Dag X,
Je geestelijke liefde tot Maria en je verering kan ik goed begrijpen. Ik zie daarachter een diepe verering voor onze Heer Jezus Christus.
Maar om Maria nu medeverlosseres te noemen, dat gaat mij te ver....veel te ver.
Zeker, ze was een opmerkelijk iemand. Ze dichtte bijvoorbeeld 'de lofzang van Maria', (Lucas vanaf 1 v 46): "Mijn ziel prijst en looft de Heer, mijn hart juicht om God, mijn redder: hij heeft oog gehad voor mij, zijn minste dienares. ALLE GESLACHTEN ZULLEN MIJ VOORTAAN GELUKKIG PRIJZEN, ja ...grote dingen heeft de Machtige voor mij gedaan Barmhartig is hij ; van geslacht tot geslacht, voor al wie hem vereert Hij toont zijn macht en de kracht van zijn arm en drijft uiteen wie zich verheven wanen, heersers stoot hij van hun troon en wie gering is geeft hij aanzien. Wie honger heeft overlaadt hij met gaven, maar rijken stuurt hij weg met lege handen. Hij trekt zich het lot aan van Israel, zijn dienaar, zoals hij aan onze vorouders heeft beloofd. hij herinnert zich zijn barmhartigheid jegens Abraham en zijn nageslacht, tot in eeuwigheid".
Wat een schitterende woordkeus. En weet je , wat zo opmerkelijk is: er komen zoveel elementen in deze lofzang voor, die doen denken aan de lofzang van Hanna, waarvan 1 Samuel 2 v 1- 10 spreekt. Dit alles wijst wel op een goede schriftkennis en een gedegen opvoeding door haar ouders, zeer opmerkelijk in een tijd, toen er rabbinale uitspraken opgeld deden als: "Men moet vrouwen niet wijzer maken, door ze 'de wet' in handen te geven".
Na zó Maria in de hoogte gestoken te hebben, wil ik toch even een minpuntje noemen, niet om jou te bedroeven X, maar ik acht het belangrijk om het toch even te vermelden: Marcus 3 v 21 en 22 vertellen: "Toen Jezus' verwanten hiervan hoorden, gingen ze op weg om hem, desnoods onder dwang, mee te nemen, want volgens hen had hij ziijn verstand verloren".
En dat 'hiervan' wijst op éen van die massa-bijeenkomsten, die alom opschudding verwekten.
En Matth 12 v 46 zegt over deze zelfde episode: "Terwijl hij nog met de mensen in gesprek was, dienden zich buiten zijn moeder en zijn broers aan. Ze vroegen hem dringend te spreken".
Uit dit gebeurtenisje blijkt, dat op zeker ogenblik de moeder en (half) broers van Jezus het toch echt even niet met hem zagen zitten. Ze moeten gedacht hebben, dat hij op zijn minst 'zwaar overspannen' was.door alle gedoe om hem heen, met Farizeeën,. die hem uitscholden voor 'duivelsknecht' enz enz
Nu ja, ik wil dit even noemen, maar de hoofdzaak is toch wel, dat jij zegt, dat Maria bij weigering alle mogelijkheid had weggenomen om de Zaligmaker te doen komen.
Dat deed ze niet en daarom zullen alle geslachten haar gelukkig prijzen. Maar de verlossing is er toch enkel en alleen door onze Heer Jezus Christus. God geeft geen enkele aanwijzing van het tegendeel, Jezus zélf zegt heel exclusief: "Ik ben de weg, de waarheid en het leven. Niemand komt tot de Vader dan door mij: ( Niet dus door Maria en dan door Jesus. De canon .... ik erken de apocrieve geschriften niet , die er in steeds aanzwellende menigte zijn ....spreekt er niet over en ....Maria rept er niet over in haar lofzang.
Ik denk , dat wij Maria het beste de haar toekomene eer geven, door de woorden van haar lofzang voor onze rekening te nemen en te belijden:
God... zullen wij prijzen en loven, want: - hij heeft oog gehad voor ons, in ellende maar voorthollend - hij doet grote en machtige dingen - hij is heilig ook in zijn naam - hij is barmhartig voor zijn vereerders - hij is niet alleen vol kracht en macht, maar hij toont die macht en die kracht ook - hij stoot machtigen van de troon en verhoogt nederigen - hij doet nu alles, wat hij van oudsher al had beloofd.
Daag Ger
|