Je negende vraag: "Is het in het licht van Romeinen 5 v 12, (want allen hebben gezondigd...) verantwoord om te stellen, dat 'heidenen die de wet niet hebben...', die Jezus dus niet wdrkelijk kénnen, gerechtvaardigd zullen worden".
Autumn....ik moet hier opeens denken aan....Job, zonderdat ik op dit ogenblik weet, wat ik hiermee nu móet.
Laat ik maar eens van wal steken. Job was geen Jood. Hij had geen enkel contact met Abraham, naar ik aanneem. Hij leefde wel ongeveer in dezelfde tijd, maar hij woonde, voor zover ik kan nagaan, op de grens van wat nu Syrie, grens van Arabië heet. Maar wat had die man een 'ingeschapen godskennis'.
Ja...ik wil royaal zijn; er is zóveel kwaads gezegd over Jobs drie vrienden: Elifaz, Bildad en Zofar. Maar al was hun 'ingeschapen Godskennis' veel minder dan die van Job en al zaten zij vast in erg starre denkpatronen.....ze waren wel in het bezit van heel wat 'wijsheid van God'. En God kon zich toch ook met Elifaz onderhouden, (42 v 7).
En wat betreft de vierde, dat jonkie, Elihu, kan ik alleen maar zeggen: "Chapeau"..."Petje af". Hij wist nog meer dan Job.
Zulke mensen leefden er toen, helemaal buiten de kring van het zozeer begenadigde bondsvolk.
En nu kan jij zeggen Autumn: "Ja kunst!!....zo kort na de zondvloed". Maar ik meen te mogen zeggen op grond van Genesis 10, dat er toen niet ongeveer duizend jaar verstreken waren sindsdien, maar al wel drieduizend. En uit allerlei gegevens blijkt, dat er streken waren, waar ook al veel boosheid heerste. (Gensis 15 v 16).
Dus van oudsher zijn er kanjers geweest buiten Gods volk in engere zin, zoals Job en in iets mindere mate, met een wat meer verduisterd verstand, zijn drie fraaie vrienden. En ook was er iemand, die nóg betere inzichten had dan Job.
En zij behoorden tot de volken, die op hun dáden getoetst zullen worden. En zoals Job, zo moeten er, onder de -toen al- miljoenen, méerderen zijn geweest. En al die velen kenden Jezus niet en in sommige gevallen ook God in zijn 'oeropenbaring' in de 'voortijden' niet.
Nee Autumn, Gods genade is heel groot. Ook hun zonden waren heel groot. Maar ik heb je al uiteengezet, hoe Jezus hen ooit laat eten van 'het geboomte des levens' en laat genezen.
Ik heb gewoon een vraag...neit omdat ik er zelf last van heb maar een vriend van mu!
iemand heeft God gevonden en leeft met Hem. Maar dan gaat het mis in zijn leven...hij is erg verdrietig...en geeft eigenlijk God de schuld! Dan gaat het weer goed ... Maar voeld God nog steeds niet in zijn leven...en wil dat onwijs graag omdat hij weet dat God er is! Dan gaat het weer mis...dit keer geeft hij God niet de schuld. Ik vroeg ook een keer..."geef je God de schuld van al dit?' hij zei: "Nee dat doen heidenen!" Maar nu voelt hij God nog steeds niet en Hij geeft de moed op! het al 2 jaar zo...ik bid echt elke avond voor hem dat hij God weer mag vinden...maar het probleem is ook nog eens dat hij ligtelijk de wereldse(duivels) kant op gaat! En dat vink hele erg! Hij heeft het op gegeven!...
Hoe kan Hij het vertrouwen in God terug krijgen???
das dus mijn vraag!! Ik zou reacties erg koel vinden!! Bidden dat ze helpen want ik weet het ffies nie meer!! Hij is ook nog eens erg koppig en heb hem al 1000 keer vertelt dat hij eens met God moet gaan leven maar hij is te eigenwijs!!
Ja die vriend van je...ik neem aan dat je een teer plekje voor hem in je hart hebt. Dan is het zo, dat de dingen die hém dwars zitten, jou in je hart smarten.
Maar laat ons eerst eens nagaan waar de 'makkes' nu eigenlijk zít.
Je vriend heeft de tegenwoordige wereld lief gekregen, zoals Paulus dat verdrietig over zijn vroegere geloofsgenoot Demas schrijft. ( 2 Timotheüs 4 v 10). En dan geldt de waarschuwing van de Heer Jezus in Lucas 16 v 13: "Geen enkele knecht kan twee heren dienen: hij zal de eerste haten en de tweede liefhebben, of hij zal juist toegewijd zijn aan de ene en de ander verachten. Jullie kunnen níet God dienen én de mammon". (Mammon is hier een verzamelnaam voor allerlei wereldse geneugten).
Stel dat iemand verslingerd- zeg maar 'verslaafd' is aan chatten. Zo iemand, nog in een opleidingsfase zijnde, besteedt zóveel tijd aan dat chatten, dat zijn opleiding er onder lijdt; dan is dat zíjn mammon. En hij kan daarnaast ook nog eens niet proberen de Heer te dienen. Want als het schoolwerk onder het chatten lijdt, dan zeker 'de stille tijd'.
Nu is dat maar éen voorbeeld; jij kunt er zélf honderden bij noemen.
Helemaal los daarvan kreeg hij een verzoeking te weerstaan, in het handelen van de Heer is dat een 'beproeving'. Iedere Christen krijgt zijn satanische verzoekingen/Goddelijke beproevingen om te zien, wat er wezenlijk in zijn hart is.(Deuteronomium 8 v 4) Maar door zijn eigenwijsheid en hang naar de dingen van deze wereld, in welke vorm dan ook, verkeerde hij bij deze verzoeking/beproeving in een slechte conditie en hij kwam er niet goed door.
Er kwam een tweede verzoeking/beproeving en nu gebeurde er iets opmerkelijks. Hij gaf God ditmaal níet de schuld, wilde ook niet helemaal van God loskomen, maar bleef met dat verdeelde hart van hem, dat voor de Heer echt onwerkbaar is, (Jacobus 1 v 8)voortdurend hangen in koppigheid en 'God niet meer vetrouwen'.
Wat moet jouw vriend nu doen om zijn vertrouwen op God te hervinden?: - Jacobus 1 v 8 zegt: "Wie twijfelt is als een golf in de zee, die door de wind heen en weer wordt bewogen. Wie zó aarzelend en onberekenbaar is bij alles wat hij doet, moet niet denken dat hij íets van de Heer zal krijgen".
- Jacobus 4 v 8 zegt: "Nader tot God , dan zal híj tot u naderen. Reinig uw handen, zondaars, zuiver uw hart, weifelaars".
Dus het is goed als je vriend inderdaad tot God nadert en tegen de Heer zegt: "Heer...ik kom tot u Neem mijn hart, verander mij. Als ik u ontmoet vind ik rust bij u. Want Heer ...ik heb ontdekt, dat als ik aan uw voeten ben, trots en twijfel wijken voor de kracht van uw liefde..." en verder : dat heerlijke lied 488. En daarna kan hij het laten overgaan in een 'eigen' gebed.
Dan hervindt hij zijn vertrouwen, als hij dat met een hart bidt, dat niet meer verdeeld wil zijn, maar dat zich ongedeeld wil geven aan God.
En jouw taak: volharden in het gebed voor deze kostbare ziel, tot....ja tot de Heer zegt: "Het is genoeg. Denk om je eigen zielenrust. Bouw nu eerst je zelf".
Stel deze zaak, handelende als vorenomschreven in handen van de Heer. En laat deze gedachten aan je vriend lezen.
Wat je daar schrijft is zo herkénbaar voor mij uit mijn verleden thuis, overigens al weer 'eeuwen geleden', want ik ben 83.
Wij lazen thuis aan tafel ook niet uit de bijbel, tot er iets schokkends gebeurde door een ernstige ziekte. Vanaf toen las mijn vader geregeld een stukje en dat ging in het begin best onwennig.
En bidden ging ook 'stil'. Mijn vader heeft - voor zover ik mij kan herinneren- nooit voorgegaan in gebed. Toen ik later 'ondergedoken' was, kwam mijn vader eens een keer op mijn onderduikadres op bezoek en vroeg mijn 'onderduikvader': "Denk je dat je vader met ons de maaltijd met gebed wil beëindigen. Is hij dat gewend". En ik riep vol bravour: "O ja hoor". Maar mijn pa- voor het blok gezet- werd rood van opwinding en bad een beetje onwennig. Daarentegen bad hij 's avonds wel weer heel lang geknield voor zijn bed en dat doe ík weer niet. Mensen zijn zo complex.
