Dat is altijd een van de fijnste dingen voor mij om te horen, dat mensen zich na een gebed opgeknapt voelen; zoals jíj dat deed, toen na ons gebed voor jou: "Jezus...wilt u de behandeling overnemen?" en Jezus dat ook zo echt deed door die rust in je hart te leggen..
Wat is het ook goed om met God, zij het ook met gepaste eerbied te mogen spreken als met een Vader, die tevens Vriend wil zijn: "Pa...neemt u de behandeling over!?"
Maar de meest bijzondere vrucht van alle is toch wel, wanneer er een persoonlijke band ontstaat tussen God en mens, een relatie.
Daarvan wil ik je uit recente ervaring even een voorbeeld laten zien: vannacht kreeg mijn vrouw een hevige verkoudheidsaanval. Nu zijn wij allebei 80 plus, dus zo'n verstoring treft je wat delicater wordende persoonlijkheid toch wel erg.
In halfslaap probeerde ik wanhopig tot de Heer te bidden, aan Hem te smeken en Hem te danken, zoals dat zo mooi staat in Filipp 4 v 6.
We gingen zelfs nog een poosje het bed uit, wat midden in de nacht zo'n koude, rillerige ervaring is. Maar ook toen zochten wij onder een kopje thee het aangezicht van God in aanbidding.
De verkoudheid bedaarde op de duur. We pikten nog een paar uurtjes slaap en vanmorgen konden we onze taken volkomen normaal aan.
Nu zou je kunnen zeggen, Lilith: "Wat had dat nu allemaal om het lijf?!' Maar zo'n stille, door slaappogingen onderbroken gebedsstrijd in het holst van de nacht, versterkt toch op een niet-goed-uit-te-leggen manier je band met God, je persoonlijke relatie.
Dat valt 'naar buiten toe' niet goed uit te leggen. Maar ik denk, dat jij, Lilith, mij zult begrijpen, wanneer ik zeg: "Het Christenleven bestaat uit een voortdurend contact zoeken, met positieve instelling uiteraard, met Gods aangezicht. Dat gaat in 99% van de gevallen niet via grote gebeurtenissen, maar via stille ervaringen, die tot de vertrouwelijke omgang met God ,(Job 29 v 4) behoren .
Ik denk, dat je op de duur best iets met deze gedachten kunt, Lilith,
Wat een heerlijk verhaal vertel je daar. Maar ik zou je toch nooit vergeten zijn. Ik zou je in ieder geval zijn blijven gedenken als 'het meisje, dat mij zo goed hielp om te leren dupliceren'.
Jij weet dat niet eens meer. Maar vorig jaar, nog in de tijd van 'Forum oud', was het zo nódig, dat ik leerde dupliceren. En toen gaf jíj mij precies op de meest eenvoudige manier de richtlijn, hoe dat moest. En daar heb ik me toch een gebruik van gemaakt!:
Kort daarna kwam namelijk 'Forum nieuw' en kreeg ik toestemming om heel 'Vraag het Ger oud', over te brengen naar 'Vraag het Ger nieuw'. Ik bracht alleen de series over en telkens , wanneer ik weer zo'n hele bladzijde 'overseinde', dacht ik met dankbaarheid aan jou.
Maar goed; wat een glorie. Een eigen huis en een lieve huisgenote en een aardig voormalig zwerfkatje en een deeltijd studie theologie-toehoorder en voor je werk precies, wat je zocht: een werkkring bij een Christelijke sociale hulporganisatie.
Kind!....wat goed toch allemaal. En in al die omstandigheden is je geloof zo fijn gegroeid en heb je van de Heer zélf dingen geleerd, die geen mens je kan leren.
Weet je, waaraan ik dacht, toen je dat zo schreef, hoe de mensen jou gewoon zeiden: "Daar en daar is woongelegenheid" en al die andere dingen meer. Aan dat bijbelwoord in psalm 107 v 2: "God geeft het immers zijn beminden in de slaap".
Ik heb zelf ook een ervaring in dezen. Ik weet niet, of ik het je wel eens verteld heb. maar in -zeg- 1999 zei ik tegen de Heer: "Heer....daar zit ik nu met al die kennis, die dominee na prediker na voorganger na pastor na....mij ingepompt hebben. En ik ben 77 en ik ben huisman , omdat mijn vrouw lichamelijk gehandicapt is en ik ben echt helemaal aan huis gebonden. Wat móet ik nu?"
En in 2001 kreeg ik een e-mail en werd gezegd: "Heb je trek om eens op HQ te kijken".
Ik deed het, beantwoordde eens een vraag en toen ging het gauw. Ik kreeg mijn eigen sub-forum en daar kan ik nu alles kwijt in tot dusver al 2000 antwoorden. En wanneer ik de tijd krijg tot -laat ons eens wat zeggen- 2011, dan zal ik mij helemaal leegggegeven hebben.
Grapje hoor..grapje; de Heer maakt je aan de andere kant steeds voller, zodat je reservoir altijd gevuld blijft.
Hoe dan ook...voor jou en voor mij en voor al die anderen geldt: "Laat ons dan in 't duister held're lichtjes zijn... Gij in uw klein hoekje... En ik in 't mijn".
Moet ik een lijstje aanleggen van dingen, die ik moet doen.
Dag Deidre,
Iemand heeft tegen je gezegd: - denk erom, dat je de leringen van Jezus gehoorzaamt - ...en dat je vergeving van zonden vraagt - ...en dat je het plaatsvervangend lijden van Christus helemaal 'jezelf toeëigent' - ...en zo nog allerlei andere dingen meer.
Maar Deidre...: ik kan niet meer zeggen, dan ik je bij een eerdere beantwoording zei.
Het is toch geen aangeleerd lesje. Je kunt toch niet gewoon een lijstje nalopen met je vinger en dan hardop zeggen: "O , nu moet ik dit nog zeggen en dan dat nog....en dan is het klaar!"
Welnee Deidre....en nu ga ik, geloof ik, toch iets nieuws zeggen. Het is zo goed om helemaal in Gods sfeer te komen. In de bijbel wordt op allerlei manieren verteld, hoe mensen de doop in de Heilige Geest ontvingen en hoe zich die dan verdiepte en verdichtte tot 'vervulling met de Heilige Geest'.
Ik ga nu al die teksten even niet opsommen. Kijk bijvoorbeeld- om maar eens eengreep te doen- in Handelingen 19, die twaalf mannen in Efeze.
Maarwanneer je de doop met de Heilige Geest vasthoudt, Hem niet uitdooft, bedroeft of uitblust, dan kom je steeds meer in Gods sfeer. En daar gaan dan- vanuit die sfeer- allerlei dingen gebeuren met de juiste ondergrond en de juiste achtergrond.
Dan leer je de diepere zin inzien van: "Het zal zijn , dat ieder, die de naam des Heren zal aanroepen, zal worden behouden". Je leert zien, dat dit ook geen formule zonder meer is, die je zo eens als een 'mantra' uitspreekt en dan is de zaak al weer gereed. Nee; die belijdenis moet 'vlees op de botten hebben', om deze aardse term nu maar eens te gebruiken voor een hemelse zaak.
En dan kán je ook werkelijk de 'leringen van Jezus' gehoorzamen. dan klinken ze ook niet meer kil voor je, maar warm als je eigen hartenklop.
Dan kán je ook werkelijk vanuit het diepste van je hart om vergeving vragen, zonder enige gedachte erbij, dat het een aangeleerd lesje is.
Dan ga je Jezus te meer roemen en prijzen, omdat je diep in je hart iets van dat ontzaglijke gezien hebt: alle zonden van alle mensen van alle tijden, samengebracht in die ene vlammende , vreselijke beker.
Dan komen al die heerlijke inzichten uit een 'veranderd' hart.
Deidre; wat ben jij aan wedergeboorte en doop in de Heilige Geest toe. Ga maar dapper door aan de hand van jezus en Hij brengt jou op de prachtigste plekken.
Moet je gedoopt zijn door onderdompeling om echt bij Jezus te horen
Dag Deidre,
Ik blijf je zo noemen, zolang ik je echte voornaam niet weet. 'Vraagteken' vind ik zo'n vervelende manier om iemand aan te spreken, met wie je een geestelijke band wilt krijgen.
Je hebt zoveel vragen gesteld. Ik denk, dat ik je meerdere antwoorden ga geven. Want om alles in éen antwoord te proppen....het wordt zo lang he!
Allereerst de mensen, die zeggen, dat je geloven moet en gedoopt moet zijn om in de hemel te komen....waar gronden die dat op?
In Marcus staat toch inderdaad: "Wie gelooft en zich laat dopen, zal behouden worden, maar wie niet gelooft, zal veroordeeld worden".
