Die vraag is al wel eens eerder gesteld. Wel niet zozeer: "Waarom bestaat God", maar toch wel een 'aanverwante' vraag.
Mozes vraagt aan God tijdens de eerste ontmoeting bij het brandende braambos: "Als de Israeliten mij vragen: 'Wat is de naam van die God'....wat moet ik dan zeggen'", (Exodus 3 v 13)
En dan antwoordt de HERE: "Ik ben die er zijn zal".(v 14).
Hier wordt ook eigenlijk een 'onmogelijke' vraag gesteld. Er is geen mensenwoord dat God omschrijven kan of dat weer kan geven, dat hij er ís.
En daarom volstaat God ermee, om dit antwoord te geven.
Iets dergelijks zien wij ook bij Manoach, de vader van de -toen nog niet geboren- Simson: Hij vraagt aan de Engel des HEREN, (de tweede persoon van het Goddelijk wezen): " Zeg ons uw naam?!". (Richteren 13 v 17)
Het antwoord is echter: "Waarom vraagt u naar mijn naam. Die is voor u toch te wonderbaarlijk", (1.
Maar om tot je oorspronkelijke vraag terug te komen: "Waarom bestaat God": geef ik je nog even Hebr 11 v 6: "Zondere geloof is het onmogelijk God vreugde te geven; wie hem wil naderen, moet geloven, dat hij BESTAAT , en wie hem zoekt, zal door hem worden beloond".
Wel, zóveel ken ik je al wel uit andere correspondentie, dat jij: - God vreugde wil geven door je geloof - God wil naderen - God wil zoeken - Gods genadebeloningen gaarne wil ontvangen.
Dan is het goed om voortaan de vraag 'Waarom bestaat God' maar niet meer te stellen, maar je te verheugen ín zijn bestaan, te wonderbaarlijk vóor ons, te onzegbaar áan ons, maar heel , heel reëel.
Richt je geloof op God inplaats van op allerlei vragen omtrent hem; aanvaard met je geest dat hij een realiteit is, dan zal hij zich aan je openbaren, waarbij alle vragen verstommen . En ook zul je hem echt vinden, je zult zijn gedachten leren verstaan, die vasthouden en leren ernaar te leven.
Je vierde vraag: "Wat mag ik bedenken bij Openbaring 2 v 26, 27 begin: 'Wie overwint en mij navolgt tot het einde, zal ik macht geven over alle volken. Met een ijzeren herdersstaf zal hij hen hoeden, als aardewerk worden zij verbrijzeld. Ik geef hem macht, zoals mijn Vader die aan mij heeft gegeven.En....ik zal hem ook de morgenster geven' ".
Wie is een overwinnaar ? De mens, die overeind blijft in de strijd tegen de zonde- en leugenmachten. En dat is vooral nu, naarmate de tijd vordert, geen geringe zaak. Ikzelf maakte gisteren nog mede, dat mij e-mail-postbus opeens gevuld was met aanbiedingen van prostituées. Een virus was aan het werk geweest. Nu zul je begrijpen, dat een 82-jarige meer ontsteld is dan geprikkeld door dit soort schrijfsels. Maar vooral in deze tijd , nu de grote ontknoping nadert, is er veel afleiding, (laten wij het zomaar noemen) en dringt de zonde zich erger op dan voordien meestal het geval was. En om in deze tijd de hoop op Gods glorierijke toekomst onverwrikt vast te houden: geen kleine zaak, waarvoor eigenlijk alleen de 'vervulling met God de Heilige Geest' borg staat.Maar Johannes 5 v 17 zegt : "Mijn (Jezus') vader werkt tot nu toe en ik werk ook". God de Vader werkt aan het herstel van de schepping. Jezus deed en doet dat ook en hij verwacht van zijn overwinnaars, dat zij ook zo staan in het leven. Het werkplan is: de schepping herstellen , die door de boze machten misleid, onderdrukt en beschadigd is.
