In de Tien Geboden staat de zin: "Ik, de HERE, uw God, ben een naijverig God die de ongerechtigheid der vaderen bezoek aan de kinderen tot in het derde en vierde geslacht van hen die Mij haten..." (Exodus 20: 5b -NBG'51).
Wat wordt bedoeld met 'haten'?
Dag Riska,
Wanneer je verzen 4-6 in totaliteit leest in de NBV, dan krijg je allereerst een inzicht hierin, dat God alle verering van enig schepsel , in welke vorm dan ook, als zeer gevaarlijk oordeelt en zulk een handelwijze niet duldt. En degene, die zó Gods eer te grabbel gooit, door op enige wijze het schepsel te eren boven de Schepper, wordt door God een 'hater' genoemd, een mens, die God veracht en beledigt.
En deze zonde is zo erg, dat een vader en/of een moeder, die er zich aan schuldig maakt, zoons en dochters met een kwalijke erfenis opzadelen. Dit kan niet zo zijn, dat de kinderen dan ' automatisch' gaan zondigen. Want Ezechiël 18 zegt luid en duidelijk, dat de kinderen niet zullen veroordeeld worden om de zonden van de ouders.
Maar ; een voorbeeld: Er zijn kleine middenstanders. Hun zaak is hun afgod. Hun hele leven staat in het teken van ' de zaak'. De geestelijke opvoeding van de kinderen lijdt er schade door. Later zeggen die kinderen wel eens tijdens ' broertjesdagen' of ' zusjesdagen': "Het was thuis altijd maar ' de zaak....de zaak'. Ik ben door die eenzijdige gerichtheid van mijn ouders echt niet voldoende toegerust voor het leven in al zijn aspecten".
Dit is een aangelegenheid , die alle ouders terdege dienen te overwegen: je kinderen dragen het stempel mee van wat jij verkeerd en goed deed.
Maar nu de zinsnede: " ...en ook het derde geslacht en het vierde, WANNEER ZIJ MIJ HATEN...." En nú komt er - in alle schuchterheid- een heel ongebruikelijke uitleg door de andere woordschikking van de NBV. Want de NBG heeft hier: " die de ongerechtigheid der vaderen bezoek aan de kinderen, aan het derde en aan het vierde geslacht van hen, die mij haten..."
In de NBV staat dus eigenlijk: "Ja zeg....de klein-en achterkleinkinderen kunnen echt niet meer met het argument aankomen: ' Bij opa en oma ging het alleen maar over die-en die voetbalclub. daar draaide het hele gezinsleven om. En daar heb ik nú nog de emotionele schade van' . Nee..die vlieger gaat niet meer op".
Nu komt er iets moeilijks: Je weet, dat Jezus eens een gelijkenis vertelde over een boze geest, die bij een mens was uitgedreven en ' zonder job' zo maar wat rondzwierf. Toen dat stierlijk begon te vervelen, ging hij weer eens kijken bij de mens, waarbij het 'zo goed had gehad'. En ja hoor: het huis was schoon.....maar LEEG. Je kent het verhaal; het is te vinden in Matth 12 v 43 en volgende.
Met een variatie hierop is ook goed voor te stellen, dat na het overlijden van grootouders met een afgod in hun leven, een- door dat overlijden werkloos en dakloos geworden- boze geest weer eens bij de kleinkinderen komt kijken of desnoods bij de achterkleinkinderen, of daar ook zulk een afkeer van God, een haten van God en een geneigdheid om afgoden te gaan volgen, aanwezig is. En wanneer bij klein- of achterkleinkinderen het huis weer leeg is, trekt de boze geest weer naar binnen. De kinderen krijgen hun portie rechtstreeks van de ouders. Maar de klein- en achterkleinkinderen worden zo nu en dan nagelopen door satan en zijn trawanten, of ze ' rijp' zijn, (voor nieuwe aanvallen van de duivel dan).
Maar....het tegendeel wordt ons getekend in vers 6: "...als mensen God liefhebben en doen, wat God gebiedt, heeft dat een liefde tot gevolg, die reikt tot in een onbepaalde volheid van geslachten".
Hagar heeft ons gevraagd, onze mening te geven over het begrip ´reïncarnatie´.
Ik wil hier 'een ' Christelijk geluid doen horen. Ik zet 'een'tussen haakjes om daarmee aan te geven, dat ik heus niet de enige opiniehebber ben op het Christelijk erf. Verder is mijn bedoeling enkel, om een Christelijk geluid toe te voegen aan de vele geluiden, die over de hele wereld te horen zijn en ook in dit topic.
Ik wijs op Prediker 11 v 3: "Naar welke kant een boom ook valt, naar het noorden of het zuiden, , hij blijft liggen op de plaats waar hij valt".
Vele Christenen duiden deze tekst als volgt binnen her raam van het gehele bijbelse getuigenis: "Na 's mensen dood, die elke terugkeer uitasluit, komt er in zijn staat voor God geen verandering meer. Dat wordt weergegeven in de val van die boom, zuidwaarts of noordwaarts".
En als Jezus het beeld schetst van een zelfzuchtig iemand, ( de gelijkenis van de rijke man en de arme Lazarus uit Lucas 16), dan krijgt die rijke man na zijn dood geen gelegenheid om het nog eens te proberen...nee 'zijn boom is in een bepaalde richting gevallen' en dat is onherrroepelijk.
Men kan niet zeggen, dat deze Christelijke opinie te hard is omdat zovelen nooit van God, laat staan van Jezus, laat helemaal staan, van de Heilige Geest hebben gehoord. Want in Romeinen 2 v 14 en volgende wordt een ruime deur geopend voor al degenenen, die 'het beginsel van Gods wet' in hun hart hadden geschreven staan.
Ook wordt in de bijbel op vele plaatsen afgerekend met de gedachte, dat het aantal goede daden het aantal slechte daden behoort te overtreffen, wil men 'tot hoger heerlijkheid'of- zoals de reïncarnisten dat noemen- tot een hogere reïncarnatie kunnen stijgen.
Jacobus leert dat alleen (geloofs)werken, door God in genade bij de gelovigen ingegeven werken, gelden. "Laat nu maar eens zien, dat je kunt geloven zonder daden, ( door het geloof geïnspireerde werken); ik zal u door mijn 'daden'tonen, dat ik geloof".( 2 v 1.
In mijn visie kan je in dit leven gereed komen, wanneer je al de instrumenten gebruikt , die God geeft. Sterker gezegd: je MOET hier en nu gereed komen. En dit zijn de instrumenten: - geloven in Jezus'volbracht werk op Golgotha, waar hij alle zonden van alle mensen, die dat willen aannemen, op zich nam en uitboette. - geloven in God de Heilige geest, die ons door gaven en vrucht tot overwinnaars wil maken
Denk niet, dat je in een volgend leven een herkansing krijgt. Het is uw kans hier...het is uw kans : nu.
Wat fijn om van jou eens een bijbelvraag te krijgen, die nu eens niet ging over 'dodenrijk, hel, toestand tussen sterven en opstanding en 666'. Ik doe de beantwoording van die vragen graag hoor. maar ik had net aan de Heer gevraagd: "Graag iets anders er tussendoor". En toen was daar Steffanie!
Spreuken 31 v 14, 16, 18 en 24 dus in hun betekenis voor 'de vrouw van vandaag'.
vers 14: "Zoals een koopmansschip naar verre streken vaart, zo haalt zij van verre wat ze nodig heeft".
De kanttekeningen bij de bijbel geeft hier als verklaring: "de wollen en linnen kledingstukken, die zij bereidt krachtens vers 13 , vormen uitstekende ruilmiddelen, waardoor zij zelfs buitenlandse goederen tot zich weet te trekken".
Nu kan ik mij voorstellen, Steffanie, jij met je hogere beroepsopleiding in de chemie, jij met die vijf jongens in jouw groep tegenover jou als enig meisje, nu kan ik mij voorstellen, dat je zegt: "Wat kan ik nu met deze tekst nog eens doen voor het Evangelie".
