Jozua krijgt van de Heer de belofte, Jozua 1, dat hij bij de komende veldtocht tegen de steden in Kanaí¤n de winnaar zal zijn.
Maar in Jozua 2 lezen wij, dat hij verspieders uitzendt naar Jericho.
Terwijl de Heer uitdrukkelijk gezegd heeft, dat Hij hem de overwinning zal geven, doet Jozua toch, wat een veldheer móet doen: terrein verkennen. Hij zegt niet: "De Heer heeft het mij beloofd. Hij zal het doen", nee...Jozua hándelt. En het gevolg is: de wonderschone geschiedenis van Rachab.
Technisch heb je heel goed antwoord gekregen op je vraag: "Kent iemand de gevaren van boulimia/anorexia".
En dieper inleidend waren er ook al goede antwoorden. Bijvoorbeeld over 'professionele hulp inroepen' en 'God raadplegen'.
Maar ik wil toch nog iets extra's bijvoegen, voor zover mogelijk.
Zou je willen, dat de grootste professionele helper van allemaal direct in consult geroepen werd?
Als dat zo is, wil je dan het nu volgende bestuderen en- wanneer je gemoed er rijp voor is- nabidden: ................... Lieve Heer God: in de naam van Onze Heer Jezus Christus willen Niem en Ger u een groot probleem voorleggen. Niem is in grote nood door boulimia of anorexia of een combinatie. Wilt U aan Niem een gevoel van verademing schenken, zodat ze even wat rustiger kan nadenken over haar gesteldheid en U vergeving vragen voor de dingen, die ze ongetwijfeld verkeerd gedaan heeft jegens U. Dank U Heer, dat we U in deze zaak konden mengen en dat U onze stem hebt gehoord. En nu laten wij deze zaak voor een eerste noodverband graag in uw hand. ...................
Je hebt het moeilijk, en allerlei leeftijdsgenoten zijn te hulp gesneld en hebben goede raad gegeven vanuit hun eigen belevingswereld, die zo vlak bij de jouwe ligt. Zo gáat dat nu eenmaal op dat gezellige HQ van ons.
Zo pittig zeggen als zij kan ik het niet- ik ben 82- maar ik wil iets anders aan jou voorstellen.
Ik wil samen met jou naar de Heer God toe. Want ten diepste denk ik, dat je het moeilijk hebt met jezelf, omdat je God niet voldoende in je zwarigheden betrekt.
Zullen we dan maar: .................. Lieve Heer God,
Hier is Ger weer. Dit keer met 'meisje' bij zich. Ze houdt zichzelf nu even stil. En ik vraag aan U Heer; wilt u in dit leven komen. Ik vraag u niet meer dan 'even een noodverband leggen', zodat zij weet, dat er aan haar gewerkt wordt, nota bene door U zélf. Wilt u dit hart troosten en haar de weg wijzen van 'gelukkig worden en gelukkig maken in de eigen kring'. Mag ik haar nu voor verdere behandeling aan u overdragen, lieve Heer.
O ja; hier is ze zelf om al de dingen tegen u te zeggen, waarvan ík niet weet en die zij nodig vindt om te zeggen...
Dank u Heer, dat u naar haar gaat luisteren". ............... (En nu mag jij alles tegen de Heer zeggen, wat je op je hart hebt).
Luister 'Meisje', wanneer je vindt, dat ik er na dat eerste 'noodverband' weer aan te pas mag komen, wil je mij dan even opzoeken op 'Vraag het Ger'. En weet, dat al die vriendelijk 'te hulp snellers' nu ook weer meegebeden hebben.
Ben je nog steeds van plan om het huis uit te gaan?
Als dat zo is, laat me je dan dit zeggen: "Het huis uit" klinkt als "vrijheid". Op eigen benen staan. Staan en zitten waar je wil, geen ouders om je te vertellen wat je moet en niet moet doen... "Het huis uit" is heel leuk, maar alleen ALS je eraan toe bent. Internet is erg bedriegelijk als het gaat om het peilen van reacties, maar die van jou komen op mij over alsof je nog niet erg goed hebt nagedacht wat voor gevolgen "het huis uit" voor je heeft. Het is niet zomaar iets, het brengt een hoop verantwoordelijkheden met zich mee, om nog maar te zwijgen over de kosten en de tijd die het vergt om je huis te onderhouden en te koken e.d. Mijn advies: Denk er nog eens heel goed over na. Heb je het geld wel (van je studiefinanciering redt je het niet hoor..)? Heb je de tijd die het kost wel? Ben je zelfstandig genoeg om je eigen leven te runnen?
Ook viel me dit op: Ik weet natuurlijk niet hoe je thuissituatie precies is. Ik kan het daarom ook niet beoordelen. Wel weet ik dat ik vroeger mijn ouders soms ook als 'vijanden' zag. Ik had het gevoel dat ik niets mocht en dat alles wat ik deed fout was. Na er eens goed over nagedacht te hebben kwam ik tot de conclusie dat de reden dat ik bijv. moest bellen als ik later thuis kwam was, dat mijn moeder bezorgd om me was, omdat ze van me houdt. En als mijn ouders me terecht wezen omdat ik iets fout had gedaan, was dat om me te beschermen, zodat ik het de volgende keer in zou zien.
Denk nog eens goed over de situatie na, meisje. En ga dan nadenken over wat de volgende stap is.
Je vraagt, hoe je jezelf kunt zijn. Ik denk, dat dit 'jezelf zijn' tot een top komt, wanneer je jezelf KENT.
Onze Heer Jezus Christus was altijd helemaal zichzelf. Hij speelde nooit toneel, Hij had nooit een maskertje op, Hij was zo heerlijk constant.
Psalm 139 geeft , denk ik, een goed begin om verder over deze zaak na te denken. Laten we die eens lezen. .................. Heer, U kent mij en doorgrondt mij, U weet het als ik zit of sta, U doorziet van verre mijn gedachten, ga ik op weg of rust ik uit, u merkt het op, met al mijn wegen bent u vertrouwd
enz enz ...het een al heerlijker dan het ander. ...........
Maar hier ligt ergens een sleutel: - De Heer Jezus was altijd volkomen constant. Hij had niet de minste moeite om 'zichzelf te zijn'. - De Heer Jezus was volkomen verbonden met de Vader, als kind door diens persoonlijke bescherming, later als volwassene door de vervulling met de Heilige Geest. - Hij kende God, daarom kende Hij ook zichzelf, omdat Hij immers 'in God was', die Hem volkomen kende. Daardoor was Gods 'weten' zijn eigendom geworden - En in dat volkomen kennen van zichzelf was hij ook altijd constant zonder ooit een maskertje of een groothouderijtje of een meedoenertje met de grote hoop.Nooit 'huilde Hij met de wolven in het bos mee'. Altijd dat heel eigen, frisse, ontdekkende, de boel-op-zijn-kop-zettende geluid. - alleen al die kostelijke vondst onder 'duizend' andere: "De sabbat is er om de mens...niet de mens om de sabbat". Zo'n blikopener.