Maar Deidre...nu is het niet zo, dat je hieruit zou moeten opmaken: "O, wacht eens....ik geloof al de dingen, die ik volgens de bijbel moet geloven....nu even de boel afmaken en mij laten dopen".
Zo mechanisch werkt de bijbel niet. God is geen God van 'regeltje zus en voorschriftje zo'.
Je zegt: "Hoe denken 'jullie' daar nu over".
Hoho Deidre!....er ís hier geen 'jullie'. Er is hier alleen maar een 'Ger', tegen wie de redactie ooit gezegd heeft: "Je krijgt een eigen sub-forum. Daar mag je vragen beantwoorden. maar het blijft wel een eigen verantwoordelijheid, wat je daar neerschrijft".
Dus hierna volgt, wat naar mijn mening de bedoeling kan zijn van deze tekst. Houd daarbij in het oog Deidre, dat ik geen enkele titel heb, ik ben gewoon een meelevend gemeentelid ergens.
Goed....gaat-ie:
Als je werkelijk een blij geloof in de Heer Jezus en de Heer God en De Heilige Geest hebt, dan zal de meest ideale gang van zaken zijn, dat je op een gegeven ogenblik denkt: "Ik heb mij nu wel naar God toegekeerd; ik kijk wel de kant van Jezus uit. Maar ik wil dichter bij Hen komen. Het moet geen 'kijken vanaf toch altijd nog een zekere afstand ' blijven. Ik wil dichter bij Hen zijn".
En dan zal het zo zijn, op de meest ideale manier, dat je intensiever in de bijbel gaat lezen, dat je daarbij ook de moeilijke stukken niet overslaat, dat je ook niet 'boekies over de bijbel leest', maar gewoon de bijbel zelf, en niet alleen de 'gezellige stukjes', zoals psalm 23, maar ook eens een keer Jeremia 33.... ....waarom ik dat schriftgedeelte nu juist eruit pik; daar hoorde ik gisteren een fijne preek over. ....en dan overkomt je, wat in 1 Petrus 1 v 23 staat: "Wedergeboren....en niet uit vergankelijk, maar uit onvergankelijk zaad, door het levende en blijvende woord van God"
Even 'koppie erbij'; dus niet zeggen: "Aha; een nieuw voorschrift...o; ik ben gek op regelgeving; dus: de bijbel lezen". Nee; dat is even fout, als een alt, die 'er net tegenaan zingt'; dat lezen in de bijbel dient uit liefde tot God te gebeuren.
En wat gebeurt er met die wedergeboorte. Het is iets, dat van God uitgaat: je kunt niet zeggen: "Kom...nu eerst nog even wedergeboren worden". Maar wanneer God die wedergeboorte in je werkt, dan komt er zo'n vreugde in je hart, dat je bij jezelf denkt: "Dit mag ik niet voor mijzelf houden. Dit moet iedereen weten. Het doet er niet toe, dat ik als kind al eens besprenkeld ben....nee...ik wil in de zichtbare wereld tot uitdrukking brengen, wat mij in de onzichtbare wereld, daar van binnen, is overkomen. Ik ben met Christus een nieuw leven begonnen. Ik heb al die oude gedachten van mij met Hem in de dood gegeven en ik ben met Hem opgestaan tot een nieuw leven".
Romeinen 6 v 4: "Ik ben dan met Jezus begraven door de doop in de dood, opdat gelijk Christus uit de doden opgewekt is door de majesteit des Vaders, zo ook ik in nieuwheid des levens zou wandelen".
En dan laat je je dopen. Dat is dus niet iets mechanisch. Je hebt een relatie met God gekregen. Vanuit die relatie zijn er van binnen dingen met je gebeurd. En dat wil je naar buiten tonen.
Wij keren nu weer even terug naar Marcus
"Wie gelooft en zich laat dopen , zal behouden worden, maar wie niet gelooft, zal veroordeeld worden".
De tegenstelling zou in feite door ons verwacht worden als : "Wie niet gelooft en zich niet laat dopen, zal veroordeeld worden". Maar de bijbel is heel verrassend. De bijbel laat het bij "Wie niet gelooft, zal veroordeeld worden".
Want de zaak ligt zó. Op de door mij geschetste ideale weg, die na de doop in water verder gaat met andere heerlijkheden, waarover later wel eens, kunnen obstakels liggen. Ik weet van iemand, die nog zo'n echt ouderwetse oma had...een 'opoe' zeg maar.
En die 'opoe' zei tegen hem: "Jongen; je doet tegenwoordig zulke vreemde dingen. Als je je maar niet laat overdopen. Dat zou je oude opoe niet overleven".
En toen zag hij smartelijk allerlei dopelingen juichend uit het water opkomen, en hij was er nooit eens bij. En zijn opoe bleef nog heel erg lang leven ook. Ik ben hem uit het oog verloren. maar zulke obstakels kunnen er zijn. Hij was een oprecht gelovige, toen ik hem voor het laatst ontmoette, maar hij kwam maar niet door die horde heen van 'zich laten dopen'. Als een onneembaar hoog liggende lat was daar 'zijn opoe'.
Wil dat nu zeggen, dat zo'n man niet behouden wordt in de grote dag. Geenszins. Maar het had allemaal zo veel feestelijker gekund. Ach, wie weet, is het nóg wel flonkerend geworden. Ik zei toch, dat ik hem nooit meer tegenkwam.
Deidre; hier laat ik het even bij. Je volgende vragen zal ik beantwoorden, op het nu gezegde verder doorbordurende. maar ze zijn een afzonderlijke beantwoording meer dan waard. O..jij vraagteken...word maar een uitroepteken.
Ben je van een bepaald geloof, omdat je ouders dat ook waren
gerritse
Dag Niem,
Ja; dat is een goede vraag. Je heb heel wat antwoorden gehad. Maar-zoals het zo vaak gaat- na verloop van tijd begonnen die antwoorden toch wat te divergeren van jouw vraag.
En wat mij ook opviel in de -vaak uitstekende- antwoorden, die je kreeg, was dit: er werd mijns inziens nóg niet genoeg verwezen naar bijbelteksten.
Mag ik daarom voor nog wat aanvulling trachten te zorgen?
Uit de vele teksten, die tot mij komen, treedt er een, die je heel niet zou verwachten, op de voorgrond en vraagt nadrukkelijk om daarmee te beginnenstraks zal blijken, dat het bij deze ene tekst blijft) Ik doel op Marcus 9 v 24: Daar komt de vader van een maanzieke , (aan toevallen lijdende) zoon, bij Jezus om genezing. Er is een vervelende voorgeschiedenis geweest. De discipelen konden de jongen niet genezen, zij hebben daarover ruzie gekregen met een aantal mede aanwezige schriftgeleerden; kortom: de sfeer is totaal verziekt. Elk geloof, dat hij voor zijn zoon genezing van de Heer Jezus zou kunnen krijgen, is ten zeerste aangetast bij de vader.
En wanneer dan Jezus komt en inlichtingen aan hem vraagt, roept de vader uit: "Als Gij iets kunt doen, help ons en heb medelijden met ons".
Moet je toch je vóorstellen, welke indruk dit hele conglomeraat op onze Heer en Heiland moet hebben gemaakt. Kom je net van de 'berg van de verheerlijking' af...heb je daar de heerlijkste en belangrijkste gesprekken meegemaakt... en dan belanden in een sfeer van mislukking en twist en al die nare dingen meer.
Jezus' antwoord luidt: "Als gij kunt??!!!....alle dingen zijn mogelijk voor wie gelooft!!!"
En dan komen die woorden, die altijd weer diepe indruk op mij maken: "Terstond riep de vader van de knaap uit en zei: 'Ik geloof....kom mijn ongeloof te hulp!!' ".
kijk; zou het niet mogelijk voor je zijn om deze woorden te gebruiken bij de vraag, die aan jou gesteld wordt: "Waarom geloof jij nu eigenlijk".
Je zou bijvoorbeeld kunnen zeggen: "Nou....eh..ik had eigenlijk helemaal geen schik in het leven. Er zat zoveel tegen....en ... ....nou ja; ik ga altijd met pama naar de kerk....dus ik weet wel wat van God en zo en ook van Jezus.
En ik wilde eigenlijk best wel bij Jezus horen; maar er zat zoveel in de weg. Ik geneerde mij voor de lui uit de klas. En toevallig had de dominee toen een preek over een man, die ook wel best wilde geloven en zo....en die man had het er ook zo moeilijk mee, dat allerlei dingen in de weg zaten. En toen riep die man: 'Ik geloof in U Jezus....help me om van dat niet-kunnen-geloven af te komen'.
