|
|
|
gedachtewisseling in vriendschap |
|
|
14-06-2008 |
over het gevaar van 'het raadplegen van doden'. |
Dag Hassan,
Leviticus 20 v 27:
"Wanneer een man of een vrouw door zich de geest van een dode laat spreken of een waarzeggende geest bezit, zullen zij zeker ter dood gebracht worden; stenigen zal men hen, hun bloedschuld is op hen".
Ik wilde er nog even de volgende teksten bijhalen: Leviticus 19 v 31; "Gij zult u niet wenden tot de geesten van doden of tot waarzeggende geesten, gij zult hen niet zoeken , om u met hen te verontreinigen: Ik ben de HERE uw God".
Ook Leviticus 20 v 6: "Iemand, die zich tot de geesten van doden of tot waarzeggende geesten wendt, om die overspelig na te lopen, tegen zo iemand zal Ik mijn aangezicht keren en hem uit het midden van zijn volk uitroeien".
De hele Oud-Oosterse wereld was doordrenkt met deze idee: de afgestorvenen, die in de onzichtbare wereld zijn ingegaan, beschikken over meerdere kennis. Aan levenden- vooral aan vrouwen (1 Samuel 28 v 3)- was het volgens het toenmalige denken mogelijk om door allerlei geheimzinnig manipulaties de doden te dwingen , die meerdere kennis ter beschikking van de levenden te stellen. Zo'n dodengeest heette 'wetende'. Zo werden ook de manipulators van zo'n geest wel genoemd. De raad of bijstand van die doden werd veel gezocht op een wijze, zoals men alleen de Heer behoort te vragen om hulp. Wie zo'n geest zocht, werd onrein, sloot zichzelf buiten de dienst van de Heer. Die dienst vraagt namelijk reinheid.
Men dacht dus als het ware, dat geesten van doden een macht hadden, die alleen aan de Heer toekomt. Er werd met zo'n geest, waarachter een satanische macht schuilging, eigenlijk geestelijk overspel gepleegd, (17 v7). De Heer zegt hier zelf, dat Hij deze zoekers naar de geesten van doden zal oordelen en te gronde richten. De heiligheid van zijn verbond met het volk is er namelijk mee gemoeid.
Maar wanneer het volk ervan weet, dan is het volk zelf verplicht om dit oordeel door steniging over deze zondaars te brengen.
Dat klinkt niet mis allemaal. Maar Hassan, zelf zullen je misschien de koude rillingen over het lijf zijn getrokken, toen je hoorde , wat deze zonde in feite betekende. En wanneer de mensen naar de zede van die tijd en die cultuur dan stenen opnamen en de zondaar wegdeden uit het midden van de volksverzameling, dan was dat precies iets, wat paste in de toenmalige denkwereld.
En God had met het volk Israel, zoals het was, toen Hij het pas uit Egypte uitleidde, een hoge bedoeling. Het moest een voorbeeldvolk zijn temidden van de andere volken. Die andere volken moesten zich verbazen over de hogere orde, die er onder dit volk heerste, dit volk, dat in 'de Tien geboden' een uniek geheel van waarden en normen had gekregen .
God is niet veranderd; alleen de tijden zijn veranderd. - God waarschuwde toen tegen het zoeken van geesten met de idee, dat die geesten van doden of die waarzeggende geesten iets wisten, enige macht hadden, die alleen de Here had. Hij wilde die verontreiniging niet hebben. En dat wil Hij nog niet. - Toen al waarschuwde de Heer, dat iemand, die zich op deze manier in de onzichtbare wereld begaf, in zijn leven zou merken, dat het aangezicht van de Heer tegen hem was en dat hij of zij zijn of haar eigen ondergang bewerkte. En zo waarschuwt de Heer nog. - Toen al zei de Heer, dat mensen, die zelf ook kennis droegen van deze occulte zonden, handelend moesten optreden. En dat wil de Heer nog.
Maar zoals het volk Israel handelde binnen het kader van de denkwereld van die tijd....zo is het met ons zo gesteld, dat wij met het bekend worden van al deze zonden dienen te handelen naar de zeden van deze tijd.
Je noemde daar even de naam van een dame, die in onze dagen nogal van zich doet spreken. Of ze nu juist de dingen doet, waarover ik hiervoor sprak, laat ik in het midden.
Maar tegenwoordig hebben Gods kinderen betere werktuigen dan de stenen, het enige middel , dat de kinderen Israels tóen ten dienste stond. Geestvervulde Christenen kunnen de boze machten, die zich achter al deze kwade zaken verbergen, binden en weerstaan in de naam van Jezus.
Leest een Geestvervuld kind van God allerlei dingen in de krant over paranormale gebeurtenissen ,in zijn omgeving gepland, dan kan hij door de gave van het onderscheiden van geesten, heel goed nagaan, in hoeverre en met welke gedachten hij de boze machten kan bestrijden, die ernaar trachten, mensen schade te berokkenen.
De booschap is dus hetzelfde: - heb niet van doen met enige vorm van occultisme, ook al mogen wij niet alles occult noemen, wat wij niet direct kunnen doorzien. Maar daarbij helpen ons weer de gaven van kennis en wijsheid. - neem je het waar in je omgeving....weesta het dan geestelijk. - wees ervan doordrongen, dat mensen in je omgeving, die aan occultisme doen, zichzelf schade berokkenen, immers de Heer keert zich tegen hen. Waarschuw die mensen.
Ik denk, dat deze tekst hiermee redelijk geachtualiseerd is.
Daag Ger
|
|
|
|
Reacties op bericht (0)
|