En jij Mirjam.....zou het niet de moeite zijn om hierover eens in contact te treden met God. Je zou bijvoorbeeld in je eigen woorden zoiets kunnen vragen als: .................. Lieve Heer God,
In de naam van Jezus zou ik u een probleem voor willen leggen. Ik ben vaak niet mijzelf. Ik hoor mijzelf soms dingen zeggen tegen mijn klasgenoten, waarvan ik denk: 'Waarom zég ik dat nu". Ik weet ook wel, hoe dat komt. Ik zou beter verankerd moeten zijn in U. Wilt U mij helpen, om U steeds beter te kennen, zodat ik mijzelf ook beter leer kennen door het weten, wie ik ben in U door Christus: méer dan overwinnaar,
Heer, dan zal ik, op grond van dat 'kennen' in de klas kunnen zijn zonder toneelspel of 'doen als of''. Dan zal ik precieser dan nu weten, hoe ik niet langer en niet korter ga springen dan mijn polsstok lang is. Dank U Heer, voor uw hulp". .................. Mirjam....zou dit iets zijn om op 'door te gaan'.
Je hebt al zoveel commentaar gehad. Maar mag een oude man van 81.... en niet 82; zoals ik laatst ergens schreef, ( nu dus 85) ....nu ook nog eens iets zeggen.
In een van de Psalmen staat: "Smaakt en ziet, dat de HERE goed is".(34 v 9)
Hier staat dus gewoon: "Neem nu de proef eens op de som".
Nu zul je tegen mij zeggen: "Ger....dat heb ik toch gedaan...en God hield zich doof".
Maar Niem; laten wij het dan eens sámen proberen. Kom eens op 'Vraag het Ger'; ik kom hier niet dagelijks langs, want ik heb het in mijn eigen rubriek veel te druk. Maar zo dikwijls gebeurt het, dat jeugdigen daar tegen mij zeggen: "Toch wel wat geholpen door wat je zei".
Kom nu toch eens aan, dat we de zaak samen eens bekijken.
Wat een eerlijke omschrijving van je toestand!: - allerlei emoties, die je bestormen - depressies, die je doen mislukken in allerlei banen - pillen, die je gevoelens verdoven, zodat ze niet meer zo lastig zijn, maar er is wel dit bijproduct: verdoffing - allerlei gedachten over sex - humeurigheid, soms kan een enkel woord je al irriteren - zelfmoordneigingen - onvermogen om vrienden te vinden; en wanneer je ze vindt, dan stoot je ze af - boordevol agressie; soms zin om te huilen, maar dat lukt dan weer niet.
Jongen....hoe kunnen we je troosten?! Er zijn al zoveel lieve vrienden, die geantwoord hebben, die voor je bidden.
Maar weet je , wat we nu eens gaan doen. We gaan met al die dingen naar de Heer...hier en nu...en met z'n allen: .................. Lieve Heer God. Mogen wij U iets vragen in de naam van Jezus?! Onze vriend Stranger heeft het zó moeilijk! Hij moet eigenlijk direct een noodverband om dat zere innerlijk van hem.
Heer...U weet het allemaal al: - van die depressies - van het niet kunmnen 'settlen' in de maatschappij - van die pillen, die hij nu weer níet neemt - van zijn verwarde en te hevige sexuele verlangens - van zijn humeurigheid, zijn zelfmoordneigingen - van zijn agressie en overspannenheid - van zijn hunkering naar vrienden en zijn onvermogen om ze aan zich te binden.
Heer....wij weten niet, wat wij doen moeten. Maar op U zijn onze ogen gevestigd.(2 Kronieken 20 v 12)
Dank U Heer" .................... Stranger; blijf bij ons komen. En houd contact met lieve gelovigen in je buurt. En blijf je pillen gebruiken. En zoek ook contact met psychologen en dat soort mensen. En klop aan om hulp bij dominees en voorgangers. En doe de vele dingen, die gedaan kunnen worden. Want de wereld zit vol mensen, die een mooi, jong mannenleven willen bijsturen en opkalefateren.
O ja Stranger; het nu volgende is misschien wat te zwaar voor je. Maar wij allen, die voor je bidden, hebben ook een boodschap aan 'iemand anders'. En wij zeggen: "Satan....hands off van ons broertje. Wij willen niet, dat jij hem in de vernieling helpt. In de naam van Jezus gaan wij om hem heen staan om hem voor jou in bescherming te nemen".
Stranger!...houd contact!!
Ger...van "Vraag het Ger", (vind je hier vlakbij).
Bij het doorlezen van mijn concordantie vond ik warempel een tekst, die dit woord gebruikt. Ik heb er maar éen gevonden, maar misschien kan hij je toch dienen. Komt-ie: 1 Timotheüs 5 v 22; "Ik (Paulus) betuig u (Timotheüs), voor God en voor Christus Jezus en voor de uitverkoren engelen, dat gij daaraan, (aan het handhaven van de tucht in de gemeente)de hand houdt,zonder vooroordeel en zonder iets te doen uit vooringenomenheid".
Het is nu niet de bedoeling van mij om deze tekst úitputtend te behandelen. Kort gezegd komt het erop neer, dat de tucht in de gemeente nauwkeurig gehandhaafd moet worden, maar dat men bij de tuchtoefening ervan bewust moet zijn, dat God en onze Heer Jezus Christus en de heilige engelen er ten nauwste bij betrokken zijn. Daarom mag er bij de tuchtoefening geen sprake zijn van het laten meewegen van persoonlijke sympathieí«n en antipathieí«n. Eigen gevoelens en emoties mogen bij zo iets essentieels als' tuchthandhaving' geen rol spelen. 'Tuchtoefenaars' in de gemeente dienen zich bewust te zijn van eigen hoge roeping in de gemeente. Zij mogen zich alleen laten leiden door de Heilige Geest en door het woord Gods.
Maar waar het nu hier om gaat is dat woord ' 'vooroordeel' en dat andere woord 'vooringenomenheid'.
Men kan ze dus omschrijven als 'persoonlijke sympathieën of antipathieën...eigen gevoelens en emoties'.
Voorbeeld: een Volle Evangelie Christen kan iemand ontmoeten, die hem doet denken aan de sfeer, waar hij zich aan ontworsteld heeft, de benauwde en verkeerde sfeer van een of ander kerkgenootschap.
Bij het zien van de desbetreffende persoon krijgt hij direct de idee: "O gunst....zo zagen zíj er ook uit. Hij lijkt precies op de ouderling, die mij toen onder censuur wilde stellen".
