 |
|
 |
gedachtewisseling in vriendschap |
|
 |
02-01-2006 |
Komt van God alleen het goede? |
Dag Niem,
Ik herhaal hieronder nog even je vraag:
Ik heb de laatste tijd regelmatig gelezen dat mensen God zien als liefde en er alleen maar goede dingen van hem vandaan kunnen komen en de moeilijke niet hoe denken jullie hier over?
Mijn antwoord:
God is liefde....( 1 Johannes 4 v : dat staat als een paal boven water.
Hoe is dan al het leed te verklaren dat over de wereld heen davert.
In zijn liefde heeft God een omtuining voor de mens gemaakt. (Zie voor het woord 'omtuining' ook Ezra 9 v 9, NBV- vertaling -1951-;in '2004: 'veilige muur'). Heel duidelijk lees je daarover in Richteren (nu Rechters) hoofdstuk 6. Niet dat het niet overal staat vermeld, maar deze schriftplaats heb ik bij mijn bijbelstudie gisteren nog gezien en die zit dus vers in mijn hoofd. ........... In verzen 7-10 wordt gezegd: "Ik (God): - ben het die jullie uit Egypte heeft geleid - ik heb jullie verlost uit de slavernij - Ik heb jullie bevrijd uit de greep van de Egyptenaren - ....en van de volken die jullie híer bedreigden.
Die heb ik voor jullie weggejaagd en ik heb jullie hun land gegeven. En ik heb jullie gezegd: 'Ook al wonen jullie nu in het land van de Amorieten...hun goden mogen jullie niet vereren, want: IK DE HEER BEN JULLIE GOD'
Maar jullie hebben niet geluisterd naar wat ik zei". ........... En is dit niet het verhaal van ons allen, geredden , begenadigden in Christus. Heeft de HEER ons niet állen: - gered uit de klauwen van de duivel en de wereld en onze eigen, tegenstrevende natuur - verlost uit een onvruchtbaar leven van zwoegen en sloven...voor 'niks' - heeft de Heer niet een heerlijke nieuwe omgeving van gebed en dankzegging en veiligheid voor ons bereid. - en is het niet zo, dat hij slechts heeft gewaarschuwd, dat we niet moesten terugkeren naar de oude , nare dingen. - En is het niet zo, dat dat terugkeren toch nog te veel gebeurt.
Stel je dat nu zó voor: er is een vaste, veilige, omtuining, een soort 'palissade', waarachter wij, gelovigen, veilig zijn in de hoede van God. Daarbuiten loert het wilde beest, de duivel, met vele andere wilde beesten, de demonen. Zodra wij door achteloosheid 'Gods omtuining' verlaten, houdt de duivel ons in het oog en op een geschikt ogenblik, wanneer wij ver genoeg zijn weggedwaald, grijpt hij ons, en tracht ons door leed of verleiding of wat dan ook naar de duisternis te sleuren. Dat leed en die moeiten komen tot ons voor onze eigen verantwoordelijkheid en door de verleidingen van satan, die van een moment van achteloosheid gebruik maakt. "Eén uur van onbedachtzaamheid Kan maken dat men jaren schreit".
Echter: satan is 'de wetteloze'. Hij waagt zich ook 'binnen de omheining' en bezorgt de gelovigen , die heel niet willen afwijken van God, wiens liefde zij ontdekt hebben en jegens wien zij tot wederliefde bereid zijn, ook veel moeiten.
Maar al die verzoekingen door satan zijn beproevingen van Godswege. Elk mens moet proeven ondergaan. Dat moesten de Israelieten indertijd al; in Deuteronomium 8 v 2 staat die beroemde tekst: "Denk aan de tocht die de HEER uw God, u door de woestijn heeft laten maken, veertig jaar lang. Hij wilde u zijn macht laten voelen en u op de proef stellen, om te ontdekken wat er in uw hart leefde: gehoorzaamheid aan zijn geboden of niet".
Even persoonlijk: ik trek nu 83 jaar door dit leven, dat niet altijd als een woestijn aanvoelt, maar waar ik de verleidingen van de duivel toch dikwijls heb ondervonden en nog ondervind. De Heer heeft mij op de proef gesteld of het goud van het geloof bij mij gevonden werd. En als dat goud te voorschijn kwam dan was het nog zíjn genade. Want Jeremia 31 v 18 leert: "Breng mij bij u terug...laat mij terugkeren, want u HEER, bent mijn God" (vertaling 1951: "Bekeer mij , dan zal ik mij bekeren, want gij HERE, zijt mijn God".)
Dat de Heer de proef neemt met elk lid van de mensheid, is een redelijke zaak. Zoals wij met andere mensen graag willen weten: 'welk vlees wij in de kuip hebben', zo wil God graag weten, 'hoeveel géest er in ons is'.
De slechte dingen in ons leven, hoe dan ook gekomen, zijn een gevolg van de verleidingen van de duivel en van ons eigen meewerken aan zijn lelijke spel.
Maar....nu komt er even iets móeilijks. Omdat God almachtig is, kan er niets omgaan buiten die almacht.
En nu krijg je even een tekst van me, waar je wel rechtop bij zult gaan zitten. Jesaja 45 v 6/7 zegt; "Zo zal iedereen van oost tot west weten dat er niets is buiten mij. Ik ben de HEER , er is geen ander die het licht vormt en het donker schept die vrede maakt en onhei schept. Ik ben het, de HEER, die al deze dingen doet".
Dus: hier staat, dat God die liefde is, het onheil schept evenals de vrede. Dit lijkt moeilijk...maar de duivel met zijn slechte verzoekingsstreken...ons wel of niet stand houden in allerlei verzoekingen...het is allemaal nodig: als steigerwerk bij Gods grote, eeuwige tempel, nu in aanbouw. Al deze dingen zijn nodig in het kader van 'de proef'. - zijn wij steigerwerk, dat opgeruimd wordt, wanneer het gebouw van God gereed is - of zijn wij een steen of misschien zelfs een zuil in dat wonderbare bouwwerk.
Niem; houdt echter dít voor ogen: - God wil dat alle mensen behouden worden en tot erkentenis van de waarheid komen, (1 Tim 2 v 4) - Wij gelovigen hebben een gebouw van God in de hemelen, niet met handen gemaakt, een eeuwig huis, (2 Corinthe 5 v 1). - Bied weerstand aan de duivel en hij zal van u vlieden, (Jacobus 4 v 7). - Nader tot God en hij zal tot u naderen, (zelfde tekst). - deze belofte ligt er: "Zij hebben de duivel overwonnen door het bloed van het lam en door het woord van hun getuigenis", (Openbaring 12 v 11). - God kan door het kwade niet verzocht worden en hij brengt ook niemand in verzoeking, (Jacobus 1 v 13). - God is éen. Voor hem sidderen de demonen, die dat volkomen nauwkeurg weten, die zijn heiligheid en volkomen afgescheidenheid van het kwaad kennen, (Jacobus 2 v 19).
Daag Ger
|
|
|
 |
Reacties op bericht (0)
|