Handel net een ander, zoals u zou willen, dat met u gehandeld zou worden.
Dag allemaal,
Dit topic werd geopend met het poneren van deze leus: 'Doe niet met een ander wat je zelf niet graag hebt'
En ons oordeel werd gevraagd over deze leus.
Het is een leuk initiatief om te zoeken naar wat ons verenigt en niet naar wat ons scheidt.
Met deze leus kan ik het wel eens zijn. Maar iemand heeft ergens gezegd: "Behandel anderen steeds zoals je zou willen dat ze jullie behandelen". Deze formulering acht ik toch veelomvattender.
Dit ' zeggen' is eigenlijk hetzelfde als hiervoor staat, maar toch heel anders. Ik heb de spreuk, die hierboven als eerste staat: 'Doe niet met een ander wat je zelf niet graag hebt' vaker gehoord in déze vorm: "Wat gij niet wilt dat u geschiedt, doe dat ook een ander niet". Dat klinkt zo negstief,maar de uitspraak, die ik aanhaalde is positief.
Die heeft namelijk déze inhoud: " Steeds, in alle omstandigheden, niet alleen de gemakkelijke en eenvoudige , maar in ALLE situaties, dient men zich in te denken in de omstsndigheden van de ander. Men moet zich dan afvragen, wat men zelf in die situatie zou willen ontvangen. En dat doe je dan aan die ander".
Voorbeeld om positief tegenover negatief te plaatsen. Liefde is oneindig veel meer dan het achterwege laten van vijandschap.
Het woord 'niet' heeft iets negatiefs. Het onuitgesproken 'wel' in de door mij aangehaalde formulering heeft iets positiefs.
Stel : iemand gebruikt in een discussie een vreemd woord verkeerd. Dan behoor je je eigenlijk - als gesprekpartner- af te vragen: "Als ík dat woord verkeerd zou gebruiken, zoals ik dat nu door hém hoor doen, zou ik dan willen, dat mijn tegenpartij daar hatelijk op inging. Zou ik het niet veel fijner vinden, dat hij later, op een geschikt ogenblik, mij vriendelijk, zo mogelijk onder vier ogen, op mijn ´faux päs´zou attenderen en daarna het gesprek met aangename, opbouwende woorden zou afsluiten" .
Dit ene voorbeeld is al zo moeilijk in de practijk te brengen. Het houdt een liefdevolle gezindheid in met betrekking tot het verkeer met andere mensen.
Om deze eenvoudige leus goed toe te passen, dient men eigenlijk een mentaliteitsverandering te ondergaan . - waarbij elke kwaadaardigheid uit eigen wezen wordt uitgebannen, en daarvoor vriendelijkheid in de plaats wordt gesteld. - elke wrevel dient ingeruild te worden tegen een liefdevolle gezindheid - elke verbittering dient plaats te maken voor vreugde - ....en ga zo maar door.
Daar staat het volgende: 28 [16:28] Mark 9:1. Luk 9:27.Voorwaar zeg Ik u: Er zijn sommigen van die hier staan, die de dood niet smaken zullen, totdat zij de Zoon des mensen zullen hebben zien komen in Zijn Koninkrijk.
Dit zegt Jezus tegen zijn discipelen. Weet iemand hoe ik dit moet nterpreteren? Nu staat er dat enkelen van hen nog levend zullen zijn als bij zijn terugkeer op de wolken. Betekent dit dat dit al snel - nog in de nieuw-testamentische tijd- moet zijn gebeurd? Of dat sommige discipelen simpelweg niet zijn gestorven?
Hoe moet ik dit zien? Bij zoeken op google wordt deze tekst voornamelijk gebruikt om het christendom onderuit te halen. Oftewel, Hij zou haastiglijk komen maar Hij is er nog steeds niet.
2: Zie ook verder in Mattheus 24 vers 34: Voorwaar, Ik zeg u, dit geslacht zal geenszins voorbijgaan, voordat dit alles geschiedt. De hemel en de aarde zullen voorbijgaan, maar mijn woorden zullen geenszins voorbijgaan.
Ik weet niet zo goed wat ik hier mee aan moet. Het lijkt wel of Jezus zegt dat Hij in die generatie nog verwacht terug te komen.
Mijn antwoord:
Twee vragen over moeilijke bijbelgedeelten; Ik geef nog eens even de NBV, niet om de moeilijkheden kleiner te maken, maar om alles nog eens helder vóor ons te hebben:
Matth 16 v 28: Ik verzeker jullie: sommigen van de hier aanwezigen zullen niet sterven voor ze de komst van de Mensenzoon in zijn koninklijke heerschappij hebben meegemaakt
Matth 24 v 34. Ik verzeker jullie: deze generatie zal zeker nog niet verdwenen zijn wanneer al deze dingen gebeuren.
Eerst Matth 16 v 28 maar eens.
Na kennisneming van wat daarover in 'de korte Verklaring' is geschreven, heb ik, de bedoeling daarvan vrij weergevende en die sterk aanvullende met wat mij tijdens het schrijven te binnen schoot, de volgende mening. ............... Onze Heer lichtte zijn tijdgenoten niet nauwkeurig in over de verschillende stadia van zijn verheerlijking. Dat konden ze toch niet dragen. Als hij bijvoorbeeld over zijn opstanding uit de doden sprak, dan bleef dat helemaal en helemaal voor hen verborgen. Onze Heer Jezus Christus sprak wel veel over zijn verheerlijking, zijn heerlijke terugkomst en dergelijke, maar de mensen van tóen stonden te dicht op de feiten, dan dat ze ook maar bij benadering een opeenvolging in die gebeurtenissen konden waarnemen. In hun idee lag alles in éen vlak. Toen de Heere dan ook in v 27 sprak over zijn grote oordeelvelling, ook beschreven in Matth 25, klonk het in hun oren als 'behorende tot de raadselachtige toekomst'.
En eigenlijk zegt Jezus in v 28: "Nog vóor hun dood zullen sommigen van jullie die heerlijke toekomst beginnen te zien. En gelijk zal dan aan hen duidelijk worden, dat al die gebeurtenissen, waarover de vele uitspraken van mij handelden, in elkaars verlengde liggen".
Die mensen zijn de echte doordouwers. Zij zijn Jezus trouw gebleven door alle verschrikkingen rond Golgotha heen en door dat trouw blijven gaan zij 'de lijn zien'.
Maar er zijn ook mensen, die de voortgaande lijn nooit zullen zien, omdat zij: - of Jezus niet trouw bleven - of hem wel trouw bleven, maar niet tot helderder inzicht konden komen.
Zo bezien heeft dit woord een volkomen actruele waarde: jullie, mensen van de 21 ste eeuw, blijf ook nu de altijd maar voortgaande lijn zien. Dan zie je steeds meer van de heerlijke toekomst, die nu al aan het beginnen is. Word van een 'kijker' een 'ziener', die door alle verwarring van het heden heen de komst van de Mensenzoon en zijn koninklijke heerschappij ziet baanbreken, die heerlijkheden eigenlijk al 'beleeft'.
Deze woorden van Jezus zijn dus geen raadselachtigheden, maar vormen een aansporing, mede door die aanhef: 'ik verzeker jullie', (voorwaar...voowaar)....en dan komt er altijd een 'grondwet van het koninkrijk'.
Over Matth 24 v 34 kan ik nu kort zijn. Ook hier wordt in een enkele uitdrukking het hele complex van toekomstige gebeurtenissen, Jezus betreffende, samengevat; zijn dood, zijn opstanding, zijn hemelvaart, zijn wederkomst, zijn 'gezeten zijn ten gerichte'.
En van de mensen, die er toen stonden, die generatie, zouden er zijn, die tijdens hun verdere leven steeds meer van de legpuzzle zouden ontwarren en blij uitroepen: "O....wat zie ik nu veel meer, van wat er gaat geschieden met en door onze Heer Jezus Christus. Ik ben zo blij dat hij zijn Heilige Geest heeft gegeven om ons verstand te verhelderen".
En nóg is ook hier de volkomen actrualiteit: zorg dat je behoort tot 'deze generatie', de gelovigen, die door alle verwarring van de duizenden stemmen in deze tijd de zachte, maar nadrukkelijke ondertoon leren verstaan van Gods tempel, die aan het gereedkomen is en die eens op aarde zal nederdalen, (Op 21).
Is er iets te zeggen over de toestand tussen sterven en opstanding
Dag Niem,
In feite vraag jij: "Hoe moeten wij ons de tijd tussen sterven en opstanding voorstellen".
Het is goed om de beantwoordig te laten beginnen bij Lucas 16, de gelijkenis van 'de rijke man en de arme Lazarus'.
- De rijke man heeft een leven achter de rug van ongebreidelde zelfzucht. God heeft in dat leven geen enkele plaats. - de arme man heeft een leven achter de rug van totale rampzaligheid. Echter is er in zijn innerlijk wél plaats geweest voor God. Hierop kan zijn naam: Lazarus, (Eliëzer: God is mijn hulp)duiden. (Niemand wordt immers zalig louter door een leven vol ellende). Na beider overlijden zijn de bordjes drastisch verhangen: - Lazarus vindt zichzelf terug 'in Abrahams schoot'; wij noemen dat tegenwoordig: 'de lichtzijde van het dodenrijk' - De rijke egoïst vindt zich zelf terug in pijndoende vlammen; wij noemen dat tegenwoordig: 'de donkere zijde van het dodenrijk'.
Voor beiden is dat een plaats van 'voorlopige bewaring'. Krachtens Matth 25 spreekt Jezus eens het eindoordeel uit over 'volledige mensen', dat zijn mensen , wier geest en ziel zijn herenigd met een stoffelijk lichaam; niet het aardse lichaam, maar een stoffelijk lichaam , door God gegeven met behulp van de daden, die wel of niet voor hem gedaan zijn in dat aardse leven.