Maar nu zegt Paulus, op de bepaalde positie van Timotheüs toegespitst: "Denk er om Tim....geen persoonlijke gevoelens mee laten wegen".
En in het door mij geschetste geval houdt dit in: die andere, waarvan jij denkt, dat hij uit het kamp komt, van waaruit je, na je vertrek, nog heel wat schoten nagekregen hebt...die andere zul je zonder enig vooroordeel of vooringenomenheid moeten laten vertellen, wat hij op zijn hart heeft.
Wati.....ik denk warempel, dat ik iets gevonden heb, dat jouw oordeelvorming kan dienen! Ik zoek naar een definitie; ja...hij komt eraan, denk ik:
Vooroordelen en vooringenomenheden zijn emoties uit het natuurlijke leven, die wij als 'geestelijk wordende gelovigen' terzijde moeten stellen bij alle contacten. Wij behoren iedere gesprekpartner te toetsen aan de hand van onze vervulling met de Heilige Geest en onze kennis van Gods woord. De geestelijke liefde, de agapè, behoort alle stemmen van 'herinneringen uit het verleden' of 'vastgeroeste denkbeelden' te niet te doen.
Dat is een goed streven. De bijbel zegt; (1 Tim 3 v 1): "Indien iemand staat naar het opzienersambt, dan begeert hij een voortreffelijke taak".
En nu is een zendeling wel niet technisch geheel gelijk te stellen met 'opziener', maar ook hierbij gaat het over een belangrijke taak in het koninkrijk van God.
En dan gaat Paulus verder met te zeggen, wat degene, die een ambt wil bekleden binnen Gods gemeente, allemaal moet zijn. Nu is het zo, dat die vereisten lang niet allemaal kunnen slaan op een jong persoon van het vrouwelijk geslacht. In de opsomming laat ik die vereisten dan ook weg, vervang ze door: ---.
Daar gaan we dus met 1 Timotheüs 3 v 2-7:
"Opzieners dan moeten zijn: onbesproken, ----, nuchter, bezadigd, beschaafd, gastvrij, bekwaam om te onderwijzen, niet aan de wijn verslaafd, niet opvliegend, maar vriendelijk, niet strijdlustig of geldzuchtig, ---. Hij mag niet een pas-bekeerde zijn, opdat hij niet door opgeblazenheid in het oordeel des duivels valle. Hij moet ook gunstig bekend staan bij de buitenstaanders, opdat hij niet in opspraak kome en in een strik des duivels valle". En verder volgen nog enkele waarmerken: "waardig, niet met twee tongen sprekende".
Nu weet ik wel, dat een jeugdige al gauw kan zeggen: "Wel; aan deze eisen is nog wel te voldoen".
Maar wanneer je ouder wordt en voor allerlei proeven gesteld wordt, merk je, dat deze eisen best wel moeilijk kunnen zijn.
Dus: ook al ben je zestien en sta je aan het begin van je levensweg te popelen om voor de Heer te 'beginnen', dan is het toch goed om dit rijtje even in je achterhoofd te bewaren.
Maar duidelijk is, dat er ook andere dingen nodig zijn voor een zendeling(e). - een zekere practische handigheid, zodat je zelf je sokken kunt wassen en een ei bakken. Nu zal het voor een meisje gemakkelijker zijn om hieraan te voldoen - veel weten van p.c.-bediening, maar dat niet alleen: allerlei trechnische vaardigheden. Dit is wel weer even slikken voor meisjes. - spreekvaardigheid, mogelijkheid om voor radio en t.v. te spreken. In diverse landen kom je gauwer voor deze media terecht dan in Nederland - en zo zou ik wel kunnen doorgaan. Ik heb zelf als 'onbezoldigd ' zendeling gewerkt. Ik had een baan in een tropisch land, was, wat genoemd wordt een 'tentenmaker', in zendingswerk was ik een 'oproepkracht' naast de als zodanig vrijgestelde.
En wat heb ik bespeurd: Diepe bekering, zie mijn topic BIJBELSTUDIE, wedergeboorte en doop ín en vervulling mét de Heilige Geest zijn kostelijke zaken, die in de werkkring van zendeling of hulpzendeling zeker niet kunnen worden gemist.
Waar ik werkzaam was, was 'de lucht zo dik', dat de demonen zich welhaast materialiseerden....: "Broeder....de yorka's kwamen tot dusver alleen uit mijn tuinpad op. Maar nu stijgen ze ook al op uit de gang....wil broeder ze bestraffen...!". Wel; wat is het dan goed om geestelijk bewerktuigd te zijn door de genade van de Heer God.
Dus Niem; neem deze enkele gedachten uit vele ter harte en begin bij het begin: - kijk in je gemeente rond, of er sprake is van een gebrek aan kinderleiders. En wanneer ze zeggen: "We zouden je kunnen gebruiken voor de kids van 6 en 7, zeg dan niet "Nee". Pak aan, wat je krijgen kunt. En wanneer ze zeggen: "We zouden eigenlijk hulp kunnen gebruiken bij het koffieschenken", wuif het niet weg. Er zijn zoveel gebieden, waarop je de gemeente van dienst kunt zijn. En in de aanraking met allerlei gemeenteleden oefen je de Geestesvrucht. Vooral zelfbeheersing zal je te pas komen. Want het is een opmerkelijke zaak, dat juist broers en zussen je nog wel eens op de tenen gaan staan, bewust, maar meestal onbewust.
En vergeet niet om naar 'de jeugd' te gaan, ook naar de 'inhoudelijke' avonden.
En doe geregeld ook persoonlijk bijbelstudie.
Och; er is zoveel meer te zeggen. Kom je er nog eens op terug.
Je somt me daar even wat op!: - depressief zijn, zelfverwonding - laag zelfbeeld, pressie van de duivel - liegen, waanwerelden hebben - God niet vast kunnen houden - Soms zelfs denken, dat je Hem niet vast wílt houden.
Weet je, dat er een heel teams van bidders voor je gereed staat op HQ?!
Allemaal vrienden, die diep met je begaan zijn....die je willen helpen....die je ook kúnnen helpen.
Want de bijbel zegt,(Jacobus 5 v 16): "Het gebed van een rechtvaardige vermag veel, doordat er kracht aan wordt verleend". En wij weten ons door genade gerechtvaardigd door ons geloof in de verzoening door Onze Heer Jezus Christus.
Nu is het wel zo, dat ervoór staat, dat 'men elkander de zonden moet belijden'.
Jij hebt ons van je nood verteld, maar je hebt ons al die dingen niet als zonden beleden. Wel; doe dat dan maar aan God.
Het is goed, dat je tegen Hem zoiets zegt van: ............ "Lieve Heer; ik heb aan al die lieve mensen alleen van mijn angsten verteld. Maar ik heb aan hen niet verteld, wat er allemaal nog meer achter zat. Mag ik dat nu aan U vertellen....
