt onveranderlijk is.
Maar denk nu niet, dat God alles en iedereen, die niet precies volgens onze menselijke ideeën Jezus erkend heeft als zijn Redder en Verlosser en Bevrijder en Zaligmaker, volgens een zeker automatisme in de hel gaat gooien.
Nee; dat loopt allemaal veel subtieler. In Romeinen 2 v 14 wordt een heel ruime deur geopend voor diegenen, die niet van Jezus en God hebben kúnnen weten. Een 'jazegger' in de vijfde eeuw voor Christus in 'wat tegenwoordig Peru heet', die altijd heeft gehongerd en gedorst naar de gerechtigheid ,zonder die ooit te vinden, gaat horen tot die groot groep volkeren, Matth 25 v 32, die volgens dit schriftgedeelte vragen aan Jezus: "Heer.....wij hebben u eigenlijk nooit gekend....en hoe zouden wij u dan ooit hebben kunnen dienen",( v 3, met dat heerlijke antwoord als slot.(v 40).
En daarna gaat die beschadigde schare naar het licht door de wonderbare deur. En aan het eind vinden zij dan in het paradijs de boom des levens, (de reeds eerder gezaligde gemeente van de Heer), en zij eten zich gezond aan de bladeren en de vrucht van die gemeente.(Openbaring 22 v 21).
De hel is er uiteindelijk alleen voor die mensen, die op aarde, zonder ooit te vragen naar God, net als die rijke man, maar hebben genoten van de stoffelijke dingen, (Lucas 16 v 19) en nooit of te nimmer ook maar enige aandacht hebben besteed aan de ellende, vlak bij hen. (20 en 21). Mensen, zonder enig spoortje van geestelijk leven, dus niet vallende onder de heerlijke regel van Romeinen 2 v 24, hebben na hun dood zulk geestelijk leven ook niet te verwachten. 'Geestelijk dood' in het aardse leven blijft 'geestelijk dood' in het hiernamaals. En zelfs voor die ongelukkigen blijft er een rest-genade. Immers: Lucas 12 v 48 zegt: "Maar wie niet weet wat zijn heer wil en zo handelt dat hij slaag verdient, zal weinig slagen te verduren krijgen". Zelfs in de hel is er geen uniformiteit. Er laten zich mensen denken, die eigenlijk 'neezeggers' zijn, maar die 'zrm van geest' waren, zonder voorrechten, gaven, goederen, gelegenheden, krachten, gunstige omstandigheden, wegen en middelen, zonder licht en kennis...zulke mensen hebben een lagere graad van bewustheid en opzettelijkheid van zondigen. Daarmee samenhangend is er ook een verschil in grootte van schuld. Alle ongehoorzaamheid of overtreding van Gods gebod is zonde en wordt gestraft, (In deze geest de 'Korte Verklaring'). Maar er kan dus sprake zijn van 'weinige slagen' en voor 'neezeggers' met een sterke aardse positie van 'veel slagen'.
Ik heb overigens deze idee, dat er in de heidenwereld van vroeger en nu, ongetelde scharen zullen zijn, die onbewust wél naar de enige, ware God hebben uitgezien, zoals ik dat boven beschreef.
Enthousiasmeer je hoorders niet voor de hel..,..noem die afschuwelijke mogelijkheid alleen eerlijk als de eindbeloning voor alle kern-egoïsten, die hooguit hun totale geestelijke armoede verbloemen onder een sausje holle, maar goedklinkende woorden.
Enthousiasmeer je hoorders voor de hemel, de eeuwige plek, waar de' jazeggers' allen uiteindelijk hun volle wasdom krijgen in de eeuwigheid bij God.
3 Hoe moet ik nu toch die vreselijke verhalen vertellen, te beginnen met Jericho, dat door Jozua volledig en volledig werd uitgemoord, ook de lieve, kleine babytjes; de runderen, de schapen en de ezels werden ook gedood; zelfs die werden bij deze 'toedeling van de dood' niet vergeten. (Jozua 6 v 21). En de moordenaars maar roepen: "Dit is het begin, wij gaan door met de strijd". Nou...en dat hebben ze gedaan !
Niem,
Deze zaak met Jericho en al die andere steden, waarover in Jozua wordt bericht, is een aangelegenheid met heel lange adem. Dit alles speelt zich af zo omstreeks 1400 voor Christus.
En zo omstreeks 2000 voor Christus was er een gesprek tussen de Heer God en Abram. Eén zinsnede daarvan geef ik je nu; Genesis 15 v 13:
" Toen zei de HEER: 'Wees ervan doordrongen dat je nakomelingen als vreemdeling zullen wonen in een land dat niet van hen is en dat ze daar slaaf zullen zijn en onderdrukt zullen worden vierhonderd jaar lang. (14) Maar ik zal hun onderdrukkers ter verantwoording roepen, en dan zullen ze wegtrekken, met grote rijkdommen.... (16) Pas de vierde generatie van je nakomelingen zal hierheen terugkeren, want pas dán hebben de Amorieten zoveel misdaden bedreven dat de maat vol is' ".
De HEER voorzegt hier al zeshonderd jaar van te voren dat de Israelieten Egypte, het land van hun onderdrukkers, zouden verlaten met veel kostbaarheden, (Exodus 12 v 35 en 36), niet voor zichzelf overigens, maar voor de te bouwen tabernakel van de HEER, een zaak, die ze zich niet realiseerden, want ze zullen zich , als eenvoudig slavenvolk wel hebben afgevraagd: "Wat moeten we toch met al dat goud, zilver, koper enz. en met al dat prachtige fijne linnen en met die massa's wol en geitenvellen en ramsvellen en acaciahout enz, Exodus 26.