Nou....toen heb ik dat 's avonds ook gewoon tegen de heer Jezus gezegd. En toen is er iets veranderd...ik weet niet goed wat. Maar ik ga tegenwoordig met veel plezier naar de jeugdclub. Ga eens een keer mee!!"
Zou dat iets kunnen zijn Niem. 't Is maar een suggestie. Maar mijn aandacht werd zó bij deze tekst bepaald. Vertel jij me nog eens, of je er inderdaad wat mee kúnt.
En wanneer iemand anders, die ook met deze vraag zit, er wel of niet iets mee kán, hoor ik dat dan ook?
Heel krom vraagje misschien ma ik vraag me wellus af.....hoe moet je nu eigenlij bidden....want soms heb ik 't id. wel eens van dat ik echt supah fout bid...ma zegma toch vertel ik God wel alles wat me dwars zit enzo....maar tog...... soms denk ik van waar zou iedereen nou voor bidden.... en dan hebbik t dr eens over met vrienden maar dan bidden we zegma toch wel voor ongeveer dezelfde dingen...duzze kben eigenlijk wel benieuwd waar iedereen voor bid zegma....
-1
Dag Niem,
Je hebt al veel goede antwoorden gehad en je was aan het eind ook best tevreden.
Allereerst vind ik het fijn, dat je bidt. Want bidden is dé weg om een relatie met God te krijgen en steeds blijder door het leven te gaan.
Toch wil ik je nog een bijbeltekst meegeven, die je in de toekomst, wanneer je gebedsleven zich steeds meer gaat ontwikkelen, best wel zult kunnen gebruiken.
Romeinen 8 v 26 zegt: "Gods Geest komt onze zwakheid te hulp; want wij weten niet, wat wij bidden zullen naar behoren, maar de Geest zelf pleit voor ons met onuitsprekelijke verzuchtingen".
Misschien zeg je: "Wat moet ik dáar nu mee?!".
Maar heel eenvoudig uitgelegd, komt het hierop neer, dat God je zo lief heeft, dat zijn Heilige Geest je bij het bidden wil helpen.
Wanneer jij bidt, dan ben je om te beginnen nog erg zwak. Je hebt te maken met allerlei moeilijke dingen in het leven en je weet dikwijls helemaal niet, hoe je nu eens goed moet bidden. Maar Gods Heilige Geest bidt met je mee. Je hoort dat niet, maar er is God alles aan gelegen, dat je zo gauw mogelijk verder groeit en dat eens de tijd komt, dat je zo sterk wordt met Hem, dat God zijn plan met jou nog beter kan uitvoeren.
Dus....wanneer je eens een keer echt het idee hebt, dat je hulp nodig hebt, kun je door je gebed heen, ook wel aan God vragen: "Heer...U hebt zelf gezegd, dat uw Heilige Geest mij wil helpen. Mag ik dat dan nú merken. Dank U Heer".
Kijken, of ik nog zo'n lieve tekst voor je heb. Jacobus 1 v 5 zegt: "Indien iemand van u in wijsheid te kort schiet, dan bidde hij God daarom, die aan allen geeft, eenvoudig weg en zonder verwijt....en die wijsheid zal hem gegeven worden".
Zo'n goede God hebben wij. In wijsheid schieten wij allemaal tekort. Er kan zich ook een gelegenheid voordoen in het leven, dat wij echt zeggen: "O....wat zou ik graag wijsheid van God hebben op dit ogenblik".
Stel....een vriend vraagt: "Zeg....jij ging toch naar zo'n jeugclub of zo....vertel daar eens wat van..."
En jij denkt: "Dit kan toch alle kanten uit. Wat zou hij bedoelen. Hij is helemaal niet zo, dat hij naar dat soort dingen vraagt".
Kijk, dat is het ogenblik om even een schietgebed naar de Heer op te zenden: "O Heer...geef me nu wijsheid".
En je zult eens zien!
Niem; er staan duizenden teksten in de bijbel over bidden; de een al feestelijker dan de andere. Jij en iedereen, die dit leest; ga er maar op door en wij trekken samen die la vol schatten open.
Geweldig toch, wat er allemaal gebeurt via die 'jeugdkerken'.
Ik hoop echter, dat de jeugdkerken naar 'de gemeente' toewerken.
En met 'de gemeente' bedoel ik niet allerlei kerkelijke verbanden, zoals we die op het ogenblik overal zien.
Nee; ik zie voor mijn geestesoog 'de gemeente', zoals die daar gereed zal staan voor elk gevecht en elke uitdaging , die in de eindtijd tot haar komt.
Ik denk hierbij vooral aan het boek 'Openbaring'. In dat machtig geschrift wordt niet aleen de eindfase van de strijd in de hemelse gewesten beschreven. In vele beelden wordt het ontwikkelingsproces getekend van de ware gemeente en de valse kerk...van 'hen, ie in de hemel wonen' en van 'hen, die op de aarde wonen'.
Er worden in 'Openbaring' geen beelden getekend van allerlei volken, maar er wordt gehandeld over : - hen, die volgelingen zijn van Jezus Christus -...en hen, die zich zo nóemen.
Lange tijd trekken die twee categorieí«n samen op. Dat voorspelde Jezus al, toen Hij het in die overbekende gelijkenis had over: - het ware graan - en het nepgraan, de dolik. Dat nepgraan, de dolik, mocht niet verwijderd worden , totdat de verschillen met het echte graan volkomen duidelijk waren gebleken. En in de eindtijd zal er geen verwarring meer mogelijk zijn tussen: - de ware gemeente van Jezus Christus - en de steeds meer 'valse kerk wordende' anderen, die uiteindelijk overweldigd worden door de antichrist en zijn tegengemeente.
En 'de ware gemeente' zal de heerlijkheid Gods op het hoogst openbaren. Zijn herstelplan zal door 'de ware gemeente' in de tijden daarna worden bewerkstelligd.
Ik heb in mijn antwoorden tot dusver jullie allen steeds voorgehouden: "Wordt vervuld met de Geest. Láat het niet bij bekering. Sta niet stil bij de wedergeboorte. Blijf je richten op de doop in de Heilige Geest: - zoals die in Handelingen 2 zich voor het eerst in de nieuwe vorm van de nieuwe tijd openbaarde - zoals die zich opnieuw manifesteerde, in 4 v 31 - zoals die doop in de Heilige Geest het sluitstuk was van de opwekking in Samaria, 8 v 17. - zoals die doorging ook naar de heidenen, (Cornelius en de zijnen), 10 v 44-46. - zoals die feest deed ontstaan te Efeze, 19 v 6,
Dit wordt de eindtijdgemeente, met al haar Geestesgaven, met de volledige Geestesvrucht. Het is goed, dat elke jeugkerk zich erop richt om deze gemeente in het aanzijn te roepen.
Ga niet zitten denken over anderen: "Hij of zij zal wel tot de valse kerk (gaan) horen" Ga ook niet over jezelf denken: "'Kat in 't bakkie'. Ik ben van de ware gemeente". Deze dingen liggen veel te subtiel. 'De ware gemeente' en 'de valse kerk' zijn geestelijke werkelijkheden. Zij hebben hun vertakkingen overal, tot in elk mensenhart toe. Maak voor jezelf de goede keus.
Ik snap dat we vrij zijn van het juk van de "wet van Mozes" en dat de wet van mozes ons liet zien dat we zondig waren en dat we alleen "rechtvaardig" kunnen worden door het offer van Christus.
Alleen de inhoud van de wet van mozes. Waarom was het vroeger nodig (toen jezus nog niet was gestorven)om bv geen varkens vlees te eten. Ik zie daar de zonden op dat moment niet van in (dus voor Jezus) en nu blijkt het ook geen zonden te zijn met de komst van Jezus. Want alleen wat uit je hart komt maakt je onrein. Ik weet me soms niet echt raad met wat "rare" dingen uit de wet die mij verder helemaal niet kunnen overtuigen van "zonde". Wat is hun functie ooit geweest. Grote vraagtegens rijzen voor mijn ogen op. Nou goed. Ik hoop dat je een fijn antwoord hebt! Bedankt!
Een onjuiste stelling, lijkt mij: "Geloof kan nooit tegen het denken ingaan, maar het kan wel aan het denken ontstijgen".
Het tweede deel '"Het kan wel aan het denken ontstijgen", begrijp ik niet goed, maar ik richt mij tegen het eerste deel: "Geloof kan nooit tegen het denken ingaan..."
Vroeger las ik wel eens met enige verbazing het bekende verhaal uit Jozua: "'Zon....sta stil te Gibeon en gij maan, in het dal van Ajalon'....En de zon stónd stil en de maan bleéf staan..." 10 v 12 en 13.