Maar Steffanie, daarvoor is deze tekst ook niet bedóeld. Dit lofdicht is geschreven als een 'gouden abc voor de vrouw'. Wanneer je als man een vrouw tegenkomt, die: - altijd achter je staat....als jij op een belangrijke vergadering even je rokende hoofd wil afwissen, dan is er altijd die schoon gewassen en gestreken zakdoek in je broekzak. - als jij doodmoe uit je werk komt, dan is zij daar met lieve woorden en daden. Pas wanneer je helemaal tot rust bent gekomen, maakt ze jouw deel van haar zorgen-van-de-dag. (v 12) - altijd gezellig druk met nuttige dingen. En als jij dan zegt: "Een vrouwenhand en een paardentand staan nooit stil", dan gekt zij zo echt plezierig:, stug doorgaand: "Je gaat mij toch niet met een páard vergelijken".(13) - en die opleiding in de ITC gebruikt ze dan weer om ergens een goede deeltijdbaan vandaan te slepen, (14). - 's morgens, wanneer jij je tanden staat te poetsen, hoor je haar al gezellig rumoeren en met de kinderen kwinkslaan, (15). - Toen jij zo'n beetje tobde: "Ja, ik moet voor dat mooie nieuwe huis toch íets meer geld hebben om voor de rest hypotheek te krijgen", toen was zíj daar weer met : "Maar ik heb een spaarbankboekje met 5.000 euro er op. O , heb je maar 3000 nodig. Wel....verhuizen kost bedstro. Daarvoor zijn die 2000".(16). - niks geen soesah met: " 'k Heb een dip". Nee, zij stroopt haar mouwen op voor de taken van elke dag, (17). Zoals in oude tijden het branden van een nachtlichtje betekende: welvaart; zo is het ook bij haar. Het is zo'n echt lekker-degelijke, harmonische, welvarende toestand in dat huis.(1. - Vaardig met mobiel, pc, sms, msm en alle dingen, die een moderne huisvrouw moet beheersen- onder andere voor www.marktplaats.nl- naast kookkunst en 'de boel aan de kant houden', (20). - wanneer een zoon binnenkomt : "Ma...hier zijn ze voor 'Jantje Beton' "....direct die beurs getrokken en altijd een grote munt beschikbaar, zonder allerlei gedenk, (20). - "Ma...'t wordt zo koud op de fiets naar school, nu in oktober". Maar ma heeft alweer een lekker 'bomberjack', (21). - In haar deeltijdbaan zeggen ze: "Bibi...(haar kantoorkoosnaampje, want ze is heel geliefd), "wat zie jij er toch altijd fantastisch goed uit",(22). - Haar man heeft zo'n stevig 'thuisfront' in haar, dat hij daaraan maatschappelijke rust ontleent en zijn carrière ondersteund ziet, (23) - zij heeft nog tijd over om 'thuiswerk' te doen en verdient daarmee een beste cent bij, (24).(Vandaar die verrassende euro 5000).
Enz enz. Maar jij ging niet verder dan vers 24.
Wel Steffanie, nu zie je het: deze teksten zijn niet speciaal geschreven voor jouw toestand van dit moment. Maar ze hebben wel een les in zich voor later, voor de tijd, dat jij een man gelukkig wil maken: - geen sprake van depressies, elke dag beginnen met een dapper-blij: " A votre service, mon Dieu!!", ( 25). - In het opvoeden van de kinderen zo wijs, zo vriendelijk sturend, (26). - De kinderen kunnen niet anders dan zeggen, ook al komt het in de pubertijd wel eens moeilijk uit de monden: "Ma!!!....een door-en-door ijverige vrouw. Wij noemden haar wel eens 'het koopjesmens', vanwege haar weloverwogen zuinigheid. Maar we plukken er thuis wel allemaal de vruchten van", ( v 2. - Ook haar man kan niet anders zeggen dan: " Een vrouw uit duizenden, (10). Wat was dat een goede greep, toen ik haar ten huwelijk vroeg. Wat een kapitaal kwam er zo binnen, (10). Ik heb wel eens prima huisvrouwen enz enz gezien, maar déze!!!. Toen ik jong was, heb ik wel eens naar nóg meer aantrekkelijke meisjes gekeken, met nóg mooiere bekjes. Maar ik koos voor haar geloof in Jezus en God. Zij heeft zogezegd 'de hemel aan mij verdiend' ", 29-31.
Er zit een algemene les in voor de 'jongedochters',die deze posting lezen. Alleen de volle kracht van het geloof, de meest intense wijze van God dienen, kunnen iemand van je maken, die zó dapper en beleidvol, zó liefdevol en vakkundig, zó blij en ondersteunend is.
Werk daarheen, huwbare meidjes, samen met de Heer.
In een volgende posting kom ik op andere bijbelteksten, Steffanie, die jou meer kunnen dienen in jouw concrete situatie.
Daag Ger
(Sommige positieve aspecten van dit schrijven komen voort uit mijn persoonlijke ervaringen met mijn gade) G ( bij de geldzuivering in 1945 werd ook een geheim spaarbankboekje van mijn moeder bekend, een 'appeltje voor de dorst', bespaard uit haar huishoudgeld. Dat de 'instanties' daar toen liefdeloos mee omgingen doet nu even niet terzake) G
Behandel een ander, zoals je zelf zou willen worden behandeld
Dag allemaal,
Dit topic werd geopend met het poneren van deze leus: 'Doe niet met een ander wat je zelf niet graag hebt'
En ons oordeel werd gevraagd over deze leus.
Het is een leuk initiatief om te zoeken naar wat ons verenigt en niet naar wat ons scheidt.
Met deze leus kan ik het wel eens zijn. Maar iemand heeft ergens gezegd: "Behandel anderen steeds zoals je zou willen dat ze jullie behandelen". Deze formulering acht ik toch veelomvattender.
Dit ' zeggen' is eigenlijk hetzelfde als hiervoor staat, maar toch heel anders. Ik heb de spreuk, die hierboven als eerste staat: 'Doe niet met een ander wat je zelf niet graag hebt' vaker gehoord in déze vorm: "Wat gij niet wilt dat u geschiedt, doe dat ook een ander niet". Dat klinkt zo negstief,maar de uitspraak, die ik aanhaalde is positief.
Die heeft namelijk déze inhoud: " Steeds, in alle omstandigheden, niet alleen de gemakkelijke en eenvoudige , maar in ALLE situaties, dient men zich in te denken in de omstsndigheden van de ander. Men moet zich dan afvragen, wat men zelf in die situatie zou willen ontvangen. En dat doe je dan aan die ander".
Voorbeeld om positief tegenover negatief te plaatsen. Liefde is oneindig veel meer dan het achterwege laten van vijandschap.
Het woord 'niet' heeft iets negatiefs. Het onuitgesproken 'wel' in de door mij aangehaalde formulering heeft iets positiefs.
Stel : iemand gebruikt in een discussie een vreemd woord verkeerd. Dan behoor je je eigenlijk - als gesprekpartner- af te vragen: "Als ík dat woord verkeerd zou gebruiken, zoals ik dat nu door hém hoor doen, zou ik dan willen, dat mijn tegenpartij daar hatelijk op inging. Zou ik het niet veel fijner vinden, dat hij later, op een geschikt ogenblik, mij vriendelijk, zo mogelijk onder vier ogen, op mijn ´faux päs´zou attenderen en daarna het gesprek met aangename, opbouwende woorden zou afsluiten" .
Dit ene voorbeeld is al zo moeilijk in de practijk te brengen. Het houdt een liefdevolle gezindheid in met betrekking tot het verkeer met andere mensen.
Om deze eenvoudige leus goed toe te passen, dient men eigenlijk een mentaliteitsverandering te ondergaan . - waarbij elke kwaadaardigheid uit eigen wezen wordt uitgebannen, en daarvoor vriendelijkheid in de plaats wordt gesteld. - elke wrevel dient ingeruild te worden tegen een liefdevolle gezindheid - elke verbittering dient plaats te maken voor vreugde - ....en ga zo maar door.
De kop van dit topic was slechts de helft van de vraag1 Ik ga 'm afmaken:
Waarom ga je nog naar de kerk, als je toch niet bereid bent om je HELEMAAL over te geven?
Tja, moeilijk he? Vaak is het leven van een christen 'een beetje van mezelf en beetje van Maggi'. God een beetje en de wereld een beetje. Maar waarom ga je dan nog naar de kerk in de hoop dat je er een aanraking met God krijgt, bekering, omkeer, verlossing. Als je eigenlijk al weet dat je bepaalde dingen toch niet los wilt laten. Vroeger noemden ze dat 'boezemzonden'. Heb jij ook allerlei excuses gevonden om met je eigen leventje door te gaan, terwijl je weet dat God volledige overgaven vraagt? En dan maar wachten tot God krachtdadige bekering werkt?
Dus nog een keer de vraag:
Waarom ga je nog naar de kerk, als je toch niet bereid bent om je HELEMAAL over te geven?
Denkertje...!!
Wat begrijp ik goed wat je bedoelt. In vurig ,jeugdig enthousiasme heb je gezien, dat de Heer een mens volkomen voor zích wil hebben, omdat hij alleen iets groots kan doen met en in mensen, die niet op twee gedachten hinken, aan beide zijden mank gaan, ( 1 Koningen 18 v 21).
