Jij poneert als stelling: "Eens gered....altijd gered".
Maar lees nu eens Hebr 6 v 4-6: "Want....; - wie ooit door het licht beschenen is, - geproefd heeft van de hemelse gave - deel gekregen heeft aan de Heilige Geest - wie het weldadig woord van God - ....en de kracht van de komende wereld ervaren heeft ...en vervolgens afvallig is geworden, kan onmogelijk een tweede maal worden bekeerd, omdat zo iemand: - voor zichzelf de Zoon van God opnieuw kruisigt - ...en aan bespotting blootstelt".
Het is nogal wat , wat hier wordt genoemd: Het gaat hier maar niet over iemand, die ooit door het licht van het evangelie beschenen is. Nee, hij heeft deel gekregen aan de doop met de Heilige Geest. Hij heeft de gaven doorproefd van 'kennis' en 'wijsheid' en 'onderscheiden van geesten'. Kortom...hij is heel diep doorgedrongen in de heerlijkkheden van God. En toch valt hij daarna af.
Wat moet men aan zo iemand nog voor woord van bekering brengen. Hij wéet alles al, zegt bij elke bekeringspoging neerbuigend: "Ach; dat heb ik allemaal meegemaakt. Ik heb dat allemaal ervaren. En jij gaat diezelfde weg als ik. Eerst enthousiast, werkelijk 'het menend'. En daarna: dat vrieskoude weten, waarmee je op een dag opstaat: 'Ik ben erdoor. Ik schud dit van mij af' ".
Zulke gesprekken worden ook híer, op ons eigen HQ gevoerd.
Voor zulke mensen blijft inderdaad geen woord van bekering over. Zij weten alles heel goed. Zij verwerpen Jezus en zijn offer, net zoals het volk Israel, dat ook de woorden Gods gehoord en de tekenen en wonderen gezien had, Jezus niet aanvaardde. Zulk afvalligen zeggen in feite ook: "Weg met hem". Door hun levenswandel maken zij Jezus tot een bespotting , evenals Israel hem eenamaal verachtte en een smadelijke kruisdood deed sterven. Zij moeten ZELF berouw krijgen en zich bekeren. Zij wéten de weg om als de verloren zoon weer naar huis te gaan.
Nee Niem....het ís niet zo, dat wanneer iemand eenmaal gered is, hij automatisch altijd behouden blijft. Er is volharding nodig om te bewaren wat men heeft en om te verkrijgen hetgeen verder nog beloofd is. Men moet blijven in de woorden van God.
Trouwens Niem; een vlugge rondgang over HQ leert je toch ook, dat vurige getuigen van vroeger hun codenaam veranderden en felle bestrijders werden. En ongetwijfeld weet je (zoals wij allen) voorbeelden te noemen van 'vrienden in het geloof', die nu zeggen: "Nee....het zegt mij niets meer".
Wanneer je dezulken nog eens ontmoet, is het goed om toch nog eens een poging te doen om hun de heerlijkheden van het geloof in God voor ogen te stellen. Maar als zij belérend zeggen: "Leuk, dat je het probeert.....maar ik heb dat station nu echt achter mij gelaten", dan kun je beter voor hen gaan bidden, dat hij, die ons allen zo liefheeft, berouw en terugkeer in hun eigen hart bewerkt.
En draag er zelf zorg voor, dat je geen 'backslider' wordt....iemand, die er 'steeds minder aan doet'.
Lees je bijbel, bid elke dag... opdat je groeien mag.
En zoek ook het contact met medegelovigen, ...doe al de dingen, die ik je hier aanraad en die ook andere gelovigen je aanraden. Houd vast wat je hebt.
En denk niet, dat mensen, die maar betrekkelijk weinig gehoord hebben van 'de blijde boodschap' en die het er 'al gauw bij lieten zitten', gemakkelijker terugkeren. 'Even de klok horen luiden, maar niet weten, waar de klepel hangt', en dan schouderophalend zeggen: "Och...nu maar weer eens een ander liedje", ontneemt aan een nieuwe bekeringsboodschap al veel van zijn 'verrassende frisheid'.
