|
|
|
gedachtewisseling in vriendschap |
|
|
01-06-2009 |
Is er iets te zeggen over de toestand tussen sterven en opstanding |
Dag Niem,
In feite vraag jij: "Hoe moeten wij ons de tijd tussen sterven en opstanding voorstellen".
Het is goed om de beantwoordig te laten beginnen bij Lucas 16, de gelijkenis van 'de rijke man en de arme Lazarus'.
- De rijke man heeft een leven achter de rug van ongebreidelde zelfzucht. God heeft in dat leven geen enkele plaats. - de arme man heeft een leven achter de rug van totale rampzaligheid. Echter is er in zijn innerlijk wél plaats geweest voor God. Hierop kan zijn naam: Lazarus, (Eliëzer: God is mijn hulp)duiden. (Niemand wordt immers zalig louter door een leven vol ellende). Na beider overlijden zijn de bordjes drastisch verhangen: - Lazarus vindt zichzelf terug 'in Abrahams schoot'; wij noemen dat tegenwoordig: 'de lichtzijde van het dodenrijk' - De rijke egoïst vindt zich zelf terug in pijndoende vlammen; wij noemen dat tegenwoordig: 'de donkere zijde van het dodenrijk'.
Voor beiden is dat een plaats van 'voorlopige bewaring'. Krachtens Matth 25 spreekt Jezus eens het eindoordeel uit over 'volledige mensen', dat zijn mensen , wier geest en ziel zijn herenigd met een stoffelijk lichaam; niet het aardse lichaam, maar een stoffelijk lichaam , door God gegeven met behulp van de daden, die wel of niet voor hem gedaan zijn in dat aardse leven.
Alle mensen van alle tijden herleven volgens Daniël 12 v 2. - sommigen, onder andere 'de rijke man' 'zien er niet úit'. Zij hebben een stoffelijk lichaam, dat niet meer is dan een onvernietigbare, zielige rest, een 'worm', (Marcus 9 v 44). -Mensen zoals 'de arme Lazarus' beërven de eeuwige volledige zaligheid. Er zijn beschadigingen, maar daarvan worden zij genezen, door te eten van de bladeren van de boom des levens, die in het paradijs van God staat, (Openbaring 22 v 2).
Hiermede is echter niet het gehele verhaal verteld, alleen maar het ervaren van -zeg- 98% van alle mensen, die ooit geleefd hebben, leven of zullen leven.
Er is een kleine groep, die door de genade van God in een tijd leeft, waarin het mogelijk en bekend en ontsluierd is, dat er een doop ín en een vervulling mét de Heilige Geest van God bestaat.
De mensen, die daarin helemaal en helemaal doorgaan, worden de helden van Openbaring 11 v 11 en 12 en- voor zover ze leven op het moment van Jezus' wederkomst, de helden van 1 Corinthe 15 v 51.
Streef naar de vervulling met Gods Heilige Geest, Niem. Kijk na, wat ik daarover in BIJBELSTUDIE al gezegd heb en D.V. nog gá zeggen.
In deze tijd, die naar de grote ontknoping jáagt, kan je niet met mínder toe. En méer is niet nodig.
Daag Ger
|
|
|
|
Reacties op bericht (0)
|