Lezers; denk om mijn eerdere opmerking; in aan mij gerichte brieven laat ik het taalgebruik van de vrager staan voor de autenthiciteit. Ik doe dat echter alleen, wanneer de vragensteller anoniem is.
Uit andere kolommen. Mijn antwoord volgt. Ger
ik was vandaag met 2 vriendinnen en hun wouden film gaan kijken, die hele film leek me al niks maarja kging er toch maar bij zitten... en elke keer kwamen er vloeken in voor, en zat maar steeds van bij de volgende ga ik weg, nou toen ben ik na een kwartier weg khad cker wel 6 vloeken gehoord, noujah toen zei ik, ik hoef dit niet te zien kom over 2 uur wel weer terug! en ben toen naar huis gegaan.. kom ik dus 's avonds weer terug vinden ze het raar dat ik weg ging zeggen ze het was maar een film, dan hoef je toch niet weg te gaan.. Dus ik legde uit dat ik dat niet goed vind, oke 1 dat is wat anders (ook niet goed trouwens) maar nu was het steeds. Dan denk ik van tjahh dan maar kinderachtig he..
Ik weet niet, maar zouden er nog meer mensen weggaan, of ben ik de enige...?
Dag Niem,
Allereerst dit algemene bericht: waarom quote ik tegenwoordig wat meer. Ik kom nu ook in Vlaanderen. En om allerlei redenen is het soms goed om daar een probleem op te nemen in mijn blog, dat dáar zeker ook speelt. En dan is het technisch handig om vraag en antwoord in extenso bij elkaar te hebben.
En nu je vraag:
Je hebt er goed aan gedaan om weg te gaan. De bijbel zegt in Spreuken 13 v 20: "Wie met wijzen omgaat, wordt zelf wijs, wie met dwazen verkeert, is er ellendig aan toe". En een film vol vloeken is een besmeurende , bezoedelende, onrein makende, uit conditie brengende aangelegenheid, die 'dwaas', ( destructief) is in de ogen van God.
In het gewone leven kennen wij termen als: "Wie met pek omgaat, wordt ermee besmet".
Ja zelfs in het huishouden kennen wij dit principe: "Wanneer je een schoon bord op een vuil bord zet, dan wordt het schone bord vuil, maar het vuile bord wordt niet schoon".
Toen ik nog in 'de dagen van Olim' op school zat, vertelde een meisje uit een keurig gezin eens: "Jullie kennen allemaal Atie. Je weet, hoe die vloekt. Nou....en laatst thuis zei ik opeens ook zoiets. Mijn pa en ma schrokken allebei zó: "Kind....hoe kom je dáaraan".
Echt...wanneer je was blijven zitten, had de slechtheid van al die vloeken zich meer aan jou gehecht dan andersom jouw puurheid aan die lelijkheid. Voor je vriendinnen is het een téken dat je weggegaan bent. Ze gaan er vast en zeker over nadenken. Je hebt in ieder geval een signaal afgegeven.
Weet je Niem, wat mij ooit eens is overkomen?: Ik reisde mee met een bus. En in die bus werd vreselijk gevloekt. Nu kun je in zo'n geval zeggen: "Houd daar eens mee op. Het stoort me".
Maar dat is vaak niet de goede manier. Je kunt beter met God over de mensen praten dan met de mensen over God, is een leus, die vrij vaak opgaat.
En ik wist al iets meer van 'de wereld van God en die van de duivel'. En ik begon in mijzelf in de naam van Jezus de machten van satan die dat vloeken hadden geaktiveerd en aangestookt, te bestraffen.
En ....het hield op. Dat kan natuurlijk in een film niet. Maar jouw aanpak was goed. Ga daar gerust mee door....met te trachten je in de naam van Jezus vrij te houden van de besmeurende invloed van gevloek en zo in films en dat soort dingen,
Bedenk ook, wat de apostel Paulus gezegd heeft in 1 Corinte 15 v 33: "Slecht gezelschap bederft goede zeden". Denk niet: "Paulus had altijd aanmerkingen". De apostel ontleent dit woord aan de griekse blijspeldichter Menander, dus 'in de wereld' leefde die wijsheid ook al. Paulus- het kwam laatst ook al eens ter sprake- kende zijn klassieken.
Blijf maar doorgaan met 'je te onttrekken aan de zuigkracht van allerlei demoraliserende en zedeloze gewoonten, films, t.v-programma's enz. Zoek de Christelijke deugden en de godsvrucht op.
Dat lijkt wat zwaar voor een jong, levenslustig meisje. Maar ik geef je de verzekering; bij de Heer Jezue en de Heer God ....daar word je pas echt jóng en levenslustig.
Ik ga Wil gelijkgeven. Dat komt nu misschien even hard aan, Blue Velvet. maar ik vind je toch een KANJER hoor. Je leest het zó al: "Ik zeg u heden: gij zult met mij in het paradijs zijn". of "Ik zeg u: heden zult gij met mij in het paradijs zijn".
In de eerste zin is het woord 'heden' onzinnig. In de tweede lezing is dat woord zwaar van gewicht. En Jezus, die nooit iets overtolligs zei, heeft dat zeker niet gedaan bij de zeven kruiswoorden.
Hoe kwam Jezus nu tot deze zeldzame royaliteit.
Bekend is uit Lucas 16, dat 99,9 % van de mensen na hun dood naar het dodenrijk gaan : - of naar de niet meer veranderbare, maar door het oordeel van Matth 25 nog te bekrachtigen zaligheid, (Abraham en Lazarus) - of naar de niet meer veranderbare, maar door het oordeel van Matth 25 nog te bekrachtigen rampzaligheid, ( de rijke man).
Slechts enkele wereldbewoners onttrekken zich aan deze tussenfase: - Henoch; Genesis 5 v 24 - Elia; 2 Koningen 2 v 11. - De helden ujit Openbaring 11 v 12; dat zijn niet Mozes en Elia en dat zijn niet Jozua en Zerubbabel, maar dat zijn mensen van nú, van stráks, zo je wilt. - en de mensen uit 1 Thess 4 v 17 - en natuurlijk de Heer Jezus, direct na zijn overwinnings-proclamatie: "Het is volbracht", Joh 19 v 30.
En die moordenaar met zijn bekering en toewijding en erkenning op het meest cruciale ogenblik van Jezus' onbeschrijflijk lichamelijk, mentaal en vooral ,vooral geestelijk lijden. Vlak voor de 'diepe duisternis', die zijn zwaarste lijden aan het oog onttrok....: die stem, die bemoediging , die er vanuit ging. Eindelijk iemand, die Jezus niet alleen liet, niet meer hoonde, (Matth 27 v 44), maar zijn discipel werd.
Een commandant te velde kan en mag in het heetst van de strijd een dappere soldaat bevorderen tot - zeg- luitenant. De Heer van Hemel en aarde, de hoogste koning, besloot over deze helper te rechter tijd, (Spr 15 v 23: een woord te rechter tijd gesproken): "Deze bevorder ik tot de rechtstreekse heerlijkheid van het paradijs. Voor hem geen dodenrijk, maar direct: volzaligheid".
En wanneer de Hoogste Heer zó spreekt, zo'n beslissing neemt.... wie zijn wij dan om te zeggen: "Is dat niet een béetje overdreven".
Het teken, dat gelegen is in 'klanktaal', ( in tongen spreken)
Jantjes schreef:
In de wet is geschreven: Ik zal door lieden van andere talen, en door andere lippen tot dit volk spreken, en ook alzo zullen zij Mij niet horen, zegt de Heere. Zo dan, de vreemde talen zijn tot een teken niet voor hen, die geloven, maar voor de ongelovigen; en de profetie niet voor de ongelovigen, maar voor hen, die geloven (1 Korinthe 14 : 21, 22). Deze passage vertelt naar mijn mening ons het Bijbelse doel van de tongen
Dag Jantine,
Mag ik op deze tekst toch nog eens wat dieper ingaan. Ik geef hem in de NBV.
21: Er staat in de wet: "Ik zal tot dit volk spreken door mensen die vreemde talen spreken, door de mond van vreemdelingen, en zelfs dán zullen ze niet naar mij luisteren" - zegt de Heer. Klanktaal is dus een teken., dat niet bestemd is voor gelovigen, maar voor ongelovigen, en profeteren is niet voor ongelovigen maar voor gelovigen.
Laten wij nu eerst eens teruggaan naar Jesaja 28 v 11, waar deze aanhaling vandaan komt. ................. Voor een goed begrip voeg ik er vers 10 bij. En lees voor jezelf eens vanaf vers 7 door. "Tsav latsav, tsav latsav, kav lakav, kav lakav, beetje van dit, beetje van dat" zeggen de priesters. "Inderdaad door mensen met een vreemde tongval, in een andere taal, spreekt de HEER tot dit volk". antwoordt Jesaja. ...................... Laten wij de situatie nu zó trachten te begrijpen: Jesaja komt langs een stel dronken priesters, die hem honen als 'die vervelende vent, die altijd wat heeft'.
In hun dronkenschap roepen zij hem wat onverstaanbare woorden toe, die uiteindelijk wat meer begrijpelijk worden en iets schijnen te betekenen van: "Beetje van dit, beetje van dat".
