|
|
|
gedachtewisseling in vriendschap |
|
|
27-10-2006 |
Jozef, die zijn vader niet direct waarschuwt. |
Vraag elders;
"Zeg Ger....vind jij het eigenlijk ook niet ráar, dat Jozef nooit eens aan zijn vader heeft laten weten, dat hij het zo prima maakte als onderkoning.
Hij was toch al negen jaar onderkoning, toen zijn broers naar Egypte kwamen. (Genesis 45 v 6).
En al die tijd zat zijn vader nog steeds in diepe smart over zijn dood, terwijl het niet nodig was".
Mijn antwoord:
Wanneer Jozef menselijke gedachtegangen had gevolgd, dan had hij zeker zijn oude vader gerustgesteld, zodra hij onderkoning van Egypte was geworden. Maar Jozef had een invulling gekregen van de Heilige geest. Dat is duidelijk te merken aan de zegen, die zijn vader Jacob hem meegaf bij diens overlijdens- slotzegens, 49 v 22-27.
En door de bijstand van de Heilige Geest, door die Geest onderricht, wist hij de hogere waarheid:
"Wanneer ik mijn vader bericht, moet ik gelijk vertellen, hoe mijn broers ervoor zorgden, dat ik in Egypte kwám. En dat geeft thuis tot vreselijke taferelen aanleiding".
Nee....ik kan beter wachten, tot mijn broers door de een of andere oorzaak zo ver zijn, dat zij hun fout van destijds inzien. En dan....in de tijd van hun berouw ....dan is de tijd van bekendmaking rijp. Afwachten...gewoon afwachten op de tijd van de Heer".
En de Heer werkte wél aan de harten van de broers. Een eerste aanwijzing zie ik al in de omstandigheid dat Juda wegtrok bij de clan en een eigen lijn leek te gaan stichten. (Genesis 3. De gedachte is zeker niet ondenkbaar dat Juda in zijn consciëntie zozeer door de maar steeds voortdurende rouw van zijn vader, 37 v 35, werd aangesproken, dat hij het een tijdlang in diens aanwezigheid niet harden kon. En dat er een algemeen gevoel van bezwaarheid bij de broers was, blijkt heel duidelijk uit 42 v 21-22, waar de broers zichzelf in wroeging verwijten maken over 'destijds'. nu het in Egypte allemaal zo moeilijk loopt. En tenslotte is er dat aanbod van Juda, Genesis 44, waaruit, mede namens de broers, zeker een berouw en een boete willen doen, schuil gaat. En dan weet Jozef: "Nu zijn mijn bróers óok zover. Als zij zelf nu aan pa opening van zaken geven en zij kunnen er gelijk bij vertellen dat ik niet boos ben en dat dit Gods weg met onze clan is, dan komt er een harmonieuse oplossing".
En zo koos Jozef de langere, maar uiteindelijk veel heerlijker weg.
Een welke lering zit daar nu voor óns in. Laten wij, Christenen, bekeerd, wellicht wedergeboren, mogelijk ook vervuld met Gods Geest, altijd de Geest van God raadplegen, wanneer wij voor een cruciale beslissing staan. En als die Geest zegt: "Even wachten....ik ga je nadere instructies geven", dan is het goed om niet ongeduldig te worden, maar op Gods tijd te wachten. Wat zal Jozef innerlijk gelukkig zijn geweest, terwijl hij uiterlijk zo hevig huilde, toen hij die woorden kon zeggen uit Genesis 45 v 3: "IK BEN J O Z E F !!!!!
Doen als Jozef hoor.
Daag Ger
|
|
|
|
Reacties op bericht (0)
|