In Tule ( Mexico) staat een indrukwekkende boom: 56 meter omtrek, 42 meter hoog en 2000 jaar oud. De boom staat in Oaxaca, in het Zuiden van Mexico.Oaxaca kwam dit jaar ondermeer in het nieuws door de betogingen van de leraars en de studenten. Er groeide een volksbeweging, Appo, die de democratie van onder wilde opbouwen. Het leger en de politie schoot met scherp op de manifestanten, een Amerikaanse vrijwillige journalist van Indymedia overleed. Op 17 december begonnen de speciale politietroepen zich terug te trekken uit Oaxaca. Meer dan drie maanden bezetting van de stad zijn hiermee nog niet ten einde, een speciale eenheid van 500 man blijft nog ter plaatse om de speciale zone, waarin samenscholingen en betogingen verboden zijn, in het oog te houden.
Het doet me denken aan een spandoek " Un pueblo sin raices,es un pueblo sin futuro".- Een volk zonder wortels, is een volk zonder toekomst. Dit spandoek hing op aan de ingang van het museum van Palenque. De Mexicaanse regering was van plan de musea te privatiseren.Het gevolg voor de werknemers was dat zij hun statuut van ambtenaar kwijtspeelden.
De protesten in Mexico duren reeds een tiental jaren. Op iedere markt in iedere stad protesteren boeren, studenten, verplegers,leraars, studenten tegen het neo-liberale beleid van de regering. De toestand in Mexico wordt steeds hopelozer: niettegenstande economische groei, is de aangroei van de tewerkstelling desastreus. Er is enkel een aangroei van de informele werkgelegenheid, van het zwartwerk dus. De reguliere tewerkstelling krimpt verder. Dit is voor de mensen een ramp.Een van de milleniumdoelstellingen is "waardig werk". Duidelijker ware : regulier, officieel werk met alles er op en er aan: ook sociale zekerheid.
Gisteren een Cubaanse delegatie van de vakbond op visite in Brussel. Osiris, Ramon en Raymundo kwamen in Cubaanse termen uitleggen hoe en wat er in de vakbond beweegt. Osiris is nieuw en heeft het moeilijk moeilijk met de koude. Niet alleen de temperatuur maar ook de kille en afstandelijke werkrelaties is zij niet gewoon. De vlakke vergaderingen, het strakke werktempo en het gebrek aan menselijke warmte vergen heel wat van haar aanpassingsvermogen. Raymundo is de nieuwe verantwoordelijke voor internationale relaties van de vakbond. Als dokter luistert hij geduldig en poogt een heldere diagnose te stellen. De ziekte noemt: te weinig permanente communicatie tussen de Cubaanse en Belgische vakbond. Maar de Cubaanse vakbond werkt dan ook in een totaal andere context dan de Belgische vakbond. In Cuba is er geen privé-bezit, de arbeiders zijn de eigenaar van de productiemiddelen zoals dat allemaal mooi in theorie benoemd wordt. In de praktijk blijkt er daar mee heel wat mis te lopen: omwille van allerlei redenen ( gebrek aan grondstoffen, geen vervoer, slechte planning) kunnen de Cubaanse arbeiders niet meteen de productiefste ter wereld genoemd worden. Daar moet de vakbond dus wat aan doen: er wordt een plan gemaakt dat per bedrijf moet gerealiseerd worden en waarbij de arbeiders beter moeten betrokken worden. Een tweede punt waar de komende jaren werk van gemaakt zal worden is de kloof tussen de vakbondskaders en de arbeiders. Blijkbaar zitten de 5000 vakbondsvrijgestelden te veel op hun buro en zijn ze niet genoeg op de vloer aanwezig.Ze luisteren ook niet genoeg naar de problemen van de arbeiders. In Cuba zijn dergelijke analyses nieuw... misschien het begin van een veranderende vakbondscultuur ? Vamos a ver.
Hoogdagen voor de consument: in volle drommen stormen zij de eindejaarsdagen door winkelstraten en winkelcentra. Juichend verklaart Banksys dat opnieuw een pinrecord gebroken werd en dat er de komende dagen opnieuw records zullen sneuvelen. In het TV-nieuws wordt dit als hot item als eerste bericht gebracht.
