In de NBV lees ik; (enkele meerdere verzen inbegrepen):
"( de HEER heeft mij gezalfd om aan armen het goede nieuws te brengen) ........ (3) "Om aan Sions treurenden te schenken - een kroon op hun hoofd..inplaats van stof - vreugdeolie....inplaats van een rouwgewaad - FEESTKLEDIJ INPLAATS VAN VERSLAGENHEID".
NBG heeft hier: "...EEN LOFGEWAAD INPLAATS VAN EEN KWIJNENDE GEEST"
Ik zie hier geen reden om iets ingewikkelds aan te nemen van bijvoorbeeld 'de boze geest die Saul kwelde', zoals jij oppert. Nee hoor; volgens mij zit hier helemaal geen 'dubbele bodem'. De bedoeling is tegelijk heerlijk en eenvoudig..... voor zover je bij Jesaja kunt spreken van 'eenvoudig'.
Het gaat hier om een profetie aangaande Onze Heer Jezus Christus,(v 10), hoezeer ook verhuld in oud-testamentische termen en verweven met de directe nood en de directe verwachtingen van het Joodse volk tóen en dáar.
Want wie zijn die armen, aan wie het goede nieuws wordt gebracht ?: zijn dat niet alle mensen, die zich afvragen of afgevraagd hebben: "Hoe komt die breuk tussen God en de mensheid óoit goed. Hoe kán God dit oplossen".
En wanneer dan de oplossing komt: God komt zelf in zijn eniggeboren Zoon naar de aarde om zélf de twee stukken van het gebroken koord tot éen koord te scheppen. En wanneer hij uitroept "Het is volbracht", dan is het koord weer heel. Dan: - ben je niet arm meer, maar RIJK - dan ben je niet meer verslagen, maar vol heerlijke hoop, die zekerheid is, - dan ben je niet meer een gevangene van de duivel, maar dan masseer je je polsen, waarin de moeten van de boeien nog zitten, maar je bent VRIJ - dan biggelen de tranen niet meer over je wangen, maar dan word je getroost, (2) - dan is er niet meer het stof op je hoofd van je verdriet, maar dan blinkt er een kroon van overwinning - dan is er geen plaats meer voor rouwkleding, maar dan is je hoofd , je denken, gezalfd met de vreugdeolie van de vervulling met Gods Geest. - dan is er het witte gewaad van Openbaring 7 v 9 en is elke verslagenheid geweken. - dan is er geen sprake meer van 'voortgaan van klacht tot klacht', maar van voortgaan van 'kracht tot kracht'(Psalm 84 v , van een verschijnen in Gods feestzaal als pilaren, terebinten van gerechtigheid, heerlijke bomen in Gods hof, bomen vol van luister. - dan is er geen sprake meer van rouw en droefheid, van een kwijnende geest, een geest met ternauwernood nog innerlijke levenskracht, dan is het hele denken feestelijk getooid met vreugde, met aanheffen van de lofzang.
Je vroeg iets over 'oordelen'. Ergens had je gelezen: Ordeel niet, opdat gij niet geoordeeld wordt. En uit andere teksten had je weer begrepen, dat je in bepaalde gevallen weer wél mocht oordelen.
Matth 7 v 1 zegt: "Oordeel niet opdat er niet over jullie geoordeeld wordt"
Johannes 7 v 24 zegt: "Ga in uw oordeel niet op de schijn af, maar laat uw oordeel rechtvaardig zijn".
Ik wil even nagaan of deze twee teksten samen voldoende zijn om tot een juiste afbakening te komen. Zijn deze schriftgegevens te 'mager' om een gevolgtrekking eraan te verbinden, dan zoeken wij er nog andere plaatsen bij.
In Matth 7 v 1.... ik neem de Korte Verklaring als richtlijn ...verbiedt de Heer Jezus niet ELK zedelijk oordeel, maar het hooghartig, liefdeloos kritiseren. Immers in vers 6 al is er sprake van 'een oordeel hebben', wanneer gezegd wordt: "Geef wat heilig is niet aan de honden en gooi je parels niet voor de zwijnen; die zouden ze maar met hun poten vertrappen, zich omkeren en jullie verscheuren". Zonder nu diep op deze laatste tekst in te gaan, kan toch wel gezegd worden, dat Christenen, staande tegenover spotlustige haters er goed aan doen om de tedere geheimen van Gods koninkrijk niet voor deze onwilligen en kwaadwilligen 'te grabbel te gooien".