Jezus had (en heeft) volkomen gezag en macht over de onreine geesten. Hij belooft diezelfde macht aan zijn overwinnaars. De volken bukken zich onder allerlei afgoden, tegenwoordig hebben wij bijvoorbeeld : - de ietsisten, "ik geloof wel, dat er iets is" - de nietsisten; "ik geloof, dat er niets is". In wezen gaat het hier over afgodendienst en daarachter over dienst aan de boze geesten.
Jezus had (en heeft) het ijzeren wapen van zijn woord. En zo'n zelfde wapen zegt hij hun toe, die als zijn soldaten voor hem strijden.
Uiteindelijk zullen deze fronttroepers macht hebben over de gehele legermacht van de vijand, (Lucas 10 v 19). Zó volledig zullen zij de boze geesten vernietigen, dat deze , als gebroken vaatwerk iedere waarde tot gebruik verliezen.
En wanneer de Heer Jezus uiteindelijk in Harmageddon (Openb 19 v 15) zijn vijanden zó verplettert, gaat zijn keurbende achter hem aan, zoals de wapendrager van Jonathan achter Jonathan aanging.
En dan tenslotte het grote eindgeschenk: Jezus is de blinkende morgenster, een van zijn vele namen. De overwinnaars worden met zijn schittering overstraald, nu zij volkomen in zijn voetsporen wandelen en aan zijn beeld gelijkvormig worden.
Betty....de almachtige , eeuwige, alomtegenwoordige God heeft een eeuwig plan: hij wil in een eeuwige tempel, die alle menselijke begrippen te boven gaat, met een volkomen gelukkige schare tot steeds hogere toppen van zaligheid stijgen, die voor ons niet wél in woorden zijn uit te drukken, ( 2 Corinthe 12 v 4).
Ik zeg expres niet: 'had een eeuwig plan'. Bij de Onvolprezene is geen verleden. Hij leeft in een eeuwig 'nu'.
Hij besluit om een schare van tweeërlei wezens te scheppen: engelen als zijn dienaars, mensen als zijn zonen.
Hij besluit om aan die wezens een vrije wil te geven, omdat hij gediend wil worden door wezens, die "Ja" tegen hem zeggen, die hem liefhebben, zoals hij een en al liefde is.
Omdat hun eventueel 'neezeggen' moet passen binnen zijn almacht, werkt hij zijn plan zó uit, dat de 'zeker komende neezeggers' tot taak krijgen alle andere engelen en mensen af te testen, of zij in het diepst van hun wezen 'Ja' of 'Nee' tegen hem, (God) zeggen. Gezegd zou kunnen worden, dat deze 'negatieve knechten' steigerbouwers zijn aan Gods eeuwige tempel. En wat gebeurt er met steigerwerk? Zodra het gebouw gereed is, wordt het steigerwerk weggedaan.
Zodra er volkomen duidelijkheid is, alle engelen en mensen zijn afgetest en kleur hebben bekend, is het gebouw gereed om de 'jazeggers' te ontvangen.
En dan worden de 'neezeggers' weggeruimd voor eeuwig.
Wanneer God als eerste machtsdaad 'de hemel' geschapen heeft, (de onzienlijke wereld), met daarin de engelen, (Genesis 1 v 1), openbaart zich daar een 'neezegger'. Een machtige engel gaat de strijd met God aan en wordt 'Gods negatievce knecht'. Vanaf dat ogenblik trekt hij te veld om de andere engelen te verleiden. Een grote minderheid laat zich verleiden en wordt demon, wanneer hij van aartsengel tot satan wordt door het almachtige woord van God.
Vervolgens schept God de zichtbare wereld, (Genesis 1 v 1) en daarin als kroon van alles wat hij schept, de mens. Als volkomen toppunt blaast hij zijn goddelijke adem, zijn genen, in de neusgaten van die mens, (Genesis 2 v 7).
Zo gauw hij maar kans ziet, werpt satan zich op die mens en brengt een breuk teweeg tussen God en mens.