Ik heb echt mensen horen beweren uit volle overtuiging, het 'volgen van Jezus' aanbevelende: "Kom ga met ons en doe als wij".
En ik heb gehoord, hoe ze later alle mogelijke dingen buiten en tegen God aanprezen en wéer riepen: "Kom ...ga met ons en doe als wij".
Ik ben 'gedoopt na bekering' en nu zondig ik nóg!!!
Dag Niem,
Een ontroerende vraag stelde je daar.
"Ik ben gedoopt en nu zondig ik nog steeds!!!".
Niem, laat mij je geruststellen!
Je bent door de doop in water als getuigenis dat je wedergeboren bent, nog geen HEILIGE.
Kijk; je bent al wat gevorderd op een lange, heerlijke, spannende weg. Je hebt al afstand genomen van je leven, zoals dat liep: gewoon alleen maar naar allerlei dingen om je heen kijken, je geloof op van alles richten: de evolutieleer; mensen, die je vereerde, enz, noem maar op. Je hebt nu je geloof op de enige gericht, die een vaste rots is: je hebt je geloof gericht op God.( 1 Thessalonicenzen 1 v .
Daarna ben je ijverig in de bijbel gaan lezen en door dat lezen ben je wedergeboren geworden, (1 Petrus 1 v 23). Als blijk daarvan heb je je voor het oog van de 'zichtbare wereld' laten dopen in water. Dat zijn toch al heerlijke dingen....
(Wat zeg je: heb je dat van 'wedergeboorte en zo' niet zo diep beleefd. Nu ja; maak van 'bijbellezen' alsnog een goede, geregelde gewoonte volgens een degelijk plan).
Goed; je bent al een eindje op de weg gevorderd. Maar lees nu eens Romeinen 6 v 19-22; ik neem enkele gedeelten daar uit: Daar zegt Paulus: "...u stelt zich nu in dienst van de gerechtigheid om heilig te leven. ...... Bevrijd van de zonde en in dienst van God , oogst u toewijding aan hem en zelfs het eeuwige leven".
Eigenlijk staat hier, dat je in dienst bent gekomen van de dingen, die je in harmonie brengen met God. Dat is allereerst je jonge geloof. Maar....voortgaande op de weg met de Heer, kom je 'God de Heilige Geest' tegen, die je bij de hand neemt, (tenminste als je die hand niet van je afschudt, maar wie doet dat nu met zo'n vriendelijke, helpende hand).
En dan laat 'God de Heilige Geest' je zien, dat er heerlijke gegevenheden zijn, zoals: - liefde, (zoals God die zélf uitstraalt - blijdschap, zoals God van eeuwigheid is en aan zijn kinderen wil mededelen - vrede, zoals alleen God die heeft en waarvan hij aan jou zoveel wil meedelen als je maar dragen kunt.
O en nog veel meer: - een echte intense vriendelijkheid - een heerlijk, ontspannen geduld - ...en ook nog goedheid, trouw aan God, zachtmoedigheid, mildheid en zelfbeheersing.(Galaten 5 v 22).
En de heilige Geest geeft je een gezonde afkeer van de dingen, die er alzo in de wereld zijn, (Galaten 5 v 19-21). Ik noem die nu niet allemaal op, want als gelukkige, reeds op jonge leeftijd bekeerd, zullen al die zware woorden niet of slechts zeer verzwakt voor jou gelden.
En dat samen met de de Heilige Geest verder wandelen op die wonderschone weg....dat is nu je heiliging.
Zeg dus niet: "Help...nu zondig ik nog", maar bid opm de heilige Geest, die je verder voert op de heiligingsweg, die steeds meer toewijding en eeuwig leven als heerlijke vrucht geeft. En je weet; God wil jou graag die Heilige Geest als oefenmeester op je levensweg meegeven.(Lucas 11 v 13).
Vraag in ander forum. Direct hierna mijn antwoord. Ger
Help! Ik word ineens zo verdrietig. Ik bladerde wat in de forums rond. Daar zag ik veel, heel veel goede dingen. Maar wat ik ook zag, en dat was dan vooral in de forums over wat wel en niet mag van God, is dat sommige mensen andere mensen enorm kwetsen. Ik zal het even wat duidelijker uitleggen.
