Allereerst is het goed om deze twee teksten tegenover elkaar te stellen uit een groot aantal beschikbare teksten.
Jesaja 55 v 1: " Hierheen...!!!; HIERHEEN ...!!! hier is water, voor iedereen, die dorst heeft. Kom, ook al heb je geen geld. Koop hier je voedsel en eet. Kom...koop voedsel zonder geld, koop wijn en melk zonder betaling".
Johannes 6 v 44: (Jezus zei): "Niemand kan bij mij komen, tenzij mijn Vader, die mij gezonden heeft, hem bij mij brengt..."
Ja...dat willen we allemaal wel: op dat hemelse water en die hemelse wijn van bekering, wedergeboorte en doop in de Heilige Geest afstormen. En we weten best, dat we geen geld hebben, dat we niets in te brengen hebben dan lege briefjes. Maar dat hemelse voedsel van de liefde van de Drieënige God is gratis, is genadebrood, dat wij willen hébben, waar wij naar snakken.
Maar wat is dat ? Worden wij nu tegengehouden ? Is daar een hand, die ons opzij schuift. Worden we NIET bij Jezus gebracht door God de Vader ??
Wat is de oplossing: God is God. Hij is niet na te speuren. Zijn wegen zijn hoger dan onze wegen. Dat is de ene kant. Als wij bij Jezus gebracht worden, dan is het de Vader, die ons bij hem brengt. Maar hij kan ook 'niet brengen'.
En tegelijk wordt gezegd: "Je kúnt toch komen. je hebt toch benen om te lopen. Je hebt toch een dieper leven dat God toe kan juichen: "Ja...ik wil".
Die twee zijn niet te rijmen. En de oorzaak is zo groots. Wij hebben een hoogverheven God, die zo ontzaglijk is dat hij niet te omvamen is. Laten wij dan hem 'in zijn waarde laten' en niet trachten, dit gedeelte van zijn grote plan met ons te doorgronden. En laten wij tegelijk op hem toestuiven om zijn water te drinken, zijn brood te eten, van zijn wijn en melk gratis te genieten. Dat is onze kant. Mozes zei het al in Deuteronomium 29 v 29: "Wat verborgen is, behoort de HEER onze God toe; wat openbaar is, komt ons toe". En er is zo veel openbaar.
Misschien zeg je: "Nou...dun hoor...heel dun". Maar het is maar een eerste beantwoording. Er volgen er nog dertien.