Daarmee blijft satan alle millennia bezig. God echter brengt op een gegeven ogenblik de oplossing. Hij komt zelf naar de aarde en herstelt in beginsel voor hen die zijn oplossing aanvaarden, de breuk tussen hem en de mens, culminerend in de triomfkreet: "Het is volbracht". Zelfs mensen, die 'steigerbouwers' zijn geweest, kunnen, bij het aanvaarden van Gods oplossing, gegeven onder de naam: 'Jezus Christus onze Heer''overstappen' naar de 'deelhebbers aan Gods gebouw'.
En nu kom ik bij jou terug Betty:
In dit grote gebeuren speel jij een rol. Satan komt ook bij jou om zo mogelijk jouw blijvend en definitief 'nee' tegen God uit jou te persen. Maar God ondersteunt jou, zodat het 'ja' er bij jou uitkomt. Alle ervaringen, die jij in jouw leven al hebt gehad, zijn deel van die strijd. Betty....ik wens jou Gods kracht toe om als slotsom van jouw leven je 'Ja' tegen God uit te jubelen. Dat 'ja' is de zin van jouw leven en geeft jou toegang tot de vreugde- en wijsheidsoorden van God.
Kom gerust naar 'Vraag het Ger', als je verdere vragen hebt. En voor alle anderen, die dit lezen geldt: "Open huis bij 'Vraag het Ger'".
Wat fijn zeg, dat je een zegen ontleende aan mijn topic BIJBELSTUDIE. Nu kan ik er weer een hele tijd tegen. Want schrijven in BIJBELSTUDIE is maar een 'eenzame' bezigheid. Anders dan 'serie 11' geeft dit gedenk geen directe reacties. Nu heb ik mijzelf die mogelijkheid ook ontnomen, want ik heb gesteld: "Reacties uitsluitend in de hoogst lopende serie".
Maar goed....ook dáar hoor ik nooit zoveel. Maar nu vertel jíj me, dat je er zoveel wíl van had. Prima toch.
Overigens; je eindigt toch weer in mineur: - je bent zo bang, dat 'het goede gevoel' weer weg gaat; dat heb je al zoveel maal meegemaakt. En de tekst: "De rechtvaardige zal door zijn GELOOF leven",(Habakuk 2 v 4), is je klaarblijkelijk nog even ontgaan. - je wilt het geloof zo graag 'beetpakken', maar het blijft altijd onbereikbaar - je wílt geen rookslaaf en geen blowslaaf meer zijn....maar dat is gemakkelijker gezegd dan gedaan - al dat achternarennen van dat onbereikbare maakt je zo moe - je wilt datgene, wat je van God wegtrekt, de zonden zo graag de baas, maar het lukt maar niet. - en die schaamte om van het geloof te getuigen...o, wat zou je die graag kwijt willen.
En dan vraag je: "Ger....wil je voor mij bidden".
Dat wil ik best, maar laten we eerst kijken of er wat teksten zijn, die je kunnen helpen:
Nee...eerst een vergelijking: Vroeger, in de tijd, dat er nog hondenkarren waren, had de persoon, die op die kar zat, wel eens een stok in de hand, waaraan een worst bungelde. De hond voor de kar rende en rende, zonder ooit die worst te pakken te krijgen. Die verplaatste zich immers net zo snel als de hond zelf en bleef altijd huiten het bereik van de hond.
Nu ben jij in zoverre níet met die hond te vergelijken.... Zeg Dji; ben jij wel eens ooit met een hond vergeleken . Ne hè. Flink blijven hoor, nu ik die vergelijking wat verder uitspin.
...jíj hebt wel eens van die worst mogen proeven. Een enkele keer heb jij wel eens ervaren, hoe heerlijk, bevrijdend en feestelijk het evangelie, de blijde boodschap van Jezus Christus is. Maar telkens gleed dat geloof toch weer weg. Och; elke vergelijking gaat mank, dat weet jij en dat weet ik.