Ik heb er nooit zozeer moeite mee gehad, dacht er eigenlijk niet diep over na. Maar naarmate ik door de genade van de Heer God meer met het evangelie vertrouwd raakte, kon ik mij er met mijn verstand volledig achter plaatsen, werd ik er zelfs diep door getroffen als een absoluut machtsblijk van de Heer.
Wij weten immers allemaal hier op Forum, dat in het algemeen de vreselijkste dingen zouden gebeuren, wanneer de aarde plotseling , van het ene moment op het andere in haar ijlende vaart van 30 kilometer per seconde,( naar ik meen), zou worden gestuit. Alle natuurwetten, die dan in werking treden, zouden een ogenblikkelijke vernietiging van de aarde teweeggebracht hebben.
Maar ik leerde inzien, dat God de Schepper is ook van alle en alle natuurkrachten en dat Hij almachtig is om de werking daarvan op te heffen, zoalng Hij dat wil.
Het is wel iets geweldigs geweest. Daarom staat er ook in vers 14; "Een dag als deze is er noch vroeger noch later ooit geweest, waarop de HERE zó iemands stem verhoorde..."
Daar zeg ik hartgrondig 'Amen ' op.
Wat is er nu gebeurd met mijn denken: Dit: wat er gezegd wordt in Romeinen 12 v 2: "Wordt hervormd door de vernieuwing van uw denken".
Vroeger kon dan dat grapje gemaakt worden: "In de bijbel staat, dat we allemaal Hervormd moeten worden`. Dat flauwigheidje kan per 1 mei, wanneer de P.K.N. van start gaat , ook al niet meer.
Maar- alle gekheid daargelaten-: ons dénken moet hervormd worden. Waarom: de duivel heeft allerlei mogelijkheden om ons denken binnen te dringen. Hij deed dit al bij 'Manninne', toen hij haar denken binnendrong en daar verwarring, begeerte en ongeloof inbracht, met de bekende gevolgen.
En de bijbel spreekt ervan, dat de mens, die zich van God afwendt, en allerlei leringen en theorieí«n volgt, op de duur 'overgegeven wordt aan een verwerpelijk denken', (Rom 1 v 28 ).
Efeze 4 v 17 spreekt over 'de heidenen, die in de ijdelheid van hun denken wandelen'.
Efeze 4 v 23 spreekt van 'ons denken, dat verjongd kan worden door een nieuwe geest, die daarin gaat werken'.
Coloss 2 v 18 handelt over mensen, 'die opgeblazen zijn door hun vleselijk denken'.
1 Tim 6 v 5 signaleert mensen, 'die niet helder meer zijn van denken',
2 Tim 3 v 8 vertelt van mensen, 'van wie het denken bedorven is'.
En Titus 1 v 15 brengt alles nog een stapje verder: "Denken zowel als geweten kunnen besmet zijn". Dus ook het geweten, in het grensgebied tussen de menselijke ziel en de menselijke geest, kan aangetast zijn.
Dat is me nog al wat. Door duivelse inblazingen vanaf de tijd van 'Manninne', dat is toch al een goede 10.000 jaar- en géen 6600 jaar- geleden: - kan ons denken verwerpelijk zijn geworden - ...en ten zeerste aan vernieuwing toe - ...het kan vruchteloos en in zekere zin 'kinds' zijn geworden door veroudering - ....en opgeblazen en onhelder, bedorven en besmet.
En dit denken zou dan superieur zijn aan ons geloof, zoals wij dat uit dat kostelijke boek, de bijbel vernemen. Nee toch!!!
HassanJassan haalt dan teksten aan uit Leviticus en Deuteronomium. Maar hij ziet daarbij over het hoofd, dat een van de teksten, die hij voorlegt, al door Marianne aan mij is voorgelegd en dat ik die tot haar volle tevredenheid heb beantwoord. (Zie even 'lager' in 'Geloofsvragen'). Zó leg ik haar bedankje uit.
En het is hem ook ontgaan, dat Nico en nog een andere lezer op mijn uitdaging ingingen: - Nou ...kom nu eens met dat boek Job en dat uitmoorden van alle Amalekieten bij mij in 'Vraag het Ger'.
En Nico bleek tevreden met mijn uitleg, bedankte voor de uitvoerigheid.
HassanJassan; ik heb het idee, dat je een lief kind van de Heer bent en een blijde volgeling van de Heer Jezus. Zou jij nu eens niet dít verzoek in overweging willen nemen:
"Kom nu eens met al die door jou genoemde teksten uit Leviticus en Deuteronomium in 'Vraag het Ger'. Leg ze desnoods gedupliceerd aan mij voor. Dan ga ik ze 'op m'n dooie gemakkie' zitten beantwoorden, stuk voor stuk. Aan het eind zul je net zo blij zijn als ik, wat de Heer ons ook door die teksten heen te zeggen heeft".
Dóe dat nu eens. Verwen jezelf nu eens. maak jezelf nu eens nog meer gelukkig en blij dan je al bent.
Waarom was het in het Oude Testament verboden om varkensvlees te eten
Dag Gurk,
Je vraag over allerlei rare wetten uit het verleden ligt precies in de lijn van de vragen, die Hassan gesteld heeft. Ik ga die vragen straks beantwoorden. maar éen vraag, komt bij hem, voor zover ik nu kan zien, niet voor: "Waarom mocht je onder de werking van het Oude Verbond helemaal geen varkensvlees eten en nu wel.
Op die vraag ga ik dus nu in:
Leviticus 11 v 7 zal daarbij mijn enige behandelingstekst zijn:
"Ook het zwijn is onrein, omdat het wel gespleten hoeven heeft, maar niet herkauwt...".
Gurk, ik denk, dat ik je snap. Je overweegt, dat Jezus zelf 'alle spijzen rein verklaard heeft', (Markus 7 v 19), toen Hij zei: "Begrijpt gij niet, dat al wat van buiten in de mens komt, hem niet onrein kan maken, omdat het niet in zijn HART komt, maar in de buik, ( v 18). en: "Niets, dat van buiten in de mens komt, kan hem onrein maken, maar hetgeen uit de mens naar buiten komt, dat is het, dat hem onrein maakt, (15) Je proeft nóg de verbazing van de toehoorders: "Wat wordt híer nu weer voor geweldigs gezegd".
En dan is je verdere overweging: "O.K....ik mag varkensvlees eten. Maar waarom staat dan nog in de bijbel, dat het NIET mag, terwijl het al een lang overwonnen standpunt is".
Luister Gurp...: al bij de intocht van de dieren in de ark was er sprake van onreine en reine dieren. Vanaf het begin van de mensheid is er de idee geweest, dat er zulk een scheiding kon bestaan. In de tijd, dat het Israelitische volk leefde en in zijn leefmilieu waren er allerlei dieren, die door sommigen rein en zelfs heilig werden geacht en door anderen onrein en onheilig. Om maar even bij 'het zwijn' te blijven: - bij de oud Kanaïnietische volken, die door Israel uit Kanaän moesten worden verdreven, werden varkens geofferd. - de Egyptenaren veronderstelden contact tussen de goden der onderwereld en ook wel demonen uit die wereld en het varken, dus dat was weer helemaal anders. - In Babel was er weer een verband tussen hun god Tammoez en het varken. Tot afweer van demonen werden varkens geofferd. Varkenstanden ware veel gevraagde amuletten. - in de brede kring van het Midden-Oosten werd het varken als demonisch dier beschouwd. ... In de wereld van die dagen 'was er altijd iets met het varken'. Men maakte een keus vóor of tégen het varken.
Wat ik echter nergens heb kunnen vinden, is dít: het varken is omnivoor. Gooi een dode kraai in een varkenshok en ze eten dat aas gretig op. Denk nu even niet aan de gestroomlijnde varkens van nu, maar denk aan de varkens, die de Heer Jezus terloops noemt, waanneer Hij zegt: "...Werp uw paarlen niet voor de zwijnen, opdat zij die niet vertrappen met hun poten en zich, omkerende, u verscheuren", (Matth 7 v 6)
Het zwijn uit die tijd was geen prettig dier. Zelfs nu nog is het niet raadzaam om te dicht bij een mannetjesvarken te komen. Daar zijn vervelende dingen mee gebeurd.
Maar let eens hierop: een varken eet alles, ook aas. En als er iets was, wat de Israeliet cultisch onrein maakte, dan was het wel het eten van aas.
