Jouw vraag betrof 1 Petrus 3 v 9 en 10: Jezus is naar de geesten gegaan die gevangen zaten om dit alles te verkondigen aan hen, die ten tijde van Noach weigerden te gehoorzamen , toen God geduldig wachtte en de ark gebouwd werd. In de ark werden slechts enkele mensen, acht in totaal van de watervloed gered.
De mensen die ten tijde Van Noach leefden, kregen een geweldige kans om zich te bekeren. Met een minimum aan bekeringsprediking bekeerde Nineve zich op de prediking van Jona,.
Maar deze mensen .moet je toch je voorstellen. 120 jaar lang ging dit nieuwtje over de wereld van tóen: Ergens is een zekere Noach bezig om een reusachtig schip te bouwen. Hij predikt voortdurend dat wanneer dat schip klaar is en er 120 jaar zijn verstreken, een grote watervloed alles zal doen verdrinken, wat niet in dat schip is. Rare boodschap van een rare vent ..
En het schip vorderde en de 120 jaar ( Genesis 6 v 3) krompen in . Al die tijd werden alle mensen in woord en daad met Noachs prediking in aanraking gebracht. Ze verhardden zich echter tot op het laatste moment, toen het te laat was en het schip onbereikbaar. Voor de enkelen die te laat- nog mochten zijn toe gesneld, was de deur dicht. In dit handelen waren deze kansverspelers type van de ongehoorzamen in de eindtijd die in een vloed van vuur, ( de demonische machten), geestelijk zullen ondergaan.
In de prediking die Jezus in de krochten van de verkeerde kant van het dodenrijk (Lucas 16) bracht in de dagen tussen zijn sterven en zijn opstanding , lag een profetie voor ons wees waakzaam in deze tijd. Zeker je weet niet, wanneer dag en uur komen van Jezus terugkeren. Maar sla geloof aan de prediking van deze tijd, Als je net zo smadelijk blijft lachen als de verharde zondaren van toen, komt er dadelijk een hels vuur van demonen over de hele aarde, waarin jij geestelijk ten onder gaat.