Dat roept dus allemaal herinneringen bij mij op. Maar dat jullie na catechisatie samen het 'Onze Vader' afraffelen (soms), roept nu weer niets bij mij wakker. Ik kan mij voorstellen, dat het -als alle formuliergebeden- een 'werktuigelijkheid' bij je wordt.
Maar goed; het gaat jou niet om mijn jeugdherinneringen. Het gaat jou om 'hier' en 'nu': - hoe krijg ik een beter gebedsleven - hoe kan ik met meer vrucht de bijbel lezen.
En daarvoor het ik diverse tips: - Je gebedsleven; je 'stille tijd' stelt niets voor, zeg je. Maar.....jíj bent er niet voor je 'stille tijd'. Die 'stille tijd' is er voor jóu. Nu stel ik mij zo maar voor, dat je op de fiets naar school gaat en dat het een kwartiertje fietsen is. Het kan hondermaal anders zijn bij jou, maar dan vraag ik van jou: elasticiteit.
Kan je niet zó doen; als je heen of terug rijdt en de vriendinnen hebben afgehaakt; het laatste stukje rijd je alleen, dan zeg je zo eens even tegen de Heer God: "Lieve Heer....wat was dat nu vervelend ...(of leuk...of wat-dan-ook). Wat zou ik nu eens moeten doen tegen dat vervelende...( of om dat leuke méer mee te maken enz)". Praat eens zó met God. Hij wil je zo graag als zijn kind. Jezus zegt zelf: "Wie mij 'ontvangen' (in hun 'hart') en in mijn naam geloven, geef ik als voorrecht om kinderen van God te worden", (Johannes 1 v 12)".
Zo kun je daar...op die fiets...of nou ja: op je brommer..tegen de Heer God zeggen: "Lieve Heer...ik heb de Heer Jezus toch geloofd...misschien is dat wel: in mijn hart ontvangen.Ik geloof toch dat zijn naam geen 'vloekwoord' is maar een 'zegenwoord'...ik bén dan toch een kind van u...ik mag toch alles tegen u zeggen".
En wanneer je thuis komt zegt je moeder tegen je: "Kind....wat zie jij er opgewekt uit. En dat met die regen; kom gauw binnen". En jij zegt: "Is er thee", maar je denkt: "Ik ben van buiten natgeregend en van binnen ook , (door de Heer God, met blijde gedachten) en toen vergat ik die regen van buiten". Laat de 'stille tijd' nooit zo'n 'regel' voor je worden, dat je gedachten krijgt zoals: "Hè...weer niet gehouden..." Daniël, iemand uit het Oude testament, spreidde zijn 'stille tijden' over de hele dag.(Daniël 6 v 11). Ook een ideetje?
- En dan het bijbellezen; het is toch wel goed om de hele bijbel te lezen. Ik doe dat altijd zó: Stel, dat de eerste bladzijde in het Oude Testament nummert: 3, dan begin ik met : 3. Daarna neem ik 103, 203, 303 en zo vervolgens. Het Oude Testament heeft soms moeilijke stukken, beetje saai en zo. Op deze manier krijg je toch voldoende afwisseling.
Kom je dan bij het Nieuwe Testament, dan nummeert dat weer anders. Maar je bent een slim meisje; je zult best de honderdste bladzijde na die bladzijde uit Maleachi vinden. En wanneer je gereed bent, dan gewoon 4, 104, 204, 304 enz.
En lees dan de bijbel eens als een liefdesbrief van de almachtige God aan jóu, jong meisje....heel persoonlijk aan jou gericht, evenals deze brief een persoonlijke brief is aan alle mensen.
Want ooit was er een rijmelaar in Nederland die schreef: "Lees vrij mij zevenmaal, ja zeventig maal zeven... Nóg van 't verstand niet ál, wat in mij werd geschreven.
Hoe meer gij in mij zoekt, hoe meer gij in mij vindt, Hoe meer gij in mij leest, hoe meer gij mij bemint".
(Nu ja: 'rijmelaar'...misschien mag je Jacob Cats toch wel als 'dichter' zien).
Dat kan jij ook gaan ervaren.
Kom je nog eens terug Brenda, met wéer vragen of zo.
Je wilt graag weten, hoe je een godvrezende man wordt.
Wel Ossirian, er zijn niet zoveel teksten met 'godvrezend' erin. Wel een heleboel teksten met 'godvruchtig'; een dicht erbij liggend begrip.
Maar....laten wij eens uitwijken naar het Oude Testament. In Job 1 v 1 staat: "Er was in het land Us een man, wiens naam was Job en die man was vroom en oprecht, godvrezend en wijkend van het kwaad, (1951).
In '2004' leest het allemaal wat anders en dat woord 'godvrezend' wordt daar wat anders omschreven: "In het land Us woonde een man die Job heette. Hij was rechtschapen en onberispelijk, hij had ontzag voor God en meed het kwaad". Kúnnen we hier iets mee. Ik zie het nog niet zo, zoek nog wat verder:
Prediker 8 v 12: "Het zal een mens, die ontzag voor God heeft, (godvrezende is) goed vergaan". Ook niet om alleen hierop dóor te gaan.
Nog wat verder: Psalm 86 v 2: "Behoed mij, want ik ben u toegewijd, (godvrezend)".
En Nehemia 7 v 2: "De verdediging van (de stad van God) droeg ik (Nehemia)op aan....Chananja, want hij was meer dan wie ook, een betrouwbaar en godvrezend man".
Er zijn nog wel meer teksten in het Oude Testament, (wat is Gods woord toch rijk), maar ik heb het idee, dat ik nu voldoende stof heb om je te kunnen dienen.
In Job 1 v 1, wordt 'godvrezendheid' genoemd in verband met : - rechtschapenheid en onberispelijkheid - ontzag hebbende voor God en wijkende van het kwaad.
In Prediker 8 v 12 is er een belofte voor 'de godvrezende': het zal hem wél gaan.
In Psalm 86 v 2 mag een 'godvrezende' iets claimen: behoeding van Godswege.
In Nehemia kunnen aan een 'godvrezende' grote taken worden toevertrouwd, gelijk trouwens ook in Exodus 18 v 21.
Wel Ossirian: je marsroute is al uitgestippeld: - hoe word je rechtschapen; het is goed voor jou om wedergeboren te worden. Wanneer God je zo nieuw geschapen vóor zich heeft, dan kan hij beginnen om je wezen 'recht te modelleren', te herscheppen. En hoe word je wedergeboren: door de trouwe, liefdevolle lezing van Gods woord, ( 1 Petrus 1 v 23) vanuit een positieve grondhouding, zoals premier Lubbers dat in zijn tijd zo mooi van andere situaties zei. - En Ossirian....hoe word je onberispelijk. Hier kan 2 Petrus 1 v 10 je weer dienen; daar staat: "Als u dit alles doet, komt u nooit ten val, (zult gij nimmer struikelen)". Ja, daar waren we nu net naar op zoek. Maar wat is dan 'dit alles'? Daarover zegt 2 Petrus 1 v 5 en volgende het een en ander: - verrijk je geloof met deugdzaamheid - verrijk de deugdzaamheid met kennis, - die weer met zelfbeheersing - die weer met volharding - die weer met vroomheid, (rechtschapenheid) - die weer met liefde voor uw broeders - die weer met liefde voor allen. Dus : de onberispelijkheid, waarnaar je jaagt om godvrezend te zijn, moet gepaard gaan met een toeneming in geloof, in degelijkheid, (nooit heb je een 'verborgen agenda' , ook niet in het hofmaken aan een dame),in zelfbeheersing,(ook bij getreiter op het schoolplein), in volharding, ( niet heel gauw zeggen: "nu weer eens wat anders"), in rechtschapenheid, ( niet knoeierig doen met van alles),in liefde voor de medegelovigen in de gemeente, (ook wanneer die een beetje 'raar' zijn),in liefde voor alle mensen, (ook wanneer zij niet lief zijn tegen jou).
En dan komt daar nog bij, dat je het kwaad moet mijden. Net was er weer een aanraking van jou met dingen, die niet goed zijn, (pentagram), zo zullen er veel dingen zijn. Wandel maar veel midden op het pad van het recht.
Dan kun je, als godvrezende de bijstand van God met meer 'recht' claimen, dan wanneer je totaal niets aan God kunt 'tonen'. En je wordt- zoals ieder jonkman toch wil- geroepen tot eervolle taken in Gods oog.
Ossirian, je zult zeggen: "Maar voor al die dingen moet je toch onderhand een heilige zijn"
Wel; als zo vele malen zeg ik: "God heeft voor jou en voor ieder de doop ín en de vervulling mét de Heilige Geest gereed liggen. Vraag hem erom, zoek die doop, jaag naar de vervulling, span al je krachten daarvoor in . En dan zullen we eens een 'godvrezende' Ossirian ontmoeten.
