Dagdag allemaal,
Daar ben ik weer; met de uitleg van Openbaring 11 v 6:
Jullie weten allemaal,wat Elia deed; hij deed vuur neerkomen op degenen, die gezonden waren door een vijandige koning om hem te arresteren, ( 2 Koningen 1 v 9-12). Wanneer je dit zo leest, dan heb je de neiging om te zeggen: "Nou nou....dat was geen half werk. Elia...Elia...had dat nu niet een beetje kalmer gekund". Ik ga er nu niet verder op in, dat Elia daar-en-toen handelde, zoals gehandeld moest worden. Maar je ziet hier, dat God, die alle tijden in éen blik overziet, Elia gebruikte om een situatie in de eindtijd nog weer eens vanuit een andere dimensie te belichten.
Want 'de twee getuigen'.... niemand denkt nu toch meer aan 'twee' als limitatief?! ....hebben een geestelijke macht, waardoor zij : - aan de ene kant meewerken aan de bouw vasn Gods eeuwige tempel, (v 4) - en aan de andere kant: zij hebben ook de geestelijke macht om geestelijk vuur te doen nederdalen op de mensen, die het op hun leven voorzien hebben; vuur, dat je niet ziet met aardse ogen, maar vuur, waarvan die tegenstanders later moeten zeggen: "Innerlijk voel ik mij helemaal dood...ik blijf vechten, maar als een soort zombie.."
En weet je... ach natuurlijk; jullie weten zo veel ...dat Elia ook 'de hemel kon sluiten'! Hij zei tegen de goddeloze koning Achab: "Zowaar de HERE, de God van Israel leeft, in wiens dienst ik sta....: er zal deze jaren geen dauw of regen zijn dan op míjn woord".(1 Koningen 17 v 1). (Sommigen van jullie klagen wel eens over 'een laag zelfbeeld'. Wanneer je in Gods dienst staat, dan maakt Hij korte metten met die handicap).
Maar in de eindtijd hebben 'Gods stoottroepers' de macht in de onzienlijke wereld, die Elia in de zienlijke wereld toonde.
Gods hemel met al die geestelijke gaven en rijkdommen wordt voor de mensen, die zich tegen hun 'Volste Evangelie' verzetten en die hen blijven vervolgen, gesloten. Wanneer zij uitgepredikt zijn , dan is gebleken, dat de definitieve keus is gemaakt: - er zijn gelovigen, die hun 'halve evangelie' geruild hebben voor het 'volledige evangelie' - er zijn gelovigen, die dat niet hebben willen doen en zijn blijven roepen: "Zoals ik de bijbel heb leren lezen, staat er van al de dingen, die zij zeggen, niets. Alles is net anders bedoeld, dan zij het nu zeggen. Al die dingen zíjn niet voor híer en voor nú en voor míj, maar het is allemaal voor een andere plék en voor andere ménsen en voor andere tíjden. O; deze misleiders moeten worden AFGESCHAFT!!"
Die beklagenswaardigen bemerken, dat er in hun rijen geen enkele werking en geen enkele vrucht van de Heilige Geest meer over is. Naar de mate van Oud-testamentische richtlijnen levend, hadden zij tot dusver de vroege en de late regen van Gods genade nog wel bemerkt. Maar nu zij de Nieuw Testamentische regels kregen aangereikt en zeiden: "Nee...voor mij hoeft dit echt niet", werd aan hen vervuld , wat de Heer al in Deuteronomium 11 v 14-17 zei: "Wanneer je andere goden gaat dienen, dan sluit Ik de hemel toe, zodat het niet regent". (Andere goden: - terug naar de Dordtse leerregels en de vijf artikelen tegen de remonstranten - terug naar de liturgieí«n en de kerkenordeningen van ooit... niet of daarin geen waarden schuilden, maar voor de eindtijd moet je ándere wapenen hebben).
Denk bij dat 'toesluiten van de hemel' ook aan Joí«l: - Gods Geest wordt uitgestort op al wat leeft- de onboetvaardigen worden een prooi van bloed, vuur en rookzuilen, (Joí«l 2 v 28-30)
Nu even naar Mozes: Je weet, dat hij in Egypte water in bloed veranderde, (Exodus 7 v 20). En je weet, dat hij van God de macht kreeg om de aarde te slaan met allerlei plagen, (de tien plagen van Egypte). De Egyptenaren mochten de Israelieten niet tegenhouden en ze deden het tóch! Er was een grote verdrukking voor het volk Israel, maar het einde was, dat zij aan de overkant van de Schelfzee 'het lied van de overwinnaars' zongen. In de dagen van 'de twee getuigen' trekt onder grote verdrukking, terwijl duizenden handen de 'voorttrekkenden' proberen af te remmen en tegen te houden, de gemeente van Christus, onder leiding van 'de zonen van God' uit 'Babel', te vergelijken in het geestelijke, met het volk van Egypte in het natuurlijke. De honden blaffen, maar de karavaan trekt verder.
En terwijl de gemeente mét de vaandels, (zie de vorige posting) uittrekt, blijft 'de valse kerk' zonder enig vaandel achter. Ieder geestelijk leven verdwijnt.
Tot zover vers 6
Daag Ger |