(En dan vertel je maar aan God, wat je aan ons niet kon vertellen) ................. Heer...ik vraag daarvoor om vergeving in de naam van Jezus. Dank U Heer, dat U mijn hart aanziet, dat ik het echt meen, dat excuus vragen".
Zo ...nu kunnen 'wij van het gebedsteam' voor jou bidden; het nu volgende zijn mijn woorden; de anderen vullen die met eigen woorden aan of gebruiken eigen woorden... .................... "Heer...U kent 'Bloem'. - U weet veel beter dan wij allemaal, hoe verslagen van geest zij is, hoe zij zichzelf soms met scherpe dingen verwondt, om althans íets te doen - U weet, dat ze veel te klein van zichzelf denkt en veel te groot van de duivel - U kent haar ziekelijke drang om te liegen, zelfs wanneer dat helemaal niet nodig is. - U kent de rare , verwrongen gedachtenwereld, waarin zij leeft - U kent haar niet-vast-kunnen-houden van U, terwijl zij zelfs denkt, dat zij dat eigenlijk niet wíl....
Lieve Heer...in de naam van Onze Heer Jezus Christus vragen wij U: - wilt U die 'kwijnende geest' vervangen door feestkleren - wil U uw koele, rustgevende en toch ook weer warme hand leggen op die onrustig friemelende hand, wanneer zij zich weer pijn wil doen. - Heer...U weet, welke mogelijkheden zij heeft en welke hoge verwachtingen zij door U mag koesteren...help haar om die 'Bloem' terug te vinden - Wilt U haar leiden naar een gezondheid van innerlijk.
Heer....kom haar te hulp.
Dank U Heer." ............... Bloem...houd je contact met ons, maar vooral met Hem.
Mag ik Jopie tegen je zeggen, J.....het brengt alles wat dichterbij.
Weet je, waaraan ik denken moest, toen ik dat las van die huilbuien van je. Lang geleden, ik woonde toen enkele jaren in Suriname, werd ik eens bij een meisje geroepen, dat erg in de war leek. Ze hadden er de pandit al bij geroepen, die mensen waren Hindoe....en toen dachten ze: "Kom, laten we er eens een Christen tegenaan gooien".
Ik kwam en liet me de zaak uitleggen. En wat bleek: dat meisje, ze was veertien, had altijd heel erg geïsoleerd gewoond op de 'pranasie', de verlaten plantage, waar haar ouders heel eenzaam leefden. En toen zeiden de ouders opeens: "Kom....ze moet geld gaan verdienen". En ze stuurden dat kind naar een sigarettenfabriek, waar ze midden tussen meisjes van haar leeftijd en ook wel ouder, in een oorverdovende herrie zat en tussen het gepraat van al die meisjes, dat over allerlei dingen ging, waar zij geen weet van had.
En toen ze thuiskwam, was ze helemaal over de toeren...huilen...niet willen praten....en die pandit had met zijn bezweringen de zaak alleen maar erger gemaakt.
Nu zul jij zeggen: "Wat heeft dat nu met míj te maken. Ik ben geen veertien en ik werk niet in een fabriek en ik heb altijd met iedereen kunnen communiceren, zo ik maar wilde".
Maar Jopie; er kan op een bepaald ogenblik zoveel op je af komen. Je krijgt opeens in de gaten, dat het leven 'van alles van je wil'. Je merkt, dat de kinderjaren nu wel heel erg achter de rug zijn. En dan ben je wel eens even onevenwichtig. Ik wil het niet kleineren hoor, maar toen ik even bij dat Hindoestaanse meisje had gezeten en de verhalen van haar ouders had gehoord, heb ik gezegd: "Laat haar nu even met rust. Frunnik niet te veel aan haar. Geef ze even de tijd. Nog een paar dagen en ze heeft alles op een rijtje". En verder...niks! Ik heb niet over de Heer Jezus gesproken. Daar kreeg ik geen leiding toe. Maar toen ik wegging, keek dat kind me zo blij aan.
Jopie; ik wil je nu even alleen laten, om alle dingen op een rij te krijgen. maar ik zeg nog wel iets over jou tegen de Heer Jezus. Dat mag wel hè:
"Lieve Heer Jezus; U hebt dat gehoord van die huilbuien en dat moede, onzekere gevoel van Jopie. U hebt ook al die fijne adviezen gehoord, die ze kreeg. Maar lieve Heer Jezus, wilt U naar Jopie omkijken en maken, dat ze gauw weer helemaal blij is en zich uitgerust voelt en dapper het 'grote leven', dat er nu eenmaal eens voor iedereen aankomt, aankan.
Hoe je als Christenmeisje met zo'n verdriet omgaat? Allereerst: vertel het aan Jezus net zovele malen als je hart je ingeeft. Of vertel het aan God, er staat immers: "Laten al je noden , onder gebed en smeking, met dankzegging, bekend worden bij God".(Filipp 4 v 6).
En in ieder geval; laat er een vootdurend gebed in je hart zijn, dat de Heer jouw keus van levenspartner zó zegent, dat je bij elkaar kunt blijven, zodat alle smart, uit een scheiding voortkomend, aan je kinderen bespaard blijft.
Houd maar veel contact met de Heer. Hij gaat zeker een partner voor je vinden, die je een levenlang blij kan maken. En kom eens op 'Vraag het Ger'. Daar heb ik al zoveel malen met jongeren gesproken over allerlei dingen, die mensen kunnen beroeren.
Je schrijft, dat je een blij meisje bent, die fijn op weg is met de Heer. En dan...opeens...is het even helemaal wég; dan gebeuren er zulke nare dingen. En weer wat later; het gaat al weer wat beter, maar je bent nog erg geschrokken.
Luister Niem!...we weten allemaal, dat we een lieve Heer God hebben, die ons altijd wil helpen en een krachtige Heer Jezus, die heerlijke dingen voor ons gedaan heeft...en engelen, die altijd gereed staan ten dienste van hen,de gelovigen, die het heil zullen beí«rven.
Maar eigenlijk behoren wij ook te weten, dat er een boze geest is, de duivel, die altijd er op uit is om plezier te bederven.
En de duivel heeft gezien, dat hier een mensenkind opgroeide in blij vertrouwen op de Heer God en de Heer Jezus, ondersteund door God de Heilige Geest en de engelen. En hij heeft gedacht: "Wij zullen eens wat roet in dat eten gaan gooien". En hij is gekomen met een zware verzoeking, die je erg heeft doen schrikken.
Maar de Heer God en al je lieve vrienden bóven zijn al uitgetrokken ter hulp en daarom ben je nu weer aan het opknappen en heb je alleen de beverd nog een beetje over datgene, wat je is overkomen.