Maar Dji, zal ik jou eens een tip geven. Jij rent maar en rent maar IN EIGEN KRACHT. Dat is geen verwijt hoor, dat doet in beginsel iedereen. En omdat je bouwt op die krachtige jongemannenwil ,ontglipt het geloof je telkens weer. Want....je eigen inspanning is er niet voor bestemd om het geloof definitief te grijpen. Het zou goed zijn, wanneer jij nu zelf eens ging bidden: ............... "Lieve Heer God...ik wéet, dat U van me houdt. Heer....ik ren maar en ik ren maar....'met mijn tong uit mijn mond'...'mijn pootjes doen er zeer van'. Natuurlijk Heer....U bent niet de berijder van die hondenkar...U gunt mij het beste. Ik laat me door de duivel in de luren leggen...ik weet het...ik wéet het. Maar Heer; mag ik uitrusten bij U...in uw genade. U heeft zelf gezegd, dat alle goede dingen van U uit uw genade tot mij komen. Dank U Heer....o; ik word al blij van het uitrusten". ............... En even later begint dan het weten door te dringen: - al gaat het misschien nog een keer fout, in beginsel hoor ik nu bij de Heer Jezue en de Heer God....het gaat niet blíjvend meer fout - en dat verlangen naar een sigaret en naar een blowtje; het is nu zo heerlijk weg. En ik weet, dat het niet eens erg is, wanneer het- en dat zal het doen- weer terugkomt. In mijn rust bij God zullen de 'setbacks' mij niet langer wanhopig maken. Ik weet, dat de angel eruit is en dat die verlangens verzwolgen zullen worden in mijn steeds meer genieten van de rust, die er voor Gods volk is, (Hebr 4 v 9)...de eeuwige rust van een altijd maar voortdurende 'feestdag'. - En die hinderlijke beschaamdheid, dat ze op school zullen zeggen: "Wat nou...wat nou...Dji...reliknuppeltje geworden hè", het is wég. Ik weet, dat ik veel meer heb dan zij en ik voel zoveel liefde voor hen, dat ik moet spreken tegen hen over de goede dingen uit de volheid van mijn hart.
En alle vermoeidheid en beladenheid wijkt, nu je de Heer Jezus in je hart voelt zeggen: "Komt allen tot mij en Ik zal u rust geven", (Matth 11 v 2. - en je hoeft ook niet meer zo erg de zonde te verslaan, want je weet, dat een Ander de beslissende slag al heeft gewonnen, toen Hij riep: "VOLBRACHT". - en je leert te rusten in je geloof en steunt niet meer op al je wankele gevoelens. Als je gevoel zegt: "Je voelt je rot hè!", dan wéet je: "Maar in Christus ben ik meer dan overwinnaar, (Romeinen 8 v 37). En dat weten is blijvend en jaagt de verslagenheid van dit moment weg".
Dji; zou ik nu nog voor je gaan bidden, nu je zelf al zo fijn gebeden hebt? Toch maar?!
Goed dan; ............ Lieve Heer God...U kent mijn kameraad Dji. Ik zou hem graag verder helpen. maar Heer...U weet van de lieve stukjes , die hij wel eens schrijft op HQ. Hij is soms zo goed bezig. Wilt U zich persoonlijk met hem in contact stellen en hem dat duwtje geven, dat hij verdient en waarnaar hij zo verlangt en dat ik hem toch niet geven kan. Dank U Heer". .................
O ja Dji; als je ergens naar mag jagen, dan is het wel naar 'de doop in de Heilige Geest'. Maar niet meer op de oude, jachterige manier hoor. De Heer wil jou de Heilige Geest net zo graag geven als een gewone vader gewoon voedsel aan zijn kinderen.(Lucas 11 v 11-13 Pleit daar maar op.
Voor het moment hoop ik je wat 'teerkost op de weg' te hebben gegeven. Schrijf mij, wanneer je rugzak weer leeg is en zoek mensen op, die je kunnen helpen op weg naar 'de doop in de Heilige Geest'. En Dji; wanneer je rugzak nooit meer leeg wordt, kom dan toch langs. Want vragen blijven er altijd, al was het maar, waar Kaïn zijn vrouw vandaan haalde.