Oordelen sluit dus een rechtvaardig oordeel niet uit, maar waarschuwt alleen tegen hooghartig, liefdeloos critiseren. Daarbij wordt al te licht eigen zonde en gebrek uit het oog verloren. Deze zonde kwam indertijd bij de Joden, het volk van de wet, veel voor en moest bestrijding verdienen, (Romeinen 2 v 1, Jacobus 2 v 12 en 13). In de tegenwoordige tijd tref ik deze vorm van critiek wel aan bij orthodox-Protestanten. Zo hoorde ik eens iemand uit die kring , glimmend van zelfingenomenheid, verklaren: "Elke nieuwe dominee 'weeg ik zogezegd op mijn hand'. En na een paar preken, wat zeg ik...na éen preek weet ik het al, of hij gewogen en te licht bevonden is".
En in Johannes 7 v 24 is er een valse schijn gewekt. Jezus heeft iemand op de sabbath genezen en is dus een sabbatsschender in de ogen van velen. En een sabbatsschender moet gedood worden, v 30.
Maar de waarheid is, dat ook volgens de Joodse wetsuitleg de besnijdenis geen arbeid is, dat in dit éne geval de strenge wetten over de sabbat ondergeschikt waren aan de wet betreffende de besnijdenis op de achtst dag, welke wet meer stringent werd geacht.
En....besnijdenis en genezing zijn beiden in Joodse gedachtegangen: gezond maken. Het wegnemen van de als onrein geldende voorhuid is 'genezen voor een deel'. En nu heeft Jezus iemand genezen...en dat is voor de volle honderd procent van het lichaam.
En daarom zegt Jezus: "Oordelen, zonder dat je alle feiten en achtergronden kent, voor zover dat redelijk is bij een mensenlijk oordeel, is foutief. Maar een rechtvaardig oordeel is zulk een oordeel, dat met alle bekende feiten rekening houdt. Als jullie even doorgedacht hadden, dan had je geweten, dat 'een mens helemaal genezen' in de lijn ligt van de besnijdenis, 'een mens voor een deel genezen'. Maar nee; op basis van wat geroep van sommigen willen jullie mij doden. Dat is verkeerd".
Niem; ik denk, dat wij er al zijn. Ga nooit liefdeloos critiek zitten leveren, terwijl je 'de balk in je eigen oog niet ziet'.
Oordeel ook niet onbesuisd bij zeer gedeeltelijke kennis van de feiten.
Maar een rechtvaardig oordeel, gedompeld in Goddelijke liefde, is juist.
Als antwoord allereerst 1 Johannes 4 v 2 en 3; ( in de vertaling van 1954): "Hieraan onderkent gij de Geest Gods, iedere geest, die belijdt, dat Jezus Christus in het vlees gekomen is, is uit God; en iedere geest, die Jezus niet belijdt, is niet uit God".
Het zal duidelijk zijn, denk ik, dat je nog allerminst gerustgesteld kunt zijn, wanneer iemand zegt: "Ja hoor....ik geloof best, dat Jezus ooit eens als mens op aarde geleefd heeft".
Dat bedoelde Johannes ook niet. In zijn dagen was dat nog helemaal geen punt. Er leefden toen nog vele mensen, die Jezus met eigen ogen aanschouwd hadden.
Nee, ze moeten meer en ruimer en royaler getuigen. 'Jezus belijden', houdt ook in, dat je durft zeggen, dat Hij door zijn Heilige geest woning gemaakt heeft in mensenharten, en dat je ook durft belijden, dat hij in waarheid de Zoon van God is en dat de goddelijke en de menselijke natuur beide in hem aanwezig zijn.
Wanneer je aan de mensen vraagt: "Maar is Jezus voor jou ook :GODS ZOON?" en zij draaien daar dan omheen, door te zeggen: "Ik zou dat toch een nuance anders willen zeggen. Ik ben ook Gods zoon...ik hoor immers ook bij God".
En wanneer je dan verder vraagt: "Maar staat het volslagen unieke van Jezus jou voor ogen, dat hij God was en naar de aarde kwam, (vlees, mens wérd), zoals er toch ook staat: 'Het Woord is mens geworden' " (2004: Johannes 1 v 14) en er wordt dan gezegd: "Dit moet je toch anders zien: Jezus was een baanbrekend iemand, die een enorme invloed op de wereldgeschiedenis heeft gehad", dan weet je toch eigenlijk wel genoeg.