Maar kind.....daar zit een beproeving van de Heer God achter. Achter elke verzoeking van satan zit een beproeving van je grote Vriend: "Hoe zou ze zich houden. Want Ik wil haar opvoeden tot een strijder voor mij. En ze mag niet onkundig blijven van de gedachten van satan en dat Jezus altijd overwinnaar is, wanneer je zijn hand blijft vasthouden".
Ik ben nu 85 en ik heb natuurlijk van alles meegemaakt in mijn leven. En het gebeurde een keer, dat de duivel ook bij mij met een zware verzoeking kwam in mijn innerlijk, een ontzettende angst. En ik voelde mij als iemand, die tegen een rots leunt, zich daaraan vastklampt, maar daarachter grijpt en zuigt het stijgende water om je naar een peilloze afgrond te sleuren. En ik klemde mij vast aan die rots en kon alleen nog maar liedjes zingen met de naam van de Heer Jezus erin, van die liedjes, die toen in de mode waren, want het is allemaal al lang geleden: -'k Ben zo blij...Jezus redde mij - Jezus...U mijn licht en leven - Jezus...Hij is koning - Jezus...ik houd van U .... och je kent dat wel.
En langzaam begon die rots te bewegen en trok mij van het zwalpende water weg....weg van die donkerte. En toen herkende ik...: die rots was de Heer Jezus... En nog dagen lang was ik echt in de war. Maar alles herstelde zich en och....het was in 1964 en ook nog een keer in 1970, dat me dat overkwam.
Houd moed Niem....en je zult de uitreddingen des HEREN zien.
En Niem; je bent niet voor niets op HQ. Ik maak mij tot tolk van al die lieve vrienden 'beneden' met dit gebed:
"Lieve Heer....U weet, wat ons vriendinnetje, onze zuster in de Heer, is overkomen. Wilt U ze verder herstellen Heer.... van die mateloze schrik. Dank U Heer voor de sterkere Niem, die hieruit te voorschijn komt".
Lil-Star schrijft: Ik zit met een lastige vraag.. Een ongelovige vriend van mij vraagt aan mij wat het doel is van zijn bestaan op aarde.. Weet iemand hier een antwoord op?
Hallo Lil Star,
De Heer God heeft ooit in de eeuwigheid in zijn raad bepaald, dat er mensen zouden komen. Jesaja 43 v 6/7 zegt hierover: "Tegen het noorden zeg ik: geef hier Het zuiden gebied ik: laat los! Breng mijn zonen terug van verre, mijn dochters van de einden der aarde, allen over wie mijn naam is uitgeroepen, EN DIE IK OMWILLE VAN MIJN MAJESTEIT GESCHAPEN HEB, GEMAAKT EN GEVORMD".
Het is niet mogelijk voor ons, eindige mensen, om in de eeuwige raad van de in alle opzichten onmetelijk grote God binnen te komen.
Alleen kan men zeggen op grond van deze tekst dat het God goedgedacht heeft om ter wille van zijn majesteit, (zijn eer, zeggen andere vertalingen) mensen te scheppen.
Maar het staat kinderen van God, liefhebbers van de Heer Jezus altijd wél vrij om de gedachten verder te laten gaan.
Kennelijk houdt de Heer van mensen, want hij heeft het over 'mijn zonen' en ' mijn dochters'. Zij onderscheiden zich daar in, dat zijn naam over hen is uitgeroepen. Ze zijn heel ver weg, maar de Heer wil ze bij zich terug hebben.
Ik denk, dat hier een gedachte uit voort mag vloeien. - de mensheid is ver van God weg, met heel veel dingen bezig, maar niet met God, zoals hij zich in de Heer Jezus heeft leren kennen - ( dat zijn dus die einden der aarde). - De Heer roept tot alle mensen, (Romeinen 10 v 18). Allen die op die stem reageren zijn door dat 'reageren ' mensen over wie de naam is uitgeroepen'. De mensen die er niets mee doen, die op de talloze roepstemmen die mensen bereiken of steeds hebben bereikt, met 'niet handelen' antwoorden ,vallen hierbuiten. En alleen de mensen, die naar de stem luisteren, worden bijeengevergaderd in een veilige omgeving, Gods tempel als eindbestemming.
Tegen je vriend zou je kunnen zeggen: ............... Het doel van je bestemming op aarde is om te luisteren naar God, de Vader van Jezus Christus, ...de God, die je geschapen heeft, die jou van eeuwigheid kent, (Psalm 139).
Hij die jou heeft doen ontstaan in de lijn van de geslachten, zegt nu tegen je, dat je mag geloven in de grote Zingever, Onze Heer Jezus Christus als jouw persoonlijke redder en vriend..
Alles wat je op aarde waarneemt aan verschijnselen, speelt ergens een rol in jouw wegraken van God. En zijn manier om jou bij hem terug te brengen is Onze Heer Jezus Christus.
En wanneer je zo bij God terugbent, dan wil hij verder gaan met het vormen van jou tot zijn majesteit en eer. dat houdt voor jou in het bereiken van je doel als mens: echt volwaardig mens zijn, nu en in de eeuwigheid. ................ Zeker zullen er bij jouw vriend en mogelijk ook bij jou vragen rijzen. Kom daarvoor gerust op 'Vraag het Ger'
Je had een boek gelezen en nu zeggen mensen weer, dat er iets aan te merken is op dat boek.
Maar wat zegt 'Prediker', onderdeel van de bijbel. (12 v 12):
"En tot slot, mijn zoon, nog deze waarschuwing: er komt geen eind aan het aantal boeken dat geschreven wordt en veel lezen mat het lichaam af".
Ik heb al zóveel mensen ontmoet, die 'boekies lazen over de bijbel'. En altijd weer moet ik zeggen: "Lees de bijbel zelf".
Zelfonderwerp; ik ben nu al vier en een half jaar bezig op 'Vraag het Ger'. En door alle teksten die ik moest verklaren aan de meer dan 3000 vragers tot dusver, heb ik zelf zoveel gelezen in de bijbel en zoveel bijgeleerd. En ik lees echt op het ogenblik geen ander boek meer. (Nu ja, wat leidraden, vakliteratuur.)
Je zult zeggen: "Ha die Ger. Op 'Vraag het Ger' doe jezelf ook niet anders dan boeken schrijven. Wat zijn: - BIJBELSTUDIE - Jan en Joke - Bekering anders dan 'altijd maar voortgaande' boeken.
Punt voor jou. Maar ze hebben toch altijd het karakter van zich direct om een tekst heen groeperende gedachten.
Nu ja; Zelfonderwerp; kijk wat je ermee kunt. De bijbel is de enige, volkomen klare bron. Ook mijn topics zijn mensenwerk. Lees maar veel in de bijbel.