Het heeft jouw aandacht getrokken, dat Jezus bij vele gelegenheden aan zijn leerlingen verbiedt om een wonder of een openbaring bekend te maken. En dat gebeurt dan dikwijls: ten strengste of 'nadrukkelijk'.(Matth 9 v 30), (Matth 12 v 16).
Meestal wordt als reden gegeven, dat Jezus niet voortijdig de aandacht van de autoriteiten in direct dodelijk gevaarlijk zin op zich wilde vestigen. Jezus had zijn eigen agenda en volgens zijn eigen planning moest hij 3½ jaar rondreizen om alle dingen te zeggen, die hij zeggen wilde en alle dingen te doen, die hij wilde doen en alle doelen te bereiken die hij zich gesteld had.
Die redenering is juist. Je ziet deze handelwijze ook bij de voorbereiding van het laatste avondmaal. Die vindt plaats op een vooraf niet bekende plaats, zodat de soldaten hem pas kunnen arresteren na de laatste toespraken, door Johannes weergegeven, wanneer hij weet: "Alles is nu gereed voor de grote strijd".
Echter: in Matth 12 v 16 zie ik toch nog een ander aspect. Daar staat: "Hij verbood hun uitdrukkelijk bekend te maken wie hij was". En dan staat er in vers 17 zo tekenend: "Zo ging in vervulling wat gezegd is door de profeet Jesaja".
En dan volgt er na andere verrukkelijke woorden: - Hij zal geen woordenstrijd aangaan - ...en op straat zijn stem niet verheffen.
Tegen het vijandig en provocerend optreden van Jezus' tegenstanders is het optreden van Jezus dat van een zachtmoedige, bescheiden en zegenende Heiland. Jezus trok zich in deze fase terug van conflictplaatsen, ook al lag in het heengaan een schijn van vrees en minderheid. God heeft Jezus, zijn Knecht, in een zeer nauwe betrekking tot zich geplaatst. Er is tussen hen een heerlijke, warme intimiteit, (1. Jezus zal volgens Jesaja niet slechts heel Israel dienen, maar de hele wereld, (1 Geen twist of geschreeuw bij Jezus, geen grote stem, op reclame gericht. In innerlijke overtuiging en kracht van de Heilige Geest ligt Jezus' kracht.
En wanneer er grof tegen hem werd geschreeuwd, gaf hij in zulke omstandigheden onverminderd gestalte aan wat Jesaja al had gezegd: - de zwakke en hulpbehoevenden , het kwijnende mensenleven...dat kan op zijn zachte, sparende liefde rekenen, 20 en 21, Zie ook 11 v 29.
Dat kan dus ook een beweegreden zijn geweest van Jezus om mensen te verbieden om hem bekend te maken: het gehoorzaam naleven van hetgeen Jesaja al over hem had geprofeteerd.
Zit hier voor ons geen les in: - niet effectbeogend en uitdagend optreden tegen de wereld - erop trachten te letten dat je geestelijke taak niet voortijdig beëindigd wordt doordat je je mildheid, bescheidenheid en zegenende gezindheid zou verliezen. - niet bang zijn voor smaadredenen: "Hij is bang voor ons". (In de wereld is een zegswijze van een wegvluchtende: "Ik heb liever dat ze zeggen: 'Daar gaat Jan' dan dat ze moeten zeggen: 'daar ligt Jan' ").
In het geestelijke gaf Jezus een goed voorbeeld van 'transponeren' naar 'hogere en eeuwig belangrijk blijvende waarden'.Zijn weldoende handelen werd ook mogelijk, omdat hij-waar mogelijk- het conflict omging. - geen luidruchtige reclame of propaganda, tenzij er uitdrukkelijke een geestelijk doel mee wordt gediend. - altijd de liefderelatie met God handhaven door helemaal in zijn wegen te wandelen - altijd blijven streven naar een steeds meer 'vervuld zijn met Gods Geest' - geen getwist, geen boos geschreeuw.... wat op HQ, met al die temperamentvolle jongeren nog wel eens voorkomt. Soms slaat de vlam in de pan ...geen stemverheffing. Waarom zou je van dat laatste ook gebruik maken. Harde argumenten passen heel goed bij een bescheiden stemgeluid. - geen uiterlijk vertoon bij een zuiver geestelijke arbeid - steeds oog en oor voor lichamelijke, zielse en geestelijke zwakheid en hulpbehoevendheid bij anderen, ook al zijn ze gecamoufleerd door een zelfverzekerd optreden. Daaronder kan een kwijnend mensenleven schuil gaan, dat snakt naar zachte, sparende liefde.
En zo kan deze uitleg wellicht nog op andere gebieden van dienst zijn.
Antwoord op vraag over polygamie in het Oude testament
Na eerdere inleiding...het volgende:
Maar goed; de polygamie in het Oude Testament. Ik vind een bepaald stukje uit Matth 19 altijd zo uitermate instructief, de verzen 3 t.m. 9. Niet dat de verzen 10 t.m.12 niet heel belangrijk zouden zijn. Die heb ik echter onlangs in ander verband nog behandeld.
Goed dan:
Er kwamen Farizeeën tot Hem om Hem te verzoeken en zij zeiden: "Is het geoorloofd om zijn vrouw weg te zenden om allerlei redenen?" Hij antwoordde en zeide: "Hebt gij niet gelezen, dat de Schepper hen van den beginne als man en vrouw heeft gemaakt?" En Hij zeide; "Daarom zal een man zijn vader en zijn moeder verlaten en zijn vrouw aanhangen en die twee zullen tot éen vlees zijn. Zo zijn zij niet meer twee, maar éen vlees. Hetgeen dan God samengevoegd heeft, scheide de mens niet". Zij zeiden tot Hem: "Waarom heeft Mozes dan bevolen een scheidbrief te geven en haar daarmee weg te zenden?" Hij zei tot hen: "Mozes heeft u met het oog op de hardheid uwer harten toegestaan uw vrouwen weg te zenden, maar van den beginne is het zo niet geweest. Doch Ik zeg u: 'Wie zijn vrouw wegzendt om een andere reden dan hoererij en een ander trouwt, pleegt echtbreuk'".
Uit deze lering kunnen we de volgende lijnen trekken: - in Genesis 4 v 19 lezen wij, dat een zekere Lamech, uit de linie van Kaïn zich twee vrouwen nam. Dat zal voor die tijd ook al wel eens gebeurd zijn, maar de bijbel vindt het toch opmerkelijk om dit feit te vermelden. Het nemen van meerdere vrouwen wordt hier gezien als een ontaarding. Lamech was ook verder een ruwe knaap, gelijk uit het vervolg van de bijbeltekst blijkt.
Maar deze lijn zit erin; het huwelijk was door God verordineerd als de verbintenis van éen man en éen vrouw, een leven lang, teneinde zo op de meest zuivere manier uit te beelden, dat God de mensheid, tot zijn geestelijke echtgenote voor eeuwig begeerde. Dit zal ook zeker gebeuren, maar de duivel slaagde erin en slaagt er nog steeds in om dit door God gewilde samenlevingsverband te bezoedelen. - Later zien wij dit beeld gewoon geworden. Toen Jacob huwde met Lea en Rachel , kreeg hij er als bijvrouwen bij: Bilha en Zilpa. Daar keek toen niemand van op. Opa Abraham had ook meerdere vrouwen, Sara, Hagar en Ketura. Hierbij wel opmerken, dat Izaäk het altijd alleen bij Rebekka hield.
En zo is dat doorgegaan. Het werd ook heel gewoon gevonden op de duur, dat je een vrouw kon wegzenden en een andere huwen, bijvoorbeeld alleen- volgens oude aannalen- omdat ze het eten had laten aanbranden als aanleiding...-om allerlei redenen-. Uit het vervolg van Matth 19 merk je, dat ook de discipelen door deze ingesleten verderfelijke gang van zaken waren aangetast en een slordig en onbelijnd huwelijksleven helemaal niet bevreemdend vonden...: "Indien voor een man de zaak met zijn vrouw zo staat...( dat je eigenlijk niet van elkaar afkunt...), is het niet raadzaam om te trouwen". Wat zal onze Heer Jezus zich eenzaam gevoeld hebben, toen zelfs zijn trouwe volgelingen Hem afvielen.
Maar....wat Mozes niet kon: een totaal verkeerd gelopen zaak weer in de rails krijgen, dat kon onze Heer wel. Het bewustzijn, dat een huwelijk niet zo maar iets is, maar wel degelijk van levenslang belang, is toch wel een feit geworden, waarvan vele mensen over de hele wereld heen, zich bewust zijn.