En het lijkt wel of je ze toeroept:
Doe toch liever n1et mee, als je toch maar vals staat te zingen, niet echt vals , maar zo net er tegen aan, als je de kamertjes met je boezemzonden stijf gesloten houdt voor God de Heilige Geest.
En als je echt alleen maar God gebruikt voor een zondags toefje over een hele week je eigen zin doen, blijf dan helemaal maar thuis.
En als je werkeloos zit te wachten, omdat de bijbel immers zegt, Filipp 2 v 13: "Want het is God, die zowel het willen als het handelen bij u teweegbrengt, omdat het hem behaagt" en omdat je die tekst zó uitlegt: " Alle initiatieven moeten helemaal en helemaal alleen van God komen"... och...blijf dan ook maar thuis.
Wat een enthousiasme.
Maar Hebreeën 10 v 24 en 25 zeggen: " Laten we opmerkzaam blijven en elkaar ertoe aansporen lief te hebben en goed te doen en inplaats van weg te blijven van onze samenkomsten, ZOALS SOMMIGEN DOEN, elkaar juist bemoedigen, en dat des te meer naarmate u de dag van Jezus' komst ziet naderen".
Het is goed om aan alle mensen te gunnen, naar de sam te komen: - ze leren daar lief te hebben en goed te doen - zij leren elkaar bemoedigen - zij leren er rekening mee te houden dat de bazuinen op het meest onverwacht kunnen schallen, ( 1 Thess 4 v 16).
Iedereen bijna begint als: - een mens met geheime kamertjes vol boezemzonden, al zijn dat soms heel gewone, nette dingen zoals schraperigheid - een mens, die last heeft van ' valse lijdelijkheid' - een mens, die op zijn best God en zijn woord en de verlossing door Jezus wat vaagjes beseft - een mens, die heel veel van zich zelf denkt en weinig eigenlijk vetrouwen heeft in Jezus.
De Hebreeën, waaraan hier geschreven wordt, zullen ook wel legio van die mensen onder hun leden hebben gekend.
En al die mensen, vroeger en nu, kunnen in de gemeente zoveel slechte dingen afleren en goede dingen bijleren.
Bid maar veel voor al die brekebenen...die mankpoten....dat ze toegroeien naar het ' 100% voor Jezus gaan' Ikzelf ben ook zo'n brekebeen geweest. Onder Gods leiding leer ik lopen Vit niet op die mensen van 2 stappen vcooruit en éen stap achteruit. Bidden is beter dan vitten, (ik zeg niet dat jij dat doet hoor).
Een droevig stekje kan zo opknpappen van goede grond en wat bloemenmest. Zo heb ik ook mensen zien opknappen. In onze sam zag ik iemand, die een jaar geleden binnenkwam als een kleumend stekje en die nu al een eenvoudige functie heeft, die stralend wordt vervuld..
Onder het hoofd 'Geesten zaaien paniek in Koeweit' heb ik ook een posting geplaatst, die eigenlijk in jouw vraag past. Natuurlijk niet precies, want hij was op die andere vraag toegesneden.
Daarom wil ik hier nog wat verder ingaan op je vraag. God is zo goed en barmhartig, dat Hij alle eeuwen door ook alle volkeren van de hele wereld in het oog hield. En in het kader van dat mild gadeslaan heeft Hij krachtens iets, wat ik zou willen noemen 'de algemene genade' ze niet helemaal zonder richtlijnen gelaten.
Maar ook satan keek toe. En -om nu maar eens een voorbeeld te noemen- omstreeks 600 jaar na Christus kwam hij met een heel gedurfd idee: ............. Ik schep een godsdienst van monotheïstische snit, de grote trend tegenwoordig. Ik ruim daarin een ruime plaats in voor 'Isa', zoals ik 'Jezus' ga noemen. Maar toch een mindere plaats dan de plaats, die ik inruim voor Mohammed. Met dat noemen van 'Isa' speel ik hoog spel, ik weet het. Want Jezus, is de centrale figuur in het Christendom, dat zo onstuimig bezig is de hele wereld te veroveren. Wanneer ik hem annexeer voor de door mij te verzinnen godsdienst, dan neem ik de Christenen de wind uit de zeilen. En met mijn volstrekt monotheïstische godsdienst kan ik mooi het Christendom als inferieur schetsen, immers zij hebben de moeilijke leer van de Drieëenheid, een leer, die mij doet huiveren van schrik en ellende, maar die ik aan de mensen kan schetsen als' de leer van de drie goden'.
Ik maak gebruik van ene Mohammed, die op het ogenblik aan het zoeken is naar éen god, omdat ook híj ziet, dat zoiets tegenwoordig een heel gewild iets is. Ik gebruik daarvoor de 'maangodin', toch al de meest populaire godheid onder de arabische volkeren. Ik schep daarnaast een wirwar van onmogelijkheden om aan de door mij uitgedachte godsdienst te ontsnappen. En dan gaan we eens even een fiks dammetje opwerpen tegen de zegetocht van Jezus. ...... Wel; je weet, wat ervan gekomen is.
Maar mijn punt is nu, dat God ook door dit satanische bedenksel heen de hopeloos van de waarheid afgesloten 'potentiële jazeggers' in de gaten hield en de glimpen van zijn genade op hen heeft laten schijnen, zodat de vlam van het ware geluk niet helemaal en helemaal doofde. In een kleine slotposting geef ik de nadere toelichting, die ik later gaf, óok in dat andere topic.
Bij het nalezen vind ik een en ander wat 'kort door de bocht'. Ik heb niet willen zeggen, dat de Moslims een duivelse godsdienst volgen. Ik heb hun gevoelens niet willen kwetsen, (1 Corinthe 13 v 5). Nee; ik heb de gedachten van satan willen nagaan, toen het Christendom zijn opmars aan het maken was. En de apostel Paulus heeft gezegd, dat de gedachten van satan ons niet onbekend zijn.( 2 Corinthe 2 v 11). Maar door alle eeuwen heen zijn er edele mensen geweest, die in de sfeer van de islam opgroeiden en daar soms heel veel goede gedachten aan hebben verbonden. Maar daar zie ik dan weer de 'jazeggers', die van deze godsdienst nog het beste hebben trachten te maken. En ik ben er zeker van, dat van de anderhalf miljard nominale Moslims op aarde er zeer velen datgene, waarvan zij iets goeds hebben weten te maken, zullen ruilen voor het betere, dat Jezus heeft gebracht.
"The proof of the podding is in the eating", zeggen de Engelsen, wanneer zij het over hun nationale trots hebben, de kerstpudding, die 'podding' heet en niet 'pudding'.
Hoewel het wat oneerbiedig klinkt zou ik deze regel ook voor God willen laten gelden. Zovelen spreken veel over hem. Maar hoe weinigen nemen nu eens de proef met hem.
Psalm 34 v 9 zegt: "Smaak en ziet, dat de HERE goed is; welzalig de man*, die bij hem schuilt
* en natuurlijk ook: de vrouw.
Ik neem al vele jaren de proef met God. Ik neem voortdurend 'ferme happen' van zijn barmhartigheid, liefde, blijdschap, vrede, vriendelijkheid, goedheid, trouw, mildheid en geduld.
En het smaakt echt naar: méer.
Niet om God heenlopen...maar van hem genieten.
Maar hóe...?: in de gedaante van Onze Heer Jezus Christus kwam hij naar de aarde om recht te zetten , wat fout was gegaan en de mensen weer in de rechte verhouding met zichzelf te brengen. Begin hem daarvoor eens te bedanken om tot een relatie met hem te komen.
Bart werpt de vraag op of het menselijk lichaam autonoom is, dat wil zeggen of het menselijk lichaam zonder ziel en geest kan.
Op grond van mijn Christelijke levensovertuigng beantwoord ik deze vraag ontkennend.
Natuurlijk heb ik niet de overtuiging, dat mijn zienswijze met de zienswijze van alle andere Christenen klopt.
Echter; 1 Thesalonicenzen 5 v 23 schrijft: " Moge de God van de vrede zef uw leven in alle opzichten heiligen en mogen heel uw geest, ziel en lichaam zuiver bewaard zijn bij de komst van onze Heer Jezus Christus".
Vele voorgangers hebben over deze tekst prachtige dingen gezegd.
Laat ik echter voor ditmaal volstaan met de opmerking, dat geest, ziel en lichaam een onverbrekelijke eenheid zijn. Bij het sterven, zoals wij dat kennen, wordt het lichaam van ziel en geest gescheiden. Het lichaam gaat ook te niet.