Ook in het dagelijks leven, waarin ik mensen met verschillende manieren van geloven ontmoet, zie ik dit gebeuren. Mensen willen zo graag leven "volgens de regels van God", dat ze daardoor de belangrijkste regel vergeten: Heb je naaste lief gelijk jezelf, zoals ook God ons liefheeft.
Ik zie dat mensen elkaar zwart maken, achter elkaars rug om mensen veroordelen. Dat is toch niet aan de mensen om dat te doen? Dat is toch de taak van God, onze Heer?
Ik zou heel graag willen weten of meer mensen dit zo ervaren, of dat ik de enige ben?
Je vroeg, waaraan dat verschijnsel toch te wijten is, dat mensen elkaar zo genadeloos de grond in kunnen trappen.
Vele goede antwoorden heb je al gehad. maar ik wil nog weer even de bijbel erbij halen.
In 1 Corinthe 13 staat het zo mooi: 'De liefde kwetst niemands gevoel".
De grote wet van Gods koninkrijk is :LIEFDE.
Het grote wezenskenmerk van God is liefde. Het wezenskenmerk van Jezus is ook: Liefde. En liefde veronderstelt dus ook tact: het niet beschadigen van de gevoelens van anderen. Ik geef je éen voorbeeld: in Johannes 5 wordt de genezing van een verlamde geschetst. Jezus weet al, wat die verlamming veroorzaakt heeft. Maar een grote menigte is erbij, wanneer de genezing plaatsvindt. Jezus brengt dan de oorzaak niet ter sprake om de genezene niet beschaamd te maken.
Maar later ontmoet Hij de voormalige verlamde weer en dan zegt Hij: "Zondig niet meer...."
In een gesprek onder vier ogen vertelt Jezus aan de man, dat zondigen aan zijn verlamming ten grondslag lag. Maar zelfs nu nog noemt Hij geen concrete feiten, maar bepaalt de man bij wat hijzelf ook wel weet. Kijk, dat is tact, fijnzinnigheid en niet-willen-kwetsen.
Maar waar komen dan toch al die grofheden vandaan, die zelfs in Forum geregeld de bezoekers versteld doen staan.
God heeft een tegenstander, de duivel. En die heeft zo'n intense haat tegen God, dat hij altijd 'nee' zegt, waar God 'ja' zegt.
De Duitsers zeggen dat zo mooi van satan: "Der Geist , der immer verneint".
En wanneer God dus zegt: Kwetsen ook jullie, door mijn liefde in jullie harten, niemands gevoel", dan zegt de duivel: "Ja....wél kwetsen....verwonden....te gronde richten...o...leuk!!!"
Lana; jij, die de Heer liefhebt; voor jou is de keus nu niet moeilijk meer. Wanneer mensen jou pijn doen, zet dan de vicieuze satanscirkel niet door. Verbreek die lijn-naar-beneden. Kwets niet de gevoelens van anderen, zelfs niet, wanneer die anderen jouw gevoelens wél kwetsen.
En kom eens gauw op 'Vraag het Ger', dan praten we over van alles nog wat verder.
Je negende vraag: "Is het in het licht van Romeinen 5 v 12, (want allen hebben gezondigd...) verantwoord om te stellen, dat 'heidenen die de wet niet hebben...', die Jezus dus niet wdrkelijk kénnen, gerechtvaardigd zullen worden".
Autumn....ik moet hier opeens denken aan....Job, zonderdat ik op dit ogenblik weet, wat ik hiermee nu móet.
Laat ik maar eens van wal steken. Job was geen Jood. Hij had geen enkel contact met Abraham, naar ik aanneem. Hij leefde wel ongeveer in dezelfde tijd, maar hij woonde, voor zover ik kan nagaan, op de grens van wat nu Syrie, grens van Arabië heet. Maar wat had die man een 'ingeschapen godskennis'.
Ja...ik wil royaal zijn; er is zóveel kwaads gezegd over Jobs drie vrienden: Elifaz, Bildad en Zofar. Maar al was hun 'ingeschapen Godskennis' veel minder dan die van Job en al zaten zij vast in erg starre denkpatronen.....ze waren wel in het bezit van heel wat 'wijsheid van God'. En God kon zich toch ook met Elifaz onderhouden, (42 v 7).
