In 1960 is er voor mij gebeden onder handoplegging voor de doop in de heilige Geest. Dit geschiedde op dezelfde manier zoals het gebeurde met de twaalf mannen in Efeze, (Hand 19).
Sindsdien zijn 48 jaar verlopen, jaren waarin ik al bijna directt in tongen sprak, ( ' klanktaal' heet dat tegenwoordig) en waarin ik al gauw vrijmoedigheid kreeg om te profeteren.
Sindsdien is enorm veel gebeurd. Nu ik 85 ben, kan ik zeggen, dat de geleidelijk aan in mijn leven veld winnende vervulling met de heilige Geest mij voor veel dwaasheden behoed heeft en voor veel dwalleren en mij veel bijbelkennis heeft gegeven en een steeds verdiepend inzicht in de Heer Jezus. Ik heb gaandeweg meer inzicht gekregen in de gaven van kennis, wijsheid, onderscheiden van geesten enz, die worden vermeld in 1 Corinthe 12.
Ik heb nooit gekke dingen hoeven te doen, zoals ' me krankzinnig gedragen'...in alles heb ik nooit iets anders meegemaakt, samen met de andere ' verkennners' van de nieuwe horizonnen, dan waardigheid, vreugde, vrede vriendschap, liefde en blijheid. Nee, dat is te kort door de bocht. Ik maakte wel eens moeilijke , nare dingen mee, maar in de levens van mijzelf en andere 'dóortrekkers' zag ik toch veel lankmoedigheid, zachtmoedigheid en zelfbeheersing opbloeien.
Ik vind het fijn om met Gods Geest gedoopt te zijn.
Uit de verbijsterende veelheid van inzendingen haal ik een posting van Wil over de schepping van zon en maan. Je moet toch ergens beginnen.
Genesis 1 v 1:God die eeuwig is en ons verstand vele malen te boven gaat, schiep op zeker moment de onzienlijke wereld, met de engelen En daarna schiep hij de zienlijke wereld, het heelal, met temidden van die miljarden sterren en honderduizenden sterrenstelsels die ene planeet, die voor hem ' de planeet van HET PLAN' was
In de hemel was een machtige engel opgestaan, die de keus tegen God maakte en als rebel uit de hemel werd geworpen.
vers 2: en als eerste wandaad scheurde hij de planeet aarde open, zodat de zeeën zich stortten op de gloeiende massa magma in de kern,wat een ontzettende ontploffing opleverde. Als gevolg daarvan werd de aarde omringd door een honderden kilometers dikke laag van steen, gruis en aarde. De gehavende planeet was toen woest en doods. Er was geen scheiding meer te zien tussen de planeet en de omringende mantel van gesteente enz.
v 3 God liet gewoon de wet van de zwaartekracht werken en de zwaarste stukken puin regenden het eerst af. Dat kan honderden miljoenen jaren geduurd hebben. Het begrip ' dag' moet dan ook gezien worden als ' afzonderlijk te stellen episode'. Toen de stoflaag enigszins was uitgedund, waren de zon en de maan weliswaar nog niet zichtbaar, maar kon er in al de stikdonkerte althans gesproken worden van: licht. Zon en maan waren immers gelijk met het heelal geschapen.Ze waren er toen al, alleen nog niet zichtbaar, alleen 'vermoedbaar', door dat kleine beetje oplichten en weer veranderen in bijna-donkerte.
6 naarmate de gruislaag verder afregende, kwam er voor het eerst iets aan de dag, datr wees op een afzonderlijk bestaan van de aarde en de omringende 'vuilmantel'. Dat was dat 'uitpspansel' De zeeën kwamen afzonderlijk te staan van de voortjagende wolken, die nog allerlei ongerechtigheden bevatten en nog lang niet de uitsluitende 'waterdragers' waren van nu.
9 en vervulgens krijgt de aarde steeds meer reliëf. Door het afregenen van steeds meer vaste stof ontstaan vaste gebieden, die boven de oerzee beginnen uit te steken.
11 er ontstaat een primitieve plantengroei. Het licht van zon en maan is nog diffuus. De 'dikke'atmosfeer schept een 'eenheidsklimaat' op aarde, waardoor van pool tot pool grote varenwouden verschijnen.
14 En toen kwam de dag, dat die vuile hemel openbrak. De zon en de maan kwamen nu onbelemmerd te vcoorschijn en de tijd van 'het broeikaseffect 'was voorbij. Normale fauna- en flora-omstandigheden konden ontstaan.
15 Daarna kon het eigenlijke 'scheppen'beginnen, zoals het al in bescheiden mate wás begonnen met die 'varen-wouden´. Al die dieren 'NAAR HUN AARD'.....een obstakel voor de evolutietheorie... En zo gaat dat dan verder.
En nu even 'off topic': gaat het zo ook niet met een mens: - er is een stikdonkere duisternis, waar geen enkele lijn in is te ontdekken - er komt iets licht in zo'n leven - er komt wat lijn. - de zon gaat schijnen; Jezus komt binnen - en daarna gaat het feest beginnen, totdat er uiteindelijk uit dat hoopje ellende een nieuw mens geboren wordt, wedergeboren, gedoopt met de Heilige Geest, trouw volgeling van Jezus.