Maar uit 1 Corinthe 15 leren wij, dat we niet naar dit 'te niet gaan' moeten zien. In vers 5 wordt gesteld, dat God bij de opwekking van de doden.... een begrip, waarop ik nu even niet in ga ....."aan het lichaam de vorm geeft, die hij vastgesteld heeft".
God wil de eenheid. Hij stuurt zijn Heilige Geest, wiens komst is mogelijk gemaakt door het overwinnend offer van Jezus Christus op Golgotha.
Die Heilige Geest heeft , wanneer hij wordt toegelaten, de mogelijkheid om via de menselijke geest, ook de ziel en het lichaam te herscheppen. En het doel is: de herschepping van het geheel, zoals in de tekst hierboven stond.
Ik heb een vraagje: Binnen de refo-wereld wordt veelal afwijzend gereageerd op tv. Ook een documentaire mag niet, want het is op tv. Via internet naar uitzending gemist kijken mag ook niet, want ook dat is in principe tv kijken, want dat is toch eens op tv geweest. Maar er mogen wel allerlei films en series gekeken worden op dvd en video. Terwijl dat toch ook op tv is geweest. Ik vind dat intens inconsequent. Er wordt op zondagavond van alles en nog wat gezongen door diverse gezinnen. Allerlei bundels komen uit allerlei hoeken en gaten tevoorschijn. Maar in de kerk mag dat weer niet gezongen worden. Zoals het altijd was moet het blijven. Discussie ten enen male onmogelijk.... Ik kom dit soort dingen veel tegen binnen refo-Nederland, en vind dat er op sommige gebieden heel inconsequent geleefd wordt. Wat vinden jullie hier van? Niet om de zgn "zwaardere hoek" zwart te maken, maar als men zo principieel is, dan moet dat toch in alles doorwerken? Je moet nauw leven zoals men dat weleens noemt. Dan moet dat op alle terreinen van het leven, toch?
Dag Race,
Tot mijn 37 ste was ik synodaal- gereformeerd. De lijnen werden daar -toen al - 1959- iets minder strak getrokken dan bij Refo -nu nog-. Ik herinner mij toch echter nog wel discussies of je op Tweede kerstdag mocht schaatsen, als die dag niet op een zondag viel. ( Er waren toen nog winters , waarin er überhaupt nog wat te schaatsen viel). Toen kwamen er mensen in mijn leven, die mij wezen op het meer beleven van 'de binenkant van het geloof'. In de loop van verscheidene jaren, maakten zij mij opmerkzaam op wedergeboorte en de doop in de Heilige Geest met de bijbehorende gaven en vrucht. Ik kreeg oog voor de satan als eigenlijke kernvijand, (Efeze 6 v 12) en voor de mogelijkheid om hem te bestrijden in zijn eigen bestaansniveau... ( want van 'leven'mag je eigenlijk voor wat betreft de duivel niet spreken). Het werd mij duidelijk, dat wij geestelijk zó weerbaar moeten zijn in de komende eindstrijd tegen de antichrist. Die is namelijk ook een geestelijke vijand, die, geïnspireerd door satan, met geestelijke wapens strijdt.
Wat mij nu allereerst opvalt, is dit: je spreekt over kostbare mensen met een enorm potentieel van trouw, dat een geweldige aanwinst zou kunnen zijn vcor versterken van de rijen van allen, die nú de geestelijke strijd strijden.
En vervolgens valt het mij op, dat deze dapperen 'de boel nog aardig bij elkaar weten te houden' met al hun wetjes . Maar dat konden de oude Joden ook. Toen Jezus zijn krachten begon te ontplooien, zat hij net in het goede werkveld, waar hij optimaal als leraar bezig kon zijn: een versteend geloof met totaal overwoekerde Mozaïsche wetten. Ze hadden er 365 ge-en verboden van 'eerste orde' bijgemaakt, (tienden van dille en komijn), en 'van tweede orde'nog veel meer. Maar goed; de uiterlijke vorm, die Jezus kon gispen, was er helemaal met korban als giftige uitwas, om maar eens wat te noemen, (Marcus 7 v 11).
Zo weten ook Refo-ouders 'de boel nog aardig bij elkaar te houden'. En van misstanden, zoals bij de Joden uit Jezus' tijd, is mij niets bekend: - geen totaal afwijken van leer en leven, Matth 23 v 1-4 - geen vertoon van uiterlijke vroomheid om de innerlijke armoede weg te pleisteren, ( 5) - geen gekend willen worden als 'de ware vromen', 6 en 7 - geen verbondenheid met alleen een select groepje en 'de anderen' wantrouwen, (8 - 12) - geen 'de deuren gesloten houden' voor zoekers naar het rijk van de zon en de bloemen(13 en 14) - geen aan 'zoekers' opdringen van een benarde en benarrende leer van uiterlijkheden, ( 15) - geen opleggen van allerlei regeltjes, die nergens op slaan, ( 16 - 22) - geen kleinigheden doen en grote , goede dingen nalaten, (23 en 24) - geen nauwkeurigheden op uiterlijkheden en 'laten waaien' van innerlijkheden, zoals liefde, blijdschap, vrede, vriendelijkheid, geduld, goedheid, trouw, mildheid en zelfbeheersing, ( 25 en 26) - 'geen 'keeping up appearances', ( 27 en 28) - geen zelfoverschatting en onderschatting van de werkelijke dreigingen, 29-33 Nu ja, misschien wel iets van al die dingen, maar niet zo bar als de Joden van tóen.
Hoe komt dat nu; toch ergens wel veel geleerd van het evangelie, maar er is zoveel meer, dat jullie níet weten.
En waarom stelen jullie mijn hart: doordat je zaterdagavond nog met je gezin de liederen van Johan de Heer en Glorieklokken zingt. O, wat hebben de in tradities verstrikte kinderen van God toch een enorm potentieel, dat nog 'vrijgemaakt'moet worden. Om van te 'watertanden'
Laten we positief eindigen. Het zal steeds moeilijker vallen om voor de snel wisselende en evoluerende omstandigheden van nu regels te vinden. Hoe moet het met ipods en dat soort gedoe. En er komt nog veel meer aan: die hele virtuele wereld. En er kan zo'n dubbele moraal gekweekt worden met p.c.'s op elke jongens- en meisjeskamer. Want ook dat houd je niet tegen.
Wat is de oplossing. Maak dit enorme latente strijdpotentieel voor de Heer Jezus vrij. Er is werk aan de winkel. Bid, dat de Heer alle gevangen wederbrengt, geboeid door nu snel verouderende tradities, (Psalm 126 v 1). Laat ze eerst dromen en daarna juichen, zoals dat mij overkwam - bid dat de Heer ze uitleidt in geestelijke voorspoed, ( Ps 68 v 7) We kunnen die reservisten niet missen in de aanzwellende storm. - bid dat God hun onbevredigd zuchten van nú hoort, ( 79 v 11)
Geloof is achterhaald, de wetenschap heeft tenslotte al lang bewezen dat er geen God is. Toch zijn er ook wetenschappers die met heel hun verstand geloven dat God wél bestaat!
Ik denk hier vaak over..... Ik ben gelovig...... Hoe denk jij, denkt u, hier over............
Dag Anna,
Fijn dat je gelovig bent. Ik ben het ook.
Dat de wetenschap bewezen heeft dat er geen God is....ik neem dit niet aan. Ik heb het trouwens nooit ergens gelezen, dat het bewijs ervan geleverd zou zijn. Laat dit nu maar gerust liggen,. Blijf maar geloven. Ik doe dat al vele jaren en vaar er heel wel bij.
Ik geloof dat de Heer Jezus , God en mens , op aarde gekomen is om alle zonden van alle mensen van alle tijden uit te boeten en zo de mensen, die er op in gingen, helemaakl vrij te stellen, zodat ze allemaal 'met een schone lei' kunnen herbeginnen.
Ik geloof dat Jezus verwekt is door God de Heilige Geest bij de maagd Maria. God de Heilige Geest kreeg de opdracht van God de Vader om aan alle mensen, die er 'een oor voor hadden of kregen', steeds meer over Jezus te vertellen en al die blijde, vrije mensen op die manier naar God de Vader toe te leiden.
En ik geloof in God de Vader, die al deze heerlijke dingen laat gebeuren.
Ik kreeg een eerste aanraking met dit grootse geloof, toen ik acht jaar was. En nu ik 78 jaar verder ben, is dat geloof nog een altijd maar frisse, volkomen zuivere bron van levend water, waaruit ik elke dag put.
Blijf dat ook maar doen Anna.
Daag Ger
Nader zie ik ook nog het woord 'evolutie' staan, hoewel jij daarvan niet repte.