Dus: al die vragen over David en vooral Salomo, zijn vooral terug te leiden op een door de duivel veroorzaakte verbastering, waaraan door Onze Heer Jezus Christus een halt werd toegeroepen.
Ik heb de laatste tijd regelmatig gelezen dat mensen God zien als liefde en er alleen maar goede dingen van hem vandaan kunnen komen en de moeilijke niet hoe denken jullie hier over?
Mijn antwoord:
God is liefde....( 1 Johannes 4 v : dat staat als een paal boven water.
Hoe is dan al het leed te verklaren dat over de wereld heen davert.
In zijn liefde heeft God een omtuining voor de mens gemaakt. (Zie voor het woord 'omtuining' ook Ezra 9 v 9, NBV- vertaling -1951-;in '2004: 'veilige muur'). Heel duidelijk lees je daarover in Richteren (nu Rechters) hoofdstuk 6. Niet dat het niet overal staat vermeld, maar deze schriftplaats heb ik bij mijn bijbelstudie gisteren nog gezien en die zit dus vers in mijn hoofd. ........... In verzen 7-10 wordt gezegd: "Ik (God): - ben het die jullie uit Egypte heeft geleid - ik heb jullie verlost uit de slavernij - Ik heb jullie bevrijd uit de greep van de Egyptenaren - ....en van de volken die jullie híer bedreigden.
Die heb ik voor jullie weggejaagd en ik heb jullie hun land gegeven. En ik heb jullie gezegd: 'Ook al wonen jullie nu in het land van de Amorieten...hun goden mogen jullie niet vereren, want: IK DE HEER BEN JULLIE GOD'
Maar jullie hebben niet geluisterd naar wat ik zei". ........... En is dit niet het verhaal van ons allen, geredden , begenadigden in Christus. Heeft de HEER ons niet állen: - gered uit de klauwen van de duivel en de wereld en onze eigen, tegenstrevende natuur - verlost uit een onvruchtbaar leven van zwoegen en sloven...voor 'niks' - heeft de Heer niet een heerlijke nieuwe omgeving van gebed en dankzegging en veiligheid voor ons bereid. - en is het niet zo, dat hij slechts heeft gewaarschuwd, dat we niet moesten terugkeren naar de oude , nare dingen. - En is het niet zo, dat dat terugkeren toch nog te veel gebeurt.
Stel je dat nu zó voor: er is een vaste, veilige, omtuining, een soort 'palissade', waarachter wij, gelovigen, veilig zijn in de hoede van God. Daarbuiten loert het wilde beest, de duivel, met vele andere wilde beesten, de demonen. Zodra wij door achteloosheid 'Gods omtuining' verlaten, houdt de duivel ons in het oog en op een geschikt ogenblik, wanneer wij ver genoeg zijn weggedwaald, grijpt hij ons, en tracht ons door leed of verleiding of wat dan ook naar de duisternis te sleuren. Dat leed en die moeiten komen tot ons voor onze eigen verantwoordelijkheid en door de verleidingen van satan, die van een moment van achteloosheid gebruik maakt. "Eén uur van onbedachtzaamheid Kan maken dat men jaren schreit".
Echter: satan is 'de wetteloze'. Hij waagt zich ook 'binnen de omheining' en bezorgt de gelovigen , die heel niet willen afwijken van God, wiens liefde zij ontdekt hebben en jegens wien zij tot wederliefde bereid zijn, ook veel moeiten.
Maar al die verzoekingen door satan zijn beproevingen van Godswege. Elk mens moet proeven ondergaan. Dat moesten de Israelieten indertijd al; in Deuteronomium 8 v 2 staat die beroemde tekst: "Denk aan de tocht die de HEER uw God, u door de woestijn heeft laten maken, veertig jaar lang. Hij wilde u zijn macht laten voelen en u op de proef stellen, om te ontdekken wat er in uw hart leefde: gehoorzaamheid aan zijn geboden of niet".
Even persoonlijk: ik trek nu 83 jaar door dit leven, dat niet altijd als een woestijn aanvoelt, maar waar ik de verleidingen van de duivel toch dikwijls heb ondervonden en nog ondervind. De Heer heeft mij op de proef gesteld of het goud van het geloof bij mij gevonden werd. En als dat goud te voorschijn kwam dan was het nog zíjn genade. Want Jeremia 31 v 18 leert: "Breng mij bij u terug...laat mij terugkeren, want u HEER, bent mijn God" (vertaling 1951: "Bekeer mij , dan zal ik mij bekeren, want gij HERE, zijt mijn God".)
Dat de Heer de proef neemt met elk lid van de mensheid, is een redelijke zaak. Zoals wij met andere mensen graag willen weten: 'welk vlees wij in de kuip hebben', zo wil God graag weten, 'hoeveel géest er in ons is'.
De slechte dingen in ons leven, hoe dan ook gekomen, zijn een gevolg van de verleidingen van de duivel en van ons eigen meewerken aan zijn lelijke spel.
Maar....nu komt er even iets móeilijks. Omdat God almachtig is, kan er niets omgaan buiten die almacht.
En nu krijg je even een tekst van me, waar je wel rechtop bij zult gaan zitten. Jesaja 45 v 6/7 zegt; "Zo zal iedereen van oost tot west weten dat er niets is buiten mij. Ik ben de HEER , er is geen ander die het licht vormt en het donker schept die vrede maakt en onhei schept. Ik ben het, de HEER, die al deze dingen doet".
Dus: hier staat, dat God die liefde is, het onheil schept evenals de vrede. Dit lijkt moeilijk...maar de duivel met zijn slechte verzoekingsstreken...ons wel of niet stand houden in allerlei verzoekingen...het is allemaal nodig: als steigerwerk bij Gods grote, eeuwige tempel, nu in aanbouw. Al deze dingen zijn nodig in het kader van 'de proef'. - zijn wij steigerwerk, dat opgeruimd wordt, wanneer het gebouw van God gereed is - of zijn wij een steen of misschien zelfs een zuil in dat wonderbare bouwwerk.
Niem; houdt echter dít voor ogen: - God wil dat alle mensen behouden worden en tot erkentenis van de waarheid komen, (1 Tim 2 v 4) - Wij gelovigen hebben een gebouw van God in de hemelen, niet met handen gemaakt, een eeuwig huis, (2 Corinthe 5 v 1). - Bied weerstand aan de duivel en hij zal van u vlieden, (Jacobus 4 v 7). - Nader tot God en hij zal tot u naderen, (zelfde tekst). - deze belofte ligt er: "Zij hebben de duivel overwonnen door het bloed van het lam en door het woord van hun getuigenis", (Openbaring 12 v 11). - God kan door het kwade niet verzocht worden en hij brengt ook niemand in verzoeking, (Jacobus 1 v 13). - God is éen. Voor hem sidderen de demonen, die dat volkomen nauwkeurg weten, die zijn heiligheid en volkomen afgescheidenheid van het kwaad kennen, (Jacobus 2 v 19).
Ik weet het...ik weet het: de meesten van jullie zijn 50-plussers. En ik kom meest in aanraking met de groep 15-25 in Nederland. Toch denk ik dat de onderstaande vraagbeantwoording jullie nut kan geven. Velen van jullie zullen kleinkinderen hebben in die leeftijd.
Daag Ger
Piercing.
ik heb een discuusie daarover met me ouders. jaaa dat gaat over piercingen
ik wil zo graag ee piercing onder me lip hebben maar me ouders vinden het niet goed want blabla in de bijbel staat wel je lichaam is een tempel van de Heilige Geest ok en tatoos ben ik wel tegen,,,, maarja waarom is het dan zo moeiilijk ik heb wel oorbellen maar op een piercing hoo maar!!!!!
Is dat nou ouderwets off???
Dag Niem,
Ja....die piercing hè.In 1 Korintiërs 6 v 19 staat inderdaad: "Uw lichaam is een tempel van de Heilige Geest, die in u woont en die u ontvangen hebt van God, en weet u niet, dat u niet van uzelf bent".
Maar deze tekst gaat niet over piercings en zo, maar over onreinheid en hoererij, en dat is in de dialoog van jou met je ouders niet direct het kernpunt.
Wel staat in deze tekst het een en ander dat je toch wel aan het denken kan zetten; - je bent niet van jezelf. - je bent een tempel van God de Heilige Geest. Maar dan moet de Heilige Geest het er eigenlijk mee eens zijn, dat zíjn tempel een dergelijk versierobject draagt. En....wanneer je deze zaak aan God voorlegt, zal deze gedachte misschien van Godswege in je opkomen: "Ik ben weliswaar nog niet gedoopt met de Heilige Geest; ik ben nog maar net bekeerd en zelfs nog niet aan de wedergeboorte toe. Ik ben dus nog geen tempel van de Heilige Geest, maar ik wil mij er wel voor gereedmaken. Maar dan hoor ik er nu al rekening mee te houden dat de Heilige Geest dadelijk zijn tempel gaat inspecteren en dan op die piercing stuit".