En wat betreft de vierde, dat jonkie, Elihu, kan ik alleen maar zeggen: "Chapeau"..."Petje af". Hij wist nog meer dan Job.
Zulke mensen leefden er toen, helemaal buiten de kring van het zozeer begenadigde bondsvolk.
En nu kan jij zeggen Autumn: "Ja kunst!!....zo kort na de zondvloed". Maar ik meen te mogen zeggen op grond van Genesis 10, dat er toen niet ongeveer duizend jaar verstreken waren sindsdien, maar al wel drieduizend. En uit allerlei gegevens blijkt, dat er streken waren, waar ook al veel boosheid heerste. (Gensis 15 v 16).
Dus van oudsher zijn er kanjers geweest buiten Gods volk in engere zin, zoals Job en in iets mindere mate, met een wat meer verduisterd verstand, zijn drie fraaie vrienden. En ook was er iemand, die nóg betere inzichten had dan Job.
En zij behoorden tot de volken, die op hun dáden getoetst zullen worden. En zoals Job, zo moeten er, onder de -toen al- miljoenen, méerderen zijn geweest. En al die velen kenden Jezus niet en in sommige gevallen ook God in zijn 'oeropenbaring' in de 'voortijden' niet.
Nee Autumn, Gods genade is heel groot. Ook hun zonden waren heel groot. Maar ik heb je al uiteengezet, hoe Jezus hen ooit laat eten van 'het geboomte des levens' en laat genezen.
Ik heb gewoon een vraag...neit omdat ik er zelf last van heb maar een vriend van mu!
iemand heeft God gevonden en leeft met Hem. Maar dan gaat het mis in zijn leven...hij is erg verdrietig...en geeft eigenlijk God de schuld! Dan gaat het weer goed ... Maar voeld God nog steeds niet in zijn leven...en wil dat onwijs graag omdat hij weet dat God er is! Dan gaat het weer mis...dit keer geeft hij God niet de schuld. Ik vroeg ook een keer..."geef je God de schuld van al dit?' hij zei: "Nee dat doen heidenen!" Maar nu voelt hij God nog steeds niet en Hij geeft de moed op! het al 2 jaar zo...ik bid echt elke avond voor hem dat hij God weer mag vinden...maar het probleem is ook nog eens dat hij ligtelijk de wereldse(duivels) kant op gaat! En dat vink hele erg! Hij heeft het op gegeven!...
Hoe kan Hij het vertrouwen in God terug krijgen???
das dus mijn vraag!! Ik zou reacties erg koel vinden!! Bidden dat ze helpen want ik weet het ffies nie meer!! Hij is ook nog eens erg koppig en heb hem al 1000 keer vertelt dat hij eens met God moet gaan leven maar hij is te eigenwijs!!
Ja die vriend van je...ik neem aan dat je een teer plekje voor hem in je hart hebt. Dan is het zo, dat de dingen die hém dwars zitten, jou in je hart smarten.
Maar laat ons eerst eens nagaan waar de 'makkes' nu eigenlijk zít.
Je vriend heeft de tegenwoordige wereld lief gekregen, zoals Paulus dat verdrietig over zijn vroegere geloofsgenoot Demas schrijft. ( 2 Timotheüs 4 v 10). En dan geldt de waarschuwing van de Heer Jezus in Lucas 16 v 13: "Geen enkele knecht kan twee heren dienen: hij zal de eerste haten en de tweede liefhebben, of hij zal juist toegewijd zijn aan de ene en de ander verachten. Jullie kunnen níet God dienen én de mammon". (Mammon is hier een verzamelnaam voor allerlei wereldse geneugten).
Stel dat iemand verslingerd- zeg maar 'verslaafd' is aan chatten. Zo iemand, nog in een opleidingsfase zijnde, besteedt zóveel tijd aan dat chatten, dat zijn opleiding er onder lijdt; dan is dat zíjn mammon. En hij kan daarnaast ook nog eens niet proberen de Heer te dienen. Want als het schoolwerk onder het chatten lijdt, dan zeker 'de stille tijd'.
