|
|
|
gedachtewisseling in vriendschap |
|
|
03-07-2007 |
Mogen wij oordelen |
Vraag; Mogen wij oordelen.
Mijn antwoord:
Aanvankelijk wilde ik mij hierbij alleen laten leiden door Nieuw- Testamentische teksten. Toen ik echter naar het Oude testament keek, zag ik daar ook wel iets, dat geschikt leek;
Deuteronomium 1 v 16 zegt: ( bij een briefing voor de rechters zegt Mozes) " Hoor beide partijen en doe rechtvaardig uitspraak, zowel tussen twee volksgenoten als wanneer er een vreemdeling bij betrokken is. Oordeel zonder aanzien des persoons , hoor de arme evengoed als de rijke. Laat u door niemand bang maken, want u spreekt recht namens God. Wanneer iets te moeilijk voor u is, leg het dan aan mij (Mozes) voor...."
Hoewel dit tegen rechters wordt gezegd, kunnen alle mensen voor allerlei vragen, waarvoor zij gesteld worden, hier een les uit trekken: In je dagelijkse werkring kan het voorkomen, dat iemand je entert met de vraag: "Ik vind hem of haar gemeen. Hij of zij doet zus en zo. Wat denk jij daar nu van". Tracht dan onder een bepaalde directe oordeelvelling uit te komen. Bekijk de zaak of het de moeite waard is om de andere partij te raadplegen. Soms , wanneer het tussen twee collega's gaat, is dat makkelijker dan wanneer men zich bij jou over een chef beklaagt. Nu ja; je weet: kantroorruzies komen voor; er zijn zoveel mogelijkheden. Die hoef ik jullie niet allemaal op te sommen. Maar kom je er niet onderuit om de zaak verder uit te diepen, houd dan deze regels aan: - niet de chef voortrekken en niet je collega voortrekken - niet de ene collega voortrekken boven de ander - niet je door vrees laten leiden - de zaak doorspreken met God.
Algemeen: er zijn klaarblijkelijk intermenselijke betrekkingen, waarbij je wel zeker tot oordelen geroepen kunt zijn.
Maar nu 1 Samuel 24 v 16: Hier brengt David de zelfbeheersing op om Saul , die hem vervolgt, niet te doden, wanneer de kans daarvoor er is. Later zegt hij tegen Saul: " De HEER zal uitspraak doen en beslissen wie van ons beiden in zijn rexcht staat( Moge de HEER oordelen tussen mij en tussen u. Hij zal mijn zaak onderzoeken en verdedigen en mij recht verschaffen tegenover u".
Weer een belangrijke heenwijzing: anderen maken het ons - bijvoorbeeld- moeilijk. Wij hebben de stelligen indruk, dat wij in ons recht staan, maar spreken geen veroordeling over die ander uit. Integendeel: wij laten de beslissing aan de Heer over.
Van het O.T. heb ik nu het een en ander aan indrukken ontvangen. Er is veel meer in deze schatkamer te vinden. maar nu toch naar het Nieuwe Testament.
Math 7 v 1 en 2 " Oordeel niet , opdat er niet over jullie geoordeeld wordt. Want....op grond van het oordeel dat je velt, zal er over je geoordeeld worden, en met de maat waarmee je meet, zal jou de maat genomen worden".
Iemand zou bijvoorbeeld kunnen zeggen: " In de traditionele kerken zingen ze soms nog uit de berijming van 1777: ' Maar 't vrome volk in u verheugd Zal huppelen van zielenvreugd daar zij hun wens verkrijgen. Hun blijdschap zal dan onbepaald Door 't licht dat van zijn aanzicht straalt Ten hoogsten toppuint stijgen'
En dan moet je horen, hoe ze zich opblazen om eens goed hard te zingen;
' Hef Gode blijde psalmen aan...'.
Die mensen klemmen zich aan valse zekerheden vast. Zij , met hun 'zich de genade niet kunnen toeëigenen ' en dat soort kreten, mogen die heerlijke woorden helemaal niet aanmerken als 'voor hen - in hun geestelijke situatie- bestemd'..."
Fout, fout, zoals ik hierna uitleg.
Kijk...in geestelijke zaken mag je helemaal niet naar de splinter in het oog van je broer kijken, (3), (gesteld dat die er is), maar moet je eerst de balk van je zelfgenoegame oordeel iut je eigen oog wegdoen.
De algemene, afrondende indruk kan worden gewekt: - dat men in aardse kwesties best wel een eigen oordeel mag hebben, hoewel Deuteronomium daar voorwaarden aan verbindt - dat men in onrecht dat men zelf ondergaat en dat geestelijk van aard is beter het oordeel aan God kan overlaten - dat men over de geloofsbeleving van anderen niet lacherig-uit de hoogte moet doen, maar alleen in liefde milde dingen denken
Maar dan is er nog éen tekst die ik wil noemen: Johannes 5 v 22 zegt: " De Vader zelf velt over niemand een oordeel, maar hij heeft het oordeel ( van Matth 25) geheel aan de Zoon toevertrouwd".
Wees maar zó doordrongen van het allesovertreffend belang van Onze Heer Jezus Christus, dat je zijn gunstig genade-oordeel over jou als het hoogste goed voor tijd en eeuwigheid koestert.
Ik voeg die laatste opmerking nog even bij, omdat de mensheid tegenwoordig veel wollige, onbepaalde, religieuzerige woorden aan God wijdt, zonder daarbij de Heer Jezus te noemen.
Er zijn nog legio teksten meer over 'oordelen'. . Maar voor het moment 'oordeel ' ik, dat 'het zo maar even moet kunnen'.
Daag Ger
|
|
|
|
Reacties op bericht (0)
|