Wat leuk nu, eens een keer persoonlijk contact. Jesaja 45 v 6 en 7, zei je.
Ik herhaal nog even de tekst. Dat doe ik om deze bewust voor me te stellen.
"Zo zal iedereen, van oost tot west; weten dat er niets is buiten mij Ik ben de HEER, er is geen ander die het licht vormt en het donker schept. Ik ben het, de HEER, die al deze dingen doet".
Hiervoor heb ik gezegd, dat satan de eerste 'neezegger' is, die echter niet buiten Gods almacht om kan gaan. Zo bezien is satan de aannemer, die meehelpt aan het gebouw van God, zij het ook, dat hij al deze dingen doet uit vrije, boosaardige wil. Hij is dus eigenlijk een werknemer in dienst van God.
Ik voer je even mee naar 2 Samuel 24 v 1, die overbekende tekst: "Opnieuw ontstak de HEER in toorn tegen Israel. Hij zette David tegen het volk op ...." En daarnaast 1 Kronieken 21 v 1: "Satan keerde zich tegen Israel en zette David ertoe aan...". In beide gevallen gaat het over volstrekt dezelfde volkstelling.
Wat is het nu : allebei. God heeft allang gezien, dat in Davids rijk een stroming steeds sterker wordt, die zich als 'tienstammenrijk' los wil maken van 'het tweestammenrijk'....los wil maken van Jeruzalem en 'de tempel', los wil maken ...uiteindelijk van God. En ter waarschuwing aan 'dat tienstammenrijk in wording'..... het is er nog lang niet. Pas ná Salomo breekt het baan ' laat God het donker worden'....schept hij onheil voor deze oproerlingen-in-de-kiem.
En dat onheil ontketent hij via satan. En die wil graag. Hij wil kwaaddoen, leed geven, het is zijn aard, zijn lust en zijn leven. Satan heeft niets anders in huis. God wél.
Maar mag je nu zeggen, omdat God 'donker' en 'onheil' kan geven, dat God geen rechtvaardige rechter is.
Nee....Israel had deze donkerte en dat onheil verdiend.
En wanneer een mens- meer abstraherend van Israel- een verkeerd leven leidt en zich bijvoorbeeld te buiten gaat aan iets, dat de potentie heeft om zijn gezondheid te schaden, dan grinnikt de duivel: "Ik ga hem pijnigen met ziekten".
En daarboven staat God, die aan deze 'zichzelf schadende' mens 'het donker en het onheil' laat zien , mogelijk tot zijn uiteindelijk behoud.
Maar.....de duivel kan niet anders dan rottigheid. God echter hunkert ernaar om aan mensen die zich naar hewm toekeren licht en vrede te schenken.
En de HEER is als 'de enige God'ook de enige Werker van alle dingen, van licht en duisternis, van heil en onheil. De slotsom is terecht: "Ik de HEER ben het, die alles doet".
Laat ieder, die onder het oordeel van 'donker en onheil' verkeert, door de Heer gevonnist en door de duivel gretig uitgevoerd, zich bekeren van zijn kwade weg. En hij zal kennis maken met licht en vrede van God.
Maar BjK....eigenlijk zijn wij zo 'off topic' geraakt.
Kom met andere vragen liever naar 'Vraag het Ger'. Daar kan je nooit 'off topic' raken.
Al is 'VhG' wel een 'vraag en antwoordtopic' en niet bestemd voor langdurige discussies.
Voor deze kwestie, nu tussen ons in bespreking, kom ik hier niet meer terug. Kom jij althans om dít zo nodig af te ronden, even langs.
Ik herhaal je vraag hieronder nog eens. Meestal waaiert de discussie na enige tijd naar alle kanten uit. Maar ik wou nog eens tot de bron, jouw vraag, terugkeren: ................. hallo iedereen,
ik had pas met mijn vriendin de discussie over het onderwerp 'lijden'. We vragen ons allebei af van wie nou het lijden komt. Kan er lijden van God komen, of gebruikt God de duivel altijd om ons te lijden, omdat Hij liefde is en daarom geen kwaad kan doen? ............... Mijn antwoord:
Het lijden is inhaerent aan Gods scheppingsplan. Toen hij ooit in het onpeilbaar verleden, in de eeuwigheid, zijn plan opstelde: "Ik wil mij met wezens omgeven tot mijn eer en heerlijkheid", (Jesaja 43 v 7), wilde God van de liefde , die hij naar alle kanten uitstraalde van eeuwigheid af, juist zoals de zon haar stralen in de wijde ruimte uitwerpt, ook liefde terugontvangen van de te scheppen wezens. maar hij wilde die liefde onvangen van wezens, mensen en engelen, die deze liefde vrijwillig aan hem gaven.