Nu is dat maar éen voorbeeld; jij kunt er zélf honderden bij noemen.
Helemaal los daarvan kreeg hij een verzoeking te weerstaan, in het handelen van de Heer is dat een 'beproeving'. Iedere Christen krijgt zijn satanische verzoekingen/Goddelijke beproevingen om te zien, wat er wezenlijk in zijn hart is.(Deuteronomium 8 v 4) Maar door zijn eigenwijsheid en hang naar de dingen van deze wereld, in welke vorm dan ook, verkeerde hij bij deze verzoeking/beproeving in een slechte conditie en hij kwam er niet goed door.
Er kwam een tweede verzoeking/beproeving en nu gebeurde er iets opmerkelijks. Hij gaf God ditmaal níet de schuld, wilde ook niet helemaal van God loskomen, maar bleef met dat verdeelde hart van hem, dat voor de Heer echt onwerkbaar is, (Jacobus 1 v 8)voortdurend hangen in koppigheid en 'God niet meer vetrouwen'.
Wat moet jouw vriend nu doen om zijn vertrouwen op God te hervinden?: - Jacobus 1 v 8 zegt: "Wie twijfelt is als een golf in de zee, die door de wind heen en weer wordt bewogen. Wie zó aarzelend en onberekenbaar is bij alles wat hij doet, moet niet denken dat hij íets van de Heer zal krijgen".
- Jacobus 4 v 8 zegt: "Nader tot God , dan zal híj tot u naderen. Reinig uw handen, zondaars, zuiver uw hart, weifelaars".
Dus het is goed als je vriend inderdaad tot God nadert en tegen de Heer zegt: "Heer...ik kom tot u Neem mijn hart, verander mij. Als ik u ontmoet vind ik rust bij u. Want Heer ...ik heb ontdekt, dat als ik aan uw voeten ben, trots en twijfel wijken voor de kracht van uw liefde..." en verder : dat heerlijke lied 488. En daarna kan hij het laten overgaan in een 'eigen' gebed.
Dan hervindt hij zijn vertrouwen, als hij dat met een hart bidt, dat niet meer verdeeld wil zijn, maar dat zich ongedeeld wil geven aan God.
En jouw taak: volharden in het gebed voor deze kostbare ziel, tot....ja tot de Heer zegt: "Het is genoeg. Denk om je eigen zielenrust. Bouw nu eerst je zelf".
Stel deze zaak, handelende als vorenomschreven in handen van de Heer. En laat deze gedachten aan je vriend lezen.
Wat je daar schrijft is zo herkénbaar voor mij uit mijn verleden thuis, overigens al weer 'eeuwen geleden', want ik ben 83.
Wij lazen thuis aan tafel ook niet uit de bijbel, tot er iets schokkends gebeurde door een ernstige ziekte. Vanaf toen las mijn vader geregeld een stukje en dat ging in het begin best onwennig.
En bidden ging ook 'stil'. Mijn vader heeft - voor zover ik mij kan herinneren- nooit voorgegaan in gebed. Toen ik later 'ondergedoken' was, kwam mijn vader eens een keer op mijn onderduikadres op bezoek en vroeg mijn 'onderduikvader': "Denk je dat je vader met ons de maaltijd met gebed wil beëindigen. Is hij dat gewend". En ik riep vol bravour: "O ja hoor". Maar mijn pa- voor het blok gezet- werd rood van opwinding en bad een beetje onwennig. Daarentegen bad hij 's avonds wel weer heel lang geknield voor zijn bed en dat doe ík weer niet. Mensen zijn zo complex.
Dat roept dus allemaal herinneringen bij mij op. Maar dat jullie na catechisatie samen het 'Onze Vader' afraffelen (soms), roept nu weer niets bij mij wakker. Ik kan mij voorstellen, dat het -als alle formuliergebeden- een 'werktuigelijkheid' bij je wordt.
Maar goed; het gaat jou niet om mijn jeugdherinneringen. Het gaat jou om 'hier' en 'nu': - hoe krijg ik een beter gebedsleven - hoe kan ik met meer vrucht de bijbel lezen.