Ik zou er geen letter aan vuil maken indien er geen nieuwe ideologie achter stak. Iedereen doet met zijn geld wat hij wil. Alleen hier gaat het wel degelijk over de toegenomen macht van de consument tegenover de productenmakers, de politici, de markteconomie. Consumentenzaken werd niet voor niets de twistappel tussen Socialisten en Liberalen: er waren stemmen mee te verdienen. Maar het consumentisme is ingebed op de groeiende individualisering.
Het komt, zoals veel overgewaaid uit de USA: de driepoot consumentisme, globalisme en informatisering zorgt voor steeds meer liberalisering. Onderverstaan voor steeds meer welvaart. Onderverstaan voor steeds meer geluk.
Ik voel me geen knorrepot, maar kan me toch niet van de indruk ontdoen dat die win-win situatie die men ons wil verkopen eigenlijk niet bestaat. Wij kunnen kopen, anderen niet. Zij zijn gewoon arm. Dus zweven op de wolkjes door de winkelstraten geeft me een onvoldaan gevoel ..
De RTBF- uitzending " Ceci n'est pas une fiction" toont waar ons land sterk in is: in surrealisme. Het overdoen van de radiostunt van Orson Welles: de landing op de aarde van marsmannetjes bracht meer dan 90 jaar geleden gans Amerika in rep en roer. Het bewees eens te meer de macht van de media: wat gedrukt, wat door de ether raast moet wel waar of gebeurd zijn. Alleen op 1 april zijn frivoliteiten toegelaten. Het ligt dus niet specifiek aan de zogenaamde lichtgelovige RTBF-kijkers, maar aan de macht en de invloed van de media. De media krijgen steeds meer invloed door het wegvallen van het natuurlijk samenlevingsverband onder de bevolking: wij worden met andere woorden steeds eenzamer en hebben steeds minder mogelijkheden om informatie af te checken en te controleren. Media wentelen zich iedere dag wel graag in hun toegenomen invloed. Yves De Morgen is een mooi voorbeeld daarvan: hij vult niet alleen redactionele koloms, praat politieke programma's vol , schrijft boeken, modereert panels... kortom je vraagt je af waar en wanneer hij zijn info allemaal kan bijeenscharrelen en nog dubbelchecken ook. Waarom Yves hier ter sprake brengen ? Wel , hij gaf een interview een twee-tal jaren geleden waarbij hij perfect de ideeën uit de RTBF-uitzending weergaf : door de NEE-houding van de PS zou Belgie onafwendbaar scheiden.Alleen daar hoor je hem vandaag niet meer over praten. Vreemd, zo surfen op de mediagolven zonder controle.... je mag visionnair niet te veel verwarren met surrealisme....
Een jaar na het generatiepakt zitten de vakbonden en de werkgevers nog steeds op dezelfde knoop: wie mag er nog op brugpensioen voor 58 jaar ? In het generatiepakt was er een uitzondering voorzien voor de zware beroepen en voor de bedrijven in herstrukturering. Eerst de herstruktureringen: het kan iedereen overkomen. Van vandaag op morgen blijkt uw bedrijf plots verlieslatend. Grote bedrijven omdat men op de hoofdzetel beslist dat uw bedrijf weg moet. Meestal zelfs onafhankelijk van de objectieve winstcijfers of de flexibiliteit. Grotere bedrijven krijgen dan de kans op brugpensioen vanaf 50 of 52 jaar, afhankelijk van het aantal jobs dat weggesanneerd moet worden of van het aantal vrijwilige vertrekkers. Dat aantal vrijwillige vertrekkers hangt dan ook af van de voorwaarden en de premies die aan vrijwillige vertrekkers gegeven wordt. Maar meestal zijn de vrijwillige vertrekkers jongeren: zij hebben nog zicht op een andere job. Want vanaf 45 jaar ben je "out" en niet meer welkom bij de werkgevers voor een gewone job. Wel om via uitzendarbeid de gaatjes te vullen. En dan de zware beroepen. De werkgevers willen die beperken tot de bouw. Zij vatten het begrip zwaar werk dus letterlijk op. Je moet gekraakt zijn . Psychologische druk, zoals bij de geldkoeriers, telt niet mee. Maar ook de zorgberoepen werden reeds jaren geleden erkend als zwaar beroep en de verpleegsters kregen de mogelikheid tot een vervroegde uitstap aan gunstige voorwaarden of de mogelijkheid om minder te werken. Een mooie definitie van zwaar werk is simpel: als je het werk niet meer aankan, met andere woorden, als het te zwaar wordt dan moet je minder kunnen werken of kunnen stoppen. En als je dan gans je leven keihard gewerkt hebt waarom zou dat dan niet mogen onder goede voorwaarden ?