Van je uitvoerige vraag wil ik éen kernzinsnede overnemen:
Dus, in hoeverre moet je je kapot bidden voor elke keuze die je krijgt voor het juiste antwoord. Is het niet zo dat God antwoorden in je hart legt zonder dat je er ongeloofelijk veel hebt voor gebeden of bijbel gelezen.
Genesis 13 schetst ons het beeld van het uiteengaan van Lot en Abram. Lees dat stuk maar eens door, dan zul je zien, hoe Lot voor een geweldige keus stond. En nergens blijkt, dat hij zich kapot bidt. Ik krijg de indruk, dat hij helemaal niet heeft gebeden. Hij koos de streek van Sodom en Gomorra. En later bleek deze keus helemaal verkeerd uit te pakken.
Verhoudingsgewijs sta jij nu ook voor een grote keus: - je V.W.O.-opleiding afmaken - ...of naar het buitenland gaan. En dan zou je beter kunnen doen, zoals Lot had móeten doen: bij twijfel onthoud u. Hij kan geweten hebben, dat hij moreel niet tegen de druk van uiterste zondigheid van die steden op zou kunnen.Hij zou uit beleefdheid de keus aan zijn oom gelaten hebben. Maar in ieder geval, zou hij niet naar Sodom zijn gegaan.
Bij zo'n belangrijke beslissing, zoals nu door jou aangeduid, past : bij twijfel wachten, totdat de Heer iets naders heeft gezegd . En je kunt ook vertrouwen, dat de Heer jouw verstand zo zegent en het gezond doet zijn, dat je opeens weet: afmaken, waarmee ik begonnen ben; beter éen vogel in de hand, (je V.W.O.-eindbrevet), dan tien in de lucht.
Hoe was het nu met Lot. Hij kan gedacht hebben: "Iedereen ziet toch, dat ik het goede kies. Ik weet wel, dat Sodom een gevaarlijke stad is. Maar ik ga er toch ook niet ín wonen, maar erbíj, ( v 12)". En God liet hem rustig gaan.
Veel mensen maken eerst een keus. En daarna halen ze er in het beste geval God erbij: "Zo is het wel goed hè God... ik heb het zo besloten en ik vertrouw op uw fiat".
Over 'bidden' is nog zoveel meer te zeggen. Ik kwam zoveel teksten tegen. En alleen het geval van Lot en Abram, zoéven geschetst, kwam ietsjes bij jouw geval in de buurt.
Voor mijn gevoel ben ik hierover nog helemaal niet met jou uitgepraat en heb ik de kern van de kwestie nog niet geraakt. Kom eens op 'Vraag het Ger', dan praten we nog wat verder.
De vraag gaat er over, dat Luther zulke schandalige teksten over de Joden heeft geschreven en dat Hitler zich op die teksten beriep. Allemaal waar; niemand kan dat ontkennen
Dat Luther zo- tegen deze misstap- in bescherming wordt genomen, vindt zijn oorzaak hierin, dat de volgelingen van Jezus teveel achterom kijken. Ze denken: "Vroeger was alles beter", hoewel Prediker dat ten zeerste gispt, ( Prediker 7 v 10).
Er is veel ontevredenheid over waar wij nu eigenlijk als Christenen tot nu toe bereikt hebben. En daarom worden mensen van vroeger tot icoon verheven: "Toen leefde de echte godsvrucht nog", wordt er dan verzucht. En daarom....wanneer een van de coryfeeën van vroeger op een ontluisterende manier wordt belicht, al die tegenstand. Er wordt ' een speeltje afgenomen'.
Laten wij de zaak nu eens nuchter bekijken Luther heeft een geweldige invloed gehad en het Christendom van kwalijke insluipsels bevrijd en bewaard voor verstikking. En wat dan nóg. Van David wordt getuigd: (Hand 13 v 36): "Want David is, na voor zijn geslacht de raad Gods gediend te hebben, ontslapen..." David heeft de raad van God gediend. Wij allen vervullen in onze tijd voor ons geslacht de raad van God, positief of negatief.
Luther had groot nut, ik zei het al. Maar niemand zal David op een voetstuk zetten. De geschiedenis met Bathseba, de volkstelling enz verhinderen dat. Laat ons dan ook Luther niet op een voetstuk zetten. Iedereen, die Gods raad positief vervulde, deed het met al zijn fouten inhaerent. Calvijn, nog zo'n kanjer uit het verleden, verzette er zich niet tegen, toen een van zijn tegenstanders, Servet, tot de brandstapel werd veroordeeld en daar ook meterdaad stierf.
Aan de andere kant is het wél zo, dat er in onze tijd een hinderlijke gezindheid is om iedereen van vroeger nu maar van alle luister te beroven. Onze zeeheld De Ruyter, die wij dit jaar gedenken, is ook al weer het voorwerp geweest van talrijke recente ontadelende publicaties. Eerlijk gechiedschrijving moet eerlijk blijven, mag geen welbewuste en doelgerichte ontluistering worden. Daarin zit ook weer iets demonisch.
Laten wij de blik op de toekomst richten. onze echte helden komen nog. Lees Openbaring 11 maar eens. De 'twee getuigen'....dat zijn de diepst ingeleide en gehoorzaam geworden gemeenteleden, veel meer dan een schamele -symbolische- twee. Daar gaan we naar toe. Dat wordt onze opgave. Daar moeten we klaar voor zijn. Dan hebben wij er ook geen behoefte meer aan om terug te kijken en daar onze iconen te scheppen.
En....als je dan toch terug wilt kijken, kijk dan naar 'de drie mannen in de vurige over' en naar 'Daniël in de leeuwenkuil' . De echte helden: - ze waren er - ze zijn er - ...en ze zullen er zijn.
Je had de volgende vragen; 1 : Is het Christelijk geloof het enig ware 2 : Hoe gaat het Christelijk geloof om met andere geloven, die er helemaal tegenin gaan 3 : Hoe zit het nu met al die mensen, die God, laat staan Jezus, nooit hebben kúnnen kennen. 4 : in een later stadium): er zijn meer krachten en machten. 5 : (aanvulling Jeroen T): God is een sprookjesfigfuur.
Jullie hebben al van vele zijden goede dingen gehoord. Maar mag ik ook nog iets opmerken:
AD 1: Mag ik beginnen met een argument, dat in de ogen van de vraagsteller(s) een non-argument is. 2 Timotheus 3 v 16 zegt: "Elke schrifttekst is door God geïnspireerd en kan gebruikt worden om: - onderricht te geven - dwalingen en fouten te weerleggen - en om op te voeden tot een deugdzaam leven.
Gezegd zou kunnen worden: "Inderdaad: een non-argument; wij erkennen de bijbel niet als richtsnoer, kunnen dan ook niets met teksten uit dat geschrift".