Wanneer de verschrikkelijke mogelijkheid ontstond, dat mensen of engelen geen 'jazeggers' tegen hem zouden zijn, maar 'neezeggers', dan mocht dat 'neezeggen' niet buiten zijn almacht omgaan. Dat was onmogelijk, alleen al door het begrip: 'almacht'.
In het eeuwige plan van God was ook een voorziening voor 'neezeggers'. Zij zouden het 'steigerwerk' zijn rondom een 'huis van vreugde', een tempel, die hij aan het bouwen was om daar tot in eeuwigheid vreugde en liefde te delen met zijn beminden, de 'jazeggers'. Zij zouden door hun negatieve daden de 'jazeggers' op de proef stellen, zodat die als het ware konden tonen, dat ze God liefhadden. Wanneer de tempel gereed was, werd het steigerwerk weggeruimd.
In de onzienlijke wereld was een van de hoogste engelen degene, die voor het eerst: "Nee" zei. (Ezechiël 28 v 15). Deze 'lichtdrager' werd satan en stortte zich op de later geschapen mensen met zo'n woede, dat zij eigenlijk allen schuldig kwamen staan tegenover God. Maar God kwam zelf naar de aarde en droeg al die schuld weg in zijn eigen Persoon, die voor ons leed in de gestalte van Onze Heer Jezus Christus.
De 'jazeggers' van Adam af kregen een rechtsgrond om voor God te kunnen verschijnen. En ieder mens, die een 'neezegger' was, kreeg de gelegenheid om de 'jazegger' , wanneer die zich in hem verschool, te laten ontbloeien.
En wat jullie nu zien , is de strijd tussen goed en kwaad. De duivel heeft lijden over alles, mens en dier en plant en heelal uitgestort. Al de interacties in alle eeuwen van mensen hebben een zo verwarrend geheel geschapen van allerlei soort lijden, dat wij die knoop niet kunnen ontwarren.
Maar zij, die de Heer Jezus en de Heer God liefhebben, worden door 'God de Heilige Geest' teruggeleid naar God de Vader en zullen samen met God de Zoon eens juichen in Gods tempel.
Wanneer je dit verkorte schema breder wilt hebben uitgelegd, kom dan maar eens gauw naar 'Vraag het Ger' serie 15.
In 1 Korinthe 11 v 27 staat, dat "iemand, die op onwaardige wijze van het brood eet en uit de beker van de Heer drinkt, zich schuldig maakt tegenover het lichaam en het bloed van de Heer".
Wat wordt hier bedoeld met het woord 'onwaardig'. Onwaardig is,:zondig, ongepast, ongereinig en bovenal...: ongelovig.
Maar Marlinda...je bent toch gelovig. Je gelóoft toch, dat de Heer zijn lichaam en zijn bloed gegeven heeft, opdat zijn volk vrij zou zijn van zondeschuld. Je gelooft dit toch voor jezelf. Je hebt me al talloze malen opgezocht, omdat je dat begeren hebt.
Je gelooft toch , dat Efeze 4 v 1-6 als ideaal gedragspatroon voor terecht aanzittenden geeft: "Ik vraag u dringend de weg te gaan, die past bij de roeping, die u hebt ontvangen: - wees steeds bescheiden, zachtmoedig en geduldig - verdraag (de andere avondmaalgangers) uit liefde - enz enz, lees het maar eens. Dat wíl je toch met heel je hart.
En dan is daar die zonde, waar je het -terecht- echt benauwd mee hebt.
Maar een aloud avondmaalsformulier begint zo lief: "Maar dit- van de vereiste reinheid en dergelijke- wordt ons, geliefde broeders en zusters, niet voorgehouden om de verslagen harten der gelovigen kleinmoedig te maken, alsof niemand tot het Avondmaal des Heren gaan mocht, dan die zonder énige zonde is....enz enz..."
