Openbaring 9 v 3: "En uit de rook kwamen sprinkhanen op aarde tevoorschijn en hun werd macht gegeven, gelijk de schorpioenen der aarde macht hebben".
Je kunt het eigenlijk helemaal volgen en begrijpen, wat hier gebeurt. Eerst ziet Johannes de rook; daarna komt de rook dichterbij en onderscheidt hij in de rook de details. En die liegen er niet om. Het verderf kruipt over de hele aarde voort. Bij aarde nu niet zozeer denken: "Hé...dus afgelegen gebieden als Tristan da Cunha worden er uiteindelijk ook door bereikt".
Nee....over de hele mensenzee, die niet door een levend, Geestvervuld geloof met de Heer God is verbonden, trekt deze rook als een sprinkhanenzwerm. De boze geesten uit de afgrond, zo lang geketend en wetend, dat zij binnenkort weer geketend zullen worden, proberen met hun verstikkende, vergiftigende druk alle geestelijk leven op aarde te vernietigen.
Wie heeft de mensheid dit kunstje geflikt om deze uiterst onwelkome zwerm te ontketenen. De spititualistische 'antikerk', het 'beeld van het beest', heeft zoveel kennis van de kwalijke kant van de geestenwereld, dat zij deze massale invasie weet op te roepen. En deze boze geesten krijgen macht. Ja; wanneer de mensen zélf deze geesten gaan oproepen, dan geeft God aan deze kwade krachten ook macht. In Romeinen 1 v 24 staat immers ook, dat God mensen in hun hartstochten aan onreinheid heeft overgegeven...enz..om te doen , wat niet betaamt, (v 28).
Naast alles leeg etende en alles rovende sprinkhanen worden deze opkomende machten ook vergeleken met schorpioenen. Een vrolijk beestje. De Christelijke Encyclopedie schrijft over dit ongedierte: "Hij heeft acht poten en meestal ook acht ogen. Voor de mondopening bevinden zich twee grote scharen, die in wezen het tweede kaakpaar vormen. Het achterlijf eindigt in een kromme, holle gifstekel, in verbinding staande met gifklieren. Dit achterlijf kan over de rug gekromd worden en de stekel komt dan ter hoogte van de kop. De prooi wordt met de scharen gegrepen, omhoog geheven, met behulp van de grote ogen gekeurd en dan door een of meer steken verlamd of gedood. (Even tussendoor: toen ik in Afrika werkte, kwam het daar wel voor, dat mensen door schorpioenen werden gebeten. Zulke mensen gingen dan hallucineren, raakten helemaal buiten zinnen).
Geestelijk vertaald betekent dit: - de demon, die langs de weg van het spiritisme wordt opgeroepen, krijgt zijn slachtoffer volkomen in zijn greep - dit slachtoffer wordt als het ware gebiologeerd door de grote, duistere ogen. - dan verlamt de kwade macht zijn prooi.
In deze boze tijden kunnen alleen degenen, die met de Heilige Geest gedoopt zijn en die het zegel van God op hun voorhoofd hebben, door de kracht van de Heilige Geest op bovennatuurlijke wijze strijden en weerstand bieden.
Iemand zou kunnen zeggen: "Zeg Ger....weet je niets leukers dan ons de stuipen op het lijf te jagen met deze ongein".
Lui; terwijl ik het allemaal neertyp, voel ik ook de onbehaaglijkheid. Maar ...nu alles zo gelopen is door de aard van de voortgaande vraagstelling...gemixt met allerlei andere vragen ,werk ik toch 'de vijfde en ook de zesde bazuin' maar af. Deze dingen staan toch niet voor niets in de bijbel.
En ik herhaal maar weer: "Wees gewapend. Dan hoef je nooit in die duistere ogen te zien".
Nog zou iemand kunnen vragen: "Komt er dan niemand doorheen dan de 'fronttroepers'?" Ook gewone Christenen overleven en worden gered, maar 'als door vuur'.(1 Cor 3 v 15). En....wanneer de commando's van de Heer Jezus opvaren in de onzienlijke wereld om hun Heer te ontmoeten en samen met Hem in triomf terug te keren, worden zij vol verbazing om hun plotseling blijkende heerlijkheid gezien door anderen, (2 Thess 1 v 10)
Een beetje spijtig idee: "Ik had hierbij kunnen zijn".