En nu weet ik wel, dat Leviticus 19 v 28 zegt: "Kerf geen tekens in je lichaam en breng geen tatoeages aan". En dan wordt overdrachtelijk ook wel eens gezegd: "Geen geknoei aan je lichaam. Ik weet wel, dat een piercing geen tatoeage is, maar het is vast niet goed".
Maar dat is ook geen voldoende grond. Het gaat hier in eerste aanleg over rouwgebruiken. In Jeremia 16 v 6 en Jeremia 41 v 5 wordt ook melding gemaakt gaat van inkervingen en zo, om daarmee uiting te geven aan zielensmart. En de Heer spreekt er dan geen afkeurend oordeel over uit. En wat het tatoeëren betreft, Jes 44 v 5 maakt hiervan ook gewag zonder dat de Heer er zijn afkeuring over uitspreekt.
Niem, laten wij het van een andere kant benaderen.
Houd je lichaam gereed voor de doop met de Heilige Geest, die je verwacht, die eens gaat komen, wanneer je dóorgaat. En dan brengt hij zo'n schat van gaven en vrucht mee.... lees het allemaal in BIJBELSTUDIE ....dat je leert zeggen: "Waarom dan ook nog eens een piercing in mijn onderlip, in dat gevoelige slijmvlies. Al die soesah: - heb ik wel het goede materiaal; goud en ziver zijn niet safe - hoe moet het nu met verkoudheden en schrale huid in de wintermaanden. - laat ik toch wijzer zijn. Beter dan alle versierselen van de uiterlijke mens is de schitterende tooi van de innerlijke mens met liefde, blijdschap en vrede enz".
Met oorbellen zeggen de mensen wel eens: "Hangt die oorbel aan jou...of hang jij aan die oorbel?" (wel een nadenkertje)
Niem; voor het moment is het zo, dat jij echt nog te veel aan die piercing hangt....en dan doe je er beter aan om die piercing niet aan jou te hangen. Ook geen 'nep-piercing' hoor. Want dat verandert aan het wezen van de zaak niets.
En ook geen hele rij van oorbelletje of zo in je oorschelp. Waarom zou je het doen? Jullie zijn op deze leeftijd al zo mooi. En weet dit: een meisje dat de Heer werkelijk diep en enthousiast dient, wordt alleen maar mooier. Ik heb jonge mensen gekend met kleine, samengetrokken haat-oogjes. Maar toen de Heer ze vrijzette, werden die ogen groot en stralend. Dat is iets wat een piercing echt niet kan.
Ik heb Gothicfans gekend...nou ja gekend...van een afstand...laat ik nu niet gaan opscheppen....die van die witte gothic-kopjes hadden, omdat ze nooit in de zon kwamen en dan hadden ze zich nog wit gepoederd ook. Je wist niet wat je zag! En ze leerden de Heer kennen en onder dat verstikkende poederlaagje bleek een gezonde huid te zitten, die in de zon opbloeide. En alweer: een piercing had dit niet kunen bereiken.
Laat nu toch dat gefriemel. Je zult zeggen: "Wat weet een oude kerel van 83 van de roerselen van een meisjesziel ". Weet ik ook niet hoor. Maar ik heb naar beste vermogen geantwoord.
Onlangs mengde ik mij nog weer eens in een discussie op Forum, Seniorennet, door 'Zandmannetje' aangekaart , zie blz 11 en 12 aldaar.
Er kwamen diverse reacties, maar de enige, die om beantwoording vragen, zijn die van Agnes en Tillie.
Die zeiden namelijk, dat zij bij 'geloof' gelijk dachten aan 'de leer van de erfzonde'.
Ik haast mij om te zeggen dat ik 'de leer van de erfzonde' een afschuwelijke, onbijbelse, door de satan zelf ingefluisterde idee vind.
Dit tot geruststelling van deze twee reagerenden.
Ik verlang er altijd naar, dat er nog eens iemand komt die een liefhebber is van deze verderfelijke gedachtespinsels en die mij de vele teksten aanreikt die tot staving van deze belemmerende gedachtegang zouden moeten dienen.
Ik kan mij niet voorstellen dat er zo iemand in Vlaanderen zou zijn. Maar je kan nooit weten. Overigens heb ik deze posting ook naar Nederland 'geblauwd'.. Wie weet....?
Goed er is nog wel het een en ander: - je hebt nog onbeantwoorde vragen - je zit nog wel eens achter je pc met een verdrietig gezicht - je denkt nog wel eens spijtig terug aan je domheden als 15-jarige met het chatten enz .... Maar nú!!: - je bent 19 - er worden zoveel woorden in preken en zo gezegd; er zijn zo veel lieve ervaringen; en daarachter de Heer, die je resterende wonden balsemt met geneeskracht - dat heerlijke weten: "Ik ben ten goede veranderd" - die zekerheid: de antwoorden komen op Gods tijd - die nare gedachten van vroeger; zo hevig als toen komen ze niet meer terug - o....die verrassing: ik kan al nuttig zijn voor de Heer...ik kán iets...ik kan mimespelen en alles wat ik heb meegemaakt, kan ik in dat mimespel leggen!
Talitha; wat góed allemaal. Ik sla je met blijdschap gade.
Zit maar niet meer met een spijtig terugdenkend gezicht achter die pc. Ikzelf huil ook wel eens achter mijn pc. Maar dat is om aangrijpende vragen en dan geeft de Heer mij weer een antwoord voor de zielen-in-nood. En dat zijn toch ándere tranen.
In die cruciale jaren van vijftien tot negentien 'overeind gebleven' , alleen maar door de bijstand van de Heer. ................ En nu komt er even een wat moeilijk voorbeeld: Een heel erg spastische jongen wilde zo graag meedoen aan de trialton, ( de zwaarst denkbare sport). Zijn vader, een goede atleet, 'hielp' hem: - zwom voor het bootje waarin de gehandicapte - fietste, met de gehandicapte in een soort draagstoel vóor zich - duwde de invalidewagen van zijn zoon tegen een helling op. - enz. En....de hopeloos gehandicapte 'won'!!!...volbracht in ieder geval de trialton. .............. Je begrijpt het al: hoever we ook komen: - met bekering en wedergeboorte - met de vervulling met de Heilige geest - met het gebruik van de Geestesgaven - met het ontdekken van de Geestesvrucht.... alles is uiteindelijk 'genade van God'.
Híj is het die ons karretje door de hele trialton van het leven trekt; alleen met dit verschil: - wij beginnen inderdaad als 'bedelaars' -....en wij eindigen als koningen. Maar we zijn niet trots over dat 'koningschap', maar weten dat alles vrije gunst is van hem, die hij voor alle mensen heeft weggelegd. maar wij moeten wél 'ja' zeggen. ................. Nu weer verder: O ja; ik ken het, al die ideeën, die je peurt uit preken, al die dingen die gebeuren en waarvan je bemerkt dat alles meewerkt ten goede degenen die geloven, (Romeinen 8 v 2. "Wij weten dat voor wie God liefhebben, voor wie volgens zijn voornemen geroepen zijn, alles bijdraagt aan het goede". Alle mensen zijn geroepen: "De roep van de boodschap (van het heil in Christus) klinkt over heel de aarde, de woorden ervan tot de uiteinden van de wereld". (Romeinen 10 v 1. Gelukkig de mens, die te rechter tijd 'ja' zegt tegen die roep, zoals ook jíj hebt gedaan.
Ik weet ook van verandering, van de heerlijke blijdschap om 'nuttig te kunnen zijn voor de Heer'. Er is een tijd geweest dat ik allerlei delen van de wereld zag, bergen beklom, op wilde rivieren vaarde, (voer),maar toen was er vaak het idee: "Dien ik hierin optimaal de Heer" Mijn wilde sprongen raakten gedaan, mijn leven schrompelde in tot de omvang van nú, (op mijn studeer achter de pc onder andere). Maar ik voel mij zo gelukkig.
En ik kan mij voorstellen, dat jij heel erg blij bent dat je met 'mimespelen' iets kunt 'betekenen'.
Talitha....op 1 januari wens ik het jullie allemaal. Maar nu vast: Veel heil en zegen in het nieuwe jaar".
Lezers; denk om mijn eerdere opmerking; in aan mij gerichte brieven laat ik het taalgebruik van de vrager staan voor de autenthiciteit.