Om eens een voorbeeld te noemen: in gesprekken met Jehovahs getuigen komt deze onderwaardering van Jezus er toch bij scherp vragen op de duur uit, hoezeer ook bedolven onder een zee van woordjes.
Nog duidelijker zie je een en ander in 1 Johannes 4 v 15: 2004: "Als iemand belijdt, dat Jezus de Zoon van God is, blijft God in hem en hij blijft in God".
Als iemand dan zegt: "Er zijn verschillende wijzen van zeggen. Dat Jezus nu zo exclusief 'DE Zoon van God' is....dat is niet in overeenstemming met het algemene denken, zoals dat zich sedert die oude dagen, zeg 2000 jaar geleden ontwikkeld heeft" en dan verder zowat 'bla bla' blaat, dan staat het sein al op rood voor jou en voor ieder werkelijk aanbidder van God.
Vraag altijd door; niet alleen of de mensen de historische werkelijkheid, dat er een Jezus als mens is geweest, erkennen, maar of ze het unieke in Onze Heer Jezus Christus, de brenger van de Heilige Geest ook erkend hebben. Wanneer ze ergens gaan draaien, dan is het foute boel.
Maar zelfs, wanneer ze alles 'goed hebben gezegd', dan blijft het nog 'uitkijken'. Maar de zwaarste dwaalleren heb je zo toch wel te pakken.
De mens heeft een ziel. Die ziel is de uiterlijke bekleding van de menselijke geest. De ziel is het naar buiten, naar de wereld, de 'Umwelt' gekeerde deel van de menselijke persoonlijkheid. De geest is het innerlijk, het naar de hogere dingen gekeerde deel van de mens.
Ooit hebben Adam en Manninne, (Eva) , opgestookt door de duivel, zich van God afgekeerd, door tegen een verbod zijnerzijds, ondersteund door een krachtige waarschuwing te zondigen.
Door die eerste zonde, die eerste ongehoorzaamheid, was de band tussen Gods Geest en de menselijke geest verbroken. Daarmee was tevens de harmonie tussen de ziel en de geest van de mens verbroken. De ziel , niet meer in toom gehouden door de menselijke geest, (die geest:ineengeschrompeld tot niet veel meer dan alleen nog het geweten), dijde onevenredig en buitensporig en ongezond uit. Als verzadiging voor die ziel waren er vele ideeën, die uiteindelijk die ziel steeds meer ongezond maakten.
Het geweten kon nog íets in toom houden, behalve bij de mensen, die zelfs dat geweten als met een brandmerk hadden toegeschroeid. Het geloof en 'het diepere kennen', ( de mogelijkheid om Gods onzichtbare wereld te 'zien'), waren heel nederig ontwikkeld.
Wanneer nu een mens de boodschap van Jezus hoort, zijn er altijd lieden, die deze boodschap direct vergeten. ( de gelijkenis van de zaaier, Matth 13). Bij anderen dringt die boodschap in de ziel door, maar de ziel is voor dat schitterende zaad van het evangelie niet voldoende bewerktuigd, heeft te ondiepe aarde. Mogelijk gaat het ook altíjd wel zo, dat de mens éerst de blijde boodschap hoort via de kanalen van zijn ziel. Er is altijd wel een beginenthousiasme bij iedereen. Maar bij mensen, die de lust hebben om vol te houden, breekt het geloof heen door de onzichtbare scheidingswand, die er is tussen geest en ziel. Maar ook dan ben je er nog niet. Want er kan later zoveel op je afstormen, dat zelfs het zaad , dat in de vruchtbare grond van de geest terecht is gekomen, overwoekerd wordt door de zorgen van alle dag.
Maar wanneer je de genade van de Heer krijgt om ook de verleidingen van de rijkdom en de dagelijkse beslommeringen te overstijgen, daa.....is er die vruchtbare grond, die soms honderd- en soms zestigvoudig vrucht draagt. En het wonder gebeurt. De geest begint zich te ontplooien met de oorspronkelijke bedoeling van God als einddoel. De ziel krijgt een meer gezonde en bescheiden functie en voelt zich in die normaal wordende toestand steeds meer 'happy'.