Alle mensen van alle tijden herleven volgens Daniël 12 v 2. - sommigen, onder andere 'de rijke man' 'zien er niet úit'. Zij hebben een stoffelijk lichaam, dat niet meer is dan een onvernietigbare, zielige rest, een 'worm', (Marcus 9 v 44). -Mensen zoals 'de arme Lazarus' beërven de eeuwige volledige zaligheid. Er zijn beschadigingen, maar daarvan worden zij genezen, door te eten van de bladeren van de boom des levens, die in het paradijs van God staat, (Openbaring 22 v 2).
Hiermede is echter niet het gehele verhaal verteld, alleen maar het ervaren van -zeg- 98% van alle mensen, die ooit geleefd hebben, leven of zullen leven.
Er is een kleine groep, die door de genade van God in een tijd leeft, waarin het mogelijk en bekend en ontsluierd is, dat er een doop ín en een vervulling mét de Heilige Geest van God bestaat.
De mensen, die daarin helemaal en helemaal doorgaan, worden de helden van Openbaring 11 v 11 en 12 en- voor zover ze leven op het moment van Jezus' wederkomst, de helden van 1 Corinthe 15 v 51.
Streef naar de vervulling met Gods Heilige Geest, Niem. Kijk na, wat ik daarover in BIJBELSTUDIE al gezegd heb en D.V. nog gá zeggen.
In deze tijd, die naar de grote ontknoping jáagt, kan je niet met mínder toe. En méer is niet nodig.
Het woord 'gepraktizeerd', dat ik gebruikte, is een in onbruik geraakt Noord Nederlands woord, dat zoveel betekent als: 'betrokken', 'in de practijk ermee werkzaam'. Oudere mensen in Nederland zeggen - als het zo in de praat te pas komt- wel onder elkaar : Ïs hij/zij nog wel een praktiserende gelovige'.
Let wel: 'prakkizerende gelovige' is nog weer iets anders.
Ook jouw woord 'communicerend' is het niet helemaal voor mij. Wat denk je van 'in een positieve persoonlijke relatie tot God staande'.
Nui ja; doet er ook niet zoveel toe.
En wat het wonen van God in ons betreft: Romeinen 8 v 8 en 9 zegt: "Wie zich door zijn eigen wil laat leiden , kan God niet behagen. (9|) Maar u leeft niet zo. U laat u leiden door de Geest, want de Geest van God woont in u"
En nu even iets moeilijks: Jij zegt: "Als je wedergeboren bent, dan is God in jou". (Dat is dus God de Heilige Geest). Ik lijk het hier mee eens te zijn, maar ik zie toch een nuance.
Wie wedergeboren is, die is een baby in het onzichtbare rijk van God. Je wordt ook niet wedergeboren door God de Heilige Geest. Nee...je wordt wedergeboren door het lezen van 'het levende en blijvende woord van God', 1 Petrus 1 v 23) , dus door eigen activiteit, door de genade van God uiteraard opgewekt.
En wanneer de Heilige Geest in je werkt, dan wil hij niets liever dan dat de zuigeling in Gods onzienlijke rijk opgroeit tot een MAN in Gods hemelse rijk. Een man- dat kan dus ook een vrouw zijn- met sterke , brede schouders, die een zwaardere last kunnen dragen.
En de groeihormonen van de Heilige Geest zijn de gaven en de vrucht, die ik jou natuurlijk niet hoef uit te leggen.
Daarom is dit mijn boodschap voor alle diep bekeerde= wedergeboren mensen: Wordt vervuld met de Geest, zoals ook Ef 5 v 18 zegt: "Laat de Geest u vervullen en zing met elkaar psalmen, hymnen en liederen, die de Geest u ingeeft".
Zeg nu niet: "Ik wist het ...ik wíst het...hij IS een engerd. Hij spreekt vast in tongen, misschien zingt hij er ook wel in...gezongen klanktaal noemen zíj het". (ik maak zo graag een grapje)
Nee hoor...ik ben heel gewoon...nu ja ...ik spreek in tongen, om mijzelf geestelijk op te bouwen,1 Kor 14 v 4.
De twee getuigen. De Openbaring leert ons dat gedurende de grote verzoeking God twee getuigen gaat zenden naar de aarde , welke getuigen zich tegenover de Antichrist stellen. Ik heb van een heleboel mensen al allerlei theoriën gehoord over deze twee getuigen, met name wie dat zijn. Ik heb mijn eigen idee daaromtrent, maar ik ben ook benieuwd welke opinies dienaangaande bij de vriendenschaar bestaan. Deel me jouw gedachten eens mee. Ethos.
O....Ethos...!!!!
....wat maak jij mij gelukkig. Eén van mijn geliefe thema's. Die twee getuigen uit Openbaring 11 zijn NIET Mozes en Elia. Ze zijn óok niet Jozua en Zerubbabel uit Zacharia 3 en 4. Die hebben zeker hetzelfde 'recht' als Mozes en Elia om als 'de twee getuigen 'genoemd te worden.
Nee....deze vier mannen: - die de aardse tempel bouwen, Jozua en Zerubbabel - die vuur werpen, zoals Elia, (2 Koningen 1 v 10), (Openb 11 v 5) - die plagen doen ontstaan, (6), zoals Mozes deed in Egypte .....staan symbolisch voor: de Geestvervulde disscipelen van Jezus in de eindtijd....de tijd van de antichrist..
Met hun 'innerlijke persoon', hun menselijke geest, zijn ze al in Gods eeuwige tempel (Openb 11 v 1) .Met hun zuivere aanbidding bouwen zij al mee aan die tempel, net zoals Jozua en Zerubbabel deden met de zichtbare tempel. Met hun 'buitenkant persoon', hun ziel en hun lichaam, vertoeven zij in de ' voorhof' ( 2), daar waar al die Christenen zijn : - die zo bezig zijn met ' kruimelwerk'. - -de eventuele geestelijke betekenis van het vleselijke volk Israel - - de Drieëenheid - - ....en al dat soort dingen, die wel belangrijk zijn, maar nu even niet op de voorgrond behoren te staan. - met daarenboven de velen, die al verder af zijn gedwaald.
En dáar....in die voorhof , die zo open en bloot ligt vcoor de demonen, ( 2), dáar gaan zij rond em waarschuwen alle Christenen: - die zo vast zitten aan die ene , bepaalde kerk ergens - die zo verstard zijn in hun denken, zo formeel - die soms echt ' aan het wegglijden zijn'
Sommigen van die 'Christenen'- zij, die het verst zijn weggeraakt-trachten deze commando's van Jezus te beschadigen. Dan echter komt er geestelijk vuur door middel van de woorden van deze Geestvervulde Christenen. De rest van leven, die er nog was in deze bestrijders vervaagt . Zij sterven geestelijk, (5).
Tenslotte zijn er sommige ' Christenen' in deze voorhof , die de tot hen gesproken woorden niet langer kunnen aánhoren. Zij verraden de 'frontlijn- Christenen'. Zij verraden hen aan de antichrist, het beest(7). En de antichrist doodt deze strijders van Jezus.
- Net zoals de Heer Jezus werd verraden door zijn eigen volk ,juist op die manier worden deze frontlijn-soldaten verraden door hun eigen broeders - Net zoals Jezus stierf door de handen van de Romeinen, de heidenen, zo sterven deze dappere strijders door de macht van de 'super- heiden', de Antichrist. - Net zoals Jezus in het graf was gedurende 3½ dag, is het ook met hen, ( 8 en 9). - Net zoals Jezus vanuit de doden opstond, zo staan ook zij op, (11) - Net zoals Jezus opsteeg naar zijn hemelse bestemming , net zo gaat het met hen( 12) Voor de Christenen in de voorhof is dit een laatste waarschuwing. - sommigen kiezen ervoor om in de valse nabijheid van 'het beest'te blijven en sterven, (13) - anderen tonen oprecht berouw en komen tot een nieuwe bekering, (zelfde tekst). Zij blijven leven. Wel Ethos...tracht ernaar om te behoren bij de tempel door meer en meer vervuld te worden met de Heilige Geest. Neem je ervoor in acht om te veel bezig te zijn met betrekkelijke beuzelingen en dientengevolge in de voorhof te zijn , wanneer al deze dingen gaan gebeuren.
Jij poneert als stelling: "Eens gered....altijd gered".
Maar lees nu eens Hebr 6 v 4-6: "Want....; - wie ooit door het licht beschenen is, - geproefd heeft van de hemelse gave - deel gekregen heeft aan de Heilige Geest - wie het weldadig woord van God - ....en de kracht van de komende wereld ervaren heeft ...en vervolgens afvallig is geworden, kan onmogelijk een tweede maal worden bekeerd, omdat zo iemand: - voor zichzelf de Zoon van God opnieuw kruisigt - ...en aan bespotting blootstelt".
Het is nogal wat , wat hier wordt genoemd: Het gaat hier maar niet over iemand, die ooit door het licht van het evangelie beschenen is. Nee, hij heeft deel gekregen aan de doop met de Heilige Geest. Hij heeft de gaven doorproefd van 'kennis' en 'wijsheid' en 'onderscheiden van geesten'. Kortom...hij is heel diep doorgedrongen in de heerlijkkheden van God. En toch valt hij daarna af.
Wat moet men aan zo iemand nog voor woord van bekering brengen. Hij wéet alles al, zegt bij elke bekeringspoging neerbuigend: "Ach; dat heb ik allemaal meegemaakt. Ik heb dat allemaal ervaren. En jij gaat diezelfde weg als ik. Eerst enthousiast, werkelijk 'het menend'. En daarna: dat vrieskoude weten, waarmee je op een dag opstaat: 'Ik ben erdoor. Ik schud dit van mij af' ".