Gisteren even een doctoraatsverdediging bijgewoond over de relatie tussen schrijvers en politiek. Het kader waarin de discussie plaats vond was een statig universiteitsgebouw. De rode portabel en de projectieapparatuur staken schril af tegen het middeleeuws kader. Alleen, de discussie verliep in het Engels, niet in het Latijn.Internationale communicatie met een zekere wereldvreemdheid is steeds een universiteitskenmerk geweest. Geleerde proffen gaven hun visie en hun mening over het voorliggend stuk. Meestal hun eigen mening, meestal tendenzieuse vragen waar zij zelf best het antwoord hadden willen op geven. Sacha antwoordde voorzichtig, beleefd zonder evenwel zijn standpunt weg te duwen. Ach ja, waar ging het juist over en vooral wat begreep ik er van ? Eerst de vele vragen : Hoe verhouden schrijvers zich tot het regime en de politiek en heeft die progressieve Avantgarde eigenlijk iets helpen veranderen? Of is kunst niet in staat iets te veranderen. Of moeten we de mooie verhaaltjes klasseren als klatergoud, zonder invloed op politieke veranderingen ? Of is iemand die een goed discours heeft , een politicus die het kan maken ? Het zijn allemaal vragen die we vandaag evengoed in de krant lezen, je hoeft maar aan een J-M Dedecker te denken en je af te vragen of die het inderdaad zal maken ? Sacha vindt alvast dat democratie zo belangrijk is dat enkel in die omstandigheden invloed van kunstenaars mogelijk is. Hij heeft een visie.Beperkt tot figuren zoals Van Ostayen en Marinetti, het kleine verhaal van enkele schrijvers, niet het grote verhaal. Eerst zal hij de vele kleine verhalen schrijven, wellicht komt hij bij zijn emiritaat tot het grote verhaal. Als uitsmijter: Mooi is de autoritaire uitspraak van Van Ostaijen: " Ik zal U zeggen hoe jullie zullen leven in de toekomstige maatschappij: jullie zullen allen vrij moeten leven" Graag, maar dat moeten is er te veel aan...
De Europese commissie riep 2008 uit tot het jaar van de intraculturele dialoog. Met een budget van 10 miljoen Euro. Wie warmt zich op om uit de pot een en ander te kunnen finacieren ? Europese lobbymannen kunnen aan het werk. Maar de gewone man : zal die daar iets van zien ? Het probleem is natuurlijk simpel: hoe meer landen er bij Europa aansluiten: hoe meer culturele verschillen er zijn en hoe maar talen de communicatie tussen de burgers bemoeilijken. De vertalingen kosten niet alleen handenvol geld, er is steeds meer nodig. Want naast de bestaande talen is er ook de waarborg dat iedere burger in zijn eigen taal een brief aan de Europese instellingen mag schrijven. Hoe financieert de Commissie dit allemaal. Je kunt het bijna niet geloven: door besparingen. Om het eigen personneel op te leiden was er een legertje lesgevers in dienst van de Europese commissie.Die werden afgedankt wegens onvoldoende flexibel. De taalcursussen die Europa voor zijn ambtenaren organiseert werden uitbesteed aan de grote taalinstituten. Op hun beurt werken die taalinstituten met zelfstandigen die per opdracht werken en volgens offerte. Uiteraard aan de laagst mogelijke prijs.Twee maal kassa op de rug van de lesgevers. Maar er is meer: die taalcursussen worden natuurlijk afgesloten met examen. Zo controleer je lesgevers, instituten en lesvolgers op de te bereiken resultaten Maar die "examens" zijn ook verdoken testen om een promotie te kunnen krijgen. Haalt men een bepaald nivo niet, dan grijp je gegarandeerd naast de promotie. Wat Europa doet met zijn ambtenaren, wil ze best met ons allemaal. Kil Europa, het belooft voor het jaar van de interculturele dialoog voor de bourgondiers onder ons...