En wat kan jj doen Flower, wat betekent dit nu allemaal, op jouw situatie toegespitst.. Wanneer er weer eens een 'holy Ghost rally' is en ze zingen die leuke liederen weer, dan kan er de neiging opkomen, aangeblazen door de satan: "Gunst....altijd dezelfde moppies om je in een soort trance te krijgen. Wat is ook dít eigenlijk grenzeloos vervelend en al hondermaal vertoond".
En dan komt het er op aan. Wanneer jij zegt: "Satan....schiet op met je oorblazingen. Ik heb de Heer Jezus lief en ik wil deze slechte gedachte overwinnen"....wat dan: Dan heb je kans , dat de onzichtbare scheidingswand wordt verbroken en dat het zaad van de blijde boodschap in de goede grond van je geest valt.
En wanneer dan later soesah ontstaat met een jongen en de repetities op school gaan niet goed en je ouders schreeuwen tegen je en jij hebt de neiging om terug te schreeuwen....en misschien ben jij wel begonnen....en je bindt dan in of je zet die jongen om der wille van de Heer Jezus uit je hoofd en je vraagt aan God wijsheid voor je schoolwerk....wat dan: dan komt dat zaad van het evangelie eindelijk terecht in de goede grond . En dat heet nu diepere bekering en op deze manier wordt je dieper bekeerd. Lees ook maar het begin van BIJBELSTUDIE.
Ja zeg, dat is een heel probleem, dat je demonen waarneemt, die je benarren.
Goede raad gaven Peanut en Vlindertje al, zeg. Ik heb ook eens op ADIOS gekeken en wat daar stond, beviel mij ook erg.
Maar...Freak....de naam van Jezus aanroepen tegen de demonen is niet het enige. Je kunt niet zeggen, wanneer ze wegblijven: "Goed....dat is ook weer voorbij. Over tot de 'orde van de dag'.
Want wat is er nu féitelijk gebeurd ? De Heer Jezus zegt daarover in Matth 12 vanaf vers 43: "Wanneer een onreine geest iemand verlaat , trekt hij door dorre oorden op zoek naar een rustplaats. Maar....als hij die niet vindt, zegt hij: 'Ik zal terugkeren naar mijn huis dat ik verlaten heb'. En wanneer hij terugkeert, merkt hij dat het leegstaat, schoongemaakt is en op orde gebracht. Dan gaat hij weg en haalt er zeven andere demonen bij, die slechter zijn dan hijzelf, en zij allen nemen daar blíjvend hun intrek. En zo is de mens bij wie de demon intrekt er tenslotte veel slechter aan toe dan voorheen".
Dus, wat bedoelt de Heer Jezus hier in feite te zeggen: ............. Wanneer jij, Freak, de raad van Peanut en Vlindertje opvolgt zonder daar verder enige 'follow up' aan te verbinden, dan gáat de demon wel, maar buiten jouw leven is alles voor hem maar 'een dorre streek, waar uit 'demonen-oogpunt' geen rustplaats is te vinden. Hij komt terug en nodigt andere demonen uit, omdat hij alleen zijnde, te gauw wordt weggejaagd.
Jouw huis is - zo oppervlakkig gezien- leegstaand, wanneer je doet, wat je is aangeraden.
Maar....ís het wel leeggemaakt. Naar alle waarschijnlijkheid heb je best wel eens 'glaasje gedraaid' of iets dergelijks. Of misschien was het allemaal veel pittiger.
In dat geval vindt de ter inspectie komende demon nog allerlei meubels staan, waarop het zo heerlijk 'uitrusten' was. Je huis moet leeggemaakt van allerlei vuiligheid. Het moet ook schoongemaakt van allerlei aangekoekt stof dat is blijven liggen na het horen van slechte taal, het verkeren in slecht gezelschap, dat- volgens 1 Corinthe 15 v 33- "goede zeden bederft".
En wanneer overal maar oude ideeën van 'van alles'... van 'wicca' af tot 'boeddhisme' toe ....rondzwerven,dan kun je niet spreken van 'op orde gebracht'.
En dat lege huis moet gevuld worden. Het mag niet leeg staan. De onheilige geesten van de duivel schrikken terug, wanneer ze de deur opendoen en de Geest van Jezus, God de Heilige Geest, spuit er van alle kanten uit.