De Here ziet het hart aan. Marlinda...jij bent niet een van die vrouwen, waar 2 Timotheüs 3 v 7 van zegt: " ..die alsmaar willen léren, maar nooit in staat zullen zijn de waarheid te kennen".
Jij leest en herleest mijn antwoorden aan jou; je wilt je tekorten aanvullen uit de onmetelijke bronnen van God.
Daarom ....ga aan...en je zult zien, dat de Heer je sterkt.
Je vraag was: "Waarom zeggen de mensen toch, dat God liefde is. Ik merk er niets van".
De bijbel zegt op talloze plaatsen dat God liefde is. Na die overbekende tekst uit 1 Johannes 4 v 8: "God is liefde", zijn er nog zovele, die ik je nu even zonder commentaar noem: Romeinen 5 v 5: "De liefde van God is in uw harten uitgestort door de Heilige geest". Romeinen 5 v 8; "God bewees ons zijn liefde doordat Christus voor ons gestorven is ". Romeinen 8 v 39: "...Niets....verkort....zal ons kunnen scheiden van de liefde van God, die hij ons gegeven heeft in Christus Jezus onze Heer". 2 Cor. 13 v 11: " - Beter uw leven, - neem mijn vermaningen ter harte - wees eensgezind - leef in vrede met elkaar... DAN zal de God van de liefde en de vrede met u zijn". 2 Cor. 13 v 13: "- De genade van de Heer Jezus Christus - de liefde van God - de eenheid met de Heilige Geest zij met u allen".
Ik laat het hier maar bij.
De bijbel spreekt nog op vele plaatsen meer van de liefde van God.
En wat jouw vraag betreft. `Waarom merk ik daar zo weinig van`... in het bovenstaande heb je kunnen leren dat ´het bij ons zijn van de liefde van God nog wel aan voorwaarden is gebonden. - Als wij ons leven niet beteren - als wij vermaningen van de Heer God niet ter harte nemen - als wij - als gelovigen- níet eensgezind zijn - als wij niet in vrede met elkaar leven - enz enz... dan kan God zijn liefde niet met ons doen zijn.
En- hoewel ik je niet verder ken- is het toch zo, dat ieder van ons zich op deze en andere vanzelfsprekende liefde-eisen van tijd tot tijd behoort te bezinnen.
En dan nog iets. Er is onnoemelijk veel narigheid in de wereld. En een goedkoop argument is dan om te smalen op God, die ´dat allemaal heeft veroorzaakt´of ér althans niets aan doet´.
Maar vergeten wordt dan dat de ALMACHTIGE God een MACHTIGE vijand heeft, satan, een gevallen , eens zeer hoog geplaatste engel. Die doet er nu al tienduizend jaar , vanaf de zondeval, van alles aan om de boel in de war te schoppen. Met miljarden onzalige influisteringen aan tientallen miljarden mensen heeft hij een -voor ons- onontwarbaar kluwen doen ontstaan van vreselijke dingen.
Maar uiteindelijk zijn al die vreselijkheden verzoekingen, waarachter God staat met zijn beproevingen om te onderzoeken of de goede gezindheid om hem te willen dienen, bij ons leeft, ja dan neen. Deuteronomium 8 v 3. `God heeft u de tocht door de woestijn laten maken, veertig jaar lang....om u op de proef te stellen, om te ontdekken wat er in uw hart leefde...gehoorzaamheid aan zijn geboden...of...NIET...".
Wend je tot de Heer met je gebed. Proef en smaak, dat de Heer goed is, (Psa;lm 34 v 9) Geniet nu eens van de goedheid van de Heer. Word nu eens gelukkig door bij hem te schuilen.
Dan leer je om de kwade dingen in het leven te zien als de verzoekingen van satan, met daarachter de beproevingen van de God, die ons zo lief had... "dat hij zijn enige Zoon aan ons gezonden heeft, opdat een ieder die in Jezus gelooft, niet verloren ga maar eeuwig leven heeft". (Johannes 3 v 16).
Ik wens je alle genade van de Heer toe bij de weg, die ik je nu wees. Zing het maar vast: "Zijn goedheid, zijn genade Zijn steeds mijn deel elke dag, elke dag die ik leef`.
