|
|
|
gedachtewisseling in vriendschap |
|
|
24-01-2007 |
De problemen van anderen |
Antwoord aan een 'problemen-van-anderen'sjouwer.
Je schrijft, dat anderen jou...jonge Christen... altijd opzoeken met hun problemen en zich aan je vastklampen op een zodanige manier, dat je er zelf onderdoorgaat. Maar beste jongen....je bent ook niet geschapen om te dragen, althans niet de moeilijkheden van anderen.
Uit de bijbel heb ik hier een voorbeeld van, weliswaar op enigzins anders gebied, maar als uitgangspunt kan het iets zijn.
Daar gaat ie.
Jesaja 22 vanaf v 21.
Eljakim- een hoge gezagsdrager- zal als een vader zijn voor de inwoners van Jeruzalem en het volk van Juda. Ik zal hem de sleutel overdragen van het huis van David...hier...het koninklijk paleis...wanneer hij opendoet, kan niemand sluiten, wanneer hij sluit, kan niemand openen. Ik zal hem bevestigen als een pin in stevige grond, voor zijn familie zal hij als een erezetel zijn. Het hele gewicht van zijn familie, de hele stamboom, zal aan hem gaan hangen...al het kleine vaatwerk van schalen en kruiken. Op die dag- spreekt de HEER van de hemelse machten- zal 'de pin in stevige grond' lósraken. De hele last, die eraan hangt, komt omlaag, alles valt en gaat te gronde. De HEER heeft gesproken".
In deze wonderlijke tekst apreekt God over het gevaar van 'vriendjespolitiek, meer in het bijzonder de in die streken bijna vanzelfsprekende verplichting om aan je hele familie baantjes aan te bieden, wanneer je zelf tot eer komt. Het gevolg daarvan is, dat 'de pin in stevige grond'losraakt en tezamen met alles, wat daaraan hangt, tenietgaat.
Maar je kunt dit in geestelijke termen vertalen. Een mens, die Jezus heeft gevonden als zijn vastigheid, is te vergelijken met zo'n 'pin in stevige grond'. Maar men ziet vaak, dat zo iemand, ´die íets heeft', door de 'buitenstaanders'wordt gezocht en dat iedereen zo iemand met zijn klaagzangen aan boord komt. De duivel speelt hierin een stevig woordje mee. Hij laat niet alleen degenen aantreden , die werkelijk gegronde klachten, zuiver voor de Heer , hebben, maar ook ál ´het kleine vaatwerk', de 'schalen en de kruiken, die alleen maar vermoeiend werken, die zijn als de vrouwtjes uit 2 Timotheüs 3 v 7... "...die alsmaar willen leren, maar nooit in staat zullen zijn de waarheid te kennen".
En wanneer de prille gelovige zucht onder het gewicht van al 'die spruiten en loten', NBG, is de duivel er als de kippen bij om hem in te fluisteren; Galaten 6 v 2: "Draagt elkanders lasten". Die mogelijkheid had satan vroeger met de Statenvertaling, hij had hem even niet met de NBG, want daar staat: "Verdraagt elkanders moeilijkheden", wat de gedachten op een heel ander spoor zet. Maar met de NBV is die voor de duivel zo waardevolle tekst weer helemaal terug.
Maar ook nu kan je onder die dwang uitkomen. Dan kun je nóg zeggen. `Ik doe maar net als die vier mannen die hun verlamde vriend naar Jezus droegen`, Marcus 2 v 3.
Zij droegen hem tot áan Jezus´ voeten en braken het dak open, waarna zij hun vriend lieten zakken..... de enig goede manier om een vriend te laten zakken ....voor de voeten van Jezus.
Wij mensen zijn niet geschapen om te dragen. 1 Petrus 5 v 7 zegt. `U mag uw zorgen op God afwentelen, want u ligt hem na aan het hart`.
Dat mag dus met je eigen zorgen. Maar de zorgen van anderen zul je goed nagaan, waar voor jou een taak ligt. Dat kan met een van de Geestesgaven, de ´gave van het onderscheiden van geesten´
En daarna kun je een tweede selectie toepassen. ´Ik wil mij door deze moeilijkheden van anderen niet zo laten beïnvloeden, dat ik er zelf in verdrink. Ik begin ze in gebed aan de voeten van de heer Jezus te leggen. De Heer zal dan wel aanwijzen wat hierin van moment tot moment mijn taak is`.
Doe dat nu voortaan. Zo blijf je zelf in conditie, blijft ´jouw pin in de vaste grond´ en ben je optimaal tot nut van anderen.
Daag Ger
|
|
|
|
Reacties op bericht (0)
|