De vakbonden staan in Palestina voor een moeilijke opgave: hoe in een bezet gebied de rechten van de werknemers verdedigen. Atef en Mohammed willen via een AC-Fos-project het onmogelijke doen: een inventaritie van de bedrijven op de Westbank en de werknemers, opleiding voor delegees organiseren over veiligheids- en gezondsheidsproblemen, de sociale dienstverlening versterken... Om dit te doen krijgen ze een klein budget, in spetember volgend jaar gaan we de stand van zaken evalueren. Maar Atef zegt dat geld niet het belangrijkste is. Hij heeft begrepen dat er in België een rijke vakbondstraditie bestaat en veel know-how aanwezig is om de problemen van de arbeiders in de bedrijven aan te pakken en op te lossen. Tijdens de voorbije week zag hij hoe de vakbond in de bedrijven het vertrouwen van de arbeiders geniet via de delegees. Dit wordt hun project en daar moeten en kunnen wij hen bij helpen.Atef spreekt met de tranen in de ogen over de herontdekkening van een verloren, gebroken droom. De droom van het socialisme, niet boven en naast, maar met de arbeiders. Wanneer ik hen naar de luchthaven voer beginnen Mohammed en Atef te zingen. Zij leggen mij uit dat het een oud arabisch lied is. Over een vriend die je verlaat en wellicht nooit terug ziet. Maar met melancholie en veel gevoelens: dankbaar voor de ervaring, triestig voor het afscheid maar met hoop voor de toekomst. Ik heb nieuwe syndicale vrienden, daar ver weg in Palestina
De Palestijnse economie is volledig afhankelijk van Israel. Door de bouw van de muur wordt de wurggreep steeds adembenemender. Voor het afsluiten van de grenzen en de instalatie van de militaire checkpoints werkten 160.000 Palestijnen in Israel, vandaag nog 40.000. Dit verlies aan arbeidsplaatsen heeft een 10-dubbel effect op de gezinsinkomens. Een inkomen zorgde niet alleen voor gans het gezin,maar ook voor broers en zussen. Mohammed werkte een paar jaar in Israel.Trots vertelt hij mij dat daardoor zijn broers konden studeren. Bij zijn thuiskomst uit Israel kwam hij beladen met vlees voor de ganse familie thuis.Zijn moeder barstte in tranen uit: hoe zij nu een feestmaal klaarmaken wanneer haar zoon de groenten vergat ? Een klein drama, binnen een groter drama van een overlevingseconomie. In Palestijna werkt 160.000 man voor de staat, de Palestijnse autoriteit. Door het stopzetten van de Internationale subsidies worden zij sinds maanden niet, of slechts een klein deeltje van hun loon betaald. De onderwijzers beslisten te stoppen met staken omdat de ouders bij hen aandrongen om de opvoeding en de toekomst van hun kinderen niet in gevaar te brengen,ook al werden zij niet betaald. De muur en de checkpoints(zo'n 600 in Westbank) maken werken en studeren gewoon onmogelijk. Proffen en studenten moeten koten en appartementen huren om de lessen te kunnen laten doorgaan. Israelische militairen controleren checkpoints minitieus. Laten Palestijnen slechts met mondjesmaat door de controle. Soms duurt dat 10 minuten,soms uren. Het begrip tijd vervaagt,afspraken kunnen relatief zijn... onbegrijpelijk voor ons. Want time is money of inkomen ?