Zulke gesprekken worden ook híer, op ons eigen HQ gevoerd.
Voor zulke mensen blijft inderdaad geen woord van bekering over. Zij weten alles heel goed. Zij verwerpen Jezus en zijn offer, net zoals het volk Israel, dat ook de woorden Gods gehoord en de tekenen en wonderen gezien had, Jezus niet aanvaardde. Zulk afvalligen zeggen in feite ook: "Weg met hem". Door hun levenswandel maken zij Jezus tot een bespotting , evenals Israel hem eenamaal verachtte en een smadelijke kruisdood deed sterven. Zij moeten ZELF berouw krijgen en zich bekeren. Zij wéten de weg om als de verloren zoon weer naar huis te gaan.
Nee Niem....het ís niet zo, dat wanneer iemand eenmaal gered is, hij automatisch altijd behouden blijft. Er is volharding nodig om te bewaren wat men heeft en om te verkrijgen hetgeen verder nog beloofd is. Men moet blijven in de woorden van God.
Trouwens Niem; een vlugge rondgang over HQ leert je toch ook, dat vurige getuigen van vroeger hun codenaam veranderden en felle bestrijders werden. En ongetwijfeld weet je (zoals wij allen) voorbeelden te noemen van 'vrienden in het geloof', die nu zeggen: "Nee....het zegt mij niets meer".
Wanneer je dezulken nog eens ontmoet, is het goed om toch nog eens een poging te doen om hun de heerlijkheden van het geloof in God voor ogen te stellen. Maar als zij belérend zeggen: "Leuk, dat je het probeert.....maar ik heb dat station nu echt achter mij gelaten", dan kun je beter voor hen gaan bidden, dat hij, die ons allen zo liefheeft, berouw en terugkeer in hun eigen hart bewerkt.
En draag er zelf zorg voor, dat je geen 'backslider' wordt....iemand, die er 'steeds minder aan doet'.
Lees je bijbel, bid elke dag... opdat je groeien mag.
En zoek ook het contact met medegelovigen, ...doe al de dingen, die ik je hier aanraad en die ook andere gelovigen je aanraden. Houd vast wat je hebt.
En denk niet, dat mensen, die maar betrekkelijk weinig gehoord hebben van 'de blijde boodschap' en die het er 'al gauw bij lieten zitten', gemakkelijker terugkeren. 'Even de klok horen luiden, maar niet weten, waar de klepel hangt', en dan schouderophalend zeggen: "Och...nu maar weer eens een ander liedje", ontneemt aan een nieuwe bekeringsboodschap al veel van zijn 'verrassende frisheid'.
Ik heb echt mensen horen beweren uit volle overtuiging, het 'volgen van Jezus' aanbevelende: "Kom ga met ons en doe als wij".
En ik heb gehoord, hoe ze later alle mogelijke dingen buiten en tegen God aanprezen en wéer riepen: "Kom ...ga met ons en doe als wij".
"The proof of the podding is in the eating", zeggen de Engelsen, wanneer zij het over hun nationale trots hebben, de kerstpudding, die 'podding' heet en niet 'pudding'.
Hoeswel het wat oneerbiedig klinkt zou ik deze regel ook voor God willen laten gelden. Zovelen spreken veel over hem. Maar hoe weinigen nemen nu eens de proef met hem.
Psalm 34 v 9 zegt: "Smaak en ziet, dat de HERE goed is; welzalig de man*, die bij hem schuilt
* en natuurlijk ook: de vrouw.
Ik neem al vele jaren de proef met God. Ik neem voortdurend 'ferme happen' van zijn barmhartigheid, liefde, blijdschap, vrede, vriendelijkheid, goedheid, trouw, mildheid en geduld.
En het smaakt echt naar: méer.
Niet om God heenlopen...maar van hem genieten.
Maar hóe...?: in de gedaante van Onze Heer Jezus Christus kwam hij naar de aarde om recht te zetten , wat fout was gegaan en de mensen weer in de rechte verhouding met zichzelf te brengen. Begin hem daarvoor eens te bedanken om tot een relatie met hem te komen.
Ik las een dezer dagen in Matth.24:37 "En gelijk de dagen van Noach waren, alzo zal ook zijn de toekomst van den Zoon des mensen. 38 Want gelijk zij waren in de dagen voor den zondvloed, etende en drinkende, trouwende en ten huwelijk uitgevende, tot den dag toe, in welken Noach in de ark ging; 39 En bekenden het niet, totdat de zondvloed kwam, en hen allen wegnam; alzo zal ook zijn de toekomst van den Zoon des mensen".
Wie zijn die "zij'"?
Chaver.
Hallo Chaver,
In het nu volgende volg ik in grote lijnen ' de korte verklaring', hoewel er veel eigen gedachten tussendoor lopen . ......................... De dag van Christus' komst is een verborgenheid. Maar het verborgen zijn van die dag houdt het grote gevaar in, dat de aandacht van alle mensen gaat verslappen. Natuurlijk worden met ' ze ' uit jouw vraag wel allereerst diegenen bedoeld, die wel eens van God en Jezus gehoord hebben. De mensen uit de voor-zondvloedtijd wisten ook nog wel veel van het échte verhaal. Want Noach heeft dat verhaal zeker van zijn vader Lamech gehoord. En Noach werd een goede veertig jaar na Adams sterven geboren. Lamech zou Adam nog heel goed gekend kunnen hebben. Maar van de zeven miljard mensen, die nu de aarde bevolken, zullen er zeer velen niet onder jouw ' ze' vallen, als geheel vervreemd van de oergeschiedenis. Ik denk aan de drie miljard Chinezen en India's, afgezien van de Christenen onder hen.
De centrale vraag is dus: zullen de Christenen niet eigelijk in engere zin de 'ze' zijn, die tegen zorgeloosheid gewaarschuwd worden. Want de dag van Jezus komt even onverhoeds, als destijds de zondvloed. Zeker....Noach had al 120 jaar gewaarschuwd . Maar 120 jaar is lang hoor en Noach zal wel onderhand een 'instituut' zijn geworden, waaraan men gewend was: "Die gek is er ook nog steeds met dat rare schip van hem, dat overigens nu dan toch bijna klaar is".
En altijd maar ' etende en drinkende zijn', altijd daar mee bezig,. En zijn wij Christenen, niet evenals alle mensen op de hele wereld, in het gevaar... ik wil niemand bang maken hoor ...om alsmaar bezig te zijn met de dingen van alle dag, te veel om op te noemen.
Voortdurend en onbekommerd feesten, alsof men nog een hele toekomst tegemoetgaat. En tenslotte zeggen: "Die Noach hè...die is nou klaar...ja en dan moet je toch wat...hij moet die comedie volhouden en dus in die ark gaan, die gekkigheid tot het eind toe volhouden. Beetje raar toch wel, met al de dieren, die maar naar die ark toestromen, maar ja.....ach; 't hoort er zeker allemaal bij. .......... A propos: Heeft de vakbond nu die nieuwe loonsverhoging er al door. En ....kan ik morgen weer met de bus mee....dat duurt ook maar. Kijk, dat zijn de dingen, waar het om draait".
En toen kwam dan de vloed.
Het doet me zijdelings zo denken aan Openbaring 11: .......... "Er zijn toch van die die-hearts hè. Zo'n kleine groep borduurt maar steeds op dat stramien van berouw, bekering, wedergeboorte, doop in de Heilige geest....dat was al zo in de tijd van mijn vader...of er niet allerlei items zijn, die veel dichterbij liggen. Soms erger ik mij wel eens aan die mensen. Laatst weer zo een. Ik schreeuw hem toe: "Doe liever wat aan de 'opwarming van de aarde' ". Ik had op dat moment echt een hekel aan hem. Hij zei allerlei dingen terug, want dat volk heeft z'n bekkie wel bij zich. Merkwaardig: ik had even het idee, of ik diep van binnen aan het bevriezen was' ". ..........................
Ik heb daarover laatst een artikel geschreven in mij amerikaanse forum. Ik voeg het - onvertaald- hierbij. Dat mag toch geen bezwaar zijn.
Blijkt het dat later wel te zijn, dan kómt die vertaling er hoor.
Komt ie:
Re: The two witnesses..............
Revelation teaches us that during the Great Tribulation, God will send two witnesses to earth to stand in opposition against the Anti-Christ. I have heard several theories from various individuals about who these two witnesses are. I do have my own opinion but I'm also interested in other views our membership may have. Please contribute your thoughts on this subject. And please, explain why you've come to your specific conclusion.
.....................Ethos
Oh...Ethos;
You make me happy ! One of my beloved themes !!!
Those two witnesses from Revelation 11 are NOT Moses and Eliah. NEITHER are they Joshua and Zerubbabel, from Zechariah 3 and 4, who have certainly the same ' right' as Moses and Eliah to be mentioned as 'the two witnesses' .
No....these four men: - building the temple, (Joshua and Zerubbabel) - sending fire, like Eliah (2 Kings 1 v 10) (Rev 11 v 5) - sending plagues,( 6) as Moses did in Egypt ......are standing symbolically for: the Spirit-filled followers of Jesus in the end-time. ...the time of the antichrist.
With their 'inner person', their human spirit, they are already in God's eternal temple, ( Rev 11 v 1). By their pure worship they already build this temple, like Joshua and Zerubbabel did with the visible temple With their 'outer person' , their soul and body they are in the 'outer court', (2 )where are : - all those Christians, busy with ' peanuts' - - the spiritual signification of the carnal people of Israel - - original sin - - the trinity - - ....and all that kind of things, - but in many cases dwindled away much further.