God, de Almachtige, die voor ieder mens en iedere engel een prachtig plan had van eeuwigheid, een plan waarin ze maar hoefden te stappen, (Ez 28 v 13), is ook heel wel in staat om miljoenen wezens 'naar hun aard' te scheppen. Hij heeft daar heel geen omslachtige evolutieleer voor nodig met miljoenen 'missing links/'. G
Je had een vraag over Maria Magdalena. We weten allemaal, wat over die vrouw afgefantaseerd is. Ze zou gehuwd geweest zijn met Onze Heer Jezus Christus, er zouden zelfs kínderen zijn geweest.
Allemaal niets van waar.
Onze Heer verklaarde zélf, dat hij zich ter wille van zijn grote taak:... voor het koninkrijk van God op aarde het startschot geven en de mogelijkheden scheppen, ...ongehuwd was gebleven. Dat is in een wat verhulde vorm te lezen in Matth 19 v 12, waar hij zegt: "Er zijn mannen, die niet trouwen omdat ze zichzelf 'onvruchtbaar gemaakt hebben' met het oog op het koninkrijk van de hemel....,laat wie bij machte is dit te begrijpen het begrijpen".
De voorgeschiedenis: er is weer een onaangenaam gesprek geweest met Farizeeën over: het huwelijk. Uit dit gesprek is de lage huwelijksmoraal gebleken van de leidslieden van het Joodse volk. Maar heel vervelend is, dat de discipelen zich bij deze volkomen afgesleten en platvoers geworden opvattingen blijken aan te sluiten, (19 v 10), wat eens te meer bewijst, dat het Joodse volk helemaal ontzonken is aan de oorspronkelijke instelling: éen man en éen vrouw en niet scheiden , tenzij bij overspel, (9).
En dan staat onze Heer zo heel eenzaam te midden van deze 'de hele wereld omvattende' lage opvattingen en als volkomen rein mens, in wie alle gevoelens haarzuiver en volkomen zondeloos zijn gebleven, weet hij, wat een goed huwelijk, naar Gods inzettingen beleefd, kan betekenen aan levensvreugde. En vanuit dat weten, wat het hem gekost heeft, zegt hij stil en smartelijk: "Ik heb dit alles... dit heerlijke, waarover jullie zo denigrerend doen .....aan mij voorbij laten gaan. Ik heb zo'n groot werk te doen; het startsein geven voor het koninkrijk van God, dat zich met mijn overwinnende strijd gaat vestigen op aarde....ik moest dit opgeven...mij 'geestelijk' van deze vreugd beroven".
Natuurlijk is de idee , dat de Zoon van God, die zich van zijn immense taak alleen maar kon kwijten, wanneer hij zich daarop volkomen concentreerde...is de idee, dat hij gehuwd zou zijn geweest en kinderen had gekregen, zo absurd, dat alleen een volkomen verziekt brein als dat van satan aan het begin daarvan kan staan.
Deze idee past precies in het streven van de duivel: "Maak 'de vervaarlijke tegenstander' zo klein mogelijk met je woorden. Noem hem kaaltjes: 'Jezus' zonder enige toevoeging en maak een gewone burgerman van hem".
Maar nu over die kus, die Jezus op de mond van Maria Magdalena zou hebben gedrukt: Weet je wat van die idee de oorsprong is. Lees Lucas 7 v 37 maar eens.
Daar staat het verhaal van een vrouw, die in haar woonplaats een slechte naam had. Zij was zo onder de indruk van de Heer Jezus, dat zij zijn voeten zalfde met 'geurige olie', (3. Ze was zo aangedaan, dat zij de voeten van onze Heer nat maakte met haar tranen, ze droogde met heur haren en die voeten 'droogkuste'.
En mensen, die dit lazen, zeiden toen: "O zie je wel....dat is Maria Magdalena. De bijbel sreekt wel heel prozaïsch over haar als 'Maria van Magdala', maar wij zeggen maar gauw "Maria Magdalena', dat klinkt al een beetje meer romantisch. En ze komt overal voor: - in Matth 27 v 56 slaat ze met anderen de graflegging gade - ze was weer de eerste, die de opgestane Heer zag, (Joh 20 v 16). - O zeg...moet je hier kijken: hier staat, dat Jezus zeven demonen bij haar uitdreef, (Lucas 8 v 2). Ze was vast een slechte vrouw, een hoer of zo. - Nou, dan hoef je al niet meer te vragen; zij was die zondares, die ooit nog eens Jezus' voeten zalfde en ze kuste. - En daar maken we dan later maar van, dat Jezus haar op de mond kuste".
Maar er is geen enkele schriftbewijs, dat de zondares uit Lucas 7 dezelfde zou zijn als Maria van Magdala. En er is ook geen enkel bewijs, dat Maria van Magdala een 'slechte vrouw' zou zijn geweest.
En zó is al dat kwalijke gefantaseer ontstaan. Maar Niem, heb met dat nare gedoe niets van doen. Wij laten onze wonderbare Heer niet verkleinen door allerlei boosaardig gedenk van negativisten. Voor ons blijft hij onze Redder en onze Verlosser en onze bevrijder en - geestelijk bezien- onze BEMINDE. Want ik ben er zeker van, dat hij wil, dat wij hem niet zozeer roemen om alles , wat hij voor ons gedaan heeft, maar dat hij er naar húnkert, dat we hem gewoon : LIEFHEBBEN.
Geoordeeld worden naar het beginsel dat in je hart leeft.
Dag Fred,
Dit moeilike schriftgedeelte heb ik niet duidelijk genoeg aan jou kunnen vóorbrengen. Daarvoor mijn vrontschuldigingen.
Ik heb alleen maar willen zeggen, dat heidenen, die de wet niet hebben, geoordeeld zullen worden naar het beginsel, dat in hun hart gevonden wordt.
Ligt er op de diepste bodem van het hart de begeerte om God te willen dienen, zijn geboden te volgen en te streven naar meer licht, dan zal God naar die diepste richting van het innerlijk zijn oordeel doen vellen door onze Heer Jezus Christus.
Van ' iets goedmaken' kan nooit sprake zijn. Want alles, wat gebeurt ten goede is ten diepste aan de genade van God te danken.
In de oordeelsdag zullen tussen die duizend miljard mensen, die geleefd hebben, leven en nog zuillen leven, ook Hitler, Göring, Goebbels, Himmler enz staan. Alle doden zullen herijzen,
"Zij, die slapen in de aarde, in het stof, zullen ontwaken, sommigen om eeuwig te leven, anderen om voor eeuwig te worden veracht en verafschuwd", (Daniël 12 v 2).
De heer Jezus zal dan de harten van Julius Streicher, (van ' Der Stürmer') en van Dr Arthur Seys Inquart doorzoeken, tot op de bodem en zijn rechtvaardig vonnis vellen. Daar ga ik niet over. De tijd van 'goedmaken' is voor alle mensen bij de dood over. En in dit leven blijkt genoegzaam , hoe de richting van het hart was. Iedereen dient zich dat voor zichzelf af te vragen
Mag ik de aandacht eens vestigen op Prediker 7 v 17:
Daar staat: "Gedraag je ook niet al te onrechtvaardig en wees niet overmatig dwaas. WAAROM ZOU JE STERVEN VOOR JE TIJD"
In Deuteronomium 29 v 28 staat: "Wat verborgen is, behoort de HEER, onze God toe, wat openbaar is, komt ons toe". (En er is zoveel heerlijks openbaar geworden, dus ruimte genoeg binnen onze grenzen)
Binnen het kader van Jesaja 55 v 8: "Zijn wegen zijn hoger dan onze wegen...enz", zou ik over Prediker dit willen zeggen:
De Heer God heeft in zijn genade ook voor de 'nee-zeggers'onder ons een ruime levensmarge gegeven om zich te bekeren. Hij heeft ieder mens zó lief, dat ieder mens vele, vele kansen krijgt in dat zo lang mogelijke leven.
Maar.....er zijn mensen, die zó onzorgvuldig leven, onmatig zijn in van alles, dat zij een verhoogd risico lopen. En de genadetijd, die God hun wil geven om zich alsnog te bekeren, korten zij zelf in door dingen te doen, die hun licham, ziel en geest te gronde richten, ver voor de tijd, die redelijkerwijs verwacht mocht worden. Ik hoef geen voorbeelden te noemen. Een opsomming zou toch onvolledig zijn. Nou ja; eentje dan: Abimelech pakte het in Rechters 9 zo driest en dwaas aan, zo diep zondig, dat hij ,als jonge vent nog, met die dolle kop van hem het risico nam om te dicht bij uiterst gevaar te komen, wat zijn dood tengevolge had, (54)
In Job 22 v 16 vind ik ook dezelfde gedachte over 'sterven vóor je tijd: '
"Zij worden vóor hun tijd geveld".