Tijdens de discussies met de Palestijnse gasten valt dikwijls het woord Hamas. Hamas is een nieuwe partij die ontstond uit het Islamitische broederschap. Zij veroverden op zeer korte termijn de meerderheid in de verkiezingen, een groene Tsunami. Door het feit dat Fatah er maar niet in slaagt de Palestijnse droom op een eigen staat waar te maken. Door het feit dat extremisten meer en meer aanhang krijgen en een symbool worden voor een nieuwe droom: een wereldwijde Islamitische revolutie.Atef zegt dat de uitslag van de verkiezingen moet gerespecteerd worden. Democratie en verkiezingen kunnen niet gemanipuleerd worden, indien de verkiezingsuitslagen de grootmachten niet bevallen. Het gevolg is een internationale isolatie voor minstens vier jaar. Atef zag het aankomen: reeds 20 jaar geleden ageerden de moslimbroeders in de universiteiten voor de scheiding van mannen en vrouwen in de scholen, voor het dragen van hoofddoeken en voor het terugdringen van de vrouwen uit het publieke forum. Hamas heeft zelf een vakbond opgericht om zijn invloed te versterken. Atef vindt dit geen echte vakbond: zij zijn gericht op liefdadigheid. Toen een verpleegster aan de voorzitter van de Islamitische bond vroeg wat haat te doen stond, nu haar loon zou verminderd worden, zei die: " God (Allah) zal dit oplossen". Toch is Hamas een gevaarlijke extremistische partij die teert op de angst en de wanhoop van de Palestijnen.Zij hebben in Israel, maar ook werelwijd,objectieve bondgenoten. Rechtse partijen, zoals Likoud en George Bush, die willen dat de oorlog verder gaat, die willen dat de bezetting verder duurt. Het Palestijns-Israelische probleem is geinternationaliseerd. Syrie, Egypte, de US, Jordanië heel veel landen trekken aan de touwtje en proberen machtsposities in het midden-oosten in te nemen ten koste van de Palestijnen.De beste onderhandelingen en oplossingen kwamen steeds in zicht als Israel en Palestina zelf onderhandelden.
De voorbije week was het wel even stil op de blog. Een Palestijnse delegatie was te gast. Atef en Mohammed werden uitgenodigd om te komen vertellen wat er juist schort in hun bezette land. Ik trok een weekje met hen rond. De start was al moeilijk. Vrijdagmorgen vertelde een mail van Atef mij dat ze niet wegkonden uit de luchthaven van Amman. Vanuit Nablous hadden ze alle Israelische checkpoints doorstaan, alleen zaten ze met een tikket van Britisch Airways geblokkeerd. Groot-Britannie behoort niet tot de chengengroep en ze hadden een speciaal visum nodig, het visum voor belgie volstond niet voor de transit London-Brussel. Inventief zochten zij via een taximan een nieuw tikket: Amman-Frankfurt-Brussel. Dit lukte nu wel: een dagje later dan voorzien stonden zij in Brussels Airport. Amper een uur later werden zij op ons eerste seminarie voorgesteld. Zondag was hun enige vrije dag.Zij kozen voor Brugge en de zee. Zij hebben toch zelf een zee ? Ja, het was wel twintig jaar geleden dat zij de zee zagen. Opnieuw zorgt de Israelische bezetting daar voor. Wij kunnen ons moeilijk nog een bezet land voorstellen. In Westbank alleen zijn meer dan 600 checkpoints. Daar staan Israelische militairen iedereen zijn papieren, zijn bagage te controleren. Soms ben je er door in vijf minuten, soms in twee uur. Nooit kunnen zij afspraken maken. Studenten die op 15 minuten van de Universiteit wonen moeten op kot. Proffen zijn genoodzaakt een appartement te huren.Tijd is in Palestina dan ook een ander begrip dan bij ons... Na een mosselmaal op de zeedijk wilden ze de Ensor tentoonstelling in het PMK te Oostende zien. Grote ogen bij de pentekeningen van Felicien Rops. Een kleine kultuurchock Bij hen gesluierde vrouwen, hier blote madammen.