And there, in that ' outer court' lying so unprotectedly against the demons ( 2 ), the wiitnesses go around and warn all those Christians, strongly tied to their visible church somewhere.....rigid and formal and - sometimes- backsliders. Some of those ' Christians' - the most far away- try to harm the ' commando's' , but then comes spiritual fire from the mouthes of the spirit filled Christians and the rest of life is fading away from these opponents and spiritually they die, ( 5)
But at last some of these ' Christians' in the outer court can not stand it any longer to hear the words that are spoken to them and betray the frontline Christians to the Antichrist, the beast, ( 7). And the beast kills Jesus' warriors....
- Just as Lord Jesus was betrayed by his own people, so the front line soldiers of Jesus Christ are betrayed by their own ' brothers' . - just as Jesus died by the hands of the Romans, the Gentiles, so these brave warriors die through the power of the ' super - gentile' , the Antichrist - just as Jesus was in the grave for 3½ days, they are, ( 8 an 9) - Just as Jesus arose from the dead, they arise, ( 11) - Just as Jesus went to his heavenly destination, they do, ( 12). For the Christians in the ' outer court' this is a last warning: - some choose to remain in the false neighbourhood of the beast and die( 13). - others repent and come to a new conversion , ( same text) and remain alive.
Now Ethos, try to belong to those in the temple by being filled with the Holy Spirit more and more. Take care, not to be too much busy with ' peanuts' and then stay in the ' outer court', when all these things happen.
Help..ik ben bekeerd en gedoopt ... en nu zondig ik nog telkens
Dag Niem,
Een ontroerende vraag stelde je daar.
"Ik ben gedoopt en nu zondig ik nog steeds!!!".
Niem, laat mij je geruststellen!
Je bent door de doop in water als getuigenis dat je wedergeboren bent, nog geen HEILIGE.
Kijk; je bent al wat gevorderd op een lange, heerlijke, spannende weg. Je hebt al afstand genomen van je leven, zoals dat liep: gewoon alleen maar naar allerlei dingen om je heen kijken, je geloof op van alles richten: de evolutieleer; mensen, die je vereerde, enz, noem maar op. Je hebt nu je geloof op de enige gericht, die een vaste rots is: je hebt je geloof gericht op God.( 1 Thessalonicenzen 1 v .
Daarna ben je ijverig in de bijbel gaan lezen en door dat lezen ben je wedergeboren geworden, (1 Petrus 1 v 23). Als blijk daarvan heb je je voor het oog van de 'zichtbare wereld' laten dopen in water. Dat zijn toch al heerlijke dingen....
(Wat zeg je: heb je dat van 'wedergeboorte en zo' niet zo diep beleefd. Nu ja; maak van 'bijbellezen' alsnog een goede, geregelde gewoonte volgens een degelijk plan).
Goed; je bent al een eindje op de weg gevorderd. Maar lees nu eens Romeinen 6 v 19-22; ik neem enkele gedeelten daar uit: Daar zegt Paulus: "...u stelt zich nu in dienst van de gerechtigheid om heilig te leven. ...... Bevrijd van de zonde en in dienst van God , oogst u toewijding aan hem en zelfs het eeuwige leven".
Eigenlijk staat hier, dat je in dienst bent gekomen van de dingen, die je in harmonie brengen met God. Dat is allereerst je jonge geloof. Maar....voortgaande op de weg met de Heer, kom je 'God de Heilige Geest' tegen, die je bij de hand neemt, (tenminste als je die hand niet van je afschudt, maar wie doet dat nu met zo'n vriendelijke, helpende hand).
En dan laat 'God de Heilige Geest' je zien, dat er heerlijke gegevenheden zijn, zoals: - liefde, (zoals God die zélf uitstraalt - blijdschap, zoals God van eeuwigheid is en aan zijn kinderen wil mededelen - vrede, zoals alleen God die heeft en waarvan hij aan jou zoveel wil meedelen als je maar dragen kunt.
O en nog veel meer: - een echte intense vriendelijkheid - een heerlijk, ontspannen geduld - ...en ook nog goedheid, trouw aan God, zachtmoedigheid, mildheid en zelfbeheersing.(Galaten 5 v 22).
En de heilige Geest geeft je een gezonde afkeer van de dingen, die er alzo in de wereld zijn, (Galaten 5 v 19-21). Ik noem die nu niet allemaal op, want als gelukkige, reeds op jonge leeftijd bekeerd, zullen al die zware woorden niet of slechts zeer verzwakt voor jou gelden.
En dat samen met de de Heilige Geest verder wandelen op die wonderschone weg....dat is nu je heiliging.
Zeg dus niet: "Help...nu zondig ik nog", maar bid opm de heilige Geest, die je verder voert op de heiligingsweg, die steeds meer toewijding en eeuwig leven als heerlijke vrucht geeft. En je weet; God wil jou graag die Heilige Geest als oefenmeester op je levensweg meegeven.(Lucas 11 v 13).
Dit moeilijke schriftgedeelte, (Romeinen 2 vanaf v 14) heb ik niet duidelijk genoeg aan jou kunnen vóorbrengen. Daarvoor mijn vrontschuldigingen.
Ik heb alleen maar willen zeggen, dat heidenen, die de wet niet hebben, geoordeeld zullen worden naar het beginsel, dat in hun hart gevonden wordt.
Ligt er op de diepste bodem van het hart de begeerte om God te willen dienen, zijn geboden te volgen en te streven naar meer licht, dan zal God naar die diepste richting van het innerlijk zijn oordeel doen vellen door onze Heer Jezus Christus.
Van ' iets goedmaken' kan nooit sprake zijn. Want alles, wat gebeurt ten goede is ten diepste aan de genade van God te danken.
In de oordeelsdag zullen tussen die duizend miljard mensen, die geleefd hebben, leven en nog zuillen leven, ook Hitler, Göring, Goebbels, Himmler enz staan. Alle doden zullen herijzen,
"Zij, die slapen in de aarde, in het stof, zullen ontwaken, sommigen om eeuwig te leven, anderen om voor eeuwig te worden veracht en verafschuwd", (Daniël 12 v 2).
De heer Jezus zal dan de harten van Julius Streicher, (van ' Der Stürmer') en van Dr Arthur Seys Inquart (Rijkscommissaris voor de bezette Nederlandse gebuieden) doorzoeken, tot op de bodem en zijn rechtvaardig vonnis vellen. Daar ga ik niet over. De tijd van 'goedmaken' is voor alle mensen bij de dood over. En in dit leven blijkt genoegzaam , hoe de richting van het hart was. Iedereen dient zich dat voor zichzelf af te vragen
Moet je de de bijbel telkens weer helemaal doorlezen.
Namens Bevlogen:
Op diverse forums heb ik deze vraag al gesteld en de antwoorden zijn altijd weer verrassend. Ik ben benieuwd hoe jullie met het bijbellezen omgaan. Heb jij wel eens de Bijbel in zijn geheel doorgelezen? Zo ja: waarom? Zo nee: waarom niet?
Moet je de Bijbel helemaal doorgelezen hebben? En wat voor rol speelt de Bijbel in jouw leven? Interesseert het je? Of denk je dat het niet nodig is, zolang het in je hart maar goed zit?
Dag Parsival,
Je vroeg, wie van ons de bijbel wel eens helemaal doorgelezen had. Ik heb met 'ja'geantwoord en ik zag dat dit het antwoord was , waarop de meeste stemmen waren uitgebracht.
Wat je verdere vragen betreft: - moet je de bijbel helemaal doorgelezen hebben ? Er is geen sprake van 'moeten' maar van ' vanzelfsprekendheid' . Geen verliefde jongen, ( stel: een soldaat in Uruzgan) vraagt toch aan het begin van een lang epistel van zijn vriendin, ver weg in Holland: "Moet ik dit nu helemaal doorlezen ?!"
Evenmin zal een soldaat van Onze Heer Jezus Christus en van God de Vader vragen: "De bijbel, (Gods liefdesbrief aan de mensheid)....zal ik die nu helemaal gaan lezen".
- welke rol speelt de bijbel in jouw leven. Sinds ik gedoopt ben met de Heilige Geest : een steeds grotere rol.
- interesseert het je. Soms is het wel eens taai. maar ik ga je nog uitleggen, waarom ik overal kom, zelfs op plaatsen, waar nog nooi iemand over heeft gepreekt. Overal blijken dingen te staan, die interessant zijn.
- het hoeft allemaal niet, als het met mijn hart maar goed zit. Dat is het hem nu juist. De duivel gaat geregeld op bezoek bij je, om te kijken of hij iets kan vinden om te verarmen, te verschralen en uit te mergelen. En wanneer je niet in de bijbel leest, krijg je niet genoeg binnen om verrijkt te worden , ' vet en glanzend; te worden ' en goed in je vel te zitten.
Om de duivel van repliek te kunnen dienen, heb je geregelde bijbellezing, verlicht door de Heilige Geest, nodig.
En nu dus die ervaring van mij vanmorgen. Eerst even uitleggen, hoe ik bijbellees. Ik ga telkens 100 bladzijden verder lezen, dus 1.....101.....201.....301. enz. Bij het nieuwe Testament, dat weer opnieuw nummert , is het even rekenen, maar dat lukt jullie allemaal. Als ik klaar ben, wordt het 2....102....202.... 302...enz. Zó ben ik de hele bijbel al bijna 6 maal doorgekomen, want ik heb voor éen rondgang acht jaar nodig.... bedenk hierbij, dat ik een maal per twee dagen een bladzijde bestudeer. De andere dag heb ik niodig voor bijbelraadpleging in het kader van mijn werk op forums ....... en ik ben begonnen op mijn 37-ste, toen ik mij ' diep bekeerde'.