En nu zegt Jesaja, teruggrijpende op een woord uit Deuteronomium 28 v 49: "Zoals een arend onverwacht opdoemt , zo zal uit de verste uithoek van de wereld een volk op u afkomen. De Heer stuurt een volk dat een onverstaanbare taal spreekt..." ......Jesaja zegt dus: "Ga maar door met je dronkenmansjool, door drank versufte en benevelde priesters, ga maar door met het lallen van deze onverstaanbare of nauwelijks te duiden klanken. Het eindje zal de last dragen. De Assyriërs en Babyloniërs zullen jullie in ballingschap wegvoeren. Nú beledigen jullie mij met je onverstaanbaar gebrabbel. maar straks zullen jullie zeggen: 'Wat zeggen deze lieden toch'. Jullie zullen je overheersers niet kunnen verstaan, maar zij voeren jullie wél weg als gevangenen. Dat gebeuren, dat komt , is voor jullie, ongehoorzame Joden, een teken, dat je onder het gericht en de straf ligt, nu nog ongeweten, maar dán terdege geweten, al zullen jullie ook dán het nog niet willen of kunnen begrijpen in zijn volle diepte`.
Maar waarom haalt Paulus deze woorden nu aan. Wie zijn die ´ongelovige Joden´.
Dat zijn óok die leden van een Christelijke Kerk, die wel horen spreken over de doop in de Heilige Geest met als een van de tekenen het spreken in tongen, maar die in feitelijke ongehoorzaamheid deze 'nieuwe zaken' afdoen met zulke gemeenplaatsen als: "Ik weet dat er twee dorpen zijn, die Oude Tonge en Nieuwe Tonge heten, maar van dit rare heb ik nog nooit gehoord`.
Nu is dit wel heel verachtelijk gesproken, maar al degenen, die denken, dat dit vele spreken over ' de doop ín en de vervulling mét de Heilige geest' maar een voorbijgaand geknutsel is.... " Ach....er is al zoveel gepasseerd. deze bui drijft ook wel weer over', .....hebben niet in de gaten, dat er een nieuwe tijd is aangebroken, waarvan het 'spreken in tongen' een eerste teken is.....
( staar je toch niet zo blind op dat ' spreken in tongen'. Dat is een básisvorm van ' je bewegen in de geestelijke sfeer' om de werkelijke vijanden, de ook in de geestelijke sferen vertoevende duivel met zijn onderhorigen, -Ef 6 v 12- effectief te bestrijden. En ieder gelovige van de nieuwe tijd behoort te kunnen spreken in nieuwe tongen, klanktaal te gebruiken. Maar er is nog zoveel méer).
Kijk, die laveloze priesters in de dagen van Jesaja, waren ook ' kinderen van Israel', evenals Jesaja. Ze hadden ' genoeg' aan hun positie. Heiligmaking en heerlijkmaking stonden niet op hun programma. Ze meenden bij 'het volkje' te behoren, maar begrepen niet dat het volk Israel met zijn toenmalige leefstijl al onder de vloek lag, de vloek, die alleen nog even talmde met komen.
Elke Christen van tegenwoordig behoort af te zien van allerlei beuzelarijen en zich te richten op werkelijke bekering in de menselijke geest, op wedergeboorte, op doop ín en vervulling mét de Heilige Geest, die verder leidt op het pad van heiligmaking en heerlijkmaking.
Allerlei gedoe over 'van alles' , is zo klein , vergeleken met de grote, beslissende tijden, die ons wachten.
Wanneer de dingen gebeuren, waarvan Lucas 21 v 25 en 26 spreken :.... " op aarde zullen de volken, ( die ten diepste aan die aarde verbonden zijn met hun geest|) sidderen van angst voor het gebulder en het geweld van ' de zee'; de mensen worden onmachtig van angst voor wat er met de wereld zal gebeuren....", ....dan zal veel geredekavel van nu : " Tsav latsav...kav lakav" blijken te zijn. Onderken de tijd. Doe de wapenrusting nu eens goed aan, Efeze 6 v 13 e.v.)
Maar de mensen, die naar de vervulling met de Heilige Geest op weg zijn, zullen genieten van profetieën. Door de genade van de Heer mocht ik onlangs een profetie uitspreken, die in het kort hetzelfde zei als de daarop volgende- mij uiteraard nog onbekende- preek. Na afloop van de dienst hielden broers mij aan en zeiden, dat ze niet alleen door de preek, maar ook door de profetie gebouwd en bemoedigd en getroost waren.
2.Ik schaam me er een beetje voor, maar ik vindt God aanbidden zo moeilijk. Sommige mensen zeggen dat je God moet aanbidden met je leven. Door te leven zoals Hij wil aanbidt je Hem. Nu moet God nog heel wat veranderen aan mij. Stel dat dit zo'n 4 jaar duurt voordat de eerste veranderingen zichtbaar zijn, betekend het dan dat ik God in die 4 jaar niet kan aanbidden? Ik wil God wel loven en prijzen, maar ik vindt het zo moeilijk de juiste woorden te vinden. Meestal kom ik niet verder dan: dank U wel voor alles wat U voor mij heeft gedaan en dank U voor uw trouw, liefde, genade, geduld en zo nog wat wonderlijke karaktereigenschappen van God. Maar of God daar nou zo'n welbehagen in heeft betwijfel ik maar... Hoe kan ik God nu "goed" aanbidden?
Hopelijk kunt u me verder helpen.
Mijn antwoord:
Steffanie....Onze Heer Jezus Christus zegt in Johannes 4 v 23 tegen de Samaritaanse vrouw: "Er komt een tijd...en die tijd is nú gekomen...dat wie de Vader écht aanbidt, hem aanbidt in Geest en in waarheid. De Vader zoektr mensen die hem zó aanbidden, want God is Geest, dus wie hem aanbidt, moet dat doen in Geest en in waarheid".
Jezus weet dan al, dat Hij straks twee dingen gaat doen: - hij zal de mensheid uit diepe ravijnen van hopeloosheid op vaste grond zetten door ze van diep beneden op te trekken - hij zal diezelfde mensheid arendsvleugelen geven om die mensheid, gekomen uit de diepste diepten omhoog te laten wieken naar 'de sterren', hij zal de Heilige Geest zenden. Het grote punt is die kostelijke uitroep: "Het is volbracht". En, wetende, dat hij overwinnaare zal blijven in de grote strijd, zegt Jezus dán: "Nu al is het zover. De gemeente van de nieuwe tijd, nog slechts belichaamd in mij en toch ook wel min of meer in mijn volgelingen , is al begonnen. En wanneer straks , na de Pinksterdag,, God de Heilige Geest de mensen vervult, dan zullen zij binnentreden in de sfeer van God. Immers hij is Geest en zij die hem aanbidden, moeten met zijn Geest vervuld zijn. Allerlei mensen zullen wel te goeder trouw trachten God te aanbidden. maar echt goed 'lukken' kan dit alleen aan mensen, die met Gods Geest zijn vervuld.
God zoekt naar mensen, gevuld met de Heilige geest. Dat is zijn verlangen: zulke aanbidders".
Dus Steffanie; jij begint nog zo pas. onlangs was er die vreselijke ontsporing. Streef naar de vervulling met Gods Geest. De wegen ken je; zoek mijn BIJBELSTUDIE maar eens door. (Ik voel mij echt gedrongen om even aan dat nare gebeuren te refereren. Neem het mij maar niet kwalijk).
En dan vind je het zo jammer dat je God niet eens kan loven en prijzen.
Maar Steffanie....je hebt echt nog niet zoveel geschiedenis met de Heer. En in het begin is het zo, dat je je nog wel eens afvraagt: "Tja; wat moet ik nu eigenlijk zeggen. Ik kan nu wel zeggen: 'O Heer...ik loof en ik prijs u', maar bij wijze van spreken, menselijk gesproken, gaat God 'er dan voor zitten' en vraagt: "Nou, kom maar op". En dan komt er niets van allure".
Maar Steffanie, mag ik eens wijzen op psalm 18: Daar zegt David: "Ik heb u lief HEER, mijn sterkte, HEER, mijn rots, mijn vesting, mijn bevrijder. God, mijn steenrots, bij u kan ik schuilen, mijn schild, kracht die mij redt, mijn burcht, Ik roep:'Geloofd zij de HEER', Want ik ben van mijn vijanden verlost".
Kijk....David had hier al heel wat meegemaakt; hij had God leren kennen als zijn: - sterkte,rots, vesting - bevrijder, steenrots, schuilplaats - schild, reddende kracht, burcht - verlosser van vijanden.
Nu zul je zeggen: "Ja...maar ik heb toch ook al heel wat meegemaakt. Toen ik laatst van Jezus heel hard wegliep, zogezegd arm-in-arm met de duivel, liep Jezus me achterna en hij scheurde mij los van de duivel".
Maar David had de leeuw en de beer ( 1 Samuel 17 v 34-37 al achter de rug. En Goliat was al geweest....en zo nog het een en ander meer.
Ja; dan heb je al wel zoveel ervaring, dat je God kunt liefhebben, loven en prijzen, omdat hij -in Christus - de rots is waarop je staat, waneer je zingt: "Vaste rots van mijn behoud". En ervaring doet je ook weten, dat de naam van de Heer een strerke toren is en dat de rechtvaardige daar maar heen hoeft te vluchten en ...hij is behouden, (Spreuken 18 v 10).
En ga zo maar door.
Ga jij ook maar door Steffanie, en je zult zien, dat je steeds meer woorden vindt, wanneer je 'geschiedenis met de Heer' - zonder al dat nare 'terugvallen'- steeds rijker wordt.
En wanneer je al heel blij bent met al dat loven en prijzen, dan komt ook nog 'de aanbidding'.
Wat een rare god, die zich door Jacob knock out liet slaan
Nee Will,
Dat zit toch wat anders. De allerlaatste zet van God was, dat hij Jacob op de heup tikte. En toen was Jacob gelijk mank.