En daarvoor het ik diverse tips: - Je gebedsleven; je 'stille tijd' stelt niets voor, zeg je. Maar.....jíj bent er niet voor je 'stille tijd'. Die 'stille tijd' is er voor jóu. Nu stel ik mij zo maar voor, dat je op de fiets naar school gaat en dat het een kwartiertje fietsen is. Het kan hondermaal anders zijn bij jou, maar dan vraag ik van jou: elasticiteit.
Kan je niet zó doen; als je heen of terug rijdt en de vriendinnen hebben afgehaakt; het laatste stukje rijd je alleen, dan zeg je zo eens even tegen de Heer God: "Lieve Heer....wat was dat nu vervelend ...(of leuk...of wat-dan-ook). Wat zou ik nu eens moeten doen tegen dat vervelende...( of om dat leuke méer mee te maken enz)". Praat eens zó met God. Hij wil je zo graag als zijn kind. Jezus zegt zelf: "Wie mij 'ontvangen' (in hun 'hart') en in mijn naam geloven, geef ik als voorrecht om kinderen van God te worden", (Johannes 1 v 12)".
Zo kun je daar...op die fiets...of nou ja: op je brommer..tegen de Heer God zeggen: "Lieve Heer...ik heb de Heer Jezus toch geloofd...misschien is dat wel: in mijn hart ontvangen.Ik geloof toch dat zijn naam geen 'vloekwoord' is maar een 'zegenwoord'...ik bén dan toch een kind van u...ik mag toch alles tegen u zeggen".
En wanneer je thuis komt zegt je moeder tegen je: "Kind....wat zie jij er opgewekt uit. En dat met die regen; kom gauw binnen". En jij zegt: "Is er thee", maar je denkt: "Ik ben van buiten natgeregend en van binnen ook , (door de Heer God, met blijde gedachten) en toen vergat ik die regen van buiten". Laat de 'stille tijd' nooit zo'n 'regel' voor je worden, dat je gedachten krijgt zoals: "Hè...weer niet gehouden..." Daniël, iemand uit het Oude testament, spreidde zijn 'stille tijden' over de hele dag.(Daniël 6 v 11). Ook een ideetje?
- En dan het bijbellezen; het is toch wel goed om de hele bijbel te lezen. Ik doe dat altijd zó: Stel, dat de eerste bladzijde in het Oude Testament nummert: 3, dan begin ik met : 3. Daarna neem ik 103, 203, 303 en zo vervolgens. Het Oude Testament heeft soms moeilijke stukken, beetje saai en zo. Op deze manier krijg je toch voldoende afwisseling.
Kom je dan bij het Nieuwe Testament, dan nummeert dat weer anders. Maar je bent een slim meisje; je zult best de honderdste bladzijde na die bladzijde uit Maleachi vinden. En wanneer je gereed bent, dan gewoon 4, 104, 204, 304 enz.
En lees dan de bijbel eens als een liefdesbrief van de almachtige God aan jóu, jong meisje....heel persoonlijk aan jou gericht, evenals deze brief een persoonlijke brief is aan alle mensen.
Want ooit was er een rijmelaar in Nederland die schreef: "Lees vrij mij zevenmaal, ja zeventig maal zeven... Nóg van 't verstand niet ál, wat in mij werd geschreven.
Hoe meer gij in mij zoekt, hoe meer gij in mij vindt, Hoe meer gij in mij leest, hoe meer gij mij bemint".
(Nu ja: 'rijmelaar'...misschien mag je Jacob Cats toch wel als 'dichter' zien).
Dat kan jij ook gaan ervaren.
Kom je nog eens terug Brenda, met wéer vragen of zo.
Je wilt graag weten, hoe je een godvrezende man wordt.
Wel Ossirian, er zijn niet zoveel teksten met 'godvrezend' erin. Wel een heleboel teksten met 'godvruchtig'; een dicht erbij liggend begrip.
Maar....laten wij eens uitwijken naar het Oude Testament. In Job 1 v 1 staat: "Er was in het land Us een man, wiens naam was Job en die man was vroom en oprecht, godvrezend en wijkend van het kwaad, (1951).