Vanmorgen was ik bij 1 Kronieken 26 v 20. Sla dat maar eens op, dan zul je het met mij eens zijn, dat het geen uitgezochte preekkost is. En ik las daar v 24: "Sebuël, een afstammeling van Mozes'' zoon Gersom...(kreeg een mooie functie)" En even later in v 25: "Selomit, een nakomeling van Eliëzer, (zoon van Mozes)....( kreeg een mooie functie)".
Nu heb ik altijd deze vraag ergens in mijn achterhoofd gehad: "Toch sneu dat je van die zoons van Mozes niet meer hoort. Zou dat komen, omdat Zippora niet Joods was".
Geen dringende vraag...en ik zou uit wat ik vond, niet zo gauw preekstof kunnen scheppen. maar het deed me toch goed, nu eindelijk eens te lezen, dat die jongens en hun nageslacht echt wel meetelden in Israel.
Iemand zou kunnen zeggen: "Nou,....en wat maakt dat nu uit voor je zieleheil" Niet direct iets. Maar dat hoeft toch ook niet. En ook zou kunnen worden opgemerkt: "Als je het namenregister in je concordans maar had nagegaan, dan was je al lang tot ontdekkingen gekomen, wat dit betreft". Nou ja; zou kunnen, maar het ging nu eenmaal anders.
Ik kwam hierachter, omdat de NBV het allemaal in zulke overzichtelijke taal zegt. Het was me nog nooit opgevallen. Ach; gun me die kleine vreugd maar.
De liefde kwetst niemands gevoel; de liefde is nooit grof..
Dag Nala,
Je vroeg, waaraan dat verschijnsel toch te wijten is, dat mensen elkaar zo genadeloos de grond in kunnen trappen.
Vele goede antwoorden heb je al gehad. maar ik wil nog weer even de bijbel erbij halen.
In 1 Corinthe 13 staat het zo mooi: 'De liefde kwetst niemands gevoel".
De grote wet van Gods koninkrijk is :LIEFDE.
Het grote wezenskenmerk van God is liefde. Het wezenskenmerk van Jezus is ook: Liefde. En liefde veronderstelt dus ook tact: het niet beschadigen van de gevoelens van anderen. Ik geef je éen voorbeeld: in Johannes 5 wordt de genezing van een verlamde geschetst. Jezus weet al, wat die verlamming veroorzaakt heeft. Maar een grote menigte is erbij, wanneer de genezing plaatsvindt. Jezus brengt dan de oorzaak niet ter sprake om de genezene niet beschaamd te maken.
Maar later ontmoet Hij de voormalige verlamde weer en dan zegt Hij: "Zondig niet meer...."
In een gesprek onder vier ogen vertelt Jezus aan de man, dat zondigen aan zijn verlamming ten grondslag lag. Maar zelfs nu nog noemt Hij geen concrete feiten, maar bepaalt de man bij wat hijzelf ook wel weet. Kijk, dat is tact, fijnzinnigheid en niet-willen-kwetsen.
Maar waar komen dan toch al die grofheden vandaan, die zelfs in Forum geregeld de bezoekers versteld doen staan.
God heeft een tegenstander, de duivel. En die heeft zo'n intense haat tegen God, dat hij altijd 'nee' zegt, waar God 'ja' zegt.
De Duitsers zeggen dat zo mooi van satan: "Der Geist , der immer verneint".
En wanneer God dus zegt: Kwetsen ook jullie, door mijn liefde in jullie harten, niemands gevoel", dan zegt de duivel: "Ja....wél kwetsen....verwonden....te gronde richten...o...leuk!!!"
Lana; jij, die de Heer liefhebt; voor jou is de keus nu niet moeilijk meer. Wanneer mensen jou pijn doen, zet dan de vicieuze satanscirkel niet door. Verbreek die lijn-naar-beneden. Kwets niet de gevoelens van anderen, zelfs niet, wanneer die anderen jouw gevoelens wél kwetsen.
En kom eens gauw op 'Vraag het Ger', dan praten we over van alles nog wat verder.
Reïncarnatie.....wat daar al niet over is geschreven !! Er bestaat echter een mogelijkheid om het in éen leven goed te doen. En als die mogelijkheixd er is- en hij is er- dan hoeft men geen hele theorieën te bouwen over volgende levens, 'waarin het dan misschien wél zal lukken'.
De bijbel zegt in Romeinen 2 v 14 en volgende: "Wanneer heidenen die de wet niet hebben, de wet van nature naleven, dan zijn ze zichzelf tot wet, ook al hebben ze hem niet.Ze bewijzen door hun daden dat wat de wet eist in hun hart geschreven staat; en hun geweten bevestigt dit, omdat ze zichzelf met hun gedachten beschuldigen of vrijpleiten. Dit alles zal blijken op de dag, waarop volgens het evangelie, dat ik (Paulus) verkondig, God door Christus Jezus oordeelt over wat in de mens verborgen is`.
Nu is dit een moeilijke tekst. En hoewel jullie allemaal heel scherpzinnige mensen bent, is het misschien toch goed om dit schriftgedeelte nader toe te lichten. Ik hoop, dat jullie niet beledigd bent. Immers: men moet een beetje aan de bijbelse wijze van denken ´gewend´zijn.
Jullie weten allemaal, dat ik een volgeling van de Heer Jezus ben. En God, de Schepper van hemel en aarde, die we alleen kunnen kennen in zijn Zoon, heeft aan het begin van de geschiedenis zijn normen en waarden in Adam en Eva doen wonen. Daarna heeft de duivel veel verknoeid, dat weten jullie allemaal. Maar: tot op de huidige dag zijn er mensen op aarde, die eigenlijk nooit goed van God, laat staan van Jezus, laat helemaal staan van 'God de Heilige Geest' gehoord hebben. En die zijn er altijd geweest, die 'onbewuste jazeggers'.
Laat ik er eens éen noemen, die zo'n ' Jazegger' geweest zou kúnnen zijn Ik doe dat met groot voorbehoud, want de beslissing ligt totaal en totaal niet bij mij. Maar wat denken jullie van Vasthi, een Perzische koningin.Ze was getrouwd met Ahasveros, een Perzische koning, die ter gelegenheid van een feest, dat hij gaf, met een dronken kop opdracht gaf aan haar om naar zijn feest te komen en zich in al haar schoonheid aan hem en al zijn gasten te tonen. Maar Vasthi was een fatsoenlijke vrouw. Ze was- dat hebben latere onderzoekers uitgepluisd- ook nog eens in verwachting van de latere koning Artaxerxes en vond het ongepast en in strijd met de zeden om te komen. En het bijbelboek Esther vertelt, dat die weigering haar duur te staan kwam. Ze verloor haar koninklijke waardigheid. Maar haar ingeschapen 'wetskennis' bracht haar tot haar dappere daad.
En in de tekst, die ik zoëven noemde, wordt verwezen naar het grote eindoordeel van Matth 25. En dan zullen er velen zijn, die daar staan en verwonderd aan de grote rechter, onze Heer Jezus , vragen: "Maar....we hebben u niet eens gekend....en toch mogen wij in uw koninkrijk binnen". Maar ze krijgen als antwoord ( ongeveer): "Omdat jullie Gods normen hebben nageleefd, voor zover je daarvan nog wist, mogen jullie door de open poort naar het rijk van het eeuwige geluk".
Ook onder jullie kunnen er van die 'jazeggers' zijn. Zeker zullen jullie van God en Jezus en de Heilige Geest wel eens gehóord hebben, maar centenaars zware lasten van misverstand hebben jullie voortdurend verhinderd om ook werkelijk te HOREN.
Het kan nu de tijd zijn, dat jullie opeens, door alle verleugening heen, kunnen HOREN. Jullie gelukkigen.....erken Jezus als je Redder en God, die je alleen kunt kennen ín Jezus, als je ' Vader, met wijd uitgestrekte armen jullie afwachtende'. En ontdek de Heilige Geest als jullie toeleider tot God. En dan is alle gezoek naar reïncarnatie en zo afgelopen.
Denk nu niet: "Ik ben braaf. Ik ben best een 'jazegger' " . Maar heb je ooit als Vasthi 'heel anders dan de anderen' durven zijn. En is er dat heimwee in je hart naar Jezus, die de weg en de waarheid en het leven is. Bekijk dat eens, wil je
Eigenlijk lijkt dit lied maar zeer terloops over koning Salomo te spreken. De indruk, die je krijgt bij lezing, is die van een meisje van het platteland, die een oprechte liefde heeft voor een herder.
Omdat zij zo mooi is, valt de aandacht van koning Salomo op haar. Hij neemt haar mee naar Jeruzalem, met de bedoeling haar in zijn harem op te nemen.
Het hart van dit meisje blijft echter toegenegen naar haar oorpsronkelijke vriend . Tot hem keert ze terug en met hem viert ze haar bruiloft en beleeft haar huwelijk.
Interessante gedachten zijn:
- 1 v 1-4: liefde is als heerlijke wijn . Je wordt er door tot jubelen gebracht. Je moet de liefde volgens 1 v 9-16 nooit gewoon gaan vinden. Als het goed is, dan is die liefde door God gemaakt en gezuiverd. Denk nu niet te veel aan Salomo met al zijn vrouwen. Het komt mij voor dat je meer moet denken aan de liefde van het meisje voor de vriend van haar jeugd, de jongen, die ze al van kindsbeen af kent, ( the boy next door, zogezegd). Dat klopt veel meer dan hier denken aan Salomo met zijn beduimeld liefdeleven. Waarom dan toch de naam van Salomo erbij gehaald. Dat gebeurde veel in die tijd, dat een verzamelimg gedachten van diverse mensen werd uitgegeven als 'bloemlezing' onder de dekkende naam van een 'bekende Israeliet'. Zo ook Prediker en Spreuken. In mijn tijd las ik eens een boek: "Saevis tranquillis in Undis', ( ik weet de exacte spelling niet meer). Ik heb aanvankelijk altijd de indruk gehad dat het gedachten waren van Hendrik Colijn. Later heb ik menen te begrijpen, dat het hier om een 'bloemlezing' ging, werk van anderen.