Maar ik wil dit in ieder geval even gezegd hebben ten behoeve van de vele HQ-gebrukikers, die de bijbel liefhebben als het woord van God.
Er is een kracht, een kracht van God, die de mensen kan voeren tot rotsvaste zekerheid in het als waar erkennen van het woord van God. Die kracht is: 'God de heilige Geest'.
1 Korinthií«rs 12 v 3 zegt: "Niemand kan ooit zeggen: 'Jezus is Heer!', behalve door toedoen van de heilige Geest '". 1 Thessalonicenzen 1 v 6: "u hebt het woord ontvangen met de vreugde van de heilige Geest". 2 Timotheús 1 v 14: "Bewaar door de heilige Geest, die in ons woont, het goede dat je is toevertrouwd".
Ik neem zo even drie teksten uit de veelheid van teksten, welke drie teksten alle dít zeggen: - Je kan nooit blijvend verankerd zijn in Jezus, het hart van de Christelijke godsdienst, wanneer je niet in enigerlei mate vervuld bent met de heilige Geest - de vreugde in Gods Geest maakt je ontvankelijk om zijn woord te ontvangen - het onbeschrijflijk goede, dat God gegeven heeft in zijn woorden, kan je alleen bewaren door de Heilige geest.
En nu kom ik tot mijn punt; het is alleen mogelijk om de Christelijke Godasdient te zien als de enig ware godsdienst, als je vervuld bent met Gods Heilige Geest.
Dat is toch ook logisch: stel ; een voorbeeld uit het dagelijks leven: Een jongen krijgt een liefdesbrief van zijn vriendin. Die jongen zal die liefdesbrief alleen ten volle begrijpen, wanneer hij helemaal met haar sfeer bekend is, die zélf als het ware ademt, als haar sfeer tevens zíjn sfeer is, als er liefde tussen hen is.
Op veel hoger vlak is het nu ook zo, dat wij alleen in staat zijn de bijbel en de Christelijke Godsdienst volkomen en rotsvast te geloven en uit te dragen, indien wij in Gods sfeer zijn, deel hebben aan zijn Geest.
Om bestand te zijn tegen de vele beklemmende vragen, die op ons af komen en die ons van waar levensgeluk afvoeren, is de vulling met Gods Heilige geest nodig , in meerdere of mindere, maar toch zeker wel in enige mate.
En hoe kíjg je die vulling, gesteld dat je die begeert?: Door je bewust te worden van je levensgang en er van overtuigd te raken, dat die levensgang niet bestand is tegen de moeilijkheden, die er zijn en die nog zullen komen.
Wanneer je zegt: "Ik ben best tevreden over mijn levensgang. geen vuiltje aan de lucht". dsn zijn wij voor het moment uitgepraat.
Wanneer je echter zegt: "Het zit niet goed met mijn gang door het leven. Ik heb een redder en verlosser en bevrijder nodig uit en van al mijn angsten", dan verwijs ik je naar Onze Heer Jezus Christus, die dat wil zijn voor alle mensen. En dan is de Heilige geest ook direct present om je alles over Jezus uit te leggen.
En -al voortgaande- kom je dan tot de vaste, blijde zekerheid, dat het geloof in Jezus het enig ware geloof is.
Je andere vragen behandel ik in volgende postings.
Daag Ger, (van 'Vraag het Ger', waar je welkom bent).
Toch nog een aanvulling. Alles leek al gezegd in die vele bladzijden. maar in 'Vraag het Ger' kwam ik toch nog iets tegen, dat misschien door sommigen van jullie niet gelezen is en dat hier en daar mogelijk nog iets verheldert. Lees maar.... Ger
Hallo Niem,
En dit was dus je vierde vraag:
4 En hoe moet ik nu mijn mensjes eens enthousiasmeren voor zoiets engs als : de hel
Niem....je hoeft niemand voor de hel te enthousiasmeren. In de bijbel wordt alleen gezegd dat de hel er IS als een dreigende eindbestemming.
In zekere zin IS de hel er nog niet vóor het eindoordeel van Matth 25. 'De gelijkenis van de rijke man en de arme Lazarus' uit Lukas 16 spreekt duidelijk uit, dat er in dít tijdsgewricht alleen sprake is van 'het dodenrijk', met een lichte en een donkere kant, die definitief van elkaar gescheiden zijn door een onoverbrugbare kloof.
Aan de lichte zijde, 'in Abrahams schoot' vertoeven diegenen, die naar het voorlopig oordeel van God bestemd zijn voor het eeuwige leven. Aan de donkere zijde zijn 'in voorlopige hechtenis' diegenen, die naar het oordeel van God bestemd zijn voor de eeuwige veroordeling.
Nu kun je zeggen: "Dat blijft toch maar een 'spelen met woorden' "
De rijke man had het 'aan de donkere zijde van het dodenrijk' toch al zó moeilijk, dat het eigenlijk niet slechter met hem gesteld kon zijn dan hij het al had: schreeuwende dorst en een gewaarwording van pijndoende vlammen. (24).
Maar toch was hij alleen maar in voorarrest. Ik zeg niet, dat zijn toestand in de hel slechter zou worden, (dat kan welhaast niet). Maar evenmin als de toestand voor een definitief veroordeelde nu slechter wordt na het uitspreken van het vonnis, is voor de definitief veroordeelden de kwelling van de hel alleen maar dít 'extra': dat alles nu voor alle eeuwigheden volstrekt onveranderlijk is.
Maar denk nu niet, dat God alles en iedereen, die niet precies volgens onze menselijke ideeën Jezus erkend heeft als zijn Redder en Verlosser en Bevrijder en Zaligmaker, volgens een zeker automatisme in de hel gaat gooien.
Nee; dat loopt allemaal veel subtieler. In Romeinen 2 v 14 wordt een heel ruime deur geopend voor diegenen, die niet van Jezus en God hebben kúnnen weten. Een 'jazegger' in de vijfde eeuw voor Christus in 'wat tegenwoordig Peru heet', die altijd heeft gehongerd en gedorst naar de gerechtigheid ,zonder die ooit te vinden, gaat horen tot die groot groep volkeren, Matth 25 v 32, die volgens dit schriftgedeelte vragen aan Jezus: "Heer.....wij hebben u eigenlijk nooit gekend....en hoe zouden wij u dan ooit hebben kunnen dienen",( v 3), met dat heerlijke antwoord als slot.(v 40).
En daarna gaat die beschadigde schare naar het licht door de wonderbare deur. En aan het eind vinden zij dan in het paradijs de boom des levens, (de reeds eerder gezaligde gemeente van de Heer), en zij eten zich gezond aan de bladeren en de vrucht van die gemeente.(Openbaring 22 v 21).
