Dag allemaal,
Dit waren dus de vragen:
1:Ik heb een vraag over mattheus 16-28.
Daar staat het volgende: 28 [16:28] Mark 9:1. Luk 9:27.Voorwaar zeg Ik u: Er zijn sommigen van die hier staan, die de dood niet smaken zullen, totdat zij de Zoon des mensen zullen hebben zien komen in Zijn Koninkrijk.
Dit zegt Jezus tegen zijn discipelen. Weet iemand hoe ik dit moet nterpreteren? Nu staat er dat enkelen van hen nog levend zullen zijn als bij zijn terugkeer op de wolken. Betekent dit dat dit al snel - nog in de nieuw-testamentische tijd- moet zijn gebeurd? Of dat sommige discipelen simpelweg niet zijn gestorven?
Hoe moet ik dit zien? Bij zoeken op google wordt deze tekst voornamelijk gebruikt om het christendom onderuit te halen. Oftewel, Hij zou haastiglijk komen maar Hij is er nog steeds niet.
2: Zie ook verder in Mattheus 24 vers 34: Voorwaar, Ik zeg u, dit geslacht zal geenszins voorbijgaan, voordat dit alles geschiedt. De hemel en de aarde zullen voorbijgaan, maar mijn woorden zullen geenszins voorbijgaan.
Ik weet niet zo goed wat ik hier mee aan moet. Het lijkt wel of Jezus zegt dat Hij in die generatie nog verwacht terug te komen.
Twee vragen over moeilijke bijbelgedeelten; Ik geef nog eens even de NBV, niet om de moeilijkheden kleiner te maken, maar om alles nog eens helder vóor ons te hebben:
Matth 16 v 28: Ik verzeker jullie: sommigen van de hier aanwezigen zullen niet sterven voor ze de komst van de Mensenzoon in zijn koninklijke heerschappij hebben meegemaakt
Matth 24 v 34. Ik verzeker jullie: deze generatie zal zeker nog niet verdwenen zijn wanneer al deze dingen gebeuren.
Eerst Matth 16 v 28 maar eens.
Na kennisneming van wat daarover in 'de korte Verklaring' is geschreven, heb ik, de bedoeling daarvan vrij weergevende en die sterk aanvullende met wat mij tijdens het schrijven te binnen schoot, de volgende mening. ............... Onze Heer lichtte zijn tijdgenoten niet nauwkeurig in over de verschillende stadia van zijn verheerlijking. Dat konden ze toch niet dragen. Als hij bijvoorbeeld over zijn opstanding uit de doden sprak, dan bleef dat helemaal en helemaal voor hen verborgen. Onze heer Jezus Christus sprak wel veel over zijn verheerlijking, zijn heerlijke terugkomst en dergelijke, maar de mensen van tóen stonden te dicht op de feiten, dan dat ze ook maar bij benadering een opeenvolging in die gebeurtenissen konden waarnemen. In hun idee lag alles in éen vlak. Toen de Heere dan ook in v 27 sprak over zijn grote oordeelvelling, ook beschreven in Matth 25, klonk het in hun oren als 'behorende tot de raadselachtige toekomst'.
En eigenlijk zegt Jezus in v 28: "Nog vóor hun dood zullen sommigen van jullie die heerlijke toekomst beginnen te zien. En gelijk zal dan aan hen duidelijk worden, dat al die gebeurtenissen, waarover de vele uitspraken van mij handelden, in elkaars verlengde liggen".
Die mensen zijn de echte doordouwers. Zij zijn Jezus trouw gebleven door alle verschrikkingen rond Golgotha heen en door dat trouw blijven gaan zij 'de lijn zien'.
Maar er zijn ook mensen, die de voortgaande lijn nooit zullen zien, omdat zij: - of Jezus niet trouw bleven - of hem wel trouw bleven, maar niet tot helderder inzicht konden komen.
Zo bezien heeft dit woord een volkomen actuele waarde: jullie, mensen van de 21 ste eeuw, blijf ook nu de altijd maar voortgaande lijn zien. Dan zie je steeds meer van de heerlijke toekomst, die nu al aan het beginnen is. Word van een 'kijker' een 'ziener', die door alle verwarring van het heden heen de komst van de Mensenzoon en zijn koninklijke heerschappij ziet baanbreken, die heerlijkheden eigenlijk al 'beleeft'.
Deze woorden van Jezus zijn dus geen raadselachtigheden, maar vormen een aansporing, mede door die aanhef: 'ik verzeker jullie', (voorwaar...voowaar)....en dan komt er altijd een 'grondwet van het koninkrijk'.
Over Matth 24 v 34 kan ik nu kort zijn. Ook hier wordt in een enkele uitdrukking het hele complex van toekomstige gebeurtenissen, Jezus betreffende, samengevat; zijn dood, zijn opstanding, zijn hemelvaart, zijn wederkomst, zijn 'gezeten zijn ten gerichte'.
En van de mensen, die er toen stonden, die generatie, zouden er zijn, die tijdens hun verdere leven steeds meer van de legpuzzle zouden ontwarren en blij uitroepen: "O....wat zie ik nu veel meer, van wat er gaat geschieden met en door onze Heer Jezus Christus. Ik ben zo blij dat hij zijn Heilige Geest heeft gegeven om ons verstand te verhelderen".
En nóg is ook hier de volkomen actualiteit: zorg dat je behoort tot 'deze generatie', de gelovigen, die door alle verwarring van de duizenden stemmen in deze tijd de zachte, maar nadrukkelijke ondertoon leren verstaan van Gods tempel, die aan het gereedkomen is en die eens op aarde zal nederdalen, (Op 21).
Daag Ger
|