Dus Freak....doe nu zo: maak leeg, maak schoon, breng op orde. Doe dat met hulp van de Heer Jezus, die het echt niet bij 'éen keer helpen' wil laten.
Het woord 'aanbidding' tref ik aan in Openbaring 15 v 4, waar staat (1951): "Want alle volken zullen komen en zullen voor u nedervallen in aanbidding , omdat uw gerichten openbaar zijn geworden".
In 2004 staat het wat minder hanteerbaar: "Alle volken zullen komen en zich voor u neerbuigen, want uw rechtvaardige daden zijn geopenbaard".
Maar goed; ik begin maar om 'neerbuigen' en 'nedervallen in aanbidding' aan elkaar gelijk te stellen.
En waarom zingt de hele wereldbevolking eens, na alle grote overwinningen, Gods lof in aanbidding. - zij zingen het lied van Mozes, de knecht van God, het lied, dat hij zong, toen Farao met heel zijn vijandige legermacht was ondergegaan. - dit geeft een eerste vingerwijzing. anbidding is een vereren van God, die alle vijandelijke machten heeft doen ondergaan, doet ondergaan en zál doen ondergaan. - dan zingen al die volken: "Groot en wonderbaarlijk zijn uw werken, Heer, onze God almachtig". - een tweede aanwijzing: de rechte aanbidding zal doortinteld moeten zijn van een diepe kennis van de grootheid en de wonderbaarlijheid van Gods werken. - Maar om die grote werken althans met een begin van 'kennen' te doorzien, is toch echt wel 'de doop in de Heilige Geest' nodig, een dieper ingeleid zijn na bekering en wedergeboorte in de heiligdommen van God - En ook zingen ze: "Rechtvaardig en betrouwbaar is uw bestuur, vorst van de volken". - een derde aanwijzing; de rechte aanbidder weet van Gods bestuur door alle nevelgordijnen, die satan legt, heen. Hij weet, dat Gods bestuur, dat alle verwarrende omstandigheden ten goede leidt, rechtvaardig en betrouwbaar is en alle volken betreft. - En tenslotte luidt het grote overwinningslied, dat de grote slotoverwinning bezingt: "Wie zou u o God niet vereren, uw naam niet prijzen, WANT U ALLEEN BENT HEILIG'. - een vierde aanwijzing; dit is het hart van de aanbidding; de intense verbazing over Gods heiligheid, die de aanbidder verbaasd doet vragen: "Wie zou u niet vereren en prijzen".
Het is goed om bij de aanbidding te bedenken, dat Jezus de 'betere Mozes' is, Hij heeft zijn volk niet uit de macht van een aardse heerser, Farao , bevrijd, maar uit de macht van een puur demonische heerser, een vorst aan de duistere kant van de hemelse gewesten, de antichrist. En dan dat wéten: in God is geen duisternis, geen geschondenheid, geen vlek en geen rimpel. Eindelijk Iemand, die je volledig kunt vereren.
Aanbidding is vaak een emotioneel gebeuren. Tot een zeker enthousiasme gebracht door vele heerlijke liederen, werken wij gezamenlijk naar een climax toe, die ons een 'intens goed gevoel ' geeft.
Maar aanbidding hoort op de duur dieper te gaan, zoals ik hierboven heb geschetst. Dit houdt niet in, dat ik mijn schouders zou ophalen over 'emotioneel gedoe'. Het is wél een wens mijnerzijds, dat aanbidding de scheidingswand tussen onze ziel en onze geest doorbreekt en wordt tot een aanbidden, vol van de elementen, die ik zoëven aanvoerde.
Overigens zijn er heerlijke teksten, die spreken van God, die zoekt naar aanbidders, die hem aanbidden in geest en in waarheid. Maar dat zou te ver voeren.
Je vroeg om stof voor een presentatie over 'Mozes'.
Mozes is éen van meest beschreven mensen in de bijbel. Voor je presentatie heb je misschien iets aan de volgende facetten uit de honderden, die te noemen zouden zijn:
- Mozes was iemand, die 'er altijd bij was': hij had overal een mening over of werd altijd actief: - wanneer er een braamstruik brandt zonder te worden verteerd: direct er op af. - toen er ergens een Hebreeuwse slaaf moest worden verdedigd...jáá; een conflict; gauw er op af.