De hel is er uiteindelijk alleen voor die mensen, die op aarde, zonder ooit te vragen naar God, net als die rijke man, maar hebben genoten van de stoffelijke dingen, (Lucas 16 v 19) en nooit of te nimmer ook maar enige aandacht hebben besteed aan de ellende, vlak bij hen. (20 en 21). Mensen, zonder enig spoortje van geestelijk leven, dus niet vallende onder de heerlijke regel van Romeinen 2 v 24, hebben na hun dood zulk geestelijk leven ook niet te verwachten. 'Geestelijk dood' in het aardse leven blijft 'geestelijk dood' in het hiernamaals. En zelfs voor die ongelukkigen blijft er een rest-genade. Immers: Lucas 12 v 48 zegt: "Maar wie niet weet wat zijn heer wil en zo handelt dat hij slaag verdient, zal weinig slagen te verduren krijgen". Zelfs in de hel is er geen uniformiteit. Er laten zich mensen denken, die eigenlijk 'neezeggers' zijn, maar die 'zrm van geest' waren, zonder voorrechten, gaven, goederen, gelegenheden, krachten, gunstige omstandigheden, wegen en middelen, zonder licht en kennis...zulke mensen hebben een lagere graad van bewustheid en opzettelijkheid van zondigen. Daarmee samenhangend is er ook een verschil in grootte van schuld. Alle ongehoorzaamheid of overtreding van Gods gebod is zonde en wordt gestraft, (In deze geest de 'Korte Verklaring'). Maar er kan dus sprake zijn van 'weinige slagen' en voor 'neezeggers' met een sterke aardse positie:... van 'veel slagen'.
Ik heb overigens deze idee, dat er in de heidenwereld van vroeger en nu, ongetelde scharen zullen zijn, die onbewust wél naar de enige, ware God hebben uitgezien, zoals ik dat boven beschreef.
Enthousiasmeer je hoorders niet voor de hel..,..noem die afschuwelijke mogelijkheid alleen eerlijk als de eindbeloning voor alle kern-egoïsten, die hooguit hun totale geestelijke armoede verbloemen onder een sausje holle, maar goedklinkende woorden.
Enthousiasmeer je hoorders voor de hemel, de eeuwige plek, waar de' jazeggers' allen uiteindelijk hun volle wasdom krijgen in de eeuwigheid bij God.
Wat heb je nou toch een last mee te dragen, vlindertje. Vlindertjes zijn er toch helemaal niet op gebouwd om lasten te dragen. En dan loop jij met zo'n probleem rond te sjouwen: "O....ik heb faalangst".
Vlinder....ik ga hier wat stevig op in, zo stevig, dat jij zult zeggen: "Nou Ger....zo zwaar hoeft het nou toch ook weer niet !".
Maar Vlinder....eigenlijk is die faalangst van jou een verschijningsvorm van iets heel algemeens onder ons mensen. En wanneer ik dit schrijf, dan zijn er misschien heel veel lezers en lezeressen, die zeggen: "Hé...hier kan ík ook wat mee !".
Lees je met mij mee in Marcus 2 ?! Het schriftgedeelte is wat te zwaar voor jouw situatie. Maar goed, later breien wij dat wel weer recht.
Vier vrienden hebben als probleem : die zieke vriend van hen. En wat dóen ze. Ze nemen de zieke, de verlamde en brengen hem naar Jezus toe. Ze droegen niet hun eigen last, maar ze droegen elkaars last, zoals Galaten 6 v 2* zegt. Ze droegen die ander, die zieke , als last, tot ze bij Jezus kwamen. Je kunt daarin deze gedachte vinden; ik breng mijn probleem bij Jezus. Ik dráag het wel, maar wanneer ik bij hem ben, dan leg ik het bij hem neer.
Dat kunnen die mannen ook heel goed doen op grond van de schrift. Want in Jesaja 46 v 4 zegt de bijbel: "Tot in je ouderdom blijf ik dezelfde, tot in je grijsheid zal ik je steunen. Wat ik gedaan heb, zal ik blijven doen, ik zal je steunen en beschermen" ("ik zal je dragen en torsen", zegt een andere vertaling).
En Vader en Zoon zijn éen. Zoals God wil dragen, zo wil Jezus dragen.
Even tussendoor: Je kunt mogelijk zeggen: "Wat heb ík daar nu mee te maken. Ik ben harstikke jong". Maar twee dingen: - je hebt met deze tekst wat voorraad voor véel later - ook anderen behoren aan dit antwoord iets te hebben.
En nu naar jou: die faalangst is toch wel een last voor jou. Nu niet zeggen; "Hè Ger....wat leg je het er dik op. Ik vroeg zo maar wat. Jij maakt van een mug een olifant".
Een vlinder dient zelfs geen múg met zich mee te dragen.
Doe nu zó; ga met die faalangst naar Jezus toe. Breek desnoods 'het dak maar open' met een krachtig gebed: "Heer....net als die mannen met hun zieke vriend draag ik dit vervelende angstje tot bij u. En wilt u het dragen. Dragen is mijn vak niet, het uwe wél. Ik ben alleen maar geroepen om door u gedragen te worden.
Heer...u hebt mij meegenomen in die mooie auto van u, toen ik ging geloven, dat u mijn redder en verlosser bent. En nu zít ik in die auto en mijn rugzak met -onder andere- die faalangst erin, heb ik nog steeds op mijn rug. En nu pas luister ik werkelijk naar uw stem, die zegt: 'Gooi die rugzak toch op de achterbank'.
Dank U Heer...voor alles".
Vlinder...mijn antwoord aan jou was wél: 'met een kanon op een vlieg schieten'. Maar ik wilde ook anderen bereiken. Er zijn er zovelen, die een zwaar probleem als een soort afgod aan het dragen zijn. - hun ongelovige kinderen - hun zieke echtgenoot - ...ach..noem maar op.
Die anderen wil ik via jouw 'faalangst-probleem' óok bereiken.
En ik zeg tegen die allen: wanneer je die niet te dragen last van welke probleem dan ook, aan Gods liefdevol dragen overgeeft, dan komt God weer op de troon van je hart, waar even dat probleem zat.
Vlinder...nog een leuk weetje; maandenlang zag ik telkens weer die vraag van jou. Maar na een preek van Kees Goedhart dacht ik: "Ik ga riemen snijden van zíjn leer. Ik ga pronken met zijn veren".
Maar dat vindt Kees wel goed, dacht ik toch wel...een beetje...misschien...tóch?!
Vlindertje...Kom je eens op 'Vraag het Ger' ?
Daag Ger
* Nog leuk als weetje voor schriftonderzoekers: Galaten 6 v 2 luidde in de 'statenvertaling': Draagt elkanders lasten. In de NBG werd deze tekst afgeblust tot: verdraagt elkanders moeilijkheden. In de NBV werd het weer: draagt elkanders lasten. Doe hier iets mee of doe er niets mee. G