- 1 v 7: De basis voor echte liefde is trouw ; dus bestaat er in een relatie , waarin men oprecht van elkaar houdt, geen angst voor bedrog, manipulatie en uitbuiting. Salomo's harem was een broedplaats vcoor allerlei nare dingen, maar denk nu niet meer zoveel aan die koning. Denk meer aan die leuke, sterke, vitale, onbedorven herdersjongen, zo helemaal háar wereld.
- 1 v 14: die herdersjongen, waarop dit meisje zo overduidelijk verliefd was, leek net op een tros bloemen uit de wijngaarden van Engedi, een oase in een barre woestijn. Tegen de meisjes, die dit lezen, zou ik willen zeggen: "Wees ook maar eens zo heerlijk verliefd op de Christenjongen van je keuze".
2 v 1: Ik volg nu even, zoals ook al eerder wat gedachten uit " Het leven, practische lessen uit 'het boek'. Waarom zou ik niet toegeven, dat ik mij - ten dele- tooi met andermans veren. Ten dele: ik breng toch ook veel eigen gedachten in. .... Er is niets belangrijkers dan het bemoedigen en waarderen van degene van wie je houdt, Zorg ervoor, dat je elke dag tegen je echtgenoot of echtgenote zegt: "Ik houd van jou" en dat je die liefde door je daden toont. (Nu spreek ik dus tegen de gehuwden onder jullie, die hun huwelijk altijd fris behoren te houden en niet .... zoals een bekende conferencier dat- eigenlijk héel triest- zegt...... ....het al na een paar jaar zien verleppen.)
- 2 v 7: Liefdesavonturen moeten niet geforceerd worden, .... volgens het moderne principe: instant pleasure ....de gevoelens mogen niet sneller groeien dan de basis om de verliefdheid tot liefde te adelen en als zodanig in stand te houden.
- 2 v 12 en 13: dit meisje en deze jongen konden hun vreugde in de schepping vinden én in hun liefde. Ook voor jou mag het zo zijn, dat je gelijk met je ontluikende liefde heel Gods schepping wel zou willen omhélzen.
- 2 v 15: er zijn altijd van die irritaties , die je niet goed moet praten of negeren, maar onderkennen en samen met God doorworstelen. Een kennis van mij, nu ook al vele jaren gehuwd, werd door zijn echtgenote eens - in de meer prille jaren- terechtgewezen: " Piet....we moeten eens samen praten: Ben jij nu met je motorfiets getrouwd of met mij ?"
3 v 1-4; de ziel....met haar enge droom. Maar het slot was wel, dat zij haar geliefde zelfs in haar droom vond. Vind de weg naar het hart van je man/ vrouw ook eens zo, dat je naar boven loopt om iets voor die ander te halen. Zeg dan gewoon: "Zouden jouw voetjes nog meer vermoeid worden na die hele dag werken...? ... laat mij dat nu eens voor jou doen. maar eerst krijg je een kus" . Zo blijft een huwelijk ook na 20 jaar fris en groen.
4 v 1 - 7: Nou nou; maar tracht ook eens een béetje oosters opgetogen te zijn in je tonen van liefde en bewondering . Zo wordt elk huwelijk versterkt, vooral als het niet bij woorden blijft, maar er ook daden zijn, waarmee ik nu niet direct als eerste 'sexuele daden' bedoel.
- 4 v 12: Hier prijst de bruidegom- volgens mij dus die herdersjiongen- de maagdelijkheid van zijn bruid. Zo menig meisje van thans heeft hier een wat spijtig gevoel, omdat zij al niet meer als maagd het huwelijk in kan gaan wegens eerdere contacten elders.. - voor zover het zo met je is, kan je altijd naar Jezus toegaan, die alle dingen nieuw maakt. Hij kan op geestelijke wijze je over lichamelijke voldongen feiten heenzetten. - voor zover je nog ongerept bent, tracht dat zo te houden. Daarbij is bijstand van de Heilige Geest zeker zeer nodig.
- 4 v 15: In je blijdschap met Jezus kun je in een huwelijk een steeds sprankelende fontein zijn als zal je echtvriend dat niet van je eisen, wanneer er 'spitsuur' is in de huishouding. Maar hij zal 's avonds wel een moment van verademing en rust schenken, wanneer hij je met koffie bedient en zo op zijn beurt weer een fontein is.
- 5 v 2 vv: soms komt er onverschilligheid en koelheid binnengeslopen. Daardoor wordt vervreemding geschapen. Doorbreek die draaikolk. Zoek je partner op. Toen mij vrouw..... wij zijn nu 64 jaar getrouwd .....eens mij wat koeltjes had bejegend, ( dat was in 1949) en mij wat stil naar mijn werk zag sluipen, belde zij mij daar direct op om lieve woorden te zeggen.
- 5 v 16: in een goed huwelijk zijn de echtgenoten ook elkaars vrienden. Dit houdt in dat je het vermogen om te luisteren naar elkaar niet verliest, dat je dingen deelt en begrip voor elkaars karakter toont.
- 6 v 3: de intimiteit in een goed huwelijk gaat alle andere banden met ouders enz te boven.
- 7 v 10- 13: Hier neemt het meisje het initiatief bij de geslachtsgemeenschap. De veiligheid van oprechte liefde doorbreekt allerlei onechte en onwenselijke taboes.
- 8 v 6 en 7: - liefde is zo sterk als de dood - liefde kan niet worden gedoofd door tijd of door rampen - liefde wordt vrij gegeven, kan niet worden gekocht - de liefde van de echtgenoot dient te worden aangenomen als een geschenk van God
- 8 v 14: de liefde moet na de eerste , wilde tijd niet in intensiteit afnemen. Als toewijding en trouw in een huwelijk sleutelwoorden zijn, weerspiegelen zij Gods en Jezus' trouw aan de gemeente.
Nu ja....dat zijn zo wat gedachten. En natuurlkiijk zijn er ook bruggen naar Christus' liefde voor de gemeente, zijn bruid, zijn vrouw en van de gemeente naar Christus, haar bruidegom en man.
Over Jefta en zijn dochter is in de wereldliteratuur al zo ontzaglijk veel geschreven. Maar laat ik het- geruggesteund door 'de Korte Verklaring'- nu eens over een andere boeg gooien.
Hebben jullie wel in de gaten, wat voor fijne vent Jefta eigenlijk was. Laten we ons eerst eens bij hem bepalen. Zij, die uitdrukkelijk enkel bij deze verzen uit Richteren blijven staan, zijn eigenlijk acrobaten op de vierkante meter. Om deze moeilijke gebeurtenis goed te begrijpen, hebben wij de hele schrift nodig. Dat is trouwens tóch iets , wat ik in het algemeen zou willen opmerken. ............. Mensen, kom nu toch eens uit die dodelijke cirkel van alleen maar moeilijke stukjes zoeken uit Jozua en Richteren enz....lees nu toch eens Efeze. - daar vliegen de vlinders.... denk om mijn vergelijking elders: vlinder- rups ....het vrolijkst - daar peuren de bijtjes.... idem idem: bij-wesp ....de heerlijkste honing. ................. Maar dat uitstapje nu daargelaten: lees hoofdstukken 11 en 12 nu eens door. Prima vent, die Jefta...... tóch: - hij was de zoon van een hoer en werd uit zijn familie gestoten. maar wanneer de oudsten van Gilead komen om hem te hulp te roepen, wordt hij wel even bitter, ( komt alle gefrustreerdheid eruit), maar is daar toch ook direct het besef van zijn roeping om het verleden te vergeten en mee de handen aan de ploeg te slaan tegen de vijanden van Israel, 11 v 6-9. - herhaaldelijk en spontaan verklaart hij zijn volkomen afhankelijkheid van de bijstand van de Heer, 9. 11 en 30. - voor de majesteit en gerechtigheid van God voelt hij, 27 en 35, de diepste eerbied. - hij tracht geduldig de Ammonieten van ongelijk te overtuigen en op die wijze een bloedige oorlog te voorkomen. Dit is toch wel een heel opmerkelijk punt in deze tijd met al die 'krijgsheren'. - hij is een uitnemend kenner van Israels historie , 14-26 - hij moet zeker op de hooge geweest zijn van al de ins en de outs van Abrahams verijdelde offer van Izaäk en met de Mozaïsche wetgeving, getuige het voorgaande. - hij wist, dat in de Mozaïsche wetgeving het mensenoffer uitdrukkelijk was verboden, ( zie hierna) - hij was toch door God gekozen als richter, (rechter tegenwoordig), om het volk in het rechte spoor te brengen en te houden (Richteren 2 v 16). - Samuel noemt Jefta op eervolle wijze, 1 Samuel 12 v 11. - In Hebr 11 v 32 wordt Jefta onder de geloofshelden gerangschikt.
Bij de verklaring van v 30-31, 34-40, ofschoon zo duidelijk sprekend, mogen toch deze feiten over de bekwame en dappere veldheer en hoogstaande man niet schouderophalend terzijde worden gesteld.