Het gaat hier over 'onrechtvaardigen', (15), die als het ware tegen God zeiden: "Wend u van ons af. Wat kunnen wij nu voor voordeel van ú hebben. De rijkdommen, die ik heb, die heb ik toch met déze eigen handjes verdiend ?!", (17 en 18).
Hier wordt God getekend als degenen, die het laat regenen op rechtvaardigen en onrechtvaardigen, ( Matth 5 v 45), die ieder mens 'vindenstijd' gunt.
Als ik voorzichtig een gevolgtrekking zou durven maken, dan is het deze: ..................... Wanneer er mensen zijn in jullie buurt.die als het ware dit liedje zingen: "This is my life and I do what I want", spoor ze dan aan tot een zekere bedachtzaamheid, om nu eens niet alles te 'wanten'. En dan kun je misschien genade van God en wijsheid van zijn Geest krijgen om bij een gebleken 'opening' iets te zeggen over God, die ze een lang leven gunt om alsnog zijn positieve plan met ze te trekken....een plan, dat hij in beginsel voor elk mens in verleden, heden en toekomst heeft gereed liggen, maar dat het veld moet ruimen voor een negatief plan, wanneer mensen niet aan Gods positieve plan met hen willen meewerken.
Dag Muse, Hoe je dat stoppen kan: om over al die raadselachtige dingen te denken, die gebeuren en aan God maar telkens te vragen: "Heer....waarom nu dit....en waarom nu dat", is: de methode volgen, die Asaf in de 73 ste psalm ook gebruikte.
Hij was toch ook zó verward om de dingen, die hij allemaal voor zijn ogen zag gebeuren: - kwaaddoeners hadden het goed, (3) - geen ziekte kwelde hen, (4) - geen tegenspoed in aardse zaken, (5) - hun hoogmoed om hun welvaart, (6) - en ga zo maar door.
En wat deed Asaf?: - hij hield zijn geweten zuiver, (13) - hij was echt voor zichzelf te goedere trouw overtuigd, dat hij onschuldig tegenover God stond, 'rechtvaardig volgens de wet'.
Maar: - elke dag was er weer ellende voor hem - en elke morgen kreeg hij wel weer ergens 'een doffe dreun', ( 14)
En hij bleef maar nadenken, hij wilde weten waaróm...het was zo echt een vraag die hem kwelde. En hoewel Asaf weer andere ervaringen had dan jij zult hebben, wilde hij- net als jij- van al dat gevraag áf. Immers; net zoals dat bij jou misschien is: - bijna had hij dwaze dingen gedaan, misstappen, als gevolg van al dat onbeantwoord blijvende gevraag,(2) - bijna was hij uitgegleden op Gods weg. (2) Het was de hoogste tijd, dat er iets gebeurde.
En toen ging hij binnen in Gods heiligdommen. Hij zal gebeden hebben in ernst en overgave. En toen zag hij, hoe het einde van al degenen was, die God de rug toekeerden, (17).
Asafs belevingen zijn weer andere dan jouw belevingen, maar Asafs besluit: "Ik vraag aan God zelf om mij rust te geven", is ook een goed besluit voor jou.
Muse....ik ken je al zo lang...vind je het goed, dat ik eerst even met je meega naar de Heer God? Ik neem maar aan van 'ja': ................. Lieve Heer God...hier is Ger; dit keer weer eens met Muse. Ja Heer....we waren hier al eens eerder..jaren terug....maar u weet wat Muse kwelt: dat gedenk...hij kan maar geen vinger krijgen achter al de dingen die gebeuren. Heer...u maakte Asaf indertijd rustig. Muse heeft een heel andere behandelling nodig. Hij leeft 3000 jaar na Asaf. Ze zijn allebei uniek, en daarom hebben zij allebei een heel eigen approach nodig. Heer....wil u Muse helpen om die malende gedachte te laten varen, zoals u Asaf hielp...met uw heel eigen, precies afgestemd 'Muse-programma'. Dank u Heer! ( En nu jíj Muse, na dit inleidende gebed) .............. Muse...al word je nu ook verder honderdmaal beter door de Heer geholpen dan ik je helpen kan, toch wil ik althans íets opmerken.
Door de brute ingrepen van satan is een steeds meer onoverzichtelijke situatie ontstaan.
Het machtige masterplan van satan is om de wereld helemaal te bederven en God aan het eind van de rit met wat schamele restjes te laten zitten, terwijl hij Gods schepping , het heelal, de Aarde en de mens als kroon van de schepping meesleept naar het verderf.
Maar het ALMACHTIGE masterplan van God, de grote overwinnaar is precies tegengesteld: "Alzo lief heeft God de wereld, (de kosmos, het heelal, met daarin de mens als bekroning), gehad, dat hij zijn eniggeboren Zoon heeft gegeven, opdat een ieder, die in hem gelooft, niet verloren ga, maar eeuwig leven hebbe".
God heeft zijn wereld, met daarin de gelovige mensheid als kroon, lief. Hij redt die kosmos...hij redt de mensen, die in Jezus als hun redder geloven.
En satan heeft aan het eind niet de kosmos in handen. Die herstelt zich in het duizendjarig rijk en daarna . En de duivel....hij vaart ter helle met het afval onder de mensheid, de afgevallen takken.
Dat masterplan van satan en dat almachtige superplan van God voeren nu een totale oorlog om elk mensenhart van Kamsjatska tot Vuurland en van Alaska tot Polynesië.
Op die hele wijde wereld van ons wonen nu bijna 8 miljard mensen. Die 8 miljard-voudige strijd is voor ons niet te volgen. En de 100 miljard-voudige strijd om de zielen van alle nu-overledenen is voor ons niet te volgen, hoewel de thans levenden de echo daarvan ook in zich omdragen.
Dus Muse, de Heer wil je nu van die onoplosbare vraag afhelpen. Weet allen dít: God overwint.
Zij, die hem uit eigen vrije wil niet wensen te volgen, voor hun eigen verantwoordelijkheid : - ze glibberen éen keer uit en verdwijnen schreeuwend in de afgrond, (1. - ze zijn als een nachtmerrie, die eens verdwijnt, (20).
Maar zij, die de Here vertrouwen, die hun hand stevig in Gods hand houden en nooit meer wegglijden uit die sterke greep, (23)....: - zij ervaren in hun leven Gods grote positieve plan met hen en de eer, die voor hen gereed ligt, (24).
De vrouw; niet ondoorgrondelijk, maar complementair
Dag allemaal,
Gevraagd werd: Waarom zijn de vrouwen zo'n ondoorgrondelijk mysterie ?
In Gen 2 v 18 staat:
"God de HEER dacht: 'Het is niet goed dat de mens alleen is. ik zal een helper maken, die bij hem past".
En dan volgt het welbekende verhaal, dat God een rib uit het lichaam van Adam neemt en daaruit een vrouw vormt.
Daar heb ik het straks nog over.
Maar nu eerst even over die vrouw. Een man alleen is maar alleen. De mensheid is niet áf, wanneer er niet twee zijn: een man en zijn vrouw. En die vrouw past zo helemaal bij de man. dat zij in haar wezen nu juist die kenmerken ten volle heeft, die hij in mindere mate bezit....en uiteraard omgekeerd.
En een man alleen weet niet, wat hij mist, als zijn complement niet aanwezig is. De eerste man ook niet. Daarom bracht God alle dieren bij Adam, die eerste mens. En Adam gaf met zijn scherpe inzicht aan al die dieren de bij hen passende naam, hij doorgrondde hun wezen. Maar toen daar een leeuw en een leeuwin statig voorbijgingen, enz enz....kwam bij hem een behoefte op, die hij tevoren nooit gevoeld had: "Waar is míjn leeuwin ?"
En God gaf hem die en de man was toch blíj !!!...hoor maar: "Eindelijk éen gelijk aan mij, mijn eigen gebeente, mijn eigen vlees, een die zal heten : vrouw ....éen uit een man gebouwd", ( 23).
En zo is het nog steeds: de vrouw is geen geheimzinnig wezen. Zij is verrassend voor de man, zoals de man verrassend voor de vrouw is.
Ik vertaal nu even een Duitse uitdrukking in het Nederlands. Niet omdat jullie geen Duits zouden kennen, maar dit is nu eenmaal een nederlandstalig forum:
"Eert toch de vrouwen, ze vlechten en weven hemelse draden door 't aardse leven".