Uit andere kolommen. Mijn antwoord volgt. Ger
ik was vandaag met 2 vriendinnen en hun wouden film gaan kijken, die hele film leek me al niks maarja kging er toch maar bij zitten... en elke keer kwamen er vloeken in voor, en zat maar steeds van bij de volgende ga ik weg, nou toen ben ik na een kwartier weg khad cker wel 6 vloeken gehoord, noujah toen zei ik, ik hoef dit niet te zien kom over 2 uur wel weer terug! en ben toen naar huis gegaan.. kom ik dus 's avonds weer terug vinden ze het raar dat ik weg ging zeggen ze het was maar een film, dan hoef je toch niet weg te gaan.. Dus ik legde uit dat ik dat niet goed vind, oke 1 dat is wat anders (ook niet goed trouwens) maar nu was het steeds. Dan denk ik van tjahh dan maar kinderachtig he..
Ik weet niet, maar zouden er nog meer mensen weggaan, of ben ik de enige...?
Dag Niem,
Allereerst dit algemene bericht: waarom quote ik tegenwoordig wat meer. Ik kom nu ook in Vlaanderen. En om allerlei redenen is het soms goed om daar een probleem op te nemen in mijn blog, dat dáar zeker ook speelt. En dan is het technisch handig om vraag en antwoord in extenso bij elkaar te hebben.
En nu je vraag:
Je hebt er goed aan gedaan om weg te gaan. De bijbel zegt in Spreuken 13 v 20: "Wie met wijzen omgaat, wordt zelf wijs, wie met dwazen verkeert, is er ellendig aan toe". En een film vol vloeken is een besmeurende , bezoedelende, onrein makende, uit conditie brengende aangelegenheid, die 'dwaas', ( destructief) is in de ogen van God.
In het gewone leven kennen wij termen als: "Wie met pek omgaat, wordt ermee besmet".
Ja zelfs in het huishouden kennen wij dit principe: "Wanneer je een schoon bord op een vuil bord zet, dan wordt het schone bord vuil, maar het vuile bord wordt niet schoon".
Toen ik nog in 'de dagen van Olim' op school zat, vertelde een meisje uit een keurig gezin eens: "Jullie kennen allemaal Atie. Je weet, hoe die vloekt. Nou....en laatst thuis zei ik opeens ook zoiets. Mijn pa en ma schrokken allebei zó: "Kind....hoe kom je dáaraan".
Echt...wanneer je was blijven zitten, had de slechtheid van al die vloeken zich meer aan jou gehecht dan andersom jouw puurheid aan die lelijkheid. Voor je vriendinnen is het een téken dat je weggegaan bent. Ze gaan er vast en zeker over nadenken. Je hebt in ieder geval een signaal afgegeven.
Weet je Niem, wat mij ooit eens is overkomen?: Ik reisde mee met een bus. En in die bus werd vreselijk gevloekt. Nu kun je in zo'n geval zeggen: "Houd daar eens mee op. Het stoort me".
Maar dat is vaak niet de goede manier. Je kunt beter met God over de mensen praten dan met de mensen over God, is een leus, die vrij vaak opgaat.
En ik wist al iets meer van 'de wereld van God en die van de duivel'. En ik begon in mijzelf in de naam van Jezus de machten van satan die dat vloeken hadden geaktiveerd en aangestookt, te bestraffen.
En ....het hield op. Dat kan natuurlijk in een fim niet. Maar jouw aanpak was goed. Ga daar gerust mee door....met te trachten je in de naam van Jezus vrij te houden van de besmeurende invloed van gevloek en zo in films en dat soort dingen,
Bedenk ook, wat de apostel Paulus gezegd heeft in 1 Corinte 15 v 33: "Slecht gezelschap bederft goede zeden". Denk niet: "Paulus had altijd aanmerkingen". De apostel ontleent dit woord aan de griekse blijspeldichter Menander, dus 'in de wereld' leefde die wijsheid ook al. Paulus- het kwam laatst ook al eens ter sprake- kende zijn klassieken.
Blijf maar doorgaan met 'je te onttrekken aan de zuigkracht van allerlei demoraliserende en zedeloze gewoonten, films, t.v-programma's enz. Zoek de Christelijke deugden en de godsvrucht op.
Dat lijkt wat zwaar voor een jong, levenslustig meisje. Maar ik geef je de verzekering; bij de Heer Jezue en de Heer God ....daar word je pas echt jóng en levenslustig.
Ter kennisneming: mijn vierde (van de vijf geplande blogs) is uit. Het is getiteld :Mijn boeken
Dag allemaal,
Daar is dan het vierde van de vijf door mij geplande blogs.
In dit blog geef ik een steeds maar voortschrijdende verklaring van bijbelteksten . Ik heb daarbij de bedoeling om u stap voor stap in te leiden in mijn gedachtewereld met betrekking tot 'de goede wereld van God'.
Achtereenvolgens zal ik met u behandelen: - bekering - wedergeboorte - ...en alle verdere belangrijke zaken, het koninkrijk Gods betreffende.
U zou kunnen zeggen: "Ja...maar we hebben 'bijbelstudie' toch al.
Dat is waar. Maar dit is meer uitgebreid en meer eenvoudig. Ach; u ziet wel.
Aanstaande zaterdag begin ik met het ingeven van het eerste artikel.
Opmerking vooraf voor mijn Vlaamse lezers: De spelfouten in de gestelde vragen laat ik staan uit een zeker streven naar originaliteit. Jullie moeten de vragen zó binnenkrijgen, als ik ze krijg.
Hier dan je tweede vraag Steffanie,
2.Ik schaam me er een beetje voor, maar ik vindt God aanbidden zo moeilijk. Sommige mensen zeggen dat je God moet aanbidden met je leven. Door te leven zoals Hij wil aanbidt je Hem. Nu moet God nog heel wat veranderen aan mij. Stel dat dit zo'n 4 jaar duurt voordat de eerste veranderingen zichtbaar zijn, betekend het dan dat ik God in die 4 jaar niet kan aanbidden? Ik wil God wel loven en prijzen, maar ik vindt het zo moeilijk de juiste woorden te vinden. Meestal kom ik niet verder dan: dank U wel voor alles wat U voor mij heeft gedaan en dank U voor uw trouw, liefde, genade, geduld en zo nog wat wonderlijke karaktereigenschappen van God. Maar of God daar nou zo'n welbehagen in heeft betwijfel ik maar... Hoe kan ik God nu "goed" aanbidden?
Hopelijk kunt u me verder helpen.
Mijn antwoord:
Steffanie....Onze Heer Jezus Christus zegt in Johannes 4 v 23 tegen de Samaritaanse vrouw: "Er komt een tijd...en die tijd is nú gekomen...dat wie de Vader écht aanbidt, hem aanbidt in Geest en in waarheid. De Vader zoektr mensen die hem zó aanbidden, want God is Geest, dus wie hem aanbidt, moet dat doen in Geest en in waarheid".
Jezus weet dan al, dat Hij straks twee dingen gaat doen: - hij zal de mensheid uit diepe ravijnen van hopeloosheid op vaste grond zetten door ze van diep beneden op te trekken - hij zal diezelfde mensheid arendsvleugelen geven om die mensheid, gekomen uit de diepste diepten omhoog te laten wieken naar 'de sterren', hij zal de Heilige Geest zenden. Het grote punt is die kostelijke uitroep: "Het is volbracht". En, wetende, dat hij overwinnaare zal blijven in de grote strijd, zegt Jezus dán: "Nu al is het zover. De gemeente van de nieuwe tijd, nog slechts belichaamd in mij en toch ook wel min of mneer in mijn volgelingen , is al begonnen. En wanneer straks , na de Pinksterdag,, God de Heilige Geest de mensen vervult, dan zullen zij binnentreden in de sfeer van God. Immers hij is Geest en zij die hem aanbidden, moeten met zijn Geest vervuld zijn. Allerlei mensen zullen wel te goeder trouw trachten God te aanbidden. maar echt goed 'lukken' kan dit alleen aan mensen, die met Gods Geest zijn vervuld.
God zoekt naar mensen, gevuld met de Heilige geest. Dat is zijn verlangen: zulke aanbidders".
Dus Steffanie; jij begint nog zo pas. onlangs was er die vreselijke ontsporing. Streef naar de vervulling met Gods Geest. De wegen ken je; zoek mijn BIJBELSTUDIE maar eens door. (Ik voel mij echt gedrongen om even aan dat nare gebeuren te refereren. Neem het mij maar niet kwalijk).
En dan vind je het zo jammer dat je God niet eens kan loven en prijzen.