En de laatste vraag van Jacob was:
"Ik laat u niet gaan, tenzij gij mij zegent"
Goed dat je dit zo wist. Maar Jacob worstelde met een menselijke gedaante, die God had aangenomen, omdat hij wel eens aan mensen wil verschijnen in verhulde vorm.
Laten wij ook maar zo eens met God worstelen met hetzelfde doel als Jacob had, blijkens die laatste woorden.
Veel mensen groeien op buiten elke vorm van geloof en/of kerk. Veel andere mensen groeien op binnen de kerk, maar gaan uit gewoonte naar de kerk, maar "geloven het wel".
Toch komen mensen ook echt tot geloof. Hier op Refoweb zijn mooie getuigenissen te vinden.
Hoe ben jij tot geloof gekomen?
Dag Rafael,
Hoe ik tot geloof ben gekomen ?
Dat is in mijn geval zo'n geleidelijk proces geweest.
Ik was 8. Het was 1930. De herfstregen kletterde tegen de ruiten van het klaslokaal. Maar daarbinnen was het intens-genoeglijke licht van enkele gasbolletjes. In die veilige sfeer zong de juf liedjes met ons. En op een gegeven ogenblik zongen wij: "Open uwe mond, Eis van mij vrijmoedig". En ik kreeg zo'n heerlijke aanraking. God toonde hier voor het eerst heel duidelijk, hoe hij met mij bezig was.
En toen was ik elf. En ik liep buiten in weer en wind. En plotseling was er zo'n vreugd in mijn hart, dat ik voelde, dat God mij aanraakte.
Maar er was ook een heel naar moment geweest toen ik 6 was. Toen raakte de duivel mijn heel prille leventje aan. Wij waren naar het strand geweest. En mijn oudst aanwezige zusje zei: "Naar huis. Moeder wacht met het eten". Ik wilde niet. Er ontwaakte een razende drift in mij. Ik sloeg met mijn strandschepje haar zo hard in het gezicht, dat haar lip bloedde. Daarna kwam er zo'n ontreddering over mij, dat ik alleen maar kon weglopen. Natuurlijk kwam dat allemaal wel goed. Maar satan had zijn eerste stormloop op mijn leven geopend om mij rijp te maken voor de toestand, zoals geschetst in Romeinen 3 v 23: "Want allen hebben gezondigd en derven de heerlijkheid van God".
Maar goed....ik wil nu niet een volledig dagboek schrijven. Ik wil alleen zeggen, dat ik met mijn 14 de echt heel duister was, terwijl ik toch trouw kerk, catechisatie en knapenvereniging bezocht.
Daarna kwam langzaaaan een kentering en deed ik op mijn 19 de belijdenis des geloofs. De ouderling, die mij ondervroeg, zei: "Hoe is je motivatie". Ik antwoordde: "Ik ben zo bang, dat ik van het geloof wegval, wanneer ik nu niet iets duidelijks doe". Hij keek mij twijfelend aan, zei tenslotte: " 't Had iets enthousiaster gekund. Maar ik neem er genoegen mee".
Toen kwam de onderduikerij en al die ellende van de oorlog en werd ik geleidelijk aan serieuzer.
Ik trouwde, kreeg kinderen, kreeg het razend druk, Tot 1959 leek het of de distels van de zorg om het dagelijkse bestaan (Matth 13 v 22) het zaad van de bekering verstikten. Maar in 1959 kwam de omkeer. Ik hoorde van wedergeboorte en doop met de Heilige Geest en van toen af aan kreeg het geloof 'vlees op de botten' als ik dit vreemde beeld mag gebruiken voor een geestelijke zaak,. Nog een ander beeld : mijn geestelijk leven kreeg 'merg in de knokken' en dat proces van groei gaat, zij het ook nog steeds met wat mindere perioden, tot op de huidige dag door. Toch is het geloof de laatste jaren, bij belangrijke tegenslagen in het persoonlijhke leven.... mijn vrouw is 84 en ik 85 ...en wij voelen onze kwetsbaarheid terdege ...eigenlijk steeds sterker geworden door de genade van God. Wij mogen zeggen met 2 Corinthe 4 v 16: " Ook al gaat ons uiterlijk bestaan verloren, ons innerlijk bestaan wordt van dag tot dag vernieuwd".
Ons tot geloof komen is een zaak van de lange adem, die een heel mensenleven beslaat.
Je vraagt, wie van ons er ervaring heeft met telekinese. Nou; ík in ieder geval niet. In mijn jonge jaren heb ik wel eens meegedaan aan een vreemd experiment, dat wel 'lukte'. Maar aan het slot waren wij allemaal een beetje bang geworden en het is ook nooit meer gebeurd.
En dat is gelijk de kern van de kwestie: je hebt er niets aan, je wordt er ook niet blij van. 2 Thessalonicenzen 2 v 9 zegt dat zo raak: "De komst van 'de wetteloze', (de antichrist) is het werk van satan en gaat gepaard met groot machtsvertoon en valse (bedrieglijke) tekenen en wonderen".
En Openbaring 13 v 13 zegt nader over die 'bedrieglijke' wonderen: "Het tweede best, (de antichrist) verrichtte indrukwekkende tekenen, het liet voor de ogen van de mensen zelfs vuúr uit de hemel neerdalen op de aarde".
Je bent geneigd om te zeggen: "Nou ....èn...!? Goed...hij heeft dan 'macht' over de duivelen, (vuur)...en wat dan nog. Is dat tot opbouw....tot stichting..?...meer het tegendeel, lijkt mij". Inderdaad; niemand heeft er iets aan.
En onder die noemer valt nou ook telekinese. In een sessie was er eens iemand, die een vork zich spontaan kon laten ombuigen, zonder dat er iets anders dan gedachtekracht aan te pas kwam. Maar wat dan nog. Het kenmerkende van satanswerk is de uiteindelijke vruchtenloosheid.
Er zijn wel eens mensen die zeggen: "Jezus deed ook aan telekinese". En dan wijzen ze op de uitspraak; Matth 17 v 20: "....als jullie geloof hebben als een mosterdzaadje, dan zullen jullie tegen die berg zeggen: 'Verplaats je van hier naar daar' en dan zál hij zich verplaatsen".
Maar dat berust op een foute interpretatie. Jezus had voor het op gang brengen van een gigantische wereldbewegende activiteit- i.c. het Christendom- 3½ jaar van zijn openbare werkzaamheid beschikbaar. Hij besteedde die tijd heel efficient door voortdurend bezig te zijn in de geestelijke wereld en hij bedoelt hier ook, dat 'een geloof als een mosterdzaad', een geloof is, dat niet door uiterlijk vertoon, grote woorden enz. indruk maakt op de toeschouwer, maar door zijn innerlijke kracht, zijn eenvoudige en kinderlijke binding aan God het geheim vormt van grote dingen, de groeikracht heeft van een mosterdzaad, dat, heel klein zijnde, toch een groot gewas geeft. Jezus gebrukikt ook een kernachtige uitdrukking, een masjaal, om aan te geven dat het geloof dingen kan volbrengen, die helemaal buiten de menselijke macht liggen. Dat is niet in de letterlijke zin des woords 'bergen verzetten'....dat behoort niet tot de taak van het geloof, maar in geestelijke zin; tegen machten van satan, geestelijke bergen , zeggen: "Verdwijn".
Overigens weet ik van een geval, dat het in het kader van 'het strijden voor God' nódig was om 'iets ontzaglijk groots' te doen in de zichtbare wereld. Dat was , toen Jozua dat geweldige deed, waarvan Jozua 10 v 12 en 13 spreken: "Want op die dag, de dag dat de HEER de Amorieten aan Israel overleverde, had Jozua gebeden tot de HEER. In aanwezigheid van Israel sprak hij: 'Zon....sta stil boven Gideon ...maan...blijf staan boven de vlakte van Ajjalon'. En de zon stónd stil en de maan bléef staan, tot Israel zijn vijanden had 'afgestraft'".
Kijk; als het nodig is voor Gods zaak, dan kan de gelovige ook in de natuurlijke wereld geweldige dingen doen. Dingen, waarbij 'een dansende tafel' '.peanuts' wordt.
Maar laten jij en ik onze krachten maar geven aan het bestrijden van 'de geestelijke bergen van weerstand', de demonen.
En van al die nutteloze, opzienbarende, toverdingen gaan wij ons verre houden....tóch!? Een kennis van mij ontdekte eens 'bij toeval', dat hij iets heel opzienbarends kon doen. Hij maakte echt wel een poosje 'de blitz' daarmee, maar hij en de verbijsterde toeschouwers werden uiteindelijk alleen maar bang. Toen hij tot het geloof kwam, deed hij dat nooit meer, kon het ook niet meer. Satan zal ons soms iets tonen, dat 'als bij toeval' tot ons komt. Afwijzen, zulke bedrieglijke invallen.
Wat een heerlijke topics gaan hier aan de lopende band open. Nu déze weer. Ik heb mijn hoofdwerk elders en kom er nu pas achter. Maar ik wil op elke incongruentie ingaan.
Hier volgt dan de eerste, waarmee geopend werd:
1 Petrus 3, 22: Jezus Christus die ten hemel opgestegen zetelt aan Gods rechterhand, nadat engelen en machten en krachten aan Hem onderworpen zijn.
Jezus = God. Hoe kan iemand nu aan zijn eigen rechterhand zetelen? Jezus kan dus niet God zijn.