Leg aan de meute uit, dat er een vorm van direct reageren is, die wel eens goed uitpakt en wel eens slecht. Vertel hun, dat ze zichzelf best wel eens kunnen onderzoeken op impulsief handelen.
Wijs er op, dat Mozes, met dat impulsieve, doenerige karakter van hem, geleidelijk aan wijzigde in zijn optreden. Niet, dat hij minder doenerig werd, maar hij leerde steeds meer op de goede manier 'doenerig ' te zijn. Wijs je gehoor op de wenselijkheid van deze verandering en bereid ze voor op de wijze, waarop deze bij Mozes plaats vond.
Wij mensen willen in vele gevallen best wel reageren, zoals God dat van ons wil. Maar dat kunnen wij alleen maar doen, als wij leren gehoorzamen aan God. Wijs je gehoor erop, dat het nú de tijd is voor hen om te leren gehoorzamen aan God, omdat de tijd op school of opleiding een tijd is zonder de grote stress, die later komt, wanneer je in het volle leven komt te staan. Komen er later van die stress-situaties, dan heb je al de gewenning om God te gehoorzamen. Wijs daarbij op de veertig schaapherderjaren van Mozes in de woestijn, de enigszins stressloze periode, waarin hij gehoorzaamheid kon leren.
Wijs je gehoor erop, dat Mozes: - heel vaak als buffer tussen God en het volk moest reageren - soms was God woedend over de koppigheid en vergeetachtigheid van zijn volk - soms was het volk- 2 miljoen man sterk- aan het ruziën en klagen jegens God - soms stond het volk op het punt om hem- Mozes - te stenigen, omdat 'zijn kop hun niet aanstond'.
En meestal ging het heel goed, wat bij zo'n enorme taak een hele prestatie is. Bepaal je gehoor erbij, dat ook hun in het komende volle leven zeer moeilijke opdrachten wachten en benadruk nogmaals: "Leer gehoorzaamheid nu, opdat je die later als vanzelf tot je wapen smeedt".
Wijs ook op de straf, die Mozes kreeg, toen hij eens éen keer apert ongehoorzaam was. God stond hem niet toe, zélf het beloofde land te betreden, hoewel dit zijn hele werkzame leven zijn doel was geweest. Haal er voor je gehoor deze les uit: ook 'gehoorzaam aan God zijn in de moeilijkste omstandigheden'. Tot aan het eind toe volharden.
Toon Mozes als een voortreffelijke persoonlijkheid, die door God nader gevormd is tot de reus, zoals hij bij ons in de herinnering voortleeft. Mozes 'doenerige' karakter werd niet zozeer omgevormd. Hij kreeg ook geen capaciteiten of krachten, die niet al in sluimerende toestand bij hem aanwezig waren. God gebruikte die eigenschappen en kneedde ze, tot ze pasten binnen zíjn doel.
Geef aan je gehoor deze gedachte mee: "Ook in jou sluimeren geweldige krachten. Geef ze aan God, dan kan die ze gebruiken voor de hoogste positieve doelen met jouw eeuwig behoud als flonkerend eindpunt. Geef ze niet aan satan, want die zal ze gebruiken voor de laagste doelen en dat tot jouw eeuwig verderf.
Breng je gehoor tot de bereidheid om tot God te bidden: "Heer....doe met mij als met Mozes. Leer mij om mijn mogelijkheden en krachten te gebruiken en te kneden tot ze passen binnen uw wil omtrent mij".
Ik hoop je met deze enkele suggesties te hebben kunnen dienen.
Daag Ger(van 'Vraag het Ger').
Vele gedachten ontleend aan 'Life Application bible', (Het leven)( practische lessen uit HET BOEK).
Je stelt daar enkele indringende vragen: - gaan 'christen zijn' en 'aan politiek doen' wel samen - hóort politiek bij een Christen - betekent het 'niet van de wereld zijn' en het'je burgerschap hebben in het koninkrijk van God', dat wij afwijzend moeten staan ten opzichte van een door mensen gevormde regering, zoals de democratie
Mijn antwoorden: - 'Christen zijn' en 'politicus zijn'....dat zijn twee zaken, die heel goed zijn te combineren. De stelling is wel eens verkondigd, dat je niet 'in zaken' kon zijn en tevens Christen. maar die stelling is uit en ter na bestreden. Bewezen is al honderdmaal dat het zeer wel mogelijk is om 'zakenman' te zijn en tevens onberispelijk Christen. Waarom zou hetzelfde ook niet gelden, wanneer je je aangetrokken voelt tot de wereld van de politiek. Want het is toch een geweldige zaak om directe inspraak te hebben bij zulke belangrijke zaken, als wij onlangs tot stand hebben zien komen; regelingen, die nodig waren om oude vormen te vervangen of aan te passen. Waarom zou een Christen, die begaafdheden heeft op dit terrein, zijn schouders hieronder niet mogen zetten.