Dat een man als Jefta een gelofte kon alfleggen, die het brengen van een mensenoffer als mogelijkheid insloot, valt niet te ontkennen. Hierbij moet men tot het oordell komen, dat het hier een fatale ' onbedachtzaamheid' betrof, al is 11 v 31 zó duidelijk, dat je als het ware móet denken: "Hij moet aan de mogelijhkheid van een mensenoffer gedacht hebben, terwijl hij toch kón weten, dat Leviticus 18 v 21, 20 v 2-5, Deuteronomium12 v 29-31 en 18 v 9-10 dat ten strengste verbieden".
Het is een oplossing, die overweging verdient om aan te nemen: - dat Jefta gezocht heeft naar een equivalent, dat het - immers onmogelijke- mensenoffer zoveel mogelijk nabij kwam. - dat hij zijn dochter 'uit het leven moest verbannen' door haar te veroordelen tot een eenzaam en onvruchtbaar leven, zonder huwelijk en moederschap en zelfs zonder samenleving met anderen.
Dat valt niet mee om dat een enig kind aan te doen. Zo gaf hij ook de hoop op nageslacht op.
Vers 39 is omsluierd. Het kan betekenen: doden, maar ook : plechtig-droeve heenzending, de woestijn in om daar te verdorren en te versterven. (Natuurlijk zal ze daar wel van voedsel zijn voorzien).
Jefta is richter gebleven. Het volksgeweten van Israel had een verbranding redelijkerwijs niet gedoogd. Maar Jefta's prestige leed niet in het minst.
Mijn slotconclusie is dus: niet terechtgesteld, maar: verbannnen.
De moraal voor ons is deze: laat ons de Heer bidden, dat wij voor fatale loslippigheid bewaard worden. Zo menig vader denkt met spijt terug aan dat moment van woede, toen hij tegen zijn zoon zei: "d'r uit....en d'r nooit meer in". (Ik ken zo'n geval).
Wat je bijvoorbeeld kunt doen in een moment van extreme nood
Dag allemaal,
In een moment van diepe nood.... mijn vrouw was van de trap gevallen en zwaar geblesseerd. We waren allebei even radeloos .....kwam deze tekst mij voor de geest: (Psalm 50 v 23): "Wie een dankoffer brengt , geeft mij alle eer, wie zo zijn weg gaat , zal zien dat God redt". NBV
Maar ik kreeg deze tekst in de gedachten in de bewoordingen van de NBG: "Wie lof offert eert mij en baant de weg , dat ik hem Gods heil doe zien".
Dat woord bemoedigde en versterkte mij in die nare situatie. Gods weg was geen 'instant oplossing', maar die weg wérd duidelijk.
Deze tekst kan- als de Heer dat zo leidt- ook helpen, wanneer voor jullie eens een crisis-situatie ontstaat.
Ik begon uit mijn verwarring de Heer te loven en te prijzen en te danken, dat hij altijd in oplossingen voorziet en de Heer deed, wat hij beloofd had. En hij bleef mij versterken en bemoedigen door deze tekst, ook nadat het gebeuren zélf naar de achtergrond verschoof. Ons geloofsleven werd blijvend geschraagd
Ja die vriend van je...ik neem aan dat je een teer plekje voor hem in je hart hebt. Dan is het zo, dat de dingen die hém dwars zitten, jou in je hart smarten.
Maar laat ons eerst eens nagaan waar de 'makkes' nu eigenlijk zít.
Je vriend heeft de tegenwoordige wereld lief gekregen, zoals Paulus dat verdrietig over zijn vroegere geloofsgenoot Demas schrijft. ( 2 Timotheüs 4 v 10). En dan geldt de waarschuwing van de Heer Jezus in Lucas 16 v 13: "Geen enkele knecht kan twee heren dienen: hij zal de eerste haten en de tweede liefhebben, of hij zal juist toegewijd zijn aan de ene en de ander verachten. Jullie kunnen níet God dienen én de mammon". (Mammon is hier een verzamelnaam voor allerlei wereldse geneugten).
Stel dat iemand verslingerd- zeg maar 'verslaafd' is aan chatten. Zo iemand, nog in een opleidingsfase zijnde, besteedt zóveel tijd aan dat chatten, dat zijn opleiding er onder lijdt; dan is dat zíjn mammon. En hij kan daarnaast ook nog eens niet proberen de Heer te dienen. Want als het schoolwerk onder het chatten lijdt, dan zeker 'de stille tijd'.
Nu is dat maar éen voorbeeld; jij kunt er zélf honderden bij noemen.
Helemaal los daarvan kreeg hij een verzoeking te weerstaan, in het handelen van de Heer is dat een 'beproeving'. Iedere Christen krijgt zijn satanische verzoekingen/Goddelijke beproevingen om te zien, wat er wezenlijk in zijn hart is.(Deuteronomium 8 v 4) Maar door zijn eigenwijsheid en hang naar de dingen van deze wereld, in welke vorm dan ook, verkeerde hij bij deze verzoeking/beproeving in een slechte conditie en hij kwam er niet goed door.
Er kwam een tweede verzoeking/beproeving en nu gebeurde er iets opmerkelijks. Hij gaf God ditmaal níet de schuld, wilde ook niet helemaal van God loskomen, maar bleef met dat verdeelde hart van hem, dat voor de Heer echt onwerkbaar is, (Jacobus 1 v 8) voortdurend hangen in koppigheid en 'God niet meer vetrouwen'.
Wat moet jouw vriend nu doen om zijn vertrouwen op God te hervinden?: - Jacobus 1 v 8 zegt: "Wie twijfelt is als een golf in de zee, die door de wind heen en weer wordt bewogen. Wie zó aarzelend en onberekenbaar is bij alles wat hij doet, moet niet denken dat hij íets van de Heer zal krijgen".
- Jacobus 4 v 8 zegt: "Nader tot God , dan zal híj tot u naderen. Reinig uw handen, zondaars, zuiver uw hart, weifelaars".
Dus het is goed als je vriend inderdaad tot God nadert en tegen de Heer zegt: "Heer...ik kom tot u Neem mijn hart, verander mij. Als ik u ontmoet vind ik rust bij u. Want Heer ...ik heb ontdekt, dat als ik aan uw voeten ben, trots en twijfel wijken voor de kracht van uw liefde..." en verder : dat heerlijke lied 488. En daarna kan hij het laten overgaan in een 'eigen' gebed.
Dan hervindt hij zijn vertrouwen, als hij dat met een hart bidt, dat niet meer verdeeld wil zijn, maar dat zich ongedeeld wil geven aan God.
En jouw taak: volharden in het gebed voor deze kostbare ziel, tot....ja tot de Heer zegt: "Het is genoeg. Denk om je eigen zielenrust. Bouw nu eerst je zelf".
Stel deze zaak, handelende als vorenomschreven in handen van de Heer. En laat deze gedachten aan je vriend lezen.
Waarom zegt de alwetende God: " Ik wil het wéten" (over Sodom)
Laten we eerst de tekst even in zijn verband lezen in de Nieuwe Bijbelvertaling voor Vlaanderen en Nederland, NBV.
De HEER zei: " Er zijn ernstige beschuldigingen geuit tegen Sodom en Gomorra; hun zonden zijn ongehoord groot. Ik zal ernaartoe gaan om te zien of de klachten die ik over hen heb gehoord gegrond zijn en zij verwoesting over zich hebben afgeroepen. DAT WIL IK W E T E N ".
Wil.....ben jij wel lenig genoeg van denken ???
God is persoonlijk door die gloeihete woestijn op het heetst van de dag, (Gen 18 v 1) aan komen lopen samen met twee engelen. God heeft een flinke maaltijd genoten ( v , gastvrij aan hem voortgezet door Abraham. Dit alleen al zou iemand de woorden kunnen ontlokken: "Mij zo'n God....eet en drinkt gewoon....neemt er genoegen mee, dat Abrahams vrouw Sara, nota bene in zijn nabijheid een beetje staat te liegen, ( 15). Dit kán toch helemaal niet. God, met al die bijstellingen: almachtig, alomtegenwoordig, alwetend, die daar gewoon, in de schaduw van een boom, ( 4), brood en vlees zit te eten, met melk en room, alsof hij de schaduw van die boom goed zou vinden bij die brandende zon, die hij zelf geschapen heeft en alsof hij voor zijn voeten een opfrisssertje nodig zou hebben. (v 4) ".
Maar de Heer doet wel meer onverwachte dingen. Toen de mensen de toren van Babel bouwden, kwam God uit zijn hoge hemel vandaan ' een kijkje nemen'. (Genesis 11 v 5).
Nog eens Wil....tikje LENIGER. Ik zeg hier met een zeker plezier: "Wat ben ik trots op hem, wiens ogen de hele aarde doorlopen, (Zacharia 4 v 10), dat hij het nu ook eens zó doet, zo heerlijk verrassend. Hij komt hier zo echt dichtbij".
Om een wetenschappelijk niet helemaal juiste opmerking te gebruiken: "Uit hetzelfde bloempje, waaruit het bijtje honing peurt... daaruit zuigt de wesp venijn".
Nou niet kwaad worden Wil; niet zeggen: "Onlangs vergeleek hij mij met een rups en nu weer met een wesp. Ik vind Ger niet leuk meer, als ik 'm al ooit leuk heb gevonden". Ach...nou ja...onze relatie kan toch wel tegen een plaagstootje.
En nu gaat de Heer verder met zijn anthropomorphistische ( mensvormige) wijze van gedragingen. Men zou haast kunnen zeggen: "Kan hij zich nog erger encanailliseren dan met die maaltijd en zo".
Nee, dat kan eigenlijk niet. En laten wij niet vergeten, dat de Heer zelfs aan die máaltijd met Goddelijk gezag sprak , toen hij Abraham nageslacht aankondigde, ook géestelijk nageslacht, dat een les had te leren uit wat er met Sodom en Gomorra stond te gebeuren, ( v 18 en 19). Toen was God weer echt de God, zoals wij die ons voorstellen, hij was weer terug in de rol, waarin wij hem graag zien.
