|
|
|
gedachtewisseling in vriendschap |
|
|
29-11-2008 |
Zondagsheiliging |
Dag allemaal,
Voor deze aangelegenheid acht ik Romeinen 14 heel belangrijk. Als 'voorafje' een gebeurtenisje , dat ons overkwam in Bretagne.
We bezochten daar een kerk, geen katholieke, maar een kleine pinksterkerk. Toen mijn vrouw en ik daar binnen wilden gaan, weigerde men ons vriendelijk maar beslist de toegang. " 1 Corinthe 11 gebiedt uitdrukkelijk dat de vrouw een hoedje moet dragen".
Wij wendden ons bedroefd af. Maar een dieper ingeleide Christen, die wij later over dit geval spraken , zei ons: "Dit overkwam mijn vrouw ook. Om der wille van deze 'zwakken in het geloof' heeft zij toen een sjaal over haar hoofd gedaan naar de algemene strekking van Romeinen 14. We wilden éen zijn met deze goedbedoelende, maar 1 Corinthe 11 niet goed begrijpende medegelovigen, uiiteraard zonder ons een andere mening op te laten leggen als blijvende gedragsverandering."
En in deze geest, nu al weer dertig jaar verder staande, noem ik eerst Romeinen 14 v 1:
"Aanvaard mensen met een zwak geloof zonder hun overtuiging te bestrijden". Christenen hebben veel heerlijker dingen die hen verenigen dan knijperige dingen die hen verdelen. Laat ons die eenheid zoeken en niet gelijk gaan twisten", maar 'de Joden een Jood en de hoedjesdragers (bijvoorbeeld) een hoedjesdrager zijn. We gaan dus niet redetwisten "Ja...maar Paulus bedoelde alleen maar....".. maar laten onze geestelijke 'innerlijkheid'ook niet negatief beïnvloeden door ongeestelijke ( zielse) overleggingen van anderen
Vers 2: "De een gelooft dat hij alles mag eten, maar iemand die een zwak geloof heeft eet alleen groenten"'.
De sterke van Paulus' dagen, de verder geestelijk gegroeide Christen, die de hemelse werkelijkheden zag, ja was binnen getreden door de doop in de Heilige geest en de oefening in gaven en vrucht van die Geest....die sterke gelovige had geen moeite met vlees, dat eerst aan de afgoden was gewijd en daarna, als 'niet nodig daarvoor' op de markt was gebracht. Geestelijk stond hij boven vragen, of dat vlees nu 'occult besmet' was.
v3 : "Wie alles eet mag niet neerzien op iemand die dat niet doet, en wie niet alles eet, mag geen oordeel vellen over iemand die dat wél doet, want God heeft hem aanvaard. Wie bent u dat u een oordeel velt over de dienaar van een ander ? Of hij wel of niet volhardt in het geloof gaat alleen zijn eigen meester aan- en hij zál volharden , want de Heer heeft de macht hem dat te laten doen".
In Paulus' dagen zeiden de zwakken, die het vlees uit de heidense tempels niet aten: "Die 'rekkelijken' nemen het maar gemakkelijk. Dat eet maar van dat vlees. 't Zal mij benieuwen, of ze niet met een ingebeelde hemel naar de hel gaan". En de rekkelijken zeiden wel eens over de 'preciezen': " Zo klein allemaal. Elke groei naar de volkomenheid houd je zo tegen met dat in de grond valse en achterhaalde wetticisme". Maar Paulus zegt: "Laat elkaar nu eens aan de Heer over. De Heer kent zijn ' ja-zeggers' en hij helpt ze wel".
En nu komt het:
" De een beschouwt bepaalde dagen als een feestdag , voor de ander zijn alle dagen gelijk. ( v 5 v) Laat iedereen zijn eigen overtuiging volgen. - Wie een feestdag viert, doet dat om de Heer te eren - Wie alles eet, doet dat om de Heer te eren en hij dankt God voor zijn voedsel - Wie iets niet wil eten, laat het staan om de Heer te eren en ook hij dankt God.
Paulus zegt dus eigenlijk, dat wij elkaar 'de ruimte moeten laten'.
Een 'sterke Christen'zegt: "Zondag ga ik naar de samenkomst, want Hebr. schrijft, dat ik de onderlinge samenkomsten niet mag nalaten, (Hebr 10 v 25). Maar daarna ga ik fijn met vrouw en kinderen naar de Efteling".
Maar de sterke, de geestelijk wordende Christen, zal er zich wel voor wachten om tegen een 'zwakkere' in de sam te zeggen: "Zo....direct na de sam gaan we door naar Kaatsheuvel".want in vers 13 zegt Paulus: " Neem u voor, uw broeder en zuster geen aanstoot te geven en hun niet te ergeren"( v 14)
Resumerend.... nu niet gaan zeggen: "Hoor je nu: Ger vindt zichzelf sterk en ons zwak , omdat wij nog overleggen: "Ja....maar je laat mensen in de 'Efteling' wel voor je werken op zondag".
Nee...ik ben echt niet hoogmoedig, maar de doop in de Heilige geest maakt je zo vol vergezichten, dat je eigenlijk niet meer wilt millimeteren: - met de zondag zien als een verlengstuk van de sabbat en zó via een achterdeur toch weer dat 'dingen doen' in plaats van 'genieten van genade' binnenkrijgen - al die petieterige dingen van : op zondag niet dit en niet dat.... inplaats van omhoogvliegen als een arend naar de eindeloze luchten van de onzienlijke wereld, ons eigenlijk domein. Maar niet forceren. Zolang mensen de dingen, die ze doen, maar verrichten uit liefde tot God, dat zo laten. Ons richten naar de regel van Filippenzen 3 v 15: " Indien gij op enig punt anders gezind zjt, God zal u ook dat openbaren....maar: HETGEEN WIJ BEREIKT HEBBEN...IN DAT SPOOR DAN OOK VERDER !!!
Daag Ger
|
|
|
|
Reacties op bericht (0)
|