Lang, lang geleden; ik was pas 26, dus al 60 jaar geleden, kwam ik moe en geïrriteerd uit mijn dagelijkse werk thuis. Maar mijn vrouw wachtte mij op, voelde direct aan, wat er aan schortte en zei: "Ga nu eerst even lekker zitten". En toen ik in een stoel neerzeeg, aaide zij mij over mijn hoofd en dat was zo heerlijk ontspannen. Die sfeer deelde zich mee aan ons schattige dochtertje, dat met mijn sloffen kwam aanrennen en riep: "Papa...soentie.."( schoentjes). Kijk....dat bedoel ik nu.
Later zei mijn vrouw: "De kachel doet zo naar. Hij wíl maar niet lekker branden" En toen haalde ik een dikke cokeskoek onderuit en sloeg die stuk. Daarna sloegen de vlammen hoog op. We waren weer eens elkanders complement.
Zie je man, zie je vrouw maar eens zó: als je andere helft.
O ja,nog even over 'die rib'. God wil zo graag iets verklappen over zijn geheimen voor de toekomst. Met dat omslachtige scheppen op die wijze, wilde hij een boodschap geven: "Eén keer, wanneer de boel hopeloos in de war is, stuur ik een man, (Jezus Christus, weten we nu). En uit die man schep ik een gemeente, die helemaal éen met hem is".
"Weet dat de dagen komen- spreekt God de HEER- dat ik het land zal laten hongeren . Het zal geen honger zijn naar brood of dorst naar water , maar honger naar de woorden van de HEER. Het volk zal zwerven van de ene zee naar de andere, zij dwalen van het noorden naar het oosten, om de woorden van de HEER te zoeken, maar ze zullen die niet vinden".
Ik lees in deze profetie een kenschetsing van de eindtijd, de tijd , waarin wij ons thans bevinden.
Is het niet op heel grote schaal net zoals het was met Saul, de voorganger van David. Wat heeft die man in de laatste vreselijke weken gehongerd naar de woorden van de Heer....en helaas: hij heeft de Heer niet meer gevonden. (1 Samuel 28 v 6)
Maar dit alles van Amos klopt zo precies op deze tijd. Nog onlangs woonde ik een discussie bij, waarin een man grote dingen zei over God, allemaal best wel interessante diepigheden. Hij was door 'alle zeeën gewassen' -zogezegd- ( op geéstelijk gebied dan), had alle goeroes van oost en west en noord en zuid 'in zijn zak'. Maar iemand uit onze luisterkring- ik was NIET de man van deze kostelijke vondst- wierp hem tegen: "Maar wat denk je van Jezus". De spreker liep leeg als een aangeprikt ballonnetje. Hij zei: " Met hém weet ik geen raad". Hij was zó weg.
En dat merk ik meer; zoetgevooisde taal over God, maar geen woord, geen heugenis, geen notie van berouw, bekering, wedergeboorte en die hele volgende trits van heerlijkheden.
De dagen van de Heer komen. Let op, dat het niet om éen dag gaat, maar om ' dagen'.. Er is dezer dagen een grote geestelijke honger, maar het is geen hongeren en dorsten naar de gerechtigheid, ( Matth.5 v 6), maar die honger van zovelen tegenwoordig is een honger, die niet verzadigd wordt; immers: deze zoekers zullen niet verzadigd worden, terwijl de zoekers naar ' Gods gerechtigheid, die toch over het kruis van Christus loopt, wél verzadigd worden. Er wordt wel gesnakt naar de woorden van de Heer.... "O...! een woord van raad en troost...!!!...want ik voel me zo verlaten...de ene onheilstijding volgt op de andere....en vroeger waren er dan nog profetieën en openbaringen en dominees, die degelijk onderricht konden geven. (Ezechiël 7 v 26), maar tegenwoordig is er alleen die reclame om nog langere wimpers te krijgen...en daar zit ik niet op te wachten. Geen visioenen meer, (Micha 3 v 6)...alleen dat machteloos gedoe rond de opwarming van de aarde en al die enge honderd dingen meer".
En al die zoekers zijn als die man, die ik zoëven schetste. Toen eindelijk iemand hem de weg wees: Jezus, was er dat korte: "Met hém weet ik geen raad'' .
En zulke zoekers blijven met een innerlijke leegte zitten.
Voor ons, gezegenden des Vaders, blijft er hier een mooie taak. Toen gisteren een dame mij haar nood klaagde, zeggende: "Ik zie maar éen oplossing: overdosis pillen", heb ik ze de raad mogen geven, die wij allen kunnen geven: "Jezus is een betere weg, een betere waarheid en leidt naar een beter leven". En de Heilige Geest gaf mij woorden, die aangepast waren aan haar situatie.
Die Heilige Geest staat ook voor jullie klaar met raad en daad.
Wijs de zoekers terecht. Er zullen er zeker zijn, die niet zeggen: "Aan Jezus- die man van 'yesterday' heb ik geen boodschap", maar die zeggen: "Aha....aha...een opmerkelijk geluid....vertel...o...vertel...!!!"
Ik dacht, dat het goed was om een overzicht te geven van al mijn blogs. Misschien zijn er sommige daaronder, die jullie niet kennen.
Lezen hoor !...allemaal helemaal lezen...!! ........ Mag ik jullie aandacht eens vestigen op mijn zes blogs.
Op actualiteiten vind je er twee:
-Jan en Joke, lotgevallen van een groep personen
-Jan en Joke, vervolg.
Jan en Joke loopt een beetje rommelig. Het begint bij twee jonge mensen, Jan en Joke. Maar later worden het dan opeens: Bijbelstudies in het Duits en Frans. Maar alles zeer lezenswaard, vind ik.
Maar het vervolg; daar is niets mis mee
Op andere vind je er vier:
- Bijbelstudies,
(Onderschrift: Wegwijzer naar het land van de jubelende vreugd en de eeuwige blijdschap).
- Geloofsaangelegenheden
( Onderschrift: Jezus Christus is gisteren en heden dezelfde en tot in eeuwigheid
- Mijn boeken
(Onderschrift: Gedachten over bekering, wedergeboorte en doop in de Heilige Geest enz.)
-Mijn leven.
( Onderschrift: Verhalen vanaf mijn prilste jeugd, steeds zoekend naar de Goddelijke leiding daarin)
Nog even een nieuwigheid: je kunt mij ook bereikenop www.hyves.nl onder Gerritse88. Bij profiel verder clicken naar blogs en geloofsaangelegenheden,
Ook aan te bevelen om eens iets goeds , ( nou ja, vind ik dan), te horen.
"Hoe komt het toch dat mijn overleden vader niets meer van zich laat horen.
Andere mensen hebben dan zeker een zesde zintuig, dat ze goed met overledenen kunnen communiceren.
Maar ik...niks hoor."
Wees maar blij dat het zo rustig blijft. En staak dat ´contact willen hebben´maar gauw.
Er was eens ooit een koning, die zélf dan zeker ook niet zo´n zesde zintuig had en een dame opzocht, die ´het' in overvloed had. Die koning was Saul en het verhaal is beschreven in het bijbelboek 1 Samuel 28.
Saul wilde zo graag de overleden profeet Samuel nog eens spreken. want hij was in volkomen chaos. Nou dat kon dan, daarginds in de spelonk van Endor. Maar al wat hij in zijn radeloze zielsbenauwdheid te zien en te horen kreeg, was een demon uit het rijk van de duisternis, die hem zijn dood aanzegde. En de volgende dag lag Saul gesneuveld op het gebergte van Gilboa.
Daarom wil ik waarschuwen voor het onberaden gebruik van 'het zesde zintuig´, omdat het hier in feite om een gevaarlijke aanleg blijkt te gaan, die je in contact kan brengen met de onheil barende sfeer van de duivel.
Heb je die gave niet.... en verreweg de meeste mensen beschikken er niet over, jij Wampie kennelijk ook niet, ....tracht dan niet er middellijk of onmiddellijk mee in contact te treden. Dat is gevaarlijk.
Een andere zaak is, dat God voor degenen, die in de Heer Jezus geloven ...en dus in hem.. want Jezus is de enige weg naar Gods hart .....heel veel andere dingen in petto heeft.
Als bekeerde tot Jezus kun je 'doorstoten' naar wedergeboorte en 'doop in de Heilige Geest'.
En bij God de Heilige Geest zijn vele schatten. - Zo kun je in tongen gaan spreken'en een rechtstreekse verbinding hebben met God - En je kunt vrijmoedigheid krijgen om te profeteren en stichtend, opbouwend en bemoedigend, maar ook waarschuwend voor de mensen te spreken. - en je kunt.....och er is zoveel.
Probeer je denken eens die kant op te richten, Wampie.