En dan gaat de Heer verder ,. weer op die voor ons wat onwennige manier, maar eigenlijk minder compromitterend dan toen hij melk dronk uit een kroes: - de engelen hebben ernstige beschuldigingen bij hem ingebracht. maar alweer Wil: de Heer, die alles alleen kan, wil mensen en engelen bij zijn plan inschakelen. Er is dan toch niets vreemds aan, dat engelen, op rapport bij hem..... Job 1 v 6 is een voorbeeld, alleen loopt satan daar een beetje vervelend door het beeld heen .....een boekje over Sodom opendoen.( v 20).
En - ook op aarde- zijn toch wel rechters, die zelfs bij een bewezen beschuldiging, zeggen: "Ik wil er even zelf heen, om de 'Couleur local' nog eens echt te ervaren".
Maak daar nu niet zo'n punt van Wil. Gun God nu eens de ruimte om het wat anders te doen dan jij van hem verwacht
Natuurlijk weet God de hele toedracht al,. Maar hij is altijd volkomen rechtvaardig. Zijn rechtvaardigheid moet in de komende straf duidelijk aan het licht treden.
Wil....ik kan het niet duidelijker uitleggen. Maar..... en nu ga ik je weer even schokken ....de bijbel zegt in 1 Cor 2 v 14: "Een mens die de Geest niet bezit, aanvaardt niet, wat van de Geest van God komt, want voor hem is het dwaasheid. Hij KAN het ook niet begrijpen, omdat het geestelijk moet worden beoordeeld".
Heb ik nu iets lelijks gezegd ? Nee Wil... je bent een meneer hè en geen mevrouw, verklapt iemand .....je bent harstikke slim. Maar je komt maar niet uit je kooi.... net als een hoog percentage van de mensheid .....van de drie dimensies, lengte, breedte en hoogte. Wat zou het fijn zijn als je de 'diepte', genoemd in Ef 3 v 18, zou ontdekken als 'vierde dimensie'..
Je kent dat spelletje: "Wil de echte meneer XX nu opstaan". Dan zou de echte 'Wil' opstaan.
Ik heb natuurlijk niets te maken met de belevenissen van je vriendin. Ze heeft een geweldige ervaring gehad, zegt ze zelf en haar vreugd bederven, is het laatste wat ik wil..
Allerminst wil ik haar aan het twijfelen brengen. Veel te blij, dat zij zo blij is.
Maar ik wil er toch wel op wijzen, dat er in Handelingen 2, toen de Heilige geest voor het eerst óp de nieuw-testamentische manier kwam, nergens sprake van is, dat de mensen omvielen. Wel gingen ze ' ín tongen spreken´. En Petrus was opeens in staat om een zeer indrukwekkende prediking te houden.
En in Handelingen 8 werden de burgers van Samaria ( Hand 8 v 17), gedoopt met de Heilige Geest. En ook hier staat niets vermeld van ' omvallen'.
Nu moet wél gezegd worden, (v 18), dat Simon de tovenaar aan deze mensen merkte, dat zij vervuld waren. Maar ik ben er persoonlijk van overtuigd, dat hij dat merkte aan 'de klanktaal', ( modern woord voor 'spreken in tongen'), want dat is altijd verder eerste kenmerk van een vervulling met de Heilige geest. Nu wil ik ook weer niet zeggen, dat het ' gelíjk komt'. Mijn vrouw kreeg ' de klanktaal' pas dagen later. Dus niet direct ' in zak en as zitten' Geduld is zulk een schone zaak.
En in Handelingen 10, bij Cornelius, bij de doop in de Heilige geest ook geen spoor van 'omvallen', maar wél weer 'die klanktaal'.( v 16).
En overbekend is ook het geval van die mannen in Corinthe , hoofdstuk 19. En weer....na de doop in water en de handoplegging: de klanktaal, met nu ook nog profeteren erbij. v 6).
Opzienbarend verlies aan een zekere mate van zelfcontrole, zodat men op de grond valt en soms lange tijd zo ligt.....zou dat het werk van God de Heilige Geest zijn. God is een 'gentleman' in al zijn verschijningsvormen en zó handelt hij niet met zijn kinderen.
Iemand zou kunnen zeggen: "Maar Jezus liep na zijn opstanding toch ook gewoon door deuren heen". Nee...Jezus had een verheerlijkt lichaam en de aardse natuurwetten bestonden niet voor hem.
God wil ons niet onze menselijke waardigheid ontnemen. Ikzelf ontving de doop in de Geest ook in alle rust. Alleen was ik daarna wat 'springerig' van plezier. Maar vallen...nou neu.
Ik ga geen dikke woorden gebruiken van: "Dit was een verkeerde doop".
God gaat vast heel lief zijn voor dit kind van hem, dat dan toch maar iets aandurfde.
Informeer alleen eens bij haar, hoe het met ' de klanktaal' gesteld is. Fixeer je overigens niet te veel op dat 'spreken in tongen'. Er zijn nog vele gaven meer.
Je wilt graag weten, hoe je een godvrezende man wordt.
Wel Ossirian, er zijn niet zoveel teksten met 'godvrezend' erin. Wel een heleboel teksten met 'godvruchtig'; een dicht erbij liggend begrip.
Maar....laten wij eens uitwijken naar het Oude Testament. In Job 1 v 1 staat: "Er was in het land Us een man, wiens naam was Job en die man was vroom en oprecht, godvrezend en wijkend van het kwaad, (1951).
In '2004' leest het allemaal wat anders en dat woord 'godvrezend' wordt daar wat anders omschreven: "In het land Us woonde een man die Job heette. Hij was rechtschapen en onberispelijk, hij had ontzag voor God en meed het kwaad". Kúnnen we hier iets mee. Ik zie het nog niet zo, zoek nog wat verder:
Prediker 8 v 12: "Het zal een mens, die ontzag voor God heeft, (godvrezende is) goed vergaan". Ook niet om alleen hierop dóor te gaan.
Nog wat verder: Psalm 86 v 2: "Behoed mij, want ik ben u toegewijd, (godvrezend)".
En Nehemia 7 v 2: "De verdediging van (de stad van God) droeg ik (Nehemia)op aan....Chananja, want hij was meer dan wie ook, een betrouwbaar en godvrezend man".
Er zijn nog wel meer teksten in het Oude Testament, (wat is Gods woord toch rijk), maar ik heb het idee, dat ik nu voldoende stof heb om je te kunnen dienen.
In Job 1 v 1, wordt 'godvrezendheid' genoemd in verband met : - rechtschapenheid en onberispelijkheid - ontzag hebbende voor God en wijkende van het kwaad.
In Prediker 8 v 12 is er een belofte voor 'de godvrezende': het zal hem wél gaan.
In Psalm 86 v 2 mag een 'godvrezende' iets claimen: behoeding van Godswege.
In Nehemia kunnen aan een 'godvrezende' grote taken worden toevertrouwd, gelijk trouwens ook in Exodus 18 v 21.
Wel Ossirian: je marsroute is al uitgestippeld: - hoe word je rechtschapen; het is goed voor jou om wedergeboren te worden. Wanneer God je zo nieuw geschapen vóor zich heeft, dan kan hij beginnen om je wezen 'recht te modelleren', te herscheppen. En hoe word je wedergeboren: door de trouwe, liefdevolle lezing van Gods woord, ( 1 Petrus 1 v 23) vanuit een positieve grondhouding, zoals premier Lubbers dat in zijn tijd zo mooi van andere situaties zei. - En Ossirian....hoe word je onberispelijk. Hier kan 2 Petrus 1 v 10 je weer dienen; daar staat: "Als u dit alles doet, komt u nooit ten val, (zult gij nimmer struikelen)". Ja, daar waren we nu net naar op zoek. Maar wat is dan 'dit alles'? Daarover zegt 2 Petrus 1 v 5 en volgende het een en ander: - verrijk je geloof met deugdzaamheid - verrijk de deugdzaamheid met kennis, - die weer met zelfbeheersing - die weer met volharding - die weer met vroomheid, (rechtschapenheid) - die weer met liefde voor uw broeders - die weer met liefde voor allen. Dus : de onberispelijkheid, waarnaar je jaagt om godvrezend te zijn, moet gepaard gaan met een toeneming in geloof, in degelijkheid, (nooit heb je een 'verborgen agenda' , ook niet in het hofmaken aan een dame),in zelfbeheersing,(ook bij getreiter op het schoolplein), in volharding, ( niet heel gauw zeggen: "nu weer eens wat anders"), in rechtschapenheid, ( niet knoeierig doen met van alles),in liefde voor de medegelovigen in de gemeente, (ook wanneer die een beetje 'raar' zijn),in liefde voor alle mensen, (ook wanneer zij niet lief zijn tegen jou).
En dan komt daar nog bij, dat je het kwaad moet mijden. Net was er weer een aanraking van jou met dingen, die niet goed zijn, (pentagram), zo zullen er veel dingen zijn. Wandel maar veel midden op het pad van het recht.
Dan kun je, als godvrezende de bijstand van God met meer 'recht' claimen, dan wanneer je totaal niets aan God kunt 'tonen'. En je wordt- zoals ieder jonkman toch wil- geroepen tot eervolle taken in Gods oog.
Ossirian, je zult zeggen: "Maar voor al die dingen moet je toch onderhand een heilige zijn"
Wel; als zo vele malen zeg ik: "God heeft voor jou en voor ieder de doop ín en de vervulling mét de Heilige Geest gereed liggen. Vraag hem erom, zoek die doop, jaag naar de vervulling, span al je krachten daarvoor in . En dan zullen we eens een 'godvrezende' Ossirian ontmoeten.