 |
|
 |
gedachtewisseling in vriendschap |
|
 |
07-10-2006 |
..Hoe is dat: geloven als een kind ?? |
Dag Niem,
Het staat er iets anders dan jij je herinnert.In Mattheüs 18 v 1- 4 staat; ........... Op dat moment kwamen de leerlingen Jezus vragen: "Wie is eigenlijk het grootste in het konikrijk van de hemel". Hij riep een kind bij zich, zette het in hun midden neer en zei: "Ik verzeker jullie, als je niet verandert en word als een kind, dan zul je het koninkrijk van de hemel zeker niet binnengaan. Wie zichzelf vernedert en wordt als dit kind, die is het grootste in het koninkrijk van de hemel" ........... Niem, het is goed om de achtergronden eens te zien. De discipelen zijn met hun meester weer eens in Kapernaüm. Er is even tijd voor een rustig gesprek en dan is er die door naijver (Markus 9 v 33) ingegeven vraag: "Wie....(van ons)....zal in de komende heerlijkheid , waarin de heerschappij van God over de wereld een voldongen feit zal zijn, de grootste zijn".
Nu moet je zo'n vraag niet aan de Heer Jezus stellen. Hij ziet door de algemene vraagstelling heen direct de vleselijke, werelde zin, zich uitende in hoogmoed en 'de eerste willen zijn'.
Maar wat is Jezus weer verrassend. In de buurt is een kind aanwezig en Jezus wenkt het tot zich. En daar staat dat kind nu temidden van al die grote, belangrijke mannen en het is natuurlijk schuchter, beteuterd, bedeesd en nederig. Het zal je toch ook maar gebeuren!
En dan zegt Jezus: "Je moet helemaal veranderen van levensinstelling. Je moet je echt bekeren van dat aardse denken zo van: "Ikke ikke....en de rest kan stikke...". Je levensinstelling moet veranderen van dat hinderlijke 'recht hebben op' en dan liefst nog 'recht hebben op een goede, wat zeg ik...een héel goede plaats' in iets heel ánders. Tegenover die heerlijkheid, die aan het beginnen is en éen maal meerder zal zijn, wanneer de kennis van de Heer de aarde zal bedekken, zoals het water de bodem van de zee bedekt...de heerlijkheid, die daarna nog meer wordt en nog meer...en zo altijd maar door...tegenover dat grootse van God behoort een mens met grote schuchterheid en verwondering te staan: "Wst!!??....word ik tot zó iets groots geroepen?!"
En alleen de mensen, die van de berg van hoogmoed, pedanterie en zelfverheffing, moeizaam afklauteren, want het valt echt niet mee om van die zelfverzonnen hoogte af te komen: "Het is moeilijk eenvoudig te blijven Wanneer je zo goed bent als ik!', en als een verlegen kind te worden , zonder enige pretentie ten aanzien van de schatten van het koninkrijk, de steeds meer volledig wordende Godsregering....díe mensen zijn écht naar Gods hart. Dán ben je in de met Christus' komt begonnen heilsbedeling naar waarheid en naar Gods schatting het meest ontvankelijk voor het heil en de meest geschikte voor de roeping van Gods koninkrijk. Dan zal je in de naar oneindigheid toegaande heerlijkheid het rijkst door God begenadigd worden.
In onderlinge naijver ben je zover mogelijk verwijderd van wat je zo graag wilt bereiken. Wat je in dezen als een recht zoekt, kan je pas verkrijgen, wanneer je al je gewaande aanspraken prijs geeft.
Tot zover het een en ander uit de 'Korte Verklaring', door mij geparafraseerd.
Dus Niem; zó dient je levenshouding te zijn, wanneer je wilt bereiken, wat het meest begerewnswaardige is, wat zich in hemel en aarde denken laat.
Daag Ger
|
|
|
 |
Reacties op bericht (0)
|