Mijn uitleg: God is van een andere orde dan wij mensen. Jesaja 55 v 8: "Mijn plannen zijn niet jullie plannen, en jullie wegen zijn niet mijn wegen- spreekt de HEER. 9: want zo hoog als de hemel is boven de aarde, zo ver gaan mijn wegen jullie wegen te boven, en mijn plannen jullie plannen".
Ik geef nu de mening van een gelovige. Ik heb alle begrip voor niet- gelovigen, dat zij een heel andere mening hebben. Ik ben daar niet hoogmoedig tegenin, nee...ik geef alleen de mening van 'een gelovige' en die mening is ook nog niet eens 'normgevend' voor álle gelovigen. Daar gaan we dan:
God is voor ons mensen niet te doorgronden. Wij kunnen hem niet eens zíen, anders zouden we sterven bij zijn onbeschrijflijke indrukwekkendheid. Wel komt ooit de tijd dat wij hem, zonder te sterven, zullen kunnen zien, ( 1 Johannes 3 v 2)
God besloot in zijn eeuwigheid dat hij eens op de aarde zou komen als een mens. Hij had al van eeuwigheid in zijn raadsplan staan dat een opstandige engel hem zou gaan weerstreven en al zijn werk zou trachten te bederven. En insgelijks van eeuwigheid had hij zijn plan klaar dat hij die opstandige engel, van 'perfectheid', (Ez 28 tot satan verworden, 'de voet dwars zou zetten' en het onheil in het tegendeel daarvan zou doen verkeren.
Toen God als mens op de aarde kwam, nam hij als mens door zijn offer, alle zonde van alle mensen, die het maar wilden aanvaarden, weg.
En deze overwinnaar, God de Zoon, de tweede Persoon van het Goddelijke wezen, hernam zijn plaats aan de rechterhand van God, daarmede wordt bedoeld: de ereplaats. Maar zoals ik al heb gezegd, het wezenlijke van de dingen van God is niet uit te drukken. Maar 'God de Zoon' had zich een nieuwe dimensie verworven. Zijn mensheid bleef hem bij. En zo zit er nu een mens op de troon : - van het heelal - ...en van de hele onzienlijke wereld, waarin ook alle engelen.
( De drieënige God: ook al zo'n punt, waar de mensen tegenaan hikken. Maar mág God ook ?! Mág hij zijn eigen plan trekken. Ja toch.)
Als je het zo bekijkt als hiervoor, ( het gedeelte tussen haakjes was maar zijdelings), verbleken alle tegenstrijdigheden.
Ik ben van plan alle concreet vermelde ´onbegrijpelijkheden´stuik voor stuk te bespreken. Jullie zijn al toe aan ´die valse profeten uit Ezechiël´. Ik heb dus nog een lange weg te gaan. Maar dat geeft niet.Ik ben gek op dit soort dingen. Ik behandel ze in Nederland, in Californië, in Duitsland ....en nu dus ook hier. Gun mij mijn pleziertjes, lieve vrienden.
Ja...zo wordt die naam uitgesproken door sommige Islamieten, die zich al aan het warm lopen zijn voor 'D-day'. "Wieldaas...wieldaas..." roepen ze en verbranden maar weer eens een vlag.
Maar ik heb er déze gedachten over: loodzware hoor, ik waarschuw maar even.
Lucas 21 v 25 en 26 zeggen: "Dan zullen er tekenen zijn aan de zon en de maan en de sterren , en op aarde zullen de volken sidderen van angst voor het gebulder en het geweld van de zee; de mensen worden onmachtig van angst voor wat er met de wereld zal gebeuren, want de hemelse machten zullen wankelen".
Nu zal jullie eerste reactie zijn: "Nou nou....wel heel zware taal over een film, die er misschien niet eens komt, die mischien alleen maar een grap zal blijken te zijn, net als toen met die 'nier- t.v.' maar dan veel flauwer. Ik heb nog nooit zó met een kanon op een mug zien schieten".
Ik ga jullie die zware taal uitleggen. In het laatst van de dagen, - wanneer de Antichrist er bijna is - ....en de Heer Jezus ook al gereed staat voor zijn tweede komst, zullen veel mensen het zicht op God, op Jezus en op de engelen, die hen allen willen troosten en helpen.....; kwijt raken...( 2 Thess 2 v 3) want Jezus sprak veel in symbolen, die de mensen van zijn cultuur toen en daar best begrepen, maar waar wij allerlei aardse zaken achter zoeken. En de zee van wereld-meningen zal in die tijd veel ideeën opschuimen, die de mensen allemaal willen verwerken, terwijl het brein te klein is om die veelheid van tegenstrijdige informatie te bevatten. En bij al dat gebulder en geweld van de 'meningenzee' zullen mensen sidderen van angst. "Wat gaat er toch met de wereld gebeuren", roepen ze uit: "Alles waar wij op vertrouwden van God en Jezus en de Heilige Geest...het zal er nog wel zijn , maar de zekerheden wankelen in ons hárt vanwege de enorme herrie".
En wat heeft dat nu met 'de film' te maken ?:
Een voorspel van de verwarring en de radeloze ontzetting van de eindtijd is er nu al; dat begon al in 1977 met 'de zure regen' en dat gáat maar door. - De ene dag ga je slapen, tobbende over het uitsterven van de ijsberen door de klimaatverandering -.... en de volgende morgen zie je bij het ontbijtnieuws weer, dat onze verhoogde dijken wéer te laag zullen blijken en dat het 'Amersfoort aan Zee' gaat worden, ( en jij woont nou net in Pijnacker).
En in dat kader moet je nu de film zien. Laatst zag ik er een t.v.-program over- 'Rondom tien'- en de mensen werden daar maar steeds onrustiger, want niemand kon zijn vinger nu eens goed achter al die angsten en onbehaaglijkheden dienaangaande krijgen.
En zo gaat het in de toekomst worden. Die 'film van Wilders' is een klein, klein voorproefje van de orkaan, die jullie gaat geselen in de toekomst.
In die orkaan zul je alleen maar stand houden, wanneer je je vastklampt aan de rots Jezus Christus. Wat zal het dan goed zijn om niet alleen bekeerd te zijn, maar ook wedergeboren en gedoopt en vervuld met de Heilige Geest.
De bekende vraag: "Kiest God ons of kiezen wij hem"
Laten wij eerst eens een aantal teksten selecteren, die het woord 'kiezen' bevatten. Deuteronomium 30 v 19: hier roept Mozes het volk Israel toe: "Kies voor het leven!!!". Deze tekst spreekt van een keus die mensen moeten maken. In dezelfde geest: Jozua 24 v 15 Psalm 25 v 12: "Aan wie in ontzag voor hem leven leert de HEER de rechte weg te kiezen". Hier is sprake van een kiezen dóor mensen. Maar er wordt iets meer gezegd: - er is een voorwaarde: in ontzag voor God leven - ...en de HEER is erbij betrokken. Hij helpt wát graag om die weg te vinden. Johannes 15 v 16: Jezus zegt hier: "Jullie hebben míj niet uigekozen, maar ík júllie". Hier is het weer zo, dat de discipelen misschien door het kort daarvoor uitgesproken woord 'vrienden'(15) zouden denken aan 'wederkerigheid'. Jezus snijdt dit af door te zeggen, dat hij de vrije , eigen keus heeft gemaakt om hen tot apostelen te maken van zijn over enige tijd van start gaande gemeente. Let wel, dat Jezus hier niet spreekt over uitverkiezing tot zaligheid, maar tot een toekomstig ambt in zijn gemeente.
Er zou nog veel meer te zeggen zijn over deze aangelegenheid, maar ik wil tot een slotsom komen. Als er vele vragen komen over het begrip 'uitverkiezing' , dan wil ik daar ruimte voor laten. Mijn postings moeten niet te lang worden.
God heeft alle mensen uitverkoren.Hij wíl niet dat wie dan ook verloren gaat, (2 Petrus 3 v 9). "Hij wil dat iedereen tot inkeer komt en niemand verloren gaat". En in Ezechiël 33 v 11 spreekt de Heer zich heel duidelijk uit: "De dood van een slecht mens géeft mij geen vreugde, ik wil dat hij een andere weg inslaat en in léven blijft".
God heeft zijn Zoon, de Tweede Persoon van het Goddelijk wezen, de wereld in gezonden om alle zonden van alle mensen van alle tijden uit te boeten. Zogezegd is het zo, dat eer God als rechter oordeelt, hij als redder de weg naar hem opent. God heeft met Pinksteren de derde Persoon van het Goddelijk wezen, de Heilige geest, gezonden om ons terug te leiden op de weg naar zijn vaderhart, aldus het werk volkomen makende: - Jezus effende de weg van God naar de mens - De Heilige Geest effent de weg van de mens naar God.
Maar nu roept God de mens toe, evenals Mozes en Jozua dat indertijd al riepen: "Kies toch voor God...kies toch voor mij!"
En nu is het aan de mens om 'ja' tegen God te zeggen, nu híj zo uitvoerig en niets achterhoudend en niets sparend tegen ons 'ja' gezegd heeft.
Zij die geen ontzag voor God hebben , 'Nee' zeggen en daarbij blíjven, doen dit voor eigen verantwoordelijkheid. Zij, die ontzag voor God hebben en 'ja' zeggen, doen dit in eerbied, dankbaarheid en aanbidding. Zij roepen in blijde verwondering: (Jeremia 31 v 1 "Bekeer mij, dan zal ik mij bekeren", wetende dat alles toch uiteindelijk 'genade' is, een gunst van de oneindig hoog geplaatste God ten aanzien van de door hem teer-beminde 'ja-zeggers'. En hij helpt die ootmoedigen verder.