In '2004' leest het allemaal wat anders en dat woord 'godvrezend' wordt daar wat anders omschreven: "In het land Us woonde een man die Job heette. Hij was rechtschapen en onberispelijk, hij had ontzag voor God en meed het kwaad". Kúnnen we hier iets mee. Ik zie het nog niet zo, zoek nog wat verder:
Prediker 8 v 12: "Het zal een mens, die ontzag voor God heeft, (godvrezende is) goed vergaan". Ook niet om alleen hierop dóor te gaan.
Nog wat verder: Psalm 86 v 2: "Behoed mij, want ik ben u toegewijd, (godvrezend)".
En Nehemia 7 v 2: "De verdediging van (de stad van God) droeg ik (Nehemia)op aan....Chananja, want hij was meer dan wie ook, een betrouwbaar en godvrezend man".
Er zijn nog wel meer teksten in het Oude Testament, (wat is Gods woord toch rijk), maar ik heb het idee, dat ik nu voldoende stof heb om je te kunnen dienen.
In Job 1 v 1, wordt 'godvrezendheid' genoemd in verband met : - rechtschapenheid en onberispelijkheid - ontzag hebbende voor God en wijkende van het kwaad.
In Prediker 8 v 12 is er een belofte voor 'de godvrezende': het zal hem wél gaan.
In Psalm 86 v 2 mag een 'godvrezende' iets claimen: behoeding van Godswege.
In Nehemia kunnen aan een 'godvrezende' grote taken worden toevertrouwd, gelijk trouwens ook in Exodus 18 v 21.
Wel Ossirian: je marsroute is al uitgestippeld: - hoe word je rechtschapen; het is goed voor jou om wedergeboren te worden. Wanneer God je zo nieuw geschapen vóor zich heeft, dan kan hij beginnen om je wezen 'recht te modelleren', te herscheppen. En hoe word je wedergeboren: door de trouwe, liefdevolle lezing van Gods woord, ( 1 Petrus 1 v 23) vanuit een positieve grondhouding, zoals premier Lubbers dat in zijn tijd zo mooi van andere situaties zei. - En Ossirian....hoe word je onberispelijk. Hier kan 2 Petrus 1 v 10 je weer dienen; daar staat: "Als u dit alles doet, komt u nooit ten val, (zult gij nimmer struikelen)". Ja, daar waren we nu net naar op zoek. Maar wat is dan 'dit alles'? Daarover zegt 2 Petrus 1 v 5 en volgende het een en ander: - verrijk je geloof met deugdzaamheid - verrijk de deugdzaamheid met kennis, - die weer met zelfbeheersing - die weer met volharding - die weer met vroomheid, (rechtschapenheid) - die weer met liefde voor uw broeders - die weer met liefde voor allen. Dus : de onberispelijkheid, waarnaar je jaagt om godvrezend te zijn, moet gepaard gaan met een toeneming in geloof, in degelijkheid, (nooit heb je een 'verborgen agenda' , ook niet in het hofmaken aan een dame),in zelfbeheersing,(ook bij getreiter op het schoolplein), in volharding, ( niet heel gauw zeggen: "nu weer eens wat anders"), in rechtschapenheid, ( niet knoeierig doen met van alles),in liefde voor de medegelovigen in de gemeente, (ook wanneer die een beetje 'raar' zijn),in liefde voor alle mensen, (ook wanneer zij niet lief zijn tegen jou).
En dan komt daar nog bij, dat je het kwaad moet mijden. Net was er weer een aanraking van jou met dingen, die niet goed zijn, (pentagram), zo zullen er veel dingen zijn. Wandel maar veel midden op het pad van het recht.
Dan kun je, als godvrezende de bijstand van God met meer 'recht' claimen, dan wanneer je totaal niets aan God kunt 'tonen'. En je wordt- zoals ieder jonkman toch wil- geroepen tot eervolle taken in Gods oog.
Ossirian, je zult zeggen: "Maar voor al die dingen moet je toch onderhand een heilige zijn"
Wel; als zo vele malen zeg ik: "God heeft voor jou en voor ieder de doop ín en de vervulling mét de Heilige Geest gereed liggen. Vraag hem erom, zoek die doop, jaag naar de vervulling, span al je krachten daarvoor in . En dan zullen we eens een 'godvrezende' Ossirian ontmoeten.