Je schrijft, dat anderen jou...jonge Christen... altijd opzoeken met hun problemen en zich aan je vastklampen op een zodanige manier, dat je er zelf onderdoorgaat. Maar beste jongen....je bent ook niet geschapen om te dragen, althans niet de moeilijkheden van anderen.
Uit de bijbel heb ik hier een voorbeeld van, weliswaar op enigzins anders gebied, maar als uitgangspunt kan het iets zijn.
Daar gaat ie.
Jesaja 22 vanaf v 21.
Eljakim- een hoge gezagsdrager- zal als een vader zijn voor de inwoners van Jeruzalem en het volk van Juda. Ik zal hem de sleutel overdragen van het huis van David...hier...het koninklijk paleis...wanneer hij opendoet, kan niemand sluiten, wanneer hij sluit, kan niemand openen. Ik zal hem bevestigen als een pin in stevige grond, voor zijn familie zal hij als een erezetel zijn. Het hele gewicht van zijn familie, de hele stamboom, zal aan hem gaan hangen...al het kleine vaatwerk van schalen en kruiken. Op die dag- spreekt de HEER van de hemelse machten- zal 'de pin in stevige grond' lósraken. De hele last, die eraan hangt, komt omlaag, alles valt en gaat te gronde. De HEER heeft gesproken".
In deze wonderlijke tekst apreekt God over het gevaar van 'vriendjespolitiek, meer in het bijzonder de in die streken bijna vanzelfsprekende verplichting om aan je hele familie baantjes aan te bieden, wanneer je zelf tot eer komt. Het gevolg daarvan is, dat 'de pin in stevige grond'losraakt en tezamen met alles, wat daaraan hangt, tenietgaat.
Maar je kunt dit in geestelijke termen vertalen. Een mens, die Jezus heeft gevonden als zijn vastigheid, is te vergelijken met zo'n 'pin in stevige grond'. Maar men ziet vaak, dat zo iemand, ´die íets heeft', door de 'buitenstaanders'wordt gezocht en dat iedereen zo iemand met zijn klaagzangen aan boord komt. De duivel speelt hierin een stevig woordje mee. Hij laat niet alleen degenen aantreden , die werkelijk gegronde klachten, zuiver voor de Heer , hebben, maar ook ál ´het kleine vaatwerk', de 'schalen en de kruiken, die alleen maar vermoeiend werken, die zijn als de vrouwtjes uit 2 Timotheüs 3 v 7... "...die alsmaar willen leren, maar nooit in staat zullen zijn de waarheid te kennen".
En wanneer de prille gelovige zucht onder het gewicht van al 'die spruiten en loten', NBG, is de duivel er als de kippen bij om hem in te fluisteren; Galaten 6 v 2: "Draagt elkanders lasten". Die mogelijkheid had satan vroeger met de Statenvertaling, hij had hem even niet met de NBG, want daar staat: "Verdraagt elkanders moeilijkheden", wat de gedachten op een heel ander spoor zet. Maar met de NBV is die voor de duivel zo waardevolle tekst weer helemaal terug.
Maar ook nu kan je onder die dwang uitkomen. Dan kun je nóg zeggen. `Ik doe maar net als die vier mannen die hun verlamde vriend naar Jezus droegen`, Marcus 2 v 3.
Zij droegen hem tot áan Jezus´ voeten en braken het dak open, waarna zij hun vriend lieten zakken..... de enig goede manier om een vriend te laten zakken ....voor de voeten van Jezus.
Wij mensen zijn niet geschapen om te dragen. 1 Petrus 5 v 7 zegt. `U mag uw zorgen op God afwentelen, want u ligt hem na aan het hart`.
Dat mag dus met je eigen zorgen. Maar de zorgen van anderen zul je goed nagaan, waar voor jou een taak ligt. Dat kan met een van de Geestesgaven, de ´gave van het onderscheiden van geesten´
En daarna kun je een tweede selectie toepassen. ´Ik wil mij door deze moeilijkheden van anderen niet zo laten beïnvloeden, dat ik er zelf in verdrink. Ik begin ze in gebed aan de voeten van de heer Jezus te leggen. De Heer zal dan wel aanwijzen wat hierin van moment tot moment mijn taak is`.
Doe dat nu voortaan. Zo blijf je zelf in conditie, blijft ´jouw pin in de vaste grond´ en ben je optimaal tot nut van anderen.