Maar ik weet wel, waar een moeilijkheid zit. Er is voor Christenen niet veel aan de hand, wanneer zij in de Kamer in de oppositie zitten. Maar veel moeilijker wordt het, wanneer je in een regeringscoalite zit en je moet besluiten ondersteunen, die mede gedragen moeten worden door mederegeerders, die geen Christen zijn. En helemaal lastig wordt het, wanneer je geen 'coalitiekamerlid' bent, maar een 'minister' in het 'coalitiekabinet' Tot zulk een functie kan iedere Christen geroepen worden, die nu nog in de oppositie zit en aardig 'schone handen' kan houden.
De apostel Paulus raadt ons aan om voor Christenen in regeringsposities extra te bidden; 1 Tim 2 v 2: "Bid voor alle koningen en gezagsdragers, opdat we rustig en ongestoord kunen leven, in alle vroomheid en waardigheid. Dat is goed en welgevallig in de ogen van God, onze redder".
Een positieve houding tegenover alle medemensen is het kenmerk van de ware Christen. De wel eens opgeworpen stelling: "Kan een politicus wel een goed Christen blijven" heeft iets negatiefs in zich. Bid nu maar voor Balkenende en Zalm, net zoals ingeleide Christenen vroeger voor Kok gebeden hebben, toen het zijn beurt was. Als loon krijg jíj dan, dat je rustig en ongestoord kunt leven, in alle vroomheid en waardigheid.
Je tweede vraag: "Hoort politiek bij een Christen", kan ik bevestigend beantwoorden, wanneer ik de bewoordingen iets mag veranderen. "Hoort politiek bij een Christen, die een bekwaamheid heeft om in teamverband met andersdenkenden 'leiding te geven' en te 'besturen' ". Ja hoor; Abraham Kuyper heeft eens gezegd: "Geen terrein is er op het hele maatschappelijk gebied, waarvan de Christus niet zegt: 'Het is MIJN' ". Deze wat ouderwetse woorden zou ik als volgt willen moderniseren: "Een Christen mag zijn begaafdheden op elk terrein ontplooien, waar die begaafdheden tot volle ontplooiing kunnen komen".
En wat nu je derde stelling betreft: of allerlei regeringsvormen van tegen woordig niet tekort doen aan de tekst; Filipp 3 v 20: "Wij hebben ons burgerrecht in de hemel". het volgende:
Wij zijn op weg naar het duizendjarig rijk, waarover Jesaja 32 v 1 schrijft: "Een koning die rechtvaardig regeert en leiders die leiden volgens het recht zijn als een beschutting tegen de wind, als een schuilplaats voor een wolkbreuk, als waterstromen in een dorre streek als de koele schaduw van een rots in een dorstig, uitgedroogd land".
Die koning, onze Heer Jezus Christus, kiest zelf zijn regeerders uit, mensen, die hem in de bitterste strijd tegen de antichrist volkomen trouw zijn gebleven, Openbaring 11. Maar voor alle Christenen zal er blijdschap zijn in de theocratie, die gaat komen.
Maar wij leven nog in deze tijdsbedeling en daarvoor geldt volgens Romeinen 13 v 1 volgende: "Iedereen moet het gezag van de overheid erkennen, want er is geen gezag, dat niet van God komt; ook het huidige gezag is door God ingesteld. Wie zich tegen dit gezag verzet, verzet zich dus tegen een instelling van God, en wie dat doet, roept over zichzelf zijn veroordeling af"
Jij Niekie, met jouw dubbele nationaliteit, -je burgerrecht in de hemel -en je nederlandse paspoort: denk nu niet te ingewikkeld over al die regeringsvormen over de hele wereld heen. Stel je positief op ten opzichte van de situatie in Nederland, éen van de meest welvarende landen van de wereld.
En lees dit stuk van Romeinen nog maar eens wat verder door.