Wanneer Jozua in Jozua 10 de slag bij Gibeon wint, staat er in vers 10: "De HEER zaaide paniwk in de gelederen van de vijand". En in vers 11: `Dew Heer wierp vanuit de hemel grote hagelstenen op Israels vijanden... er stierven meer soldaten door die hagelstenen dan door de zwaarden van de Israelieten"
En in die slag gebeurde ook het wonder met de zon, die een volle dag bleef staan. " Op die dag is voorgekomen, wat nooit eerder of later is geschied, dat de HEER op die manier gehoor gaf aan de bede van een mens"(14).
En zo zijn er meerdere voorbeelden in de bijbel. Zo zal het ook in het woud van Efraïm gegaan zijn. De Heer legde een extra vernietigende kracht in die takken, (Absalom) , die poelen en die kuilen en wat dies meer zij.
Wat 'verteerde dat woud' bij het oordeel over Absalom
Na het lezen van 2 Samuel 18 had ik een vraag over het dikgedrukte gedeelde hieronder. Hoe heeft een woud (is bos?) mensen verteerd? Was er een bosbrand, wilde dieren of iets anders?
6 Toen trok het volk het veld in, Israël tegemoet, en het kwam tot een strijd in het woud van Efraïm. 7 En het volk van Israël werd daar door de knechten van David verslagen, het werd daar op die dag een grote slachting: twintigduizend. 8 De strijd breidde zich daar over de gehele streek uit, en het woud verteerde die dag meer van het volk dan het zwaard verteerd had.
Zo nu en dan kom ik ook even in de discussie binnen om die -zo mogelijk-nóg te verlevendigen.
Zo las ik nu dat Videao Fred schreef, dat God wellicht sneller was dan het licht.
Het is nog sterker Fred. Duizend jaar zijn voor de Heer als éen dag. Hij is de Eeuwige, hij leeft in een eeuwig 'Nu'. Hij overziet de hele menselijke geschiedenis van het begin tot het -nog komende - eind tegelijk.
En dan schrijft Belgil. We kunnen God niet goed begrijpen tenzij.... Maar Belgil. Wij zullen de Heer God nooit helemaal kunnen doorgronden, zelfs niet in de tijd, nu nog ver weg, waarvan geschreven staat: "Wij zullen hem zien, zoals hij is". Hij is ´de heel andere´. Maar is het niet geweldig om een Vader te hebben in Jezus Christus, die zo hoog verheven is.
En dan schrijft Slade, dat er respect en liefde in ons hart behoort te zijn. Maar Slade....de Heer God bevrijdt ons van de zonde door de dood van Onze Heer Jezus Christus, zijn Goddelijke Zoon En dan brengt hij door God de Heilige geest respect en liefde werkelijk BLIJVEND in ons hart.
Sorry als ik jullie niet helemaal goed citeer.
Maar ik wilde ook even een bouwsteentje leveren voor ons gezamenlijke bouwwerk.
Je had ook een vraag over klanktaal, ( spreken in tongen).
Misschien kan het onderstaande je dienen:
Het is een zeer goede zaak om de Goddelijke liefde 'na te jagen' en daarbij behoort het streven naar de Geestesgaven'.(1 Korintií«rs 14 v 1). Wat de klanktaal betreft, die in Korinthe klaarblijkelijk wat meer in de aandacht stond dan de profetie, daarvan zegt Paulus: "Fijn hoor....die klanktaal...zo langs de rechtstreekse weg van je menselijke geest spreken met God, (2). Maar denk erom; niemand in de gemeente kan je verstaan, dus voor hen heb je geen nut. Voor hen is je taal onbegrijpelijk. Voor hén baat meer de weg van de profetie, (3) Het is geweldig, dat je zelf bij de klanktaal zo gebaat bent , dat het je zelf zo sticht en bouwt. (4). Het is mijn grote wens, dat jullie allemaal in klanktaal zou kunnen spreken (5). Nu ja....ook voor de anderen in de gemeente kan de klanktaal meer rendabel gemaakt worden; als je die uitlegt door middel van 'de gave van vertolking'. Dan staat het op éen lijn met profetie.(5).
Overschat de klanktaal nu toch niet in zijn nut voor de gemeente, maar geef de klanktaal zijn vaste plaats ....in het stichten van je zelf (6 -12)
Dus goed onthouden: wil je deze 'gave allereerst voor jezelf', (dus middellijk toch weer voor de gemeente), van rechtstreeks nut doen zijn voor de medegelovigen: dán de gave van vertolking erbij!( 13).
Wanneer je bidt in tongen, (klanktaal spreekt), staat je verstand even op non-actief, kan het lekker even uitrusten), (13).
Nu ook niet het klanktaal-bidden gaan onderwaarderen: nee...het is een eis om met je geest te kunnen communiceren én met je verstand...ik zeg het nog scherper : je moet met je geest kunnen zíngen én met je verstand, (15). Nog eens: zonder vertolking heeft de geemeente niets aan datgene, wat uzelf verrijkt, 16-17.
Ik zelf -Paulus- ben er God zó dankbaar voor, dat ik meer dan jullie allemaal in klanktalen spreek, maar ik geniet er zelf van en laat anderen in dit opzicht met rust, (18).
In 1 Korinthe 12 gaat Paulus dan nog nader in op het tot een bedíening worden van de gave om klanktaal te spreken. Je kunt een karaktertstructuur hebben, die het aan God mogelijk maakt om zijn genade aan jou zo uit te breiden, dat je véle klankltalen kunt spreken. Tot zover Paulus
Maar jullie, mijn hoorders, mag al blij zijn , als je heel ongedwongen deze vanzelfsprekende gave kunt beoefenen, wanneer je op je stille plekje, je gebedsheuvel bent, met alleen de wind als getuige enz...enz.