Je begrijpt dus: - in het kader van hun tijd was het voor de Israelieten een vanzelfsprekende zaak een keus te maken tussen reine en onreine dieren. Dat deed iedereen toen. - de keus om het varken 'onrein' te verklaren, lag voor de hand. Iedereen kon zien, dat dat beest alles at, ook aas. - en....nu komt er iets uit mijn persoonlijke ervaring: ik heb in mijn werkzaam leven in landen vertoefd, waar het 'zwijn' nog op de oude manier werd gehouden. Het kreeg van alles te eten, het vrat ook alles, was heel niet kieskeurig. Van zorgvuldig gecontroleerd varkensvoer was in die streken geen sprake. En het eten van varkensvlees bekwam mij daar slecht. Mijn tere, westers-georií«nteerde spijsverteringsorganen raakten van het varkensvlees dáar overstuur. En ik was totaal niet bevooroordeeld uit hoofde van religieuze overwegingen.
Samenvattend: de les was toen: - houd je aan de normen en waarden, die in jouw tijd algemeen gangbaar zijn; tóen was dat: kies reine en onreine dieren om je te profileren in het totaal verband van de mensen, waartussen je leeft. - en als die normen en waarden voorschrijven: er zijn reine en onreine dieren, kies die dan uit voor jouw volksbestaan; en dan is het onrein verklaren van het varken.... ....dat beest, waar altijd wat mee is ..,.vrij voor de hand liggend.
Overgebracht naar deze tijd, wil dit zeggen: - onderscheid je niet te zeer van je omgeving. Als daar algemeen geldende normen en waarden in zwang zijn, vertoon dan geen opvallend ander gedrag - Je bent al opvallend genoeg door je andere geestelijke inhoud - laten je normen en waarden zó zijn, dat ze ook een duidelijke, doordachte, diepere achtergrond hebben.
Zo kan deze Leviticustekst toch met vrucht naar deze tijd toe vertaald worden.
Geen tweeërlei zaad, geen tweeërlei stof; is alles dan verboden
Dag Hassan,
Je vroeg naar Leviticus 19 v 19: "Mijn inzettinge zult gij bewaren, gij zult van uw vee niet twee verschillende soorten laten paren,uw akker zult gij niet met tweeí«rlei zaad bezaaien en een kleed, uit tweeí«rlei stof vervaardigd, zult gij niet dragen".
In de gedachtenwereld van de mensen van die dagen was het zo, dat elke dieren- en plantensoort zijn eigen levensziel had, die bij vermenging gevaar liep, ontkracht te worden. Daaruit kan verklaard worden, dat tweeí«rlei stof niet prettig aan het gevoel aandeed. Ook twee soorten gewas op éen akker stuitte op innerlijke weerstanden. En wat het paren van een paard en een ezel betreft....nog in onze dagen is het zo, dat wij een muilezel of een muildier bezien met de idee: "Geen volwaardig dier...kan zich hiet voortplanten".
Overigens....wat die levensziel betreft; nog niet eens zo'n gek idee. Wij weten tegenwoordig, dat elke dieren-of plantensoort bepaald wordt door het geheel eigensoortige... ...het 'naar zijn aard' uit Genesis 1 ...desoxynucleribeïnezuur, (DNA A= acid).
Zou dan de lering uit deze tekst voor nú niet kunnen zijn:
Sta nu niet al te ruimhartig tegen alle geknutsel aan de genen. Ergens bij een menselijke cel een gen er uit peuteren om dat bij een koe in te plaatsen, in de hoop, dat dan een soort melk ontstaat, die mensen bestand maakt tegen allerlei ziekten....dat 'gen-gerommel', die genetische manipulatie kan heel onverwachte gevolgen hebben. Genetisch gemanipuleerde dieren, zoals onder andere het schaap 'Dolly' toonden later vreemde zwakheden. Je weet maar nooit, waartoe het inbrengen van wezensvreemde genen leidt.
Als de les deze zou zijn, dat wij ons voorzichtig opstelden ten opzichte van allerlei nieuwe wetenschappelijke ontwikkelingen, dan zou deze tekst heel wel actuele kracht kunnen hebben.
Eerst: géen rugzak mee; later: wél een rugzak mee. Wat wÃl Jezus nu.
Dag Frank,
Laten wij eerst de kerntekst in dezen, Lucas 9 v 3 , er eens bijnemen. Daar staat: "Neemt niets mede voor onderweg, geen staf of reiszak, geen brood of zilvergeld, en hebt ook niet twee hemden bij u".
Maar nu kom ik gelijk met een tweede tekst, die jou zal doen zeggen: "Goeie...goeie..morgen".
Komt-ie: Lucas 22 v 35- 36: "En Hij (Jezus) zei tot hen (de discipelen): 'Toen Ik u uitzond zonder beurs of reiszak of sandalen, hebt gij toen aan iets gebrek gehad?!' Zij zeiden: 'Aan níets!' .... 'Maar nú... - wie een beurs heeft, hij neme die, zo ook een reiszak - en wie er geen heeft,( te weten een zwaard), hij verkope zijn mantel en kope een ZWAARD'...".
Nou Frank; wat zeg je daarvan.
Weet je, wat de oplossing is: die eerste uitzending gebeurde onder Jezus' directe supervisie. Hij zei tegen zijn discipelen: "Ga er maar op uit, zonder de gebruikelijke voorzorgsmaatregelen. Je zult wel eens beklemd zijn: 'kan dat nu maar zo?!'. Maar weet; Ik waak op de achtergrond over jullie, zodat jullie fijn je heerlijke opdracht kunt uitvoeren".
Die feestelijke, zorgeloze uitzending was iets eenmaligs. Zeker kunnen Gods uitgezondenen er nu ook allerlei lessen uit trekken: - ook nu is het nog zo, dat wij, in gevaarlijke situaties, niet van te voren hoeven te bedenken, wat wij gaan zeggen; want de Heilige Geest zal op het geëigende moment woorden geven. (Wat natuurlijk weer niet inhoudt, dat een dominee zijn preek niet zou dienen voor te bereiden). - Ook nu is het nog zo, dat mensen, die door God een bepaalde taak krijgen toebedeeld, zouden kunnen zeggen: "Ja Heer....ik zal het best ooit eens gaan doen, maar ik moet nog zoveel regelen...",(overdrachtelijk gezien een staf of een reistas enz).
Een algemene les is er best wel voor alle tijden uit te trekken. Maar wij moeten aan dit zeggen uit Lukas 9 v 3 niet al te verstrekkende gedachten gaan verbinden.
En wat Lukas 22 v 36 betreft; welke lessen kunnen wij hieruit tot ons nemen?; deze: - zorg dat je, als gelovige te allen tijde 'een beurs' bij je hebt. Overdrachtelijk zie ik dit zo: zorg, dat je voldoende kennis van Gods woord hebt om de taken, waarvoor je staat, aan te kunnen. Een zendeling zal op de bijbelschool eerst een gedegen ondergrond moeten leggen. - zorg, dat je een reiszak hebt; je dient op de weg door het leven met Christus een geestelijke voorraad geloof, hoop en liefde te hebben, waaruit je kunt putten. - zorg, dat je het zwaard van het evangelie bij je hebt. En draag er zorg voor, dat je dat zwaard goed kunt gebruiken; niet om -geestelijk gezien- oren af te slaan, zoals Petrus dat even later in het natuurlijke deed...nee; je behoort vervuld met de Heilige Geest te zijn, zodat je dat zwaard van de Geest op een geestelijke manier kunt gebruiken. Laat geen Christen in de moeilijke tijden van nu op weg gaan met een louter verstandelijke kennis van het woord van God. Nee; gaven en vrucht moeten in zijn proviand zitten om het zwaard zó te kunnen gebruiken, zoals bij de dragers van 'de wapenrusting uit Efeze 6 past.
Zo mag jij er op uit gaan Frank. Eerst als een zendeling thuis; onder je schoolgenoten...en daarna ...als God duidelijk aanwijzingen dienaangaande geeft....ook de wijde wereld in.
Frank...overleg met de Heer God, of je die schoolopleiding van jou, die niet zo succesvol lijkt te verlopen, meer vruchtbaar kunt maken. Het is zo goed, om behalve een geestelijke rugzak bij je te hebben, ook een tas met je mee te dragen met zielse kennis.
Frank; we zijn nog niet gereed met elkaar, denk ik. Kom gerust langs.
Waar staat die tekst : 'geloof, hoop en liefde'of zo iets.
Dag Anne,
De beroemde tekst over 'geloof, hoop en liefde' staat aan het eind van een van de meest bekende gedeelten van het Nieuwe Testament, 1 Corinthe 13... ....je weet wel; dat gedeelte, dat Tony Blair zo indrukwekkend voorlas bij de begrafenis van 'Lady Di"
Ik geef het nog even: 1 Corinthe 13 v 13: "Zo blijven dan: Geloof, hoop en liefde! deze drie, maar de meeste van deze is ....de liefde"
Nu heb ik zakelijk je vraag al beantwoord. Echter: wie niet meer doet, dan hij móet doen , is een slaaf. Wie meer doet, is een meester. Nu wil ik niet zeggen, dat ik een 'meester' ben.... ....dit is ook geen spreuk uirt de bijbel hoor ...maar ik wil toch iets méer doen.