Het is reeds jaren dat België , jawel ons landje, belooft van 0,7 % van het Bruto Nationaal Produkt te besteden aan ontwikkelingssamenwerking. Belofte maakt schuld zou je denken , maar zo eenvoudig ligt het allemaal niet.Wat en welke uitgaven er voor de berekeing van die nulkomma zeven in aanmerking genomen wordt is een zaak van de DAC,een OESO-comitte. De regering poogt natuurlijk zoveel mogelijk te laten meetellen: schuldkwijtschelding of humanitaire legeracties zijn zo een voorbeeld. Nochtans zijn we bij de rijkste landen van de wereld en 0,7 % lijkt peanuts. Want hoe moet je nu nagaan of de regering die 0,7% bereikt en hebben we het over netto of bruto. Waarmee ik bedoel: gaat het over wat de ontwikkelingslanden krijgen of gaat het gewoon over de uitgaven. Een voorbeeldje kan dat verduidelijken. Bij ieder project moet er een project voorstel gemaakt worden, meestal door een dure consultant, met een participatief planningsatelier in het Zuiden, met ambtenaren die het project moeten lezen en goedkeuren, met geld dat via een bank wordt overgemaakt. Dus vooraleer diegenen waarvoor het allemaal bedoeld is een schamele Euro ontvangen hebben reeds heel wat mensen hun goedbelegde boterham verdient. En dit is dan nog geen geld dat aan de vingers blijft plakken of een project met witte olifanten. Ik denk dat de hele santeboetik gemakkelijk 25% kost van het overgemaakte donorgeld. Dus zitten we natuurlijk nog veel verder af van de beloofde 0,7%. Daar wil onze blauwe minister best wat aan doen, hij wil het budget van ontwikkelingssamenwerking niet verhogen, neen hij wil de wetgeving zo aanpassen dat er meer naar de ontwikkelingslanden gaat en minder hier blijft plakken. Een beetje link. Want dit is wijzen met de vinger naar de NGO's. De officiele ontwikkelingssamenwerking via de BTC, na de schandaalgolven, blinkt immers nog niet uit in kostenefficientie. Maar dat zal een detail zijn. Wellicht klopt 11.11.11 een dezer dagen aan uw deur. Denk eens hoeveel 0,7% van uw jaarinkomen is voor je de enveloppe vult. Netto, na aftrek van de belastingsaftrek. Mmm, toch meer dan je eerst dacht ?
De voorzitter van de VLD kent een triest bestaan: hij moet alle mogelijke trukken uithalen om de liberalen weer in de winning mood te krijgen.Na de gemeenteraadsverkiezingen maakte hij komaf met de judocoatch van de donkerblauwen. Nu beseft hij dat het niet genoeg is om den een en den anderen buiten te kegelen, hij moet er ook nog volk bijkrijgen. In het verdomhoekje zaten de sociale blauwe organisaties reeds geruime tijd te kniezen. Het ontslag van de blauwe vakbondsleider Guy Haaze schudde de Melsenstraat wakker. Het kon niet mooier op "koppen" : " we hebben ons al te lang laten leiden door marketingstrategen, we moeten meer naar het middenveld luisteren" . Het is de eerste keer dat ik een politicus die kwote zo raak weet te omschrijven. Blijkbaar staan partijleiders in ons land voor een verscheurende keuze: "ofwel luisteren naar de mensen die zich engageren ( een oud vies woord is militanten) ofwel dikke marketingstudies lezen die het populisme moeten verbergen". Ik heb reeds lang de oplossing: die marketingrapporten kosten zeer veel, dus waarom het goedkopere alternatief niet eens aanwenden en gewoon luisteren ?
Deze week behandelt het Peruviaanse parlement 2 wetten die vanuit NGO- en vakbondsmiddens kritiek krijgen. Een eerste wet gaat over de verplichte registratie en controle over organisaties voor ontwikkelingssamenwerking. Deze NGO's speelden een grote rol in het internationaal bekendmaken van de misdaden van het Fujimori-regime. Lieve Fos zucht : het wordt nog erger dan in Rusland,we krijgen nog meer administratie, nog meer papier. In de Correo, een krant, wordt de discussie over de rol en de functie van de NGO s aangegrepen om deze af te schilderen als ultralinkse rakkers, ongewenste buitenlandse inmenging, papieren tijgers,kortom de hond bijt de hand die geeft of zoiets... Het tweede wetsontwerp handelt over de organisatie van vakbondsverkiezingen,waarbij ook niet vakbondsleden mogen meestemmen. De CGTP vindt dit een inbreuk op de syndicale vrijheid zoals voorzien door de internationale arbeidsorganisatie. De vakbonden beschouwen dit als een poging om de vakbonden onder controle te krijgen. Maar de tendens is duidelijk. de regering wil de groepen die organiseren, bewust maken, protest kunnen organiseren onder controle krijgen. Oncontroleerbare multinationale ondernemingen krijgen geen wetsontwerpen in hun nek...