Maar Steffanie....je hebt echt nog niet zoveel geschiedenis met de Heer. En in het begin is het zo, dat je je nog wel eens afvraagt: "Tja; wat moet ik nu eigenlijk zeggen. Ik kan nu wel zeggen: 'O Heer...ik loof en ik prijs u', maar bij wijze van spreken, menselijk gesproken, gaat God 'er dan voor zitten' en vraagt: "Nou, kom maar op". En dan komt er niets van allure".
Maar Steffanie, mag ik eens wijzen op psalm 18: Daar zegt David: "Ik heb u lief HEER, mijn sterkte, HEER, mijn rots, mijn vesting, mijn bevrijder. God, mijn steenrots, bij u kan ik schuilen, mijn schild, kracht die mij redt, mijn burcht, Ik roep:'Geloofd zij de HEER', Want ik ben van mijn vijanden verlost".
Kijk....David had hier al heel wat meegemaakt; hij had God leren kennen als zijn: - sterkte,rots, vesting - bevrijder, steenrots, schuilplaats - schild, reddende kracht, burcht - verlosser van vijanden.
Nu zul je zeggen: "Ja...maar ik heb toch ook al heel wat meegemaakt. Toen ik laatst van Jezus heel hard wegliep, zogezegd arm-in-arm met de duivel, liep Jezus me achterna en hij scheurde mij los van de duivel".
Maar David had de leeuw en de beer( 1 Samuel 17 v 34-37 al achter de rug. En Goliat was al geweest....en zo nog het een en ander meer.
Ja; dan heb je al wel zoveel ervaring, dat je God kunt liefhebben, loven en prijzen, omdat hij -in Christus - de rots is waarop je staat, waneer je zingt: "Vaste rots van mijn behoud". En ervaring doet je ook weten, dat de naam van de Heer een strerke toren is en dat de rechtvaardige daar maar heen hoeft te vluchten en ...hij is behouden, (Spreuken 18 v 10).
En ga zo maar door.
Ga jij ook maar door Steffanie, en je zult zien, dat je steeds meer woorden vindt, wanneer je 'geschiedenis met de Heer' - zonder al dat nare 'terugvallen'- steeds rijker wordt.
En wanneer je al heel blij bent met al dat loven en prijzen, dan komt ook nog 'de aanbidding'.
Je vraagt, wie van ons er ervaring heeft met telekinese. Nou; ík in ieder geval niet. In mijn jonge jaren heb ik wel eens meegedaan aan een vreemd experiment, dat wel 'lukte'. Maar aan het slot waren wij allemaal een beetje bang geworden en het is ook nooit meer gebeurd.
En dat is gelijk de kern van de kwestie: je hebt er niets aan, je wordt er ook niet blij van. 2 Thessalonicenzen 2 v 9 zegt dat zo raak: "De komst van 'de wetteloze', (de antichrist) is het werk van satan en gaat gepaard met groot machtsvertoon en valse (bedrieglijke) tekenen en wonderen".
En Openbaring 13 v 13 zegt nader over die 'bedrieglijke' wonderen: "Het tweede best, (de antichrist) verrichtte indrukwekkende tekenen, het liet voor de ogen van de mensen zelfs vuúr uit de hemel neerdalen op de aarde".
Je bent geneigd om te zeggen: "Nou ....èn...!? Goed...hij heeft dan 'macht' over de duivelen, (vuur)...en wat dan nog. Is dat tot opbouw....tot stichting..?...meer het tegendeel, lijkt mij". Inderdaad; niemand heeft er iets aan.
En onder die noemer valt nou ook telekinese. In een sessie was er eens iemand, die een vork zich spontaan kon laten ombuigen, zonder dat er iets anders dan gedachtekracht aan te pas kwam. Maar wat dan nog. Het kenmerkende van satanswerk is de uiteindelijke vruchtenloosheid.
Er zijn wel eens mensen die zeggen: "Jezus deed ook aan telekinese". En dan wijzen ze op de uitspraak; Matth 17 v 20: "....als jullie geloof hebben als een mosterdzaadje, dan zullen jullie tegen die berg zeggen: 'Verplaats je van hier naar daar' en dan zál hij zich verplaatsen".
Maar dat berust op een foute interpretatie. Jezus had voor het op gang brengen van een gigantische wereldbewegende activiteit- i.c. het Christendom- 3½ jaar van zijn openbare werkzaamheid beschikbaar. Hij besteedde die tijd heel efficient door voortdurend bezig te zijn in de geestelijke wereld en hij bedoelt hier ook, dat 'een geloof als een mosterdzaad', een geloof is, dat niet door uiterlijk vertoon, grote woorden enz. indruk maakt op de toeschouwer, maar door zijn innerlijke kracht, zijn eenvoudige en kinderlijke binding aan God het geheim vormt van grote dingen, de groeikracht heeft van een mosterdzaad, dat, heel klein zijnde, toch een groot gewas geeft. Jezus gebrukikt ook een kernachtige uitdrukking, een masjaal, om aan te geven dat het geloof dingen kan volbrengen, die helemaal buiten de menselijke macht liggen. Dat is niet in de letterlijke zin des woords 'bergen verzetten'....dat behoort niet tot de taak van het geloof, maar in geestelijke zin; tegen machten van satan, geestelijke bergen , zeggen: "Verdwijn".
Overigens weet ik van een geval, dat het in het kader van 'het strijden voor God' nódig was om 'iets ontzaglijk groots' te doen in de zichtbare wereld. Dat was , toen Jozua dat geweldige deed, waarvan Jozua 10 v 12 en 13 spreken: "Want op die dag, de dag dat de HEER de Amorieten aan Israel overleverde, had Jozua gebeden tot de HEER. In aanwezigheid van Israel sprak hij: 'Zon....sta stil boven Gideon ...maan...blijf staan boven de vlakte van Ajjalon'. En de zon stónd stil en de maan bléef staan, tot Israel zijn vijanden had 'afgestraft'".
Kijk; als het nodig is voor Gods zaak, dan kan de gelovige ook in de natuurlijke wereld geweldige dingen doen. Dingen, waarbij 'een dansende tafel' 'peanuts' wordt.
Maar laten jij en ik onze krachten maar geven aan het bestrijden van 'de geestelijke bergen van weerstand', de demonen.
En van al die nutteloze, opzienbarende, toverdingen gaan wij ons verre houden....tóch!? Een kennis van mij ontdekte eens 'bij toeval', dat hij iets heel opzienbarends kon doen. Hij maakte echt wel een poosje 'de blitz' daarmee, maar hij en de verbijsterde toeschouwers werden uiteindelijk alleen maar bang. Toen hij tot het geloof kwam, deed hij dat nooit meer, kon het ook niet meer. Satan zal ons soms iets tonen, dat 'als bij toeval' tot ons komt. Afwijzen, zulke bedrieglijke invallen.
Ik heb vanmiddag een tijd met iemand lopen praten over dit onderwerp, en ik kom er niet uit. Is het nou dat God ons uitkiest of Kiezen wij voor God. ik denk dat dit wel een belangrijk punt is in het christen zijn, ik dacht dat wij voor God moesten kiezen, en dat iedereen de mogelijkheid heeft om voor hem te kiezen. Maar nu ik met die persoon praatte merkte ik dat die gelooft dat God ons uit kiest, en dat wij daar helemaal geen invloed op hebben. Dit zou volgens mij dus betekenen God kiest mij, dus ik hoef helemaal niets meer te doen aan het christen zijn.
Ik zou hier graag de meningne van anderen over willen horen, en het liefst met verwijzingen naar de bijbel. Ik hoop dat ik hierdoor weer mag groeien richting God
Antwoord op de vraag: Kiest God de mens uit of andersom
Dag Niem,
De bekende vraag: "Kiest God ons of kiezen wij hem"
Laten wij eerst eens een aantal teksten selecteren, die het woord 'kiezen' bevatten. Deuteronomium 30 v 19: hier roept Mozes het volk Israel toe: "Kies voor het leven!!!". Deze tekst spreekt van een keus die mensen moeten maken. In dezelfde geest: Jozua 24 v 15 Psalm 25 v 12: "Aan wie in ontzag voor hem leven leert de HEER de rechte weg te kiezen". Hier is sprake van een kiezen dóor mensen. Maar er wordt iets meer gezegd: - er is een voorwaarde: in ontzag voor God leven - ...en de HEER is erbij betrokken. Hij helpt wát graag om die weg te vinden. Johannes 15 v 16: Jezus zegt hier: "Jullie hebben míj niet uigekozen, maar ík júllie". Hier is het weer zo, dat de discipelen misschien door het kort daarvoor uitgesproken woord 'vrienden'(15) zouden denken aan 'wederkerigheid'. Jezus snijdt dit af door te zeggen, dat hij de vrije , eigen keus heeft gemaakt om hen tot apostelen te maken van zijn over enige tijd van start gaande gemeente. Let wel, dat Jezus hier niet spreekt over uitverkiezing tot zaligheid, maar tot een toekomstig ambt in zijn gemeente.