Je vroeg: "Hoe ziet dat opstandingslichaam er dan uit en wat gebeurt ermee ??".
Mijn antwoord: Armandine....het leven met Jezus is nog veel heerlijker dan jij je misschien voorstelt. Zeker: hier op aarde kunnen wij al veel vreugde met het geloof in onze Heiland en Zaligmaker beleven, maar je weet het ook wel: "Het beste komt nog".
Hier op aarde wordt de vreugde van alle mensen toch telkens weer versomberd door al de ongelukken en tegenslagen, die ons overkomen, die -eigenlijk altijd- zijn terug te leiden op de bedervende inmenging van de duivel in de levens van mensen.
Maar genoeg daarover. Wanneer wij de hand van onze Heer Jezus vasthouden en in hem als onze Bevrijder blijven geloven, dan gebeurt vroeg of laat het volgende: we krijgen een 'opstandingslichaam´, dat aan zijn verheerlijkt llichaam gelijk is. En je weet, wat onze Heer na zijn opstanding allemaal kon. In de bijbel staat duidelijk beschreven, hoe hij voedsel tot zich nam als ieder ander, dat hij een tastbaar, stoffelijk lichaam had als ieder ander.
Maar....: hij kon opeens aanwezig zijn in gesloten vertrekken. De drie afmetingen van onze wereld: lengte, breedte en hoogte, hadden voor hem- diepte-mens geworden (Ef 3 v 1- geen betekenis meer. Hij was soms opeens weg. Dan trad hij naar eigen wil in de wereld van de geest, de onzienlijke wereld , binnen.
En met dit verheerlijkte lichaam gaan wij eeuwig leven.
Denk nu niet aan de eeuwigheid als aan: een miljard jaren....en weer een miljard...en ga zo maar door. In de eeuwigheid is er geen schepsel meer als de tijd. Die tijd werd geschapen in Genesis 1 v 1, toen God door zijn machtswoord met de schepping, eerst van de onzienlijke wereld,met de engelen, begon. En later is die tijd weer weg.
Het leven met Jezus kan nu al een feest zijn. En dat feest wordt alsmaar méer..
Bij het woord 'bevinding' dacht ik gelijk aan een woord van Job. In 29 v 4 schrijft hij: NBG: " In de bloeitijd van mijn ( Jobs) leven toefde de vertrouwelijke omgang met God in mijn tent".
NBV: " In de tijd dat ik de kracht van de jeugd bezat, was er het vertrouwde gezelschap van God in mijn huis".
Job denkt hier terug aan het mooie wat er allemaal is geweest. Maar hij weet niet, dat.... zoals hij de vertrouwelijke omgang met God op hoge prijs stelde .....God zo'n vertrouwen in hem had gekregen door die vertrouwelijke omgang, dat God het aandurfde met deze dienstknecht van hem in een heel harde confrontatie tussen God en de duivel.
En daar heb je volgens mij het beginsel van een ' goede bevinding' te pakken. Als er een nadenken is over God met God daarbij als vertrouwde vriend in je huis, dan kan je nooit scheef gaan.
Als er een valse bevinding is, dan mijmer je maar voortdurend over God, zonder dat je door voldoende schriftkennis-met-het-hart God er als een vriend bij hebt, wiens hand je voortdurend kunt vatten.
'Vertrouwelijke omgang met God', 'het vertrouwde gezelschap van God in je huis', maakt je steeds meer tot een vriend van God, waardoor deze ook steeds meer vertrouwen in je krijgt en je grotere openbaringen toe durft vertrouwen, wat Job metterdaad als slotsom bevond in de laatste hoofdstukken van zijn verhaal.
Voor dat echt diepe vertrouwen is het zo goed, dat je alles met de Heer durft bespreken, hem ook de gewone dingen van alle dag durft voorleggen. Doe het gerust hardop, dat is goed om bij de zaak te blijven en niet af te dwalen. Laat je omgang met God niet alleen uit gebeden bestaan, maar heb ook gewone gedachtewisselingen, zoals je dat met een vriend hebt. Durf gerust ook eens zoiets te zeggen als: "Heer....het zit me dwars, dat het formulier voor de studiebeurs maar steeds uitblijft. Het is toch niet goed, dat zo'n kwestie mijn vreugde rooft".
Gewoon- spanningloos en áls vrienden onder elkaar'-met God durven spreken, wat natuurlijk niet inhoudt, dat je de eerbied jegens de Almachtige ook maar een ogenblik uit het oog zou verliezen. Ziedaar enige gedachten over het woord 'bevinding'.
Ik was benieuwd naar hoe jullie tot het geloof zijn gekomen. Want bij veel hoor je toch dat ze uit een christelijk gezin komen.
Ik kom zelf ook uit een christelijk gezin, maar ben me er echt pas mee bezig gaan houden. Toen ik opzoek was naar een paranormale site, omdat ik dat toen wel intressant vond, maar die deed het niet. En toen kwam ik "toevallig" bij www.real-life.nl terecht, en vandaar ging ik steeds verder. Op veel oppervlakten is mijn leven, wat moeilijker geworden. Maar ik heb ook meer goede momenten meegemaakt. Momenten waar ik me goed verbonden voelde. Uiteindelijk moet je altijd blijven werken en leren.
Het antwoord is:
Dag Niem,
Je vraagt allereerst, hoe 'wij' tot het geloof zijn gekomen. Je hebt al diverse antwoorden gehad, die veelal als vast bestanddeel hadden: "Ik kom uit een Christelijk gezin". Dat blijkt dus al een hele winnaar te zijn. Kom je uit een gezin dat nergens van weet, dat heb je extra hindernissen te overwinnen. Laat iedereen die zijn wortels heeft in een echt Christelijk gezin, daarvoor alleen al de Heer juichend prijzen.
Maar nu míjn verhaal; ik kom ook uit een Christelijk gezin. Maar er gingen van mijn ouders geen duidelijk 'sturende impulsen' uit. Beste mensen hoor, maar vooral geen 'Christelijke fanatici'. Toch zijn mijn broer en zussen allen nog met het Christelijk geloof verbonden, een aanwijzing, dat de sfeer toch wel positief in die richting heenleidde.
Toen ik als twaalfjarige zei dat ik vanaf nú wel tweemaal per zondag naar de kerk wilde, riep mijn vader- enigszins ontroerd- tegen mijn moeder: "God...Mina..."('God' was zijn stopwoordje)...."wij zijn eigenlijk heel slappe Gereformeerden. En moet je zíen: eerst Willem ...nu Gerrit weer: willen tweemaal naar de kerk. Waaraan hebben wij dat nu te danken? Een ander, geheid Gereformeerd, doet er alles aan ...en die jong dwalen weg...en wij...wij doen niks...en moet je meemaken!".
Toen ik naar de 'Gereformeerde knapenclub' en later naar de 'Gereformeerde jongelingsvereniging' wilde, zeiden mijn ouders een keer: "Vandaag, met dat mooie weer buiten gewandeld. Iedereen genoot van de mooie, lekker warme avond. Maar Gerrit niet hoor! Die zat binnen, in een bedompt zaaltje...met z'n neus in de boeken".
Ik werd dus vooral niet onder druk gezet.
Maar ik weet wel, dat ik als achtjarige een duidelijke beïnvloeding van de Heer kreeg. We zaten oergezellig met al die schatjes van -zeg- acht bij elkaar in een warm schoollokaal met knusse gasverlichting. En de juf liet zingen: "Open uwe mond eis van mij vrijmoedig Op mijn trouwverbond Al wat u ontbreekt Schenk ik, zo gij 't smeekt mild en overvloedig".
Dat gold in die tijd voor een psalmvers, voor kinderen geschikt. En opeens werd mijn hartje zo warm!!!!
En van toen ik elf was, herinner ik mij, dat ik, heel erg blij over straat holde en fijne dingen hoorde en zag en bedacht, wat ik altijd als een aanraking door de Heer heb herinnerd.
En toen kreeg de duivel mij in het oog. Althans: hij achtte de tijd voor een tegenaanval gekomen. En ik herinner mij veel zwart uit de leeftijd van zo dertien tot achttien.
In de oorlog had ik het als jonggezel moeilijk. Onderduiken was voor mijn leeftijdcategorie noodzakelijk om tewerkstelling in Duitsland te voorkomen. Ik raakte innerlijk echt ver weg van de Heer op nare onderduikadressen. maar toen kwam ik in een oerdegelijk, gereformeerd gezin, heel duidelijk 'practiserend', zoals ik het thuis toch niet had meegemaakt. De Heer 'bepaalde mij hevig bij de les', wéer zo'n 'sturing'.
Ik leerde er ook een gelovig meisje kennen, met wie ik nu al 61 jaar getrouwd ben. In ons huwelijk kwam een heel moeilijke periode van ziekte en zo, maar juist in die tijd deed de Heer mij mensen ontmoeten, die 'het Volle Evangelie' verkondigden, naar de mate van de wijsheid die dienaangaande in de zestiger jaren bestond.
En daar ben ik nu nog steeds bij.
Ik mag met Jeremia 31 v 18 zeggen: - 2004: "Breng mij bij u terug, laat mij terugkeren, want u HEER , bent mijn God" - 1951: "Bekeer mij, dan zal ik mij bekeren, want Gij, HERE, zijt mijn God".
De Heer was het, die mij, als opstandige puber, juist de weg deed gaan, die mijn ouders bepaald niet uitdrukkelijk propageerden. - de Heer was het, die mij als achtjarige die pijl in het hart zond - de Heer was het, die mij, als elfjarige als het ware 'in klanktaal liet zingen' - de Heer was het, die mij in mijn onderduikjaren dat gezegende rustpunt zond.
