Je vijftiende vraag; "Ikzelf hecht toch ook weer heel veel aan die materií«le welstand. Soms denk ik wel eens aan het verhaal van die rijke jongeling, die best wel van alles met en voor Jezus wilde doen, maar zijn rijkdom toch niet in de waagschaal wilde stellen".
Mijn antwoord: Eigenlijk vroeg de Heer Jezus aan de 'rijke jongeling': "Ik heb een nieuwe, positieve, volkomen verzoening schenkende levensroeping voor jou: Mij volgen als discipel. Ik wil je op de speciaal voor jou geldende manier van 'verkopen van al je bezittingen' brengen tot geloofsovergave aan God en aan de komst van zijn koninkrijk. Nu heb je je schat nog op de aarde. Maar ik heb een schat voor je in de hemel".
En dan is er bij 'de jongeling' dat diepe verdriet: hij had zo graag uit de mond van Onze Heer gehoord, dat hij het eeuwig leven zou beí«rven. Maar al zijn goederen.....; hij was immers heel, heel erg rijk. Hij zal overlegd hebben: "Voor het eeuwige leven behoef ik mijn ríjkdom toch niet prijs te geven!". Zoals zovelen in die tijd -en nu nog wel- meende hij de wet te kunnen volbrengen en het eeuwige leven te kunnen beí«rven, zonder de radicale eis der geloofsovergave op Jezus' bevel te aanvaarden.
(Even tussendoor: een heleboel mooie woorden typ ik gewoon uit mijn bronnen over Deidre. Natuurlijk zijn die woorden wél door mij heengegaan en meng ik ze met bij mij opkomende gedachten. Maar ik zeg dit maar weer eens even, zodat je niet gaat denken: "Die Ger.....wat een DENKRAAM").
Deidre; aan ieder mens stelt de Heer de vraag, zoals Hij die aan de 'rijke jongeling' in diens speciale context stelde. Deze vraag: "Wil je je in het geloof helemaal aan mij overgeven. Ben je bereid om je niet meer aan de door jou zo belangrijk geachte zaken allereerst te wijden. Wil je, inplaats van de eer van de wereld, delen in mijn vernedering, (Matth 16 v 24). Wordt het gebod der liefde , in al zijn cosequenties, jou levensbeginsel".
Deidre; de Heer laat die oproep ook tot jou uitgaan. Hij stelt bij het vreugdevol volgen van Hem heus geen hogere eisen dan jij hebben kunt. Ik weet het: je ouders gaven je een paard voor de door jou zo geliefde ruitersport. Welk kind zal het hebben. Maar de Heer vraagt ook niet van je om dat paard te verkopen. Hij vraagt alleen maar aan je, of je dat paard desnoods....desnoods...na overleg met je ouders... zou willen verkopen om een jaar bijbelstudie op een gerenommeerde bijbelschool te bekostigen, wanneer je hart je dat -onder 's Heren leiding- in zou geven.
Let wel; Deidre, wat ik nu zei over dat paard, is maar een losse zinsnede. Ga daar nu niet verder over piekeren.
Wel goed is het, wanneer je in eigen bewoordingen tegen de Heer zegt: "Heer...U hebt mij al zulke schatten laten zien en zulke goede dingen binnen mijn bereik gebracht. Ja Heer...ik wil U volgen. Ik wil komen langs de weg van gebed en 'bijbellezing met een geopend hart' tot volkomen overgave aan U en uw rijk".
De Heer wil je weg gaan leiden. Daarbij is het verhaal van 'de rijke jongelling' voor jou een leerzame geschiedenis, maar geen regel, die onverkort voor jou zou gelden.
Waarom belijd je soms aan God, dat je bepaalde dingen wel wilt, maar niet kunt....en dan doet God het in je...hoe werkt dat.
Mijn antwoord:
Wij gaan daarvoor eerst eens naar Romeinen 7. Daar schrijft Paulus: " Ik WIL het goede wel, maar het goede DOEN, kan ik niet", (v 16).
Dat is dus net zo, als jij het hier zegt; "Ik wíl bepaalde dingen wel, maar ik kán ze niet".
En dan doen Paulus en jij daarna hetzelfde: jullie belijden je onmacht aan de Heer. Paulus zegt het zo mooi: "Wie zal mij, ongelukkig mens , redden uit dit bestaan dat beheerst wordt door de dood ? ". Gode zij gedankt door Jezus Christus"
Jij hebt beleden, dat je het zelf niet kunt. En Paulus erkent dat hij het zelf niet kan. En het antwoord is voor Paulus: Jezus.