Geloof is een eeuwige zaak. Die geldt niet alleen voor dït leven, maar ook voor het zalige leven na onze aardse dood, wanneer wij voortleven voor eeuwig met onze Heer. Het geloof is de hand, waarmee men de geestelijke, onzienlijke zaken grijpt en verwerft. Nu- op aarde- zijn wij bezig door het geloof, met het herstel en de opbouw van onze innerlijke persoonlijkheid. En van de opbouw van onze geest ervaren ziel en lichaam de zegeningen. Maar in de eeuwigheid groeien wij door het geloof voortdurend meer naar God toe. Maat de Eeuwige zal altijd verrassend blijven. Steeds zullen er nieuwe woorden van Hem komen om in te geloven en er naar te handelen, want Hij , die ons geschapen heeft, is eeuwig creatief.
Onze grote Creator zal altijd doorgaan om nieuwe verwachtingen bij ons op te wekken. Nu zijn wij al zo blij met de hoop, dat hij ons vernederd en sterfelijk leven zal verlossen, (Romeinen 15 v 13), maar de hoop op steeds meer kostelijkheden van onze Heer, gaat steeds door. Ook in de eeuwigheid zullen wij steeds nieuwe gedachten van God leren kennen en uitzien naar de realisering ervan.
Maar dan de liefde! Tot in eeuwigheid zullen wij dus nimmer zonder hoop en geloof zijn. Maar door de liefde, de agapè, krijgen wij deel aan de hoogste wezenseigenschap van God, dus aan zijn liefdde, want GOD IS LIEFDE. Deze liefde is ook de band van de volmaaktheid tussen de volmaakten, (Col. 3 v 14). Nu al groeien wij op, wanneer wij in de liefde blijven en ons aan de waarheid houden, naar het beeld van Christus.
Wanneer wij ons geloof losmaken van allerlei afgoden en het op God richten, dan doen wij dat, omdat wij Hem hebben liefgekregen, (1 Thess 1 v 8 en 9). En...liefhebben is ook de basis voor geloof.
De band met God zal in eeuwigheid steeds hechter worden. Door de band der liefde worden wij in de eeuwigheid steeds meer samengesmeed met de medegezaligden. Dan ontstaat er zo'n hechte eenheid, dat er voor God geen beletsel meer is om 'alles te zijn in allen'.
De liefde is de gezindheid, waarin God de mens tegemoet treedt, zijn woorden tot hem richt en zijn beloften aan hem schenkt. Liefde is ook de gezindheid, waarin de mens tot God kan naderen, in geloof diens woorden aangrijpt en hoopt op de vervulling van zijn belofte. De liefde draagt tot in eeuwigheid alles. Daarom is en blijft de liefde de meeste.
Nu denk je ook al, dat ik een mysticus ben. Je bent er niet boos om, maar je wilt het graag wéten.
Laat ik eens nagaan, wat mijn bronnen hierover te melden hebben: Mysticisme: - mystiek - de neiging tot mystiek - ( lichtelijk afkeurend): dweperige religiositeit, die zich het liefst verdiept in hetgeen voor de rede ontoegasnkelijk is.
En dan lees ik verder: in de mystiek worden mens en God éen. De mysticus dringt zover in allerlei begrippen door, dat hij het eigenlijke, wezenlijke, dat geen naam meer heeft en een onkenbare inhoud, bereikt. Ascese, extase, meditatie of contemplatie zijn de middelen om dieper door te dringen. Onbetreden gebieden worden verkend.
Voor allerlei riten en leerstellingen uit de religie , waartoe de mysticus zich het meest aangetrokken voelt, heeft hij weinig belangstelling.
De mysticus zoekt een bewuste, rechtstreekse en liefdevolle vereniging van de ziel met God, een vereniging , door God zelf teweeggebracht; het diepste wezen van de ziel wordt met de levende God verbonden. De mysticus zal vaak de behoefte voelen om zich ten bate van de gemeenschap te stellen. Hij beschouwt de aan hem gegeven instelling uiteindelijk alleen als een genadewerk van de Eeuwige
Enz ....enz....
Hijo; ooit had ik geen weet van de diepere zin van bekering. Ik wist ook niets van wedergeboorte en doop in de Heilige Geest. Geestesgaven en Geestesvrucht waren voor mij volkomen onbekende grootheden.
Maar toen het God behaagde, om mijn oog hiervoor te ontsluiten, kreeg ik nogal eens critische geluiden te horen: - Wat ben jij weggeraakt van het nuchtere geloof; je bent een 'zoeker' geworden. - je hebt datzelfde dweperige als je broer. - en zulke opmerkingen meer.
Maar ik herken veel van de dingen, die in een ver verleden voor mysticisme werden gehouden; het gaandeweg ontdekken van de onzienlijke wereld, de mogelijkheid om strijd te leveren met satan, de begeerte om een relatie met God te hebben en niet te leven bij allerlei leerstellingen, maar bij die relatie.
Altijd heb ik er naar gestreefd om de Bijbelse leerstellingen vast te houden. Nooit ben ik 'zweverig' geworden;maar het is zo, dat mensen, die mij een zwever, een mysticus, zouden willen noemen, tegenwoordig heel wat mystici tegenkomen.
In feite is het ontdekkken van de hemel, het ontdekken van de geestelijke werkelijkheden, het ontdekken van de geestelijke wereld, het ontdekken van de geestelijke strijdtotaal niet zweverig, maar de enige mogelijkheid om vol te houden in de grote, geestelijke strijd, die aanstaande is.
Ik heb je niet alles duidelijk uiteen kunnen zetten misschien, maar wij blijven in gesprek....toch!?
Waarom deed Jezus zo náar tegen die Kananese vrouw.
Dag Pluizeke, dag Koentje,
Jullie hadden een vraag over Matth 15 v 24: "Hij (Jezus) echter antwoordde en zeide (tot de Kananese vrouw, die om hulp smeekte voor haar bezeten dochter): 'Ik ben slechts gezonden tot de verloren schapen van het huis Israel'..."
En nu is de vraag: - waarom hield de Heer Jezus die vrouw een tikje 'af' - hoe moeten we deze tekst opvatten.
Allereerst dit: ik ben altijd zo in mijn nopjes met pure schriftvragen. En dit is er weer éen: leuk!
Het is goed om in dit verband ook aandacht te schenken aan Matth 10 v 5 en 6: "Deze twaalf zond Jezus uit met de volgende opdracht: 'Begeeft u niet in de richting der heidenen en gaat geen Samaritaanse stad binnen; maar gaat veeleer tot de verloren schapen van het huis Israel".
En kijk ook eens naar Matth 28 v 19: "En Jezus trad nader, zeggende: 'Mij is gegeven alle macht in hemel en op aarde. Gaat dan henen ...maak alle volken tot mijn discipelen'"
De Here Jezus achtte zich gebonden aan zijn opdracht, die Hij onder andere las in Jesaja 49 v 6; "Het is Mij (God) te gering, dat gij, (de toekomstige bevrijder) Mij tot een knecht zou zijn om de stammen van Jacob wederom op te richten en de bewaarden van Israel terug te brengen....Ik stel u ( in een later stadium) tot een licht der volken opdat mijn heil reike tot het einde der aarde..."
We zien heel duidelijk, dat Jezus' opdracht in eerste aanleg begrensd was. Het volk Israel moest eérst kennis maken met deze heerlijke dingen. Het was qua afkomst en geestelijke goederen op zo bijzondere wijze bevoorrecht en zó gelieerd aan de grote Bevrijder. Pas toen zij al deze schoonheden hadden verworpen, is het heil naar de heidenen doorgegaan.
En nog steeds staat Jezus op het nu beschreven moment aan het begin van de grote opdracht. Eerst moet het volk Israel alle kansen krijgen. Zeker; Hij heeft eens een inbreuk gemaakt op deze opdracht, toen Hij dat gesprek had met de Samaritaanse vrouw, (Johannes 4), maar dat was een bijzondere leiding van Gods Heilige Geest, immers: "...Hij MOEST door Samaria gaan", ( 4 v 4).
En nu staat Hij tegenover die Kananese vrouw en - trouw aan zijn opdracht- moet Hij zeggen: "Ik ben nog niet aan u toe...". De tijd, dat zijn arbeid de grenzen van de aanvankelijke opdracht geheel zou doorbreken, was nog niet gekomen.