Ook je bekering is uiteindelijk : GENADE.
En zoals jij nu schrijft: - Op zoek naar iets paranormaals....en dan kom je uit bij iets 'normaals'. - de duivel die voor trammelant zorgt, wanneer de Heer je opmerkzaam maakt op zijn reddingsboei - de goede tijden die de Heere geeft, voorboden van 'een onvergelijkbaar, alles te boven gaand, eeuwig gewicht van heerlijkheid, dat over ons zal worden geopenbaard', (2 Corinthe 4 v 17) - de steeds betere verbinding met God, nu wij de Heilige Geest in ons programma hebben opgenomen en alle 'cookies' aan het verdwijnen zijn - de vaste wil om door te gaan met werken en leren, wetende dat er tot in eeuwigheid altijd nog weer te leren is... ik maak het allemaal mee, zoals jij het nu ook begonnen bent mee te maken.
Wat een misverstanden toch over datgene, wat ik schreef over 'dat arme negertje'.
Als je mijn bericht nog eens over zou willen lezen, dan zie je dat die brief een oproep bevat om nú...op dit moment.... wél te doen aan al de rampzaligen op aarde, die we maar kúnnen dienen.
Maar teven zat er een troost in voor alle mensen, die ontredderd naar al dit kwaad, dat er geschiedt op aarde, kijken en zich afvragen: "Dit massale sterven en hongeren. En zovelen sterven, zonder dat er recht wordt gedaan".
En dít is wat ik wilde zeggen: "Eén keer wordt er recht gedaan. Dan wordt alles, wat wij nu niet hebben kunnen verhelpen ondanks al onze inzet, rechtgezet. Dan wordt al het werk van de duivel tenietgedaan en zal er recht heersen.
Natuurlijk zat er - verborgen- ook wel déze oproep in: "Als Jezus éen keer alles rechtzet, zorg dan dat je aan zijn kant staat, dat je bewust vóor hem kiest en niet met een schouderophalen in feite tegen hem".
Nog even éen misverstand rechtzetten. Wanneer ik schrijf over 'dikke buiken en dunne armpjes', dan bedoel ik dat natuurlijk met een mengsel van smart en ironie: Want die 'dikke buiken' zijn 'buiken, gezwollen door honger- oedeem'. Dat jullie daar dan weer zo over uitweiden op een heel ander gebied, zo vréemd.
Maar in ieder geval: mijn brief had een aandachtiger bestudering verdiend. Geef mijn posting nog eens een kans.
Het is niet goed om de komende antichrist te vergelijken met een nu bestaand instituut of een persoon. Iedereen weet, dat Napoleon, de R.K.Kerk, Hitler...ach noem maar op, vergeleken is met de antichrist.
We hebben hier echter te doen, naar mijn inzicht, met een grote krachtinspanning van de duivel in de dagen van de eindstrijd.
Satan doer er werkelijk alles aan om zijn doel te bereiken: aanbidding van mensen te ontvangen, aanbidding, die alleen aan God toekomt, (Openb 13 v 4).
Al zijn macht concentreert de duivel in de ' onheilige geest', zoals God ook werkt door zijn Héilige Geest. Zei Luther al niet, dat de duivel 'de aap, (de nadoener) van God is'.
Kwam dit beest op uit de diepten van de afgrond (11 v 7), er is een ander beest, dat uit de mensenwereld opkomt. De vergelijking gaat verder: zoals Jezus de grote Mensenzoon is, zo is ook dit beest een mens, zoals wij allen. Die mens is de antichrist, die gevuld is met de onheilige geest, zoals Jezus volkomen gevuld is met de Heilige Geest. Het beest uit de aarde lijk op 'het lam', maar het spreekt als 'de draak', de duivel. De helse drieëenheid is compleet. (11)
Naast alle godslasterlijkheden van de onheilige geest komt er nog een dimensie bij. Zoals er aan de onheilige geest een wonder geschiedt.... de kop van het occultisme lijkt een tijdlang dood door de kracht van de reformatie ....maar komt in de eindtijd met veel grotere kracht terug, zo doet ook de antichrist ' vreselijke' wonderen - de antichrist doet het occutisme in zijn oervorm herleven : - aanbidding van de draak en daarin vervat: aanbidding van de duivel - de antichrist doet vuur uit de hemel neerdalen. Kunst....de demonen staan tot zijn beschikking en die kunnen zich op alle manieren als vuur manifesteren. Onheilig vuur. Maar Jezus bracht en brengt heilig, louterend vuur , ( Matth 3 v 11).
Maar er mankeer nog iets aan het tegenbeeld: de antichrist maakt ook weer een beeld, een tegenbeeld. Zoals Jezus zijn gemeente aan het vormen is, die steeds meer vervuld wordt met de Heilige Geest, zo vormt de antichrist een 'tegengemeente', die vervuld is met de onheilige geest. (14). En die tegengemeente heeft ook een stem, die onheilige klanken her en der doet uitgaan. Evenals Gods gemeente het blijde evangelie over de hele aarde doet uitgaan, zo zie je bij de tegengemeente het tegendeel.. Maar de geest van God, die in de gemeente leeft, maakt levend. En de onheilige geest, die in de 'tegengemeente' woont, brengt alleen maar de dood, in de eerste plaats aan de gemeente van Jezus (15), maar uiteindelijk ook aan de ´leden van de tegengemeente´, ( iets moeilijk, maar toch wel te zien in Openb 11 v 5.)
En al dat vreselijks gaat dan 42 ( symbolische) maanden lang door, Al die woeste haat jegens Gods en Jezus' ware gemeente, die 'geestelijk al in de hemel woont', maar op aarde nog aangevallen kan worden, (13.v 6 en 7)
En die ergerlijke bewondering voor de occulte fratsen van het beest uit de afgrond....terwijl onze Heer Jezus al die heerlijke dingen te bieden heeft, ons welbekend;.... gelukkig dat het maar een symbolische 3½ jaar duurt.
Wees in die tijd klaar...sta in de kracht van de Heilige geest, ook als in die tijd gevangenschap of dood, (11 v 7), je deel mocht zijn, (13 v 10). Standvastigheid en trouw zijn dan voor Jezus' gemeente de sleutelwoorden onder het woeden van de tegengemeente, (9). Dan staat je naam geschreven in het boek van het lam, (8).
Dan word je niet verleid onder de enorme druk, op je uitgeoefend,(14).
Dan blijf je vrij van dat vreselijke, geestelijke teken, dat niet op je lichaam staat, maar op je geest...zichtbaar in de geestelijke wereld
In Daniëls dagen moesten de mensen knielen voor een afgod( hfdst 3) van 60 bij 6 el, vreeswekkend om aan te zien in zijn buitenmenselijke lichaamsverhoudingen, (niet 1 bij 7, maar 6 bij 60), breedte/ hoogte).
De antichrist wil je verleiden om de onheilige Geest te aanbidden in een nog diepere, nog gruwelijker dimensie....6....6...6...
O, wat zal het goed zijn om door de genade van God en door je volharden tot het einde, dat merkteken niet te hebben op je leven, op je handel en je wandel en je denken .
Zo zal het gaan in de dagen van de antichrist. Maar ook in die tijd kan het geestelijk goed gaan met jullie.
Wat houdt contact met God precies in? Kan iemand misschien een beetje uitleggen wat zijn/haar persoonlijke relatie met God inhoudt?
Ik vind 'een persoonlijke relatie met God' namelijk maar een vaag begrip. Het klinkt heel mooi en intiem, maar ik ervaar 't in mijn eigen leven nooit zo. Ligt waarschijnlijk aan mij, maar toch. Ik heb nu sterk 't gevoel dat ik veel mis, maar heb werkelijk geen idee hoe ik dichter bij God kan komen ofzoiets
Antwoord:
Dag Niem,
De term: "Een persoonlijke relatie met God hebben", is tegenwoordig erg 'in'. Maar inderdaad..... net zoals jij dat nu zegt: "Wat houdt het nu éigenlijk 'in'"
In het leven van elke dag hebben wij velerlei relaties. Dat kan gaan van 'vage kennissen' tot 'kennissen' tot 'vrienden' tot 'echtgenoten'...ik noem maar wat. Er zijn vele tussenschakels.
Maar met God wil je het allerliefst een intense liefdesrelatie hebben.
Hoe kom je nu in het leven van elke dag tot zo'n intense 'liefderelatie'.
Ik noem maar wat: op de alphacursus ontmoet je een jongen, jij meisje zijnde,.... het is maar een voorbeeld, die je aanvankelijk helemaal niet opvalt. Het is een onbekende voor jou. Maar tijdens de alphacursus hoor je zijn vragen en denkt: "Hé...interessante vragen. Daar zit ik ook mee of daar héb ik mee gezeten". Hij is nu een vage kennis. En door allerlei verdere contacten loop je het hele scala door.
Wat is hier nu in feite gebeurd. Je hebt je steeds meer in die ander verdiept, bent steeds meer over hem te weten gekomen....en ga zo maar door.