Er zou nog veel meer te zeggen zijn over deze aangelegenheid, maar ik wil tot een slotsom komen. Als er vele vragen komen over het begrip 'uitverkiezing' , dan wil ik daar ruimte voor laten. Mijn postings moeten niet te lang worden.
God heeft alle mensen uitverkoren.Hij wíl niet dat wie dan ook verloren gaat, (2 Petrus 3 v 9). "Hij wil dat iedereen tot inkeer komt en niemand verloren gaat". En in Ezechiël 33 v 11 spreekt de Heer zich heel duidelijk uit: "De dood van een slecht mens géeft mij geen vreugde, ik wil dat hij een andere weg inslaat en in léven blijft".
God heeft zijn Zoon, de Tweede Persoon van het Goddelijk wezen, de wereld in gezonden om alle zonden van alle mensen van alle tijden uit te boeten. Zogezegd is het zo, dat eer God als rechter oordeelt, hij als redder de weg naar hem opent. God heeft met Pinksteren de derde Persoon van het Goddelijk wezen, de Heilige geest, gezonden om ons terug te leiden op de weg naar zijn vaderhart, aldus het werk volkomen makende: - Jezus effende de weg van God naar de mens - De Heilige Geest effent de weg van de mens naar God.
Maar nu roept God de mens toe, evenals Mozes en Jozua dat indertijd al riepen: "Kies toch voor God...kies toch voor mij!"
En nu is het aan de mens om 'ja' tegen God te zeggen, nu híj zo uitvoerig en niets achterhoudend en niets sparend tegen ons 'ja' gezegd heeft.
Zij die geen ontzag voor God hebben , 'Nee' zeggen en daarbij blíjven, doen dit voor eigen verantwoordelijkheid. Zij, die ontzag voor God hebben en 'ja' zeggen, doen dit in eerbied, dankbaarheid en aanbidding. Zij roepen in blijde verwondering: (Jeremia 31 v 1 "Bekeer mij, dan zal ik mij bekeren", wetende dat alles toch uiteindelijk 'genade' is, een gunst van de oneindig hoog geplaatste God ten aanzien van de door hem teer-beminde 'ja-zeggers'. En hij helpt die ootmoedigen verder.
Dit blog heet Jan en Joke en beschrijft de lotgevallen van een groep personen.
Ik ben van plan er elke week een aflevering aan toe te voegen en daarnaast ook vragen te beantwoorden, die naar aanleiding van dit blog gesteld worden.
Je vraagt allereerst, hoe 'wij' tot het geloof zijn gekomen. Je hebt al diverse antwoorden gehad, die veelal als vast bestanddeel hadden: "Ik kom uit een Christelijk gezin". Dat blijkt dus al een hele winnaar te zijn. Kom je uit een gezin dat nergens van weet, dat heb je extra hindernissen te overwinnen. Laat iedereen die zijn wortels heeft in een echt Christelijk gezin, daarvoor alleen al de Heer juichend prijzen.
Maar nu míjn verhaal; ik kom ook uit een Christelijk gezin. Maar er gingen van mijn ouders geen duidelijk 'sturende impulsen' uit. Beste mensen hoor, maar vooral geen 'Christelijke fanatici'. Toch zijn mijn broer en zussen allen nog met het Christelijk geloof verbonden, een aanwijzing, dat de sfeer toch wel positief in die richting heenleidde.
Toen ik als twaalfjarige zei dat ik vanaf nú wel tweemaal per zondag naar de kerk wilde, riep mijn vader- enigszins ontroerd- tegen mijn moeder: "God...Mina..."('God' was zijn stopwoordje)...."wij zijn eigenlijk heel slappe Gereformeerden. En moet je zíen: eerst Willem ...nu Gerrit weer: willen tweemaal naar de kerk. Waaraan hebben wij dat nu te danken? Een ander, geheid Gereformeerd, doet er alles aan ...en die jong dwalen weg...en wij...wij doen niks...en moet je meemaken!".
Toen ik naar de 'Gereformeerde knapenclub' en later naar de 'Gereformeerde jongelingsvereniging' wilde, zeiden mijn ouders een keer: "Vandaag, met dat mooie weer buiten gewandeld. Iedereen genoot van de mooie, lekker warme avond. Maar Gerrit niet hoor! Die zat binnen, in een bedompt zaaltje...met z'n neus in de boeken".
Ik werd dus vooral niet onder druk gezet.
Maar ik weet wel, dat ik als achtjarige een duidelijke beïnvloeding van de Heer kreeg. We zaten oergezellig met al die schatjes van -zeg- acht bij elkaar in een warm schoollokaal met knusse gasverlichting. En de juf liet zingen: "Open uwe mond eis van mij vrijmoedig Op mijn trouwverbond Al wat u ontbreekt Schenk ik, zo gij 't smeekt mild en overvloedig".
Dat gold in die tijd voor een psalmvers, voor kinderen geschikt. En opeens werd mijn hartje zo warm!!!!
En van toen ik elf was, herinner ik mij, dat ik, heel erg blij over straat holde en fijne dingen hoorde en zag en bedacht, wat ik altijd als een aanraking door de Heer heb herinnerd.
En toen kreeg de duivel mij in het oog. Althans: hij achtte de tijd voor een tegenaanval gekomen. En ik herinner mij veel zwart uit de leeftijd van zo dertien tot achttien.
In de oorlog had ik het als jonggezel moeilijk. Onderduiken was voor mijn leeftijdcategorie noodzakelijk om tewerkstelling in Duitsland te voorkomen. Ik raakte innerlijk echt ver weg van de Heer op nare onderduikadressen. maar toen kwam ik in een oerdegelijk, gereformeerd gezin, heel duidelijk 'practiserend', zoals ik het thuis toch niet had meegemaakt. De Heer 'bepaalde mij hevig bij de les', wéer zo'n 'sturing'.
Ik leerde er ook een gelovig meisje kennen, met wie ik nu al 61 jaar getrouwd ben. In ons huwelijk kwam een heel moeilijke periode van ziekte en zo, maar juist in die tijd deed de Heer mij mensen ontmoeten, die 'het Volle Evangelie' verkondigden, naar de mate van de wijsheid die dienaangaande in de zestiger jaren bestond.
En daar ben ik nu nog steeds bij.
Ik mag met Jeremia 31 v 18 zeggen: - 2004: "Breng mij bij u terug, laat mij terugkeren, want u HEER , bent mijn God" - 1951: "Bekeer mij, dan zal ik mij bekeren, want Gij, HERE, zijt mijn God".
De Heer was het, die mij, als opstandige puber, juist de weg deed gaan, die mijn ouders bepaald niet uitdrukkelijk propageerden. - de Heer was het, die mij als achtjarige die pijl in het hart zond - de Heer was het, die mij, als elfjarige als het ware 'in klanktaal liet zingen' - de Heer was het, die mij in mijn onderduikjaren dat gezegende rustpunt zond.
Ook je bekering is uiteindelijk : GENADE.
En zoals jij nu schrijft: - Op zoek naar iets paranormaals....en dan kom je uit bij iets 'normaals'. - de duivel die voor trammelant zorgt, wanneer de Heer je opmerkzaam maakt op zijn reddingsboei - de goede tijden die de Heere geeft, voorboden van 'een onvergelijkbaar, alles te boven gaand, eeuwig gewicht van heerlijkheid, dat over ons zal worden geopenbaard', (2 Corinthe 4 v 17) - de steeds betere verbinding met God, nu wij de Heilige Geest in ons programma hebben opgenomen en alle 'cookies' aan het verdwijnen zijn - de vaste wil om door te gaan met werken en leren, wetende dat er tot in eeuwigheid altijd nog weer te leren is... ik maak het allemaal mee, zoals jij het nu ook begonnen bent mee te maken.
Ik was benieuwd naar hoe jullie tot het geloof zijn gekomen. Want bij veel hoor je toch dat ze uit een christelijk gezin komen.
Ik kom zelf ook uit een christelijk gezin, maar ben me er echt pas mee bezig gaan houden. Toen ik opzoek was naar een paranormale site, omdat ik dat toen wel intressant vond, maar die deed het niet. En toen kwam ik "toevallig" bij www.real-life.nl terecht, en vandaar ging ik steeds verder. Op veel oppervlakten is mijn leven, wat moeilijker geworden. Maar ik heb ook meer goede momenten meegemaakt. Momenten waar ik me goed verbonden voelde. Uiteindelijk moet je altijd blijven werken en leren.