 |
|
 |
gedachtewisseling in vriendschap |
|
 |
04-02-2007 |
Zondigen en vergeving krijgen;gaat dat altijd maar door. |
"Hoe kan ik verwachten, dat God mij vergeeft, terwijl ik door blijf gaan met de verkeerde dingen doen".
Niem, de Here God zegt van zichzelf, dat Hij een barmhartig en genadig God is, groot van goedertierenheid en trouw. Hij zegt ook van zichzelf, dat Hij het hárt aanziet. En wanneer daar een hart is, dat het uitschreeuwt naar Hem en dat zich begraven voelt onder een dikke laag zondevuil, zoals iemand onder een lawine van meters dik kan liggen, dan weet God daarvan. En God is ook geduldig; wanneer daar een hart is, dat het naar hem uitgilt, hoewel begraven onder vele tonnen verkeerde gewenningen, dan weet Hij dat.
In de natuurlijke wereld is het zo, dat lawineredders met fijne apparatuur de sneeuwmassa's afzoeken en op een gegeven ogenblik zeggen: "Hier bespeur ik leven". En dan gaan ze graven. En velen zijn zo gered. Zou dan God niet naar jou op zoek zijn. Hij weet heel wel, dat jij je niet kunt uitgraven, omdat- overdrachtelijk te zien- je benen bekneld zitten in iets, wat je vasthoudt.
Maar op dit ogenblik zeg ik, als redddingswerker door God uitgezonden: "Satan....jij, die dit mensenkind, dat er recht op heeft te leven, gevangen houdt: ik weerstá jouw macht in de wonderbare naam van Jezus".
En wanneer jij, Niem, dit lezende, merkt, dat jouw voeten zich vrij kunnen bewegen en dat jouw gravende armen- alles overdrachtelijk gezien- ongehinderd door kunnen tasten naar het licht en naar de dag, bedank dan niet Ger, maar bedank Hem, die gezegd heeft: "Weerst de satan en hij zal van u vluchten, (Jacobus 4 v 7).
En wanneer je straks tegen mij wilt zeggen: "Ik zie licht aan het eind van de tunnel", weet dan, dat ik gereed sta om je hand te pakken en je omhoog te trekken uit al die zuigingen van uit het duistere rijk. En dan niet zeggen: "Dank je Ger", maar eenvoudig alleen maar zingen: "God trok mijn ziel uit de put, Uit modder, diep en zwart. God zette mijn voet op de rots, En reinigde mijn hart. God gaf mij een lied in de mond, En 'k loof Hem vroeg en spa...(laat) God trok mijn ziel uit de put, O HALLELUJA...!!".
Begin de Heer maar te loven en te prijzen Niem, want Gods woord zegt, ( Psalm 50 v 23): "Wie een dankoffer, (een lofgebed) brengt, geeft God alle eer, wie zo zijn weg gaat, zal zien, dat God redt".
Daag Ger
|
|
|
 |
Reacties op bericht (0)
|