Hoe gaat dat nu met God: (Ik stel maar wat). Hij was ooit de 'grote onbekende'. Maar iemand wees je op hem. Hij werd een 'vage bekende'. Iemand zei: "Hij heeft een algemene liefdesbrief aan de mensheid geschreven". Je begon de bijbel te lezen. Doordat er om je heen mensen waren, die je de moeilijke gedeelten uitlegden, kreeg je een beeld van God, die de wereld zo lief had, dat hij alles wat hij had in de strijd gooide om zoveel mogelijk mensen te redden. Je begreep allengs, dat je Christus mocht aanvaarden als jouw persoonlijke redder en verlosser, die het pad van God naar jou zó had geëffend, dat God daarvan had blijk gegeven, door het gordijn , dat symbolisch scheiding maakte tussen hem en de mensheid, van boven af kapot te scheuren, (Matth 27 v 51). En je begréep wéer meer!!!: God had jou zo lief, dat hij op allerlei manieren probeerde aan te geven, dat er iets gebeurd was, toen Jezus die woorden uitschreeuwde: "HET IS VOLBRACHT".
Maar er was nog niet het góede contact. Tot mensen je vertelden: "Je hebt nu wel ontzag voor God. Maar je begrijpt hem nog hélemaal niet. Wanneer je 'je laat vullen met zijn Heilige Geest', dan kom je in zijn sfeer. Dan leer je zijn gedachten verstaan. De Heilige geest wil jou alles van Gods liefde en vreugde, en vriendelijkheid, maar ook van zijn strenge oordeel en van zijn absolute rechtvaardigheid en gescheidenheid van alle zonden leren kennen".
En...je was al bekeerd...diep bekeerd....door het lezen van de bijbel met aandacht en eerbied was je ook al wedergeboren. En....na de doop in de Heilige Geest kreeg je eindelijk een begin van een relatie met hem, een relatie, die alsmaar dieper werd en wordt.
Dus: relatie houdt in....een leren kennen van steeds meer aspecten....een komen in Gods sfeer. Bij je omgang met mensen is het toch ook zo, dat je elkaars sfeer moet leren kennen en die aanvaarden om een levende relatie te hebben. Op oneindig veel hoger vlak is dat ook zo met God.
Ik zou je vele bijbelteksten kunnen noemen, maar ik laat het nu even híerbij.
Dank voor je uitvoerige reactie.Ach ja; over kwesties als: - de Drieëenheid - geest, ziel en lichaam wordt niemend het ooit met iemand eens. Ik heb alleen dít gemerkt: Soms hadden mensen zich tientallen postings lang afgemat om de Drieëenheid te ontkrachten. En wanneer ze dan hijgend even op adem zaten te komen, dan stelde ik altijd dat vraagje: "En hoe denk je dan over 'God de Heilige Geest' . Die is er toch ook nog naast Jezus" Konden ze van voren af aan beginnen.
Wat ik wel gemerkt heb is dít: Satan is er alles aan gelegen om Jezus neer te praten van 'God en mens' tot 'mens sec', gewoon mens dus. Dan heeft hij een beginnetje om alles van verzoening en heilbrenging en 'offer voor de zonde' te ontkrachten.
En heerscharen van goedbedoelende mensen lopen in die val. Ze vallen de Drieëenheid aan en zagen gelijk aan de poten van de stoel van onze Heiland en Verlosser, onze dierbare Heer Jezus Christus.
En: geest, ziel en lichaam: nu ja je kent mijn standpunt en ik het jouwe.
Voor het overige: ik heb mensen ontmoet, die Jezus ALLEEN als mens wilden erkennen en die hem toch oprecht lief zeiden te hebben en van hem zaligheid, redding, verlossing en heling verwachtten. Ik hoop, Sofie, dat het met jou althans zó gesteld is. Dan zeg ik met de apostel Paulus: in Filipp 3 v 15: "Mocht u er op enig punt anders over denken, dan zal God het u wel duidelijk maken".
De Heer Jezus roept zijn beminden op om zijn getuigen te zijn. OVER tuigen is meer speciaal het werk van God de Heilige geest. Ik lees uit de bijbel, dat er een uiterlijke omhulling van onze persoonlijkheid is, het lichaam, dat zijn primaire impulsen ontvangt van ons zielenleven met zijn verstand, gevoel en wil als drie hoofdfuncties. Maar de ziel ontvangt zijn impulsen weer van onze geest, onze diepste innerlijkheid, daar waar zich bevinden: - geweten, ( die zoete paradijsherinnering), - geloof - en het in het paradijs bij de zondenval wreed losgescheurde aanrakingspunt met God , door Jezus in beginsel hersteld voor wie dat aanvaarden en willen.
Jij kent dat verschijnsel toch ook , Sofie, ( ik laat dat ' 1 ' maar weg): mensen, die dol-enthousiast in de een of andere rally tot geloof komen, maar die even later alles weer vergeten zijn of zo, Dan is het geloof in God wél in de buitenste lagen van de persoonlijkheid doorgedrongen, maar het heeft het vlies tussen ziel en geest, (hart) niet kunnen doorbreken.
Je wilde ook wat weten over dat 'hier op aarde ammunitie naar boven afschieten': God wil ons de vervulling met de Heilige Geest geven. Dan krijgen wij oog voor de ' goede werken', zoals hij bedoeld heeft, goede werken, die in zijn plannen passen. En een vervuld met de Geest zijnde persoon gaat die werken doen ....die 'schiet hij naar boven' en daar worden ze zuinig bewaard tot het tijd is voor zijn komende ' geeestelijke' lichaam. En met dat lichaam is de ' menselijke drieëenheid' weer compleet.
Dat is de verheerlijking: de geest, de ziel en het lichaam van de mens, die door genade van God zijn ammunitie hebben gebruikt voor het ' bestormen van de hemel'. Daniël zegt daarover, ( 12 v 3): "De verlichten zullen stralen als het fonkelende hemelgewelf en degenen die velen tot gerechtigheid hebben gebracht, als de sterren voor eeuwig en altijd".
Je veroorlooft je ook een onschulidg grapje over het woord 'dwaas'. Paulus noemt ons allemaal dwaas, zeg je; In 1 Cor 3 v 18: "Wanneer iemand van u denkt dat hij in deze wereld wijs is, moet hij eerst dwaas worden, pas dan kan hij wijs worden"
Een voorbeeld: in Matth 13 worden allerlei wijzew mannen geschetst, die van Jezus' prediking de kern niet snapten.
Ze zeiden: "Grappige verhaaltjes wel; - over verloren gaand zaaigoed, - over een schurk, die slecht zaad tussen goed zaad strooit, - over mosterdzaad, dat zo'n grote boom wordt. Maar wat die Jezus nu eigenlijk bedoelt...?!" Ze waren 'in de wereld wijs'.
Maar die paar discipelen, die waren dwaas geworden om met deze rabbi rond te trekken en naar hem te luisteren en de diepere zin te vatten.
"Hij bedoelt ' het koninkrijk van God', God, die de heerschappij over de aarde uit de hand van de duivel gaat trekken en in eigen hand nemen. Maar....dat koninkrijk komt toch groots en geweldig en opeens".
En zij werden verder onderrricht, dat het nog 'a long , long way to Tipperary' was, (een soldatenliedje uit W.O.1). - De zaaier ( ook Jezus zélf) moet maar afwachten, wat van het zaad terecht komt. - De zaaier is afhankelijk van de gesteldheid van de grond - De zaaier wordt voor de voeten gelopen door de duivel. maar...het koninkrijk komt en als het uiteindelijk kómt, dan gaat dat opzienbarend als een mosterdboom.
Die discipelen hadden al zoveel, en kregen er alsmaar meer bij. En de wijze mannen raakten langzaamaan ook het ietsje kwijt, dat ze dan nog wél hadden gesnapt, ( Matth 13 v 12)
En dan zeg je ook nog, dat ik jou niet hoef te dienen, maar God. Maar van Jezus wodt gezegd: (Matth 20 v 2: " de mensenzoon is niet gekomen om gediend te worden, maar om te dienen". En in Joh 13 v 5 geeft hij bij de voetrwassing een practijkvoorbeeld.
Op dit forum beroept men zich zo nu en dan op de grondtaal van de Bijbel.
Mag ik eens vragen: wie van jullie is een beetje bekend met of misschien juist goed thuis in het Hebreeuws en Grieks? Kun je ook vertellen hoe vaak per week (bijv.) je Hebreeuws en Grieks leest? En wanneer en waarom? En wat je eraan hebt?
Dag allemaal,
Ik ken noch Hebreeuws noch Grieks. Maar dat hoeft ook niet. De bijbel is een geestelijk boek en het moet met geestelijke ogen gelezen worden. En sinds ik vervuld ben met de Heilige geest, door de genade van God, de genade , die voor iedereen klaar ligt, heb ik uit de bijbel diverse pareltjes opgevist, waarvoor ik helemaal geen talen uit de oudheid nodig had. Natuurlijk heb ik wél allerlei boeken, die mij kunnen dienen bij mijn schriftlezing . maar de bijstand van de Heilige geest, die hij iedereen wil geven, maar toch wel in het bijzonder aan hen, die zich opengesteld hebben voor de sfeer van God.....die bijstand helpt mij terdege.
Mag ik een voorbeeld geven ?
Onlangs zat ik te lezen in Jesaja 6. En mijn aandacht viel op vers 6.
Nu is het goed om het indrukwekkende stuk daarvoor eens te lezen, maar vers 6 citeer ik nu even helemaal uit NBV: "Toen nam een van de serafs met een tang een gloeiende kool van het altaar en vloog daarmee op mij af. (7) Hij raakte mijn mond er mee aan en zei: '- Nu zijn je lippen gereinigd - je schuld is geweken - je zonden zijn tenietgedaan' ". ........ Ik stond even versteld. Wie kan al deze heerlijke dingen doen dan Jesus door zijn eeuwige offerande.