En wanneer de vrouw blijft smeken, is Jezus' verdere antwoord zo op het oog kil, maar de door het geloof gespitste oren van de vrouw vangen iets heel liefs op. Zo voor het oor zegt Jezus: "Het is niet goed het brood der kinderen te nemen en het den honden voor te werpen". Maar de vrouw proeft de fijne nuance: "O....'de Zoon van David', (v 22) zegt niet 'honden', maar 'hondjes'. Wat klinkt dat aanspreekwoord voor de 'huishonden' veel liever......er is een opening."
En dan kan Jezus het gewoon niet meer áan. Er is wel zijn opdracht. Maar zo'n geloof als van deze heidense vrouw....dat móet beloond worden. En....de dochter wórdt genezen.
Wat kúnnen wij hier nu mee. Later kon Jezus opgelucht zeggen: "Het grote werk is voltooid. Ik heb datgene kunnen zeggen, waarnaar ik mijn hele leven heb toegeleefd: 'Volbracht'. En nu is ook elke belemmering weg...op pad...de hele wijde wereld in".
Maar nu kan het nóg zijn, dat iemand met een brandend hart voor de Heer Jezus staat en zegt: "O Heer....ik ben niet eens bekeerd...ik ben geen kind van U....ik heb geen relatie wat dan ook met U...ik weet niets van U...ik weet het: niemand kan ergens op pleiten...maar in ieder geval ík niet. Maar ik geloof, dat U mij helpen wilt".
En ook in zulke gevallen wil de Heer helpen. En al is zo iemand heel niet 'bekeerd'...al weet zo iemand totaal niets van de heerlijkheden,die nog wachten...Jezus redt.
Zelf heb ik het meegemaakt, dat ik midden in een Zuid-Amerikaans oerwoud een toverdokter ontmoette, die toch die ijskoude , oude hand in mijn nog zo jonge, sterke hand legde en smeekte om een aanraking van 'Hem'. En ik mocht Jezus' liefde aan hem doorgeven.
"Wanneer een man of een vrouw door zich de geest van een dode laat spreken of een waarzeggende geest bezit, zullen zij zeker ter dood gebracht worden; stenigen zal men hen, hun bloedschuld is op hen".
Ik wilde er nog even de volgende teksten bijhalen: Leviticus 19 v 31; "Gij zult u niet wenden tot de geesten van doden of tot waarzeggende geesten, gij zult hen niet zoeken , om u met hen te verontreinigen: Ik ben de HERE uw God".
Ook Leviticus 20 v 6: "Iemand, die zich tot de geesten van doden of tot waarzeggende geesten wendt, om die overspelig na te lopen, tegen zo iemand zal Ik mijn aangezicht keren en hem uit het midden van zijn volk uitroeien".
De hele Oud-Oosterse wereld was doordrenkt met deze idee: de afgestorvenen, die in de onzichtbare wereld zijn ingegaan, beschikken over meerdere kennis. Aan levenden- vooral aan vrouwen (1 Samuel 28 v 3)- was het volgens het toenmalige denken mogelijk om door allerlei geheimzinnig manipulaties de doden te dwingen , die meerdere kennis ter beschikking van de levenden te stellen. Zo'n dodengeest heette 'wetende'. Zo werden ook de manipulators van zo'n geest wel genoemd. De raad of bijstand van die doden werd veel gezocht op een wijze, zoals men alleen de Heer behoort te vragen om hulp. Wie zo'n geest zocht, werd onrein, sloot zichzelf buiten de dienst van de Heer. Die dienst vraagt namelijk reinheid.
Men dacht dus als het ware, dat geesten van doden een macht hadden, die alleen aan de Heer toekomt. Er werd met zo'n geest, waarachter een satanische macht schuilging, eigenlijk geestelijk overspel gepleegd, (17 v7). De Heer zegt hier zelf, dat Hij deze zoekers naar de geesten van doden zal oordelen en te gronde richten. De heiligheid van zijn verbond met het volk is er namelijk mee gemoeid.
Maar wanneer het volk ervan weet, dan is het volk zelf verplicht om dit oordeel door steniging over deze zondaars te brengen.
Dat klinkt niet mis allemaal. Maar Hassan, zelf zullen je misschien de koude rillingen over het lijf zijn getrokken, toen je hoorde , wat deze zonde in feite betekende. En wanneer de mensen naar de zede van die tijd en die cultuur dan stenen opnamen en de zondaar wegdeden uit het midden van de volksverzameling, dan was dat precies iets, wat paste in de toenmalige denkwereld.
En God had met het volk Israel, zoals het was, toen Hij het pas uit Egypte uitleidde, een hoge bedoeling. Het moest een voorbeeldvolk zijn temidden van de andere volken. Die andere volken moesten zich verbazen over de hogere orde, die er onder dit volk heerste, dit volk, dat in 'de Tien geboden' een uniek geheel van waarden en normen had gekregen .
God is niet veranderd; alleen de tijden zijn veranderd. - God waarschuwde toen tegen het zoeken van geesten met de idee, dat die geesten van doden of die waarzeggende geesten iets wisten, enige macht hadden, die alleen de Here had. Hij wilde die verontreiniging niet hebben. En dat wil Hij nog niet. - Toen al waarschuwde de Heer, dat iemand, die zich op deze manier in de onzichtbare wereld begaf, in zijn leven zou merken, dat het aangezicht van de Heer tegen hem was en dat hij of zij zijn of haar eigen ondergang bewerkte. En zo waarschuwt de Heer nog. - Toen al zei de Heer, dat mensen, die zelf ook kennis droegen van deze occulte zonden, handelend moesten optreden. En dat wil de Heer nog.
Maar zoals het volk Israel handelde binnen het kader van de denkwereld van die tijd....zo is het met ons zo gesteld, dat wij met het bekend worden van al deze zonden dienen te handelen naar de zeden van deze tijd.
Je noemde daar even de naam van een dame, die in onze dagen nogal van zich doet spreken. Of ze nu juist de dingen doet, waarover ik hiervoor sprak, laat ik in het midden.
Maar tegenwoordig hebben Gods kinderen betere werktuigen dan de stenen, het enige middel , dat de kinderen Israels tóen ten dienste stond. Geestvervulde Christenen kunnen de boze machten, die zich achter al deze kwade zaken verbergen, binden en weerstaan in de naam van Jezus.
Leest een Geestvervuld kind van God allerlei dingen in de krant over paranormale gebeurtenissen ,in zijn omgeving gepland, dan kan hij door de gave van het onderscheiden van geesten, heel goed nagaan, in hoeverre en met welke gedachten hij de boze machten kan bestrijden, die ernaar trachten, mensen schade te berokkenen.
De booschap is dus hetzelfde: - heb niet van doen met enige vorm van occultisme, ook al mogen wij niet alles occult noemen, wat wij niet direct kunnen doorzien. Maar daarbij helpen ons weer de gaven van kennis en wijsheid. - neem je het waar in je omgeving....weesta het dan geestelijk. - wees ervan doordrongen, dat mensen in je omgeving, die aan occultisme doen, zichzelf schade berokkenen, immers de Heer keert zich tegen hen. Waarschuw die mensen.
Ik denk, dat deze tekst hiermee redelijk geachtualiseerd is.
Je hebt tegenslagen. Maar ik denk, dat de volgende dingen voor jou tot troost zullen zijn:
Romeinen 8 v 28: "Wij weten nu, dat God alle dingen doet medewerken ten goede voor hen, die God liefhebben, die naar zijn voornemen geroepenen zijn".
1 Corinthe 10 v 13: "God is getrouw. Hij zal niet gedogen, dat je boven vermogen verzocht wordt, want Hij zal met de verzoeking ook voor de uitkomst zorgen, zodat je ertegen bestand bent".
Frank; jouw jongemensentegenslagen en ook de uitreddingen, die God dan weer geeft, zullen uiteindelijk 'ten goede'werken, zodat je steeds meer op de Heer Jezus gaat gelijken. God , die alle mensen roept, riep ook jou en je zei : "Ja Heer...ik wil aan uw roepstem gevolg geven en mijn hand in de hand van de Heer Jezus leggen".
En wees er van verzekerd Frank, dat de Heer Jezus jou veilig leidt, totdat je de grote, sterke Christen geworden bent, die God de Vader bedoeld had , dat je zóu worden.
Volgens de bijbel moet je je haar op een bepaalde manier laten knippen.
Dag Hassan,
Je vraagt naar de betekenis van::
"Gij zult de rand van uw hoofdhaar niet rond afscheren, en gij zult de rand van uw baard niet afsnijden".
Moeten wij dáar nu weer mee?!
Hassan, dit is niet de moeilijkste vraag, die ik heb te beantwoorden uit jouw rijtje.