Wat is er aan de hand: Door onze menselijke natuur zijn wij uitgeleverd aan de zonde, v 12
Het is voor ons een raadsel: want wat de nieuw-ontstaande geestelijke mens in ons zo vurig wil, doen wij niet. Wij zitten te vast aan onze oude, zielse natuur, die niet tegen satan op kan. De duivel is onzichtbaar en speelt vanuit die sterke positie met ons zijn valse, altijd winnende spel, want Romeinen 3 v 23 zegt: "Ïedereen heeft gezondigd en ontbeert de nabijheid van God". Het 'lam' van onze zich baanbrekende, geestelijke persoonlijkheid kan nog niet op tegen de 'tijger' van de zonde, die zich zó in onze gedachten verschanst heeft, dar hij daarvan deel lijkt uit te maken. Het kwaad dringt zich aan ons op, v 21 , terwijl wij het goede al willen, maar dat niet kunnen laten doorbreken.
En nu jubelt Paulus al over de overwinning in Jezus Christus, die 'het lam' in ons kracht geeft door de goede voeding, die de Heilige Geest aandraagt. En 'de tijger' ligt machteloos neer.
Maar jij Hurt.... en nu ontrdek ik opeens iets, tenminste denk iets te ontdekken ....jij Hurt vraagt aan God of hij het wil doen. Eigenlijk hoor ik je niet zo veel over Jezus, door wie de genade en de waarheid tot ons zijn gekomen,, Johannes 1 v 17.
Je hebt wel iets heel belangrijks ontdekt Hurt: aan de genade van God hangt alles. Paulus zei het al op de Areopagus: ( Hand 19 v 28): "Ïn God beleven wij, bewegen wij en ZIJN wij".
Elke seconde zijn alle mensen in zijn hand. En wanneer wij ons gelovig, vertrouwend aan de genade van God overgeven , dan kan hij aan het werk. En daarom, ....al de dingen, waar jij zo'n moeite mee had, werden stil en lief door hem opgelost, toen zijn genade eindelijk in jouw leven aan het werk kon.
Maar Hurt....denk er altijd goed aan, dat die genade alleen vrijuit en goed kan werken, wanneer wij de Heer God eren en verheerlijken in zijn grootste gave , Jezus Christus. Want door dat Christus aan het kruis alle zonden weggedragen heeft, is de weg naar Gods genade open, alhoewel alleen voor degenen, die zich gronden op dat offer.
Graag had ik even jullie mening gevraagd i.v.m. reïncarnatie. De definitie is naar ik denk de volgende: Het geloof dat men eenmaal of meerdere malen achtereen opnieuw geboren wordt, hetzij als mens of als dier. Doorgaans gaat het om een ontastbare "ziel" die, zo gelooft men, in een ander lichaam wedergeboren wordt.
Mijn antwoorde Winkler Prins- encyclopedie heeft hierover het volgende: ................ 'Zielsverhuizng' of reïncarnatie stelt als uitgangspunt dat de ziel volledige vrijheid heeft ten opzichte van het lichaam. Zij kan het lichaam achterlaten, zoals men van kleding verwisselt. Eigenlijk zegt zij, dat alles verandert, wisselt en vergaat, inzonderheid het lichaam. alleen de ziel blijft constant. De zielsverhuizing of reïncarnatie kan derhalve alleen een plaats vinden als leerstuk in die religies, die niet met de mens als geheel rekenen. Zij vooronderstelt de dualiteit van lichaam en ziel. Zij komt dan ookl niet voor: - in de primitieve religies - in de Israelitisch-Christelijke religies. .......... Hier wordt al iets heel interessants gezegd: in de Christelijke heilsleer is geen plaats voor de reïncarnatie. 1 Thessalonicenzen 5 vc 23 zegt dit ook nog eens duidelijk: "Moge de God van de vrede zelf uw leven in alle opzichten heiligemn en mogen heel uw geest, ziel en lichaam zuiver bewaard zijn bij de komst van onze Heer Jezus Christus".
Het Christendom ziet geest ziel en lichaam als een duidelijk eenheid. Jezus wil al de drie elementen van deze heerlijkste schepping van God , de mens, zuiver bewaren, indien wij 'medewerkers aan die genade 'zijn.
Laten wij tegen alle verwarrende omstandigheden blij en jichend het woord van God stellen, dat ons de enig juist perpectieven biedt.
Wat een troost, dat God zo goed voor de zijnen zorgt, dat alles aan hun totale wezen bij zijn oordeelsdag , Matth 25, blij en zonder vlek, smet of rimpel ter beschikking staat van het voor eeuwig blijvende heil.