De vraag die ik mij reeds geruime tijd stel:" waarom zijn ze hier zo arm ? ", vraag ik meteen aan een buur op het vliegtuig. Hij leest een boek van Andres Oppenheimer" Cuentas Chinois". Ik zag hier nog niet veel boeken lezen. En kijk, de jongeman heeft onmiddelijk een genuanceerd antwoord klaar. Vooreerst is er het feit dat alles uit Peru geexporteerd wordt en er geen toegevoegd waarde geproduceerd wordt waarmee het land tewerkstelling en rijkdom kan voortbrengen. Daarbij is er de galopperende inflatie, die het vertrouwen in de economie ondermijnt. Een derde reden is de corruptie in Latijns-Amerika. De staat is verziekt door vriendjespolitiek en er is een gebrek aan goede experten in de ambtenarij. Een voorbeeld ken je wel, zegt hij glimlachend. Zoals in Mexico is de politie overijverig met het uitdelen van parkeerboetes: die hoef je niet te betalen, voor 10 soles scheurt de politieman je boete. Ik begrijp meteen waarom mijn vakbondsvrienden nergens parkeerden zonder vooraf de toelating te vragen aan de politie. Met een nieuw voorbeeld komt mijn gesprekspartner bij de vierde oorzaak. Het onderwijs of liever het falen van het onderwijs. Het is een algemeen gekend fenomeen dat de ouders via een leraar hun kinderen aan het broodnodige diploma kunnen helpen mits een steekpenning aan enkele leraars. Zij passen de cijfers dan wel aan. Maar het onderwijs heeft in het algemeen een laag nivo. Iedere nieuwe minister heeft zijn eigen plan en verandert het onderwijssysteem. Wat ontbreekt is een visie op langere termijn. Deze laaggeschooldheid is een belangrijke handicap voor de verdere economische ontwikkeling van Peru. Dit bijvoorbeeld in tegenstelling tot Chili, dat aggresief Peruaanse markten verovert. Peru loopt achterop inzake talenkennis en wiskunde, waardoor de technologische en informaticaontwikkeling geremd wordt. Door de globalisering is het gevolg opnieuw marktverlies en blijvende en groter wordende armoede...
Peru is een beetje zoals Egypte: je kan je bijna niet bewegen of je botst op oude stenen en piramiden. Toerisme is dan ook een belangrijke bron van inkomsten. Peru weet dat en laat de toerist goed betalen, maar investeert ook in gidsenopleiding. Het blijft natuurlijk verbazend dat 1500 jaar na de bouw terassen nog steeds voor de landbouw gebruikt worden en zeer vruchtbaar zijn. Na zovele aardbevingen blijven de tempels,paleizen en ceremoniele gebouwen nog recht. Dat heeft ondermeer te maken met het feit dat de Inca's en hun voorgangers wel een en ander van bouwkunst kenden. De celstructuur van de rotsblokken perfect en schuin hellend bij elkaar laten passen, om maar een voorbeeld te noemen. Maar die Incamaatschappij zag er niet rooskleurig uit. Het waren donkere middeleeuwen. Met slaven, adel en opperinca's. Inca's waren een beetje fascistisch: zij onderwierpen met heel veel geweld andere volkeren, hielden weinig rekening met andere culturen en maakten geen krijgsgevangenen: de vijanden werden niet gespaard en geofferd. Allemaal een beetje te mooi voorgesteld in Herge's Kuifje en de Zonnetempel. Maar Herge tekende zijn eerste versie dan ook tijdens de Nazibezetting van ons land. Toch hakten de Spanjaarden die Inca's in de pan, flink geholpen door interne stammentwisten. Meteen kon de grootste plundering aller tijden beginnen. Peru is deze brutale overval nog steeds niet te boven gekomen...
In en rond de navel van het Incarijk Cusco doet de grote hoogte je weleens naar verse lucht happen. Maar er bestaat een remedie tegen de hoogteziekte : thee van cocabladeren. Coca is een dagelijks en geneeskundig produkt in Peru. Ofwel wordt het in de thee gedaan ofwel gewoon gesjiekt.Niet sinds vandaag, reeds eeuwen. Coca werd beschouwd als een geschenk van de goden. In de Incatijd werd het gebruikt om de honger te stillen bij lange dagtochten ( trips ??) of bij het werk aan grote bouwwerken: het gaf je meer kracht. Nu wordt coca misbruikt door drugshandelaren uit USA en Europa. Plots wordt het blaadje cocaine, met miljarden straatwaarde bij verkoop. En daarom mag er hier geen coca meer gekweekt worden, omdat een medicinale plant in een verschrikkelijk dure drug in het Westen wordt omgezet. Daarom worden eeuwenlang gekweekte planten met een scheef oog bekeken. Het is weeral de schuld van die arme boeren uit het Zuiden....
