 |
|
 |
gedachtewisseling in vriendschap |
|
 |
24-10-2006 |
De afwezige Daniël |
Vraag elders, gelijk door mij beantwoord:
"Waar was Daniël, toen zijn drie vrienden de vurige oven in moesten".
Mijn antwoord; Op deze 'standaardvraag' zijn de volgende 'standaardantwoorden' gangbaar: - Daniël had een zeer hoge functie aan het Babylonische hof. Waarschijnlijk was hij op inspectiereis door het zeer uitgebreide rijk. Of wellicht was hij ziek. - wij zouden deze vraag niet moeten stellen. In zijn heilig woord heeft God besloten, dat een 'verklaring van Daniëls afwezigheid' voor onze eeuwige zaligheid niet nodig is.
Deze antwoorden zijn eigenlijk niet zo bevredigend. Toen ik over deze vraag zat na te denken, kreeg ik een ander idee.
Stel nu eens, dat Daniël inderdaad op inspectiereis was. Dan heeft hij bij thuiskomst tegen Sadrach, Mesach en Abednego, (Daniël 3 v 12) ( Hananja, Misaël en Azarja)((1 v 7) gezegd: "Kerels, wat heb ik met jullie méegeleefd, toen ze mij daarvan in dat afgelegen oord, duizenden stadiën ver, kwamen vertellen. O; ik had erbíj willen zijn. Maar in ieder geval; direct heb ik voor jullie gebeden, al was toen de nood al voorbij".
En....Daniël heeft daarna nog genoeg kopzorg gehad; eerst verguisd, op non actief geplaatst, vergeten, ( 5 v 11- 12); later 'voor de leeuwen geworpen', (6 v 17). Hij heeft zijn portie heus wel gehad.
En toen werden mijn gedachten geleid naar óns, híer en nú.
Op het ogenblik gaan mijn gedachten dikwijls naar de Christenen, zoals ze: - in Eritrea in zeecontainers worden opgesloten, tientallen mannen in éen metalen kist, in de volle zon - zoals ze in Noord-Korea voortdurend worden bespied: "Hé Christen, kijk jij omhóog; je wist toch, dat je alleen naar de grond mag kijken. Hier de voorgeschreven portie zweepslagen" - zoals ze....ach duizenden voorbeelden meer. Lees de bijlage bij Open Doors maar. Of: lees Open Doors zélf.
En ik zit hier te typen en ben er niet rechtstreeks bij betrokken. Wél zegt Hebr 13 v 3: "Bekommert u om de gevangenen alsof u samen met hen gevangen zat, en om de mishandelden als om mensen die net zo'n lichaam hebben als u". En daarom probeer ik mij in hen in te leven en met mijn hárt voor hen te bidden.
Maar net zoals Daniël zijn 'beurt' ook nog wel kreeg, zo kan ik getuigen, dat ik ook - (figuurlijk gesproken) vurige ovens heb meegemaakt - voor de leeuwen ben geworpen - in mijn maatschappelijk en kerkelijk leven op dood spoor ben gezet.
En nu kom ik tot mijn punt: Ook júllie gaan alle dingen meemaken, naar de mate, waarin jullie dat hébben kunnen( 1 Corinthe 10 v 13), zoals in Gods plan voor jullie vastgesteld.
En het is goed, dat jullie je gereed houden. De drie mannen in de vurige oven, waren op dat cruciale moment er geréed voor. Als jullie 'vurige oven' komt,horen júllie dán al gereed te zijn, niet inderhaast alsnog gereed te komen, zoals de vijf dwaze maagden.
Als de (figuurlijke) leeuwen om jullie heen sluipen, dan dienen jullie daar op dat ogenblik voor gereed te zíjn, niet nog van alles te moeten 'bijtimmeren'.
Als rond jullie de verdrietige stilte daalt, je nergens meer een preekbeurt mag houden, en je zo helemaal 'buiten staat', dan hoor je op dát ogenblik een innerlijk te hebben, waar je 'kruit droog blijft', opdat je- onverwachts weer in de schijnwerpers gekomen- er weer hélemaal kunt zijn in de kracht van God.(Daniël 5 v 18 en volgende).
En jullie weten het: bekering, gevolgd door wedergeboorte en doop in de Heilige Geest met alle gaven en vrucht, daarmee verband houdende, maakt je zo bij elke- soms onverwachte oproep- volkomen inzetbaar.
Waakzaam blijven, jongens en meisjes, broers en zussen.
Daag Ger
|
|
|
 |
Reacties op bericht (0)
|