In die tijd werden en veel haaroffers gebracht aan de goden. Het altijd weer aangroeiende haar met zijn geheimzinnige levenskracht werd beschouwd als een geschikt middel om op de wil der godheid invloed uit te oefenen.
In Jeremia 9 v 26, 25 v 23 en 49 v 32 wordt terloops gewezen op een bij Arabieren bestaand gebruik : men schoor zich daar de slapen kaal, zodat alleen een pluk haar op de schedel overbleef. Mogelijk had dit ook een religieuze betekenis. Voor dergelijke gebruiken, die een afgodische achtergrond kunnen hebben, was in het Israel van die dagen geen plaats.
Nu is een legitieme vraag deze: "Alles goed en wel; maar welke betekenis kan deze tekst voor mij hebben , hier en nu. Welke diepere gedachte kan ik er aan ontlenen, die deze tekst niet te zwaar belast en toch een steun kan zijn op mijn levensweg?".
Hassan....ik denk, dat ik iets gevonden heb. Al dat gedoe met haar....al die bepaalde haardrachten kunnen tóen tot uitdrukking hebben gebracht: "Ik doe iets aan mijn uiterlijke verschijning om daarmee aan te geven, dat ik best wel een innerlijk leven heb....dat ik best wel over de diepere dingen nadenk...enz"
En kan je dat tegenwoordig ook niet op allerlei manieren tegenkomen. Bij mijn zweftochten over de hele wereld kwam ik in Latijns-Amerikaanse landen mannen tegen, die heel grote kruisen op de borst droegen. Maar bij even doorpraten bleek, dat daar geen eigenlijke, hartelijke relatie met de Heer achter stond. Mogelijk kan deze gedachte ons verder brengen. Wat denk je hiervan:
Niet allerlei uiterlijke signalen vestigen terecht de indruk, dat het van binnen wel goed zit, dat wij een deugdelijke relatie met 'de Eeuwige' hebben. Gods volk hoeft de innerlijke relatie, die het heeft met onze Vader in de hemel, niet uiterlijk te onderlijnen. Die heerlijke relatie straalt wel van binnenuit, zonder uiterlijke, soms valse hulpmiddelen.
Hassan....dat bedoelt nu ook weer niet te zeggen, dat een of ander lief 13-jarig meiske, dat een armbandje 'wwjd' draagt, bezig zou zijn met manipulaties. Welnee; ik houd het ervoor, dat zo'n jong hart echt wel van de Heer is. Zie het wat lenig Hassan.
Nog even een toegiftje. Gisteren zag ik een flits van een occult t.v.-stuk. Een overleden jongedame werd naar de aarde teruggezonden met de opdracht, diverse mensen op vreedzame wijze naar het hiernamaals te zenden. Had ze er weer een, dan werd er een soort 'Jacobsladder' uit de 'hemel' neergelaten, (Genesis 28 v 12) en de uitverkorene klom langs die ladder naar boven. Voor degene, die iets weet van de bijbel, zou deze idee post kunnen vatten; "Ze waren daar wel goed bezig. Er was zelfs een bijbels symbool". Maar het stuk deugde heel niet.
Ach; dit was maar een toegift. Kijk maar eens Hassan, wat je met het hele complex kunt.
Je vraagt: "Het zien van gebeurtenissen in de toekomst zal soms profetie zijn en soms ook een logische gevolgtrekking uit bijbelse begrippen".
Hijo; toen Hitler zijn ontzaglijke dingen deed, zo in 1941 en 1942, stonden velen, waaronder ook ik, versteld: Die man deed toch ook maar alles. Alles veroverd en nu zongen zijn soldaten aan de oevers van de Wolga, vlak bij Stalingrad: "Es steht ein Soldat am Wolgastrand".
Maar er waren toen al wijze mensen, die zeiden: "Wat afvalt van de hooge God...móet vallen" en de talloze bijbelteksten meer, die op de voorspoed van de goddelozen en hun komende ondergang wijzen. Die mensen waren niet profetisch bezig , maar hadden een gezonde bijbelkennis en trokken logische consequenties uit het grote aantal teksten, dat zij kenden.
En daarnaast is er de gave van profetie als een van de gaven van de Geest, ons door het Nieuwe Testament geschetst.
De Geestvervulde Christen van deze gezegende tijd van ons, hier en nu, zal uit beide bronnen kunnen putten.
(Dít eigenlijk lezen ná het eerdere bericht aan Hijo) Dag Hijo,
Mijn tweede antwoord aan jou:
Je mijmert wat over 'het verstaan van Gods stem'. Ik denk, dat het voorbeeld van zulk verstaan nog vers is, heél vers en begrepen ligt in het antwoord, dat ik zonet aan jou gaf.
Toen ik je brief las, ben ik niet zozeer in gebed gegaan. De Heer weet, dat ik voortdurend met een ontvankelijk gemoed naar Hem luister. En ik kreeg deze stellige gedachte: "Haak even aan bij dat woord 'meditatie'".
En toen ik verder ging met mijn onontbeerlijke concordance.... ....eigenlijk zou iederen zo'n werktuig moeten hebben; 'iedereen': elke Christen, die ingesteld is op 'Gods woord bestuderen', ....kwam er deze idee in mijn innerlijk: "Je schrijft niet alleen voor Hijo....doe die tekst nog eens van 'voor de blijmoedige is het altijd feest'".
En toen daarna die loodzware tekst uit Jesaja kwam, dacht ik: "Hí¨ nee...te ingewikkeld". Maar er kwam een gedachte bij mij op: "Nee...doorgaan...hier zit muziek in".
En bij al die gelegehnheden is het zó geweest, denk ik Hijo, dat de Heer een gedachte van Hém legde in een 'gedachtenkarretje' van mij, dat net op weg was naar binnen toe in mijn brein.
Ik acht het mogelijk, dat de Heer heel veel en weinig opzienbarend, maar toch heel indringend, tot zijn kinderen spreekt.
Interessant, wat je schreef over 'meditatie'. De bijbel gebruikt voor 'meditatie in bijbelse zin' meestal het woord 'overpeinzing', als ik het wel heb. Als jij of anderen nog dergelijke bijbelwoorden weten, dan hoor ik het wel.
Hier volgen dan wat 'overpeinzingen': - Jozua 1 v 8: "(de HERE zei tot Jozua): 'Dit wetboek mag niet wijken uit uw mond, maar overpeins het dag en nacht, OPDAT gij nauwgezet handelt, overeenkomstig alles, wat daarin geschreven is, want DAN zult gij op uw wegen uw doel bereiken en zult gij voorspoedig zijn'".
Overpeinzen van Gods woord is zo gezien een levens noodzaak. Want wie van ons wil nu niet 'het doel bereiken ' en 'voorspoedig zijn' in geestelijke zin.
Psalm 1 v 2: "Welzalig is de man....die aan des HEREN wet zijn welgevallen heeft en diens wet overpeinst bij dag en bij nacht..."
Wanneer je werkelijk aan 'het goede boek van God' een welgevallen hebt, dan kan het niet anders dan dat je de teksten uit dat boek overpeinst. En wanneer je 's nachts eens wakker ligt, dan ga je geen 'schaapjes liggen tellen' en je niet zenuwachtig maken....nee; dan ga je maar eens liggen peinzen...bijvoorbeeld over zo'n woord als: "Alle dagen van de ellendige zijn boos, maar voor de blijmoedige is het altijd feest", (Spr 15 v 15).
Psalm 143 v 5: (David): "Ik overpeins al uw daden". En de daden van de Heer zijn oneindig vele.
Jesaja 43 v 18: "Uw hart zal de (voorbijgegane) verschrikkingen, (die gevolgd zijn door uitreddingen) overpeinzen"
En wie zijn die overwinnaars, die achteraf nog eens overpeinzen uit welke nood de Heer hen heeft gered: De mensen, die in oprechtheid wandelen. Zo iemand: - kan verkeren bij een verterend vuur en een eeuwige gloed - die mens spreekt oprecht - ...en weigert oneerlijk gewin - ...en weigert zich om te laten kopen met steekpenningen - ...en wil niet naar slechte plannen luisteren - ...en wendt de blik af, wanneer de porno hem uit alle uitstallingen toegilt. - die mens woont op Gods hoogten - ... en in de bescherming van God, die een rots is - ...zijn leven is verzekerd - ...en hij ziet God in zijn schoonheid - ...en de heerlijkste perspectieven openen zich voor hem.
En zo iemand overpeinst graag en veel.
Ik bedenk nu opeens, dat het woord 'overdenken' ook een equivalent is. Maar het is al goed. Mijn eerste antwoord aan jou vind ik zo wel voldoende.