Volgende maand zijn er in Peru gemeenteraadsverkiezingen, districtsraadsverkiezingen en provincieraadsverkiezingen. Niet onbelangrijk omdat in het nieuwe regeringsprogramma vam Alan Garcia ingeschreven staat dat veel bevoegdheden zullen gedecentraliseerd worden. De strijd gaat vooral tussen de vier grote partijen in Peru, met de nodige lokale lijsten en burgemeesterslijsten er bij. De vier grote partijen zijn Aprista, de socialisten met de huidige president Alan Garcia. De Cividad National met Lourdes Flores, schijnbaar rechtse socialisten De Partido Nationalista Peruana met Ollanta Humala de linkse partij die het Chavez model wil promoten De Acion Popular die gewoon rechts is en zich destijds achter de kandidatuur van de conservatieve schrijver Mario Vargos LLosa stelde bij de presidentsverkiezingen.
Dat er verkiezingen zullen zijn kan je hier niet ontlopen: iedere dag luidruchtige autocaravanen, metershoge borden met lachende kandidaten,op de barrio's vlaggetjes van de partijen, verkiezingsmeetings vanop het balcon, optochten van aanhangers gewoon langs de straat, uitdelen van pamfletten in de straat. Regelmatig wordt er water en een kilo rijst in de wijken uitgedeeld door de kandidaten en dit komt zo op tv. De thema's waar het om draait zijn de opleiding en de vorming, het onderwijs, de werkloosheid, de armoede. Sommige kandidaten zijn zeer concreet in hun beloften: stromend water voor deze wijk...
De tweede grootste stad na Lima, tussen drie vulkanen op 2700 m hoogte gelegen. Het is even wennen aan de hoogte. Arequipa is een nette propere stad, waar de straten dagelijks gepoetst worden. Geen honden te zien, geen vuilnis op de stoep. Maar vooral katholiek. De stad puilt uit van kerken en kloosters. De jezuiten zijn hier geweest ! In en aan de kerken zie je hoe hun taktiek van bekering werkte: zij vermengden handig Indiaanse motieven en relegieuze Westerse symbolen. Freddy, de verantwoordelijke van de dienst voor veiligheid en gezondheid in de bouw, is hier voor een "charla" of een "babbeltje" over de risico's en het voorkomen van ongevallen met electriciteit op de werven. Voor de werven die ik al zag: geen luxe. Hij zorgt er voor dat we aan de luchthaven opgewacht worden en gidst ons door de stad. Opnieuw een processie vol met boetelingen in het paars, moet er hier gezondigd worden ! Op de plaza de armas zit een schrijver met een typmachine: hij wacht op verliefden , waarvoor hij dan tegen betaling een liefdesbrief schrijft. Hier kruisen twee werelden elkaar: een stad vol internetcafes met jongeren die chatten en briefschrijvers die wachten tot ze overbodig worden..
Op de plaza de armas in Lima weerklinkt een fanfare: een of andere regeringsleider wordt met een militaire parade ontvangen. Door de processie is het extra druk: overal staan claxonerende busjes,autos en taxis kriskras door elkaar in file. Een oud VWtje lijkt me een prettige manier om naar het hotel terug te keren: De zeventiger is maar al te blij een sol te kunnen verdienen. Maar de file's duren lang. Op 1 km van ons einddoel valt het gammele taxietje stil. Zonder benzine. In het gewoel duwt de chauffeur zijn taxi naar een benzinestation en tankt... 1 liter. De prijs mag er wezen 3 euro/per gallon (dit is 12 liter). Het kan dus niet dat auto's en taxis hier aan de pomp kopen. Er is een ander circuit, jerrycans worden gebruikt, geen benzinestations.Aan de pompen staat meestal niemand... Taxi's zijn voor veel werkloze gedplimomeerde Pervuvianen een middel om een toeristisch graantje mee te pikken en toch hun boterham te verdienen. Het gaat hier om leraars, advocaten, dokters... Wanneer ik het dubbele van de afgesproken prijs neertel, lacht de taximan dankbaar. Hij heeft die dag toch niet voor niks gewerkt....