|
|
|
gedachtewisseling in vriendschap |
|
|
03-04-2008 |
Ik moet altijd 'van binnen in' zo vloeken. |
Dag Rijn!!!
Dat is een tijd geleden dat wij elkander schreven hè.
Maar nu heb ik toch weer een advies voor je, denk ik, na alle goede dingen, die er al gezegd zijn.
Je weet wat Efeze 6 v 12 zegt; "Onze strijd is niet gericht tegen mensen maar tegen hemelse vorsten, de heersers en machthebbers van de duisternis, tegen de kwade geesten in de hemelsferen".
Kort gezegd; de duivel is onze voornaamste vijand. Hij komt telkens even langs om te kijken of hij iets kan verzieken, een kind van God onrustig kan maken. Zo'n plagerij gebruikt hij dan weer om te kijken of hij ergens een breekijzer in kan zetten en meer kwaad stichten.
Maar de bijbel zegt; Jacobus 4 v 7: "Onderwerp u dus aan God, en verzet u tegen de duivel, dan zal díe van u wegvluchten".
Wel Rijn, zolang als ik je nu ken, was er altijd een begeerte bij je om je aan God, die je liefhebt , te onderwerpen, hem te gehoorzamen.
Maar wanneer van die absurde gedachten in je opkomen, zoals: - willen vloeken - met borden smijten - iemand een glas water in zijn gezicht gooien - ..en dat soort dingen meer... want er zijn legio van die vervelende dwanggedachten, die opeens bij je kunnen opvlammen of die je geregeld hebt...
zeg gewoon in jezelf: "Wijk satan...ik hoor bij Jezus..". Zeg het intens, met liefde voor God en zijn heilig Kind.
En dat is zó geloofsopbouwend, zelfs al komen die gedachten wel weer eens terug. Want de duivel vlucht wel, maar van Jezus staat geschreven: "Daarna liet de duivel hem met rust, en meteen kwamen er engelen om voor hem te zorgen", (Matth 4 11).
Maar jij weet ook wel, dat de duivel, nadat hij voor dit keer bij Jezus was afgedropen, wel weer eens bij dezen langs kwam.
Echter: een kind van God, dat zich dapper tegen de duivel verweert, kan op engelenbijstand rekenen. Alleen merk je dat soms niet direct of weet je niet, waar die verlichting en verruiming vandaan komt.
Vanmorgen waren mijn vrouw en ik allebei zo heel erg náar. En gezien onze leeftijd, 83, was het echt verontrustend. Maar we streden en baden. En er kwam uitredding; later was er weer verademing.
En hóe God dat nu deed?: - waren het engelen ? - was het 'gewoon' gebedsverhoring op een andere manier...
In ieder geval; het kwaad vlood van ons.
Daag Ger
|
|
|
|
Reacties op bericht (0)
|