Maar goed; je bent er nog. En op de aarde-in-herstelling gaan de Christenen, die geen stoottroepers wilden of konden worden, nochtans een blijde toekomst tegemoet, als zij in hun nood de naam des Heren hebben aangeroepen.
Zeg nu niet, mensen: "Haalt Ger dáar even 'de druk van de ketel'. Nu weet ik het wel weer; kalmpjes aan....er zullen voor mij heus geen schorpioenen zijn. Ach wat.....de soep wordt niet zo heet gegeten als hij wordt opgediend".
Niet doen lui. Blijf streven naar een tien.... uiteraard niet uit werken der wet, maar uit geloofswerken, door God ingegeven, (Jacobus 2 v 14) Dan heb je in ieder geval speling.
Zeg niet: "Zachtjes aan, dan breekt het lijntje niet. Een zes kan ook wel".
Met 'zes' heb je zo helemaal geen speling hí¨, als je begrijpt, wat ik bedoel.
Op deze vraag zo spoedig mogelijk mijn antwoord. Ger
Eigenlijk een veelbesproken onderwerp, maar nog niet op HQ tegengekomen: ROKEN
Hoe staan jullie hier tegenover? Wel of niet roken? Kan dit als Christen? Is het Bijbels gezien verantwoord? Is het een afknapper in de liefde of ergens anders in?
Vertel!
Hallo....
Sommige bijbelteksten kunnen ons ergens op het spoor zetten van een antwoord.
Ik denk nu allereerst aan nieuw-testamentische teksten met daarin het woord 'zwakke', als zelfstandig naamwoord, althans in de NBG, in de NBV is dat wel eens anders..
Romeinen 14 v 1: "Aanvaard mensen met een zwak geloof zonder hun overtuiging te bestrijden".
Deze tekst kan ons alleen maar zijdelings dienen, want het gaat hier over spijswetten en zo. (Nader zal blijken, dat ik aan deze tekst al genoeg had).
Zondag zag ik na de sam enkele jonge, krachtige , veelbelovende samenkomst bezoekers buiten een sigaret opsteken. In mijn ogen waren deze jonge lui zwak in het geloof, omdat iedereen toch uit alle berichten kan weten; - dat roken je hersencapaciteit aantast, zodat je minder slim wordt dan je zou kunnen worden - dat roken de basis legt voor allerlei enge ziekten - enz enz - en dus in tegenspraak is met het duidelijke bijbelse gegeven, dat je je lichaam , als een tempel van de Heilige Geest in de best mogelijke conditie dient te houden. Maar ik aanvaardde deze jonge mensen van ganser harte en ging niet naar hen toe om iets van dat roken te zeggen. Innerlijk bad ik sterk voor hen. Achteraf kreeg ik nog een zelf-corrigerende gedachte: ja maar; ik snoep misschien wel iets te veel en ik zorg in dat opzicht ook niet voldoende voor de conditie van mijn lichaam. En ik nam mij voor, en sprak daarover ook een gebed uit, dat ik allerlei dingen zou kunnen laten staan.
Ik had dus hun 'overtuiging' of hun 'verslaving': "Ïk moet toch doorgaan met roken" niet bestreden, want Prediker 8 v 5 zegt:: "Een wijs mens doet alles op de juiste tijd, want hij weet: voor alles wat er gebeurt is er een juiste tijd".
Zeg nu niet: "Gunst, wie zegt nu van zichzelf dat hij een wijs mens is". Maar iemand die al vele jaren met zijn Heer leeft , mag dit zeggen, wetende, dat ook dit genade is. Christenen mogen dus best roken, zolang de verdieping van hun geloofsleven ze nog niet over deze zwakheid heen heeft gezet. Geef ze de tijd. Bid voor ze . Laat ze even met rust. Misschien is het inderdaad een reageren op tegenvallers op enig gebied. Breng dat eventueel in je gebed in.
Maar ik denk dat het bijbels gezien verantwoord is om maar niet te veel over God te praten met deze geloofsgenoten, maar wel veel met God te praten over deze geloofsgenoten.