En de Amorieten hadden 600 jaar gekregen om terug te komen van hun boze wegen met uitzondering van Sodom en Gomorra, Adama en Zeboïm, (Genesis 18 en 19), voor wie dit uitstel niet gold vanwege hun buitengewone, zelfs voor die streken 'de pan uit rijzende' zonden.
En toen na 600 jaren de tijd van genade voor de Amorieten voorbij was, zei de HEER nóg:(Exodus 23 v 30): "Ik zal de bewoners van het land voor u uit verdrijven". Zelfs tóen nog gold in eerste aanleg; een restgenade: verdrijven. Maar wat deed Jericho; Jozua 6 v 1: zij líeten zich niet verdrijven. De poorten waren gesloten, de stad was afgegrendeld: de inwoners lieten het op de strijd áankomen en zo ging het de hele tijd verder bij de verovering van Kanaän.
Je hebt nu gezien, dat er tijden van genade en restkansen waren in overvloed. En dan de rest van je bezwaar: natuurlijk waren er honderden en honderden schattige kleine kindjes in Jericho en die werden ook gedood.
Maar voor hen en la de andere inwoners van Jericho gold: de dood is niet het laatste. Op een dag zullen volgens Matth 25 al de mensen, die ooit op aarde geleefd hebben..... met uitzondering van degenen, die Jezus al eerder rond zich verzameld heeft als 'de voortrekkers van zijn gemeente'( lees onder andere 1 Thess. 1 v 16-1 ....voor Jezus staan en velen van hen zullen de poort naar het leven binnengaan.
En ook al die babytjes zullen daar zijn. En de Heer Jezus zal over alle mensen een rechtvaardig oordeel uitspreken. Hoe dat in zijn werk zal gaan, gaat ons verstand te boven. Maar velen zullen tot het eeuwige leven ingaan en laat die babytjes nu maar aan de Heer Jezus over.
De dingen hebben in die tijd en met die voorgeschiedenis zo moeten gaan Niem.
Wij leven nú in het heden van de genade. De roepstem gaat nu tot ons uit: "Bekeer je en geloof het evangelie".(naar Handelingen 2 v 37), waarna een 'tijd van genade' is gevolgd van nu al 2000 jaar.
Aan ons allen de waarschuwing: "waakt".
Voor de Amorieten en Ferezieten enz enz liep het heel verdrietig. Laat ieder van ons ernaasr streven, dat het voor hem of haar blij gaat lopen , wanneer de dag van de afrekening er is, die voor ieder van ons een andere dag kan zijn, tot tenslotte voor ons allen die éne dag komt......
2 waarom zou ik, een paar honderd kilometer verderop geboren, niet een islamitisch meisje kunnen zijn, die met mededogen naar die arme, dwalende Christenen keek.
Die vraag stellen, is eigenlijk niet juist. Micha 6 v 8, dat ik gisteren met je behandelde, zegt: "Wandel ootmoedig met uw God". En dit is nu eenmaal de weg, die hij je laat bewandelen. Hier...in Holland...in een Christelijke sfeer. Eigenlijk kun je niet anders. In zijn grote, eeuwige raadsbesluit heeft God deze plaats en deze weg voor je vastgelegd.
Dat neemt niet weg, dat er in Dakar zeker wel een lief Islamitisch meisje zal wonen, dat tegen Christenen aankijkt, zoals jij dat omschrijft. En wanneer dat meisje in haar hart eigenlijk een zoeker is naar de enig ware God, is er alle kans voor, dat ze de Vader van Jezus Christus nóoit vindt. Is dat meisje dan verloren?
Weet je wat Romeinen 2 v 14 zegt: "Wanneer toch heidenen, die de wet (of: de kennis omtrent God en Jezus) niet hebben, van nature doen wat de wet gebiedt , dan zijn dezen, ofschoon zonder wet, zichzelf tot wet; immers zij tonen, dat het werk van de wet in hun harten geschreven staat, terwijl hun geweten medegetuigt en hun gedachten elkaar onderling aanklagen of ook verontschuldigen".
'Jazegggers' ten opzichte van God zijn over de hele wereld verspreid. Sommigen van hen kunnen de weg naar de ware bron niet vinden en kunnen het niet verder brengen dan met een nog enigszins goed werkend geweten het beste maken van wat ze hebben. En bij het grote eindoordeel van Matth 25 zeggen ze verbaasd tegen de Heer Jezus: "Heer....ik heb eigenlijk nooit van u gehoord. Zo nu en dan heb ik wel eens iets vernomen van domme Christenen. Maar het kwam allemaal zó vervormd tot me, dat ik er nooit iets mee heb kunnen doen. En nu mag ik toch in het koninkrijk binnen???"
En je kunt in Matth 25 het antwoord van de koning lezen.
Daarom: wanneer jij in Dakar geboren was en je was in je innerlijk een' jazegger' tegen God geweest, dan had je met een nog goed werkend geweten toch uiteindelijk aan Gods normen voldaan.
En wanneer je in Nederland geboren bent temidden van allemaal Christenen en je bent in je hart een 'neezegger', dan gaat het verkeerd.
Zorg jij nu maar, een 'jazegger' tegen God en Jezue en de Heilige Geest te worden en maak je maar geen zorgen over 'meisjes in Dakar'.
Een doordenker zou nog kunnen zeggen: "Dus maar helemaal geen zending meer. De 'jazeggers' komen immers toch wel terecht". Nee...het zendingsgebod van Marcus 16 v 15 ligt er als een lieflijke opdracht. En een geaktiveerde 'jazegger' door jouw prediking wordt veel gelukkiger en vruchtbaarder dan hij zonder jou had geworden.