En opeens zág ik iets: Jezus' bereidverklaring, waarvan Hebr, in navolging van David, spreekt: (10 v 7): "Toen heb ik gezegd: `Hier ben ik`. Want dit staat in de boekrol over mij geschreven: ' Ik ben gekomen, God om uw wil te doen` " ....die bereidverklaring is van eeuwigheid. Al die schitterende gebeurtenissen rond Jezus zijn van eeuwigheid al Gods voornemen geweest, (Ef 3 v 11).
En dat altaar, waarvan een kool genomen werd.....dat altaar is Gods Zoon, altijd al bezig om : - mensen te reinigen - schuld weg te nemen - zonden te niet te doen.
En mijn gedachten gingen verder naar Romeinen 2 v 14, dat overbekende: "Wanneer namelijk heidenen, die de wet niet hebben, de wet van nature naleven, dan zijn ze zichzelf tot wet, ook al hebben ze hem niet. Ze bewijzen door hun daden dat wat de wet eist , in hun harten geschreven staat". (Lees zelf maar verder).
En opeens was er deze gedachte: al die 'ja-zeggers' van Adam af, die "Ja" tegen God zeiden op grond van het soms heel weinige wat ze van hem wisten, zijn tóen al gereinigd door dat eeuwige offer, dat altaar. Daarom kunnen zij in Matth 25 zo blij-verrast zeggen: "Wíj....mogen wij uw koninkrijk binnen. En wij wisten van niets van al die heerlijke dingen, die u zegt", 37.
En nog verder gingen mijn gedachten. In de hemel wordt dus niet gevraagd of je van de gereformeerde Gemeente of van de Hersteld gereformeerde gemeente was. maar daar wordt gevraagd, wat op de bodem van je diepste innerlijk lag.
En nóg was het feest niet voorbij, want mijn gedachten gingen naar....Vasthi.( Esther 1 v 12). Tragische figuur. In het grote plan van God, die al wist, dat satan een massamoordenaar, Haman, naar voren wilde schuiven om genocide te plegen op de Joden, paste Vasthi niet. Daarom moest ze plaats maken voor Esther.
Maar Vasthi was wél een moedige vrouw. Ze liet haar principes gelden. Een zwangere *, beeldschone vrouw, hoort zich niet te vertonen aan een stel dronkelappen. En even dacht ik, hoewel de beslissing pas bekend wordt in de verwezenlijking van Matth 25: "Misschien was Vasthi ook wel zo'n ' ja- zegger'.
* ( Vasthi was toen in verwachting van de latere koning Arthasasta, - volgens de ongewijde geschiedenis . Later, onder die koning, wordt ze weer genoemd als ' koningin-moeder').
En ik kwam toch weer uit bij ons:.... wat zijn wij toch veel rijker gezegend, zo veel verder in de tijd staande.
Dit lijkt allemaal ' off topic'. Maar ik wil er wél deze troostrijke les aan verbinden. Kom tot de bijbel, zoals je bent. Je hoeft er niet zo geleerd voor te zijn. Je kunt direct beginnen. Laat je overigens wél vervullen met de Heilige Geest, (Ef 5 v 18), dan blijf je niet zoals je bent.
(Woordgrapje op de bekende uitspraak: "Kom tot Jezus zoals je bent. Maar het is niet de bedoeling, dat je blijft, zoals je bent).
Voor mijn Vlaamse contacten: dit leeft bij jullie anders. Maar het is goed om Hollandse denkwijzen te leren kennen. Ger
Dag Niem,
Heel goed kan ik mij de sfeer van je ouders voorstellen. In vele kringen is het begrip van de 'zondagsheilging' zeer ver uitgesponnen.
Uit mijn eigen jeugd herinner ik mij, dat mijn ouders een toen in onze kring algemeen geldende richtlijn volgden: op zondag ging je niet schaatsen.
Maar nu was er een aarzelpunt: wat doe je nu met Tweede kerstdag. Viel die dag toevallig op een zondag, dan was er geen moeilijkheid. Maar wanneer hij nu op een doordeweekse dag viel....? En mijn vader, die tot 'de gematigden' om niet te zeggen 'de lichten' behoorde, oordeelde dat je dan wél mocht schaatsen.
Maar ik weet nog goed dat er in de kerk mensen waren, die de 'strenge', de 'harde' lijn volgden en die mijn vader een beetje bevreemd aankeken. "Heb je dat gehoord: op tweede kerstdag schaatsten die jong van de bakker. Dat mocht van hun vader". (Nu ja; in die tijd was een winter nog een winter. Tegenwoordig speelt dat niet meer zo).
Evenals bij het oude Israel had zich een hele gedragscode ontwikkeld. In het oude Israel mocht je op de sabbat niet reizen. En meer dan 880 meter wandelen, (uiteraard de maten van toen inplaats van meters, maar omgerekend dezelfde afstand), was het maximum. Dan namen ze echter een krukje mee en gingen daar even opzitten en dan konden ze weer 880 meter verder, vandaar het woord 'sabbatsreis'(Handelingen 1 v 12). En dan was er wel weer een stroming, die vond dat die onderbreking op dat stoeltje een paar minuten moest duren en anderen pleitten weer voor een langere tijd. (Overigens hadden de Joden voor die '2000 ellen' nog wel een schriftplaats, Numeri 35 v 5, alhoewel er bij deze interpretatie wel sprake was van 'inlegkunde')
Maar die gedragscode is aan het vervagen, in overeenstemming met het bijbelwoord (Colossenzen 2 v 20-22): 'Als u met Christus dood bent voor de machten van deze wereld, waarom laat u zich dan geboden opleggen alsof u nog in de wereld leeft. - Raak dit niet aan - proef dat niet - blijf daarvan af... - (doe dat niet op sabbat/zondag; het staat er inderdaad niet, maar het is van dezelfde orde). - het zijn menselijke voorschriften en prinipes over zaken die door het verbruik vergaan".
Dit alles is zo negatief "Je mag dit niet en je mag dat niet", met alle égards uiteraard voor al die brave, goedbedoelende kinderen van God, die -gevangen in de tijdgeest- naar beste weten handelden.
Maar het is mogelijk om de zaak ook vanuit een positieve gezichtshoek te bezien.
Vanmorgen had ik kinderdienst. Toen ik -wat vroeg- in de sam kwam, stonden er al mensen achter de boekentafel en bij het informatiepunt. Binnen oefenden de zangers met de band. Technische en huishoudelijke dienst waren volop bezig. De lui van het 'powerpoint' stelden hun apparatuur in. En toen ik in mijn lokaal kwam, lagen daar al de flanellen figuren voor mijn verhaal.
Al die mensen, ikzelf dus ook, hadden een taak binnen de gemeente. Als ze al wilden gaan sporten, zoals jij dat zo graag doet, ook op zondag, dan moesten ze in ieder geval toch 's morgens in de gemeente vertoeven om de eredienst mogelijk te maken.
Zie de zondag nu eens in dat licht. Je bent deel van een gemeente of je wordt deel van een gemeente. Maar dan wil je er ook al je krachten aan wijden, zo echt 'je schouders eronder zetten' om die gemeente te dienen met zang en muziek, met technische of 'stoelenzet'dienst, met boekentafel of ondersteuning van de kinderdienst, met....enz. En voor dat heerlijk positieve doel breng je graag een offer.
En zo zie ik jou ook al in de toekomst: de opname van de dienst op geluidsdragers voorbereidende en regelende....en daarna: als je dat dan nog als liefhebberij hebt: óp naar de plas en....zeilen maar...
Daar zegt de profeet Daniël wat nare dingen over in 12 v 2. Maar laten we dat nu maar niet vermelden..., beweer je, Ger. Gaat het echt te ver of ? Ik heb je reactie met aandacht gelezen en stel vast dat het bol staat van 'uitspraken door profeten'...voorspellende uitspraken dus. Kun je me uitleggen wat de functie is van 'voorspellende uitspraken'? Groet...franslj.
Hallo Franslj,
Wat Daniël zei, laat ik hier nu volgen: "Velen van hen die slapen in de aarde , in het stof, zullen ontwaken: - sommigen om eeuwig te leven - anderen om voor eeuwig te worden veracht en verafschuwd" .
Ik had met Sofie 1 een heel verhaal, over de opstanding uit de dood en hoe de mate van schittering van de gelovigen zal worden bepaald naar de hoeveelheid 'van God afkomstige goede werken', die zij door zijn genade hier op aarde hebben mogen verrichten. Daar past een betoog niet bij, dat er ook nog een keerzijde aan de medaille zit.... dat állen opstaan en dat degenen, die op aarde heel niets van de door God aangewezen werken hebben gedaan, ook een 'opstandingslichaam' ontvangen , maar van heel andere, kwalijker orde. En dat was, wat Daniël zei.
En dan je vraag over 'profeten'. God, die alles altijd weet, die 'aan het begin van de stoet het eind al overziet'...die God heeft er soms behoefte aan om iets van zijn plannen te onthullen, die hij al kant en klaar heeft, maar waarvan de mensen iets moeten weten. En over de komst van 'de Zoon van God' als mens: Jezus, vond God, dat de mensen daar speciaal iets van moesten weten. En daarom komen er in de het Oude Testament driehonderd profetieën voor, die van alles over zijn toekomstig leven op aarde vertellen.
In het Nieuwe Testament, toen de Heilige Geest royaal begon uit de delen van Gods geheimen, traden de profeten 'van dit slag' een beetje terug. De Nieuw-Testamentische profeten geven meer geestelijke impulsen aan de gemeente door hun stichtende, vermanende en bemoedigende woorden, hoewel het 'gebeurtenissen voorspellen' ook nog wel geschiedt.