Wat heb ik een ontferming jegens jou. Wat wil ik je graag helpen. En....en dat is veel belangrijker; wat wil God jou graag helpen! Zegt psalm 86 v 5 het ook niet duidelijk: "U Heer, bent goed en tot vergeving bereid, uw trouw is groot voor ieder die u aanroept". En zegt ook 2 Kronieken 16 v 9 het niet héel lief: "De HEER laat immers voortdurend zijn ogen over de aarde rondgaan en biedt iedereen hulp die hem met heel zijn hart is toegedaan".
Heus; de Heer God weet, dat jij hem echt heel erg met je innerlijk lief hebt en hij heeft al lang gezien, dat jouw inconveniënt je tot radeloosheid brengt. En hij popelt als het ware om jou te troosten en te bemoedigen en ik vind het een eer om een 'postillon d'amour' te zijn tussen hem en jou.
En dan wat je zei: "Voor ik Christen was, had ik niets geen last met zelfbevrediging, (masturbatie)". Wat spoort dat voortreffelijk met Romeinen 7 v 9; "Eens leefde ik zonder de wet, maar door de komst van het gebod kwam de zonde tot leven".
Eens leefde Paulus als jongen en prille jongeman in zijn geboorteplaats frank en vrij. Maar toen hij in Jeruzalem hoorde van de priesters, dat God eigenlijk zijn héiligheid wilde, kwam dat hele leven van vroeger in een ander licht te staan. En toen wilde hij het goed gaan doen. Maar satan schrok zich aanvankelijk een hoedje en sloeg toen alarm: "Deze mens is zich bewust geworden van zijn onzorgvuldig leven. Hij rukt aan zijn boeien, door mij en mijn trawanten aangelegd. Maar....wij gaan die boeien zwaarder aansnoeren. Iedereen in 'het duistere rijk' weet, dat hij er in eigen kracht niet van vrij komt. Alleen, als hij de 'vervaarlijke tegenstander'".... (dat is in hun jargon de heer Jezus) ..."zou ontwaren als de grote boeienbreker, (7 v 25), dan is de pret in beginsel over. Maar zover hoeft het toch niet te komen".
Niem...jij weet, dat Paulus wel de kracht van de Heer Jezus ontdekte en dat zijn leven daarna in een geweldige geestelijke opgang kwam.
En nu terug naar jou. Ik heb hier al zoveel masturbatie-slachtoffers op bezoek gehad. En steeds ontwaarde ik een enigszins gelijk patroon:
Het ontdekken van zelfbevrediging behoort tot het verwachtbaar te achten gedragspatroon van vele jeugdigen, zowel jongens als meisjes. Immers: het is een tijd van goede voeding, optimale gezondheidsomstandigheden, gauw 'naar het lichaam' volwassen zijn, een leven in betrekkelijke weelde, waarbij geen grote lichamelijke inspanningen worden gevergd. En dat hele complex leidt ertoe, dat jeugdigen langer en nadrukkelijker masturberen dan de jeugd in mijn jonge jaren, toen alles op allerlei gebied veel 'minder' was en er hard moest worden gewerkt, dikwijls al vanaf veertien jaar.
En wanneer die krachtige en gezonde jeugd in aanraking komt met de Heer Jezus en de Heer God en met God de Heilige Geest, dan voelen ze als het ware als vanzelf aan, dat dit gedoe- met al dat begeleidende 'ritueel'- niet behoort bij het adagium, dat nu feller klinkt: "Wees heilig, want ík (God) ben heilig".
En nu komt satans tegenaanval. Hij maakt die jongelui wijs, dat ze het op staande voet moeten laten of ánders.....
En wanneer het dan niet ogenblikkelijk lukt, dan pint 'de zwarte' in zijn meedogenloosheid ze daarop vast en laat zijn hele trucendoos leeglopen: - zie je wel dat je niets waard bent - pleeg maar zelfmoord - je komt nooit uit deze hoek weg - je komt hier nooit vanaf.
En dan hoor je in de sam allemaal wonderbare verhalen over 'de vervulling met de Heilige geest'. En dan wil je dat ook. En er hangt een blok aan je been.
Maar Niem.....jij bent nog zo aan het begin....je bent wel bekeerd in die 'Holy Ghost rally'. Maar ben je ook 'diep bekeerd'. Is het geloof echt door de onzichtbare wand heengebroken tussen jouw enthousiaste zielenleven en jou sterkere en meer constante geestesleven. Niem....ben jij wel 'wedergeboren' door het trouw en toegewijd en met een toegenegen hart lezen van de bijbel, (1 Petrus 1 v 23).
Zullen wij samen eens naar God toegaan...?: ................. Lieve Heer God...in de naam van Jezus komen wij bij u; Niem en Ger. U wist alles altijd al Heer. Maar nu hebben we u er echt nog even extra op attent gemaakt.
Wilt U Niem uit dit slop halen. Heer. Wilt u haar uit dat hoekje halen, waar alsmaar de slagen vallen. Heer , geef ze rugdekking, zodat ze zich niet meer zo in de hoek gedreven voelt. Heer....ze is zo kostbaar....ach; maar dat weet u beter dan wij allemaal bij elkaar.
Heer...hier is Niem; zij zegt al die dingen die ik niet kan zeggen.
(En nu mag jij alles zeggen, waarin ik nog tekort kwam)
Dank u Heer. .................. O ja Niem; weet je eigenlijk wel van Marcus 11 v 24; "Daarom zeg ik (Jezus) jullie: 'Alles waarom jullie bidden en vragen, geloof dat je het AL ONTVANGEN HEBT, en je zult het krijgen".
Niem....doe nu zo: als 'het' er weer is, zeg dan gewoon tegen de Heer; .............. Ik dank u Heer....ik weet dat het gaat verdwijnen en....ongeacht wat de toestand nú is....het komt goed...en ik kan weer verder groeien. .............
Over Jefta en zijn dochter is in de wereldliteratuur al zo ontzaglijk veel geschreven. Maar laat ik het- geruggesteund door 'de Korte Verklaring'- nu eens over een andere boeg gooien.
Hebben jullie wel in de gaten, wat voor fijne vent Jefta eigenlijk was. Laten we ons eerst eens bij hem bepalen. Zij, die uitdrukkelijk enkel bij deze verzen uit Richteren blijven staan, zijn eigenlijk acrobaten op de vierkante meter. Om deze moeilijke gebeurtenis goed te begrijpen, hebben wij de hele schrift nodig. Dat is trouwens tóch iets , wat ik in het algemeen zou wllen opmerken. ............. Mensen, kom nu toch eens uit die dodelijke cirkel van alleen maar moeilijke stukjes zoeken uit Jozua en Richteren enz....lees nu toch eens Efeze. - daar vliegen de vlinders.... denk om mijn vergelijking elders: vlinder- rups ....het vrolijkst - daar peuren de bijtjes.... idem idem: bij-wesp ....de heerlijkste honing. ................. Maar dat uitstapje nu daargelaten: lees hoofdstukken 11 en 12 nu eens door. Prima vent, die Jefta...... tóch: - hij was de zoon van een hoer en werd uit zijn familie gestoten. maar wanneer de oudsten van Gilead komen om hem te hulp te roepen, wordt hij wel even bitter, ( komt alle gefrustreerdheid eruit), maar is daar toch ook direct het besef van zijn roeping om het verleden te vergeten en mee de handen aan de ploeg te slaan tegen de vijanden van Israel, 11 v 6-9. - herhaaldelijk en spontaan verklaart hij zijn volkomen afhankelijkheid van de bijstand van de Heer, 9. 11 en 30. - voor de majesteit en gerechtigheid van God voelt hij, 27 en 35, de diepste eerbied. - hij tracht geduldig de Ammonieten van ongelijk te overtuigen en op die wijze een bloedige oorlog te voorkomen. Dit is toch wel een heel opmerkelijk punt in deze tijd met al die 'krijgsheren'. - hij is een uitnemend kenner van Israels historie , 14-26 - hij moet zeker op de hooge geweest zijn van al de ins en de outs van Abrahams verijdelde offer van Izaäk en met de Mozaïsche wetgeving, getuige het voorgaande. - hij wist, dat in de Mozaïsche wetgeving het mensenoffer uitdrukkelijk was verboden, ( zie hierna) - hij was toch door God gekozen als richter, (rechter tegenwoordig), om het volk in het rechte spoor te brengen en te houden (Richteren 2 v 16). - Samuel noemt Jefta op eervolle wijze, 1 Samuel 12 v 11. - In Hebr 11 v 32 wordt Jefta onder de geloofshelden gerangschikt.
Bij de verklaring van v 30-31, 34-40, ofschoon zo duidelijk sprekend, mogen toch deze feiten over de bekwame en dappere veldheer en hoogstaande man niet schouderophalend terzijde worden gesteld.
Dat een man als Jefta een gelofte kon alfleggen, die het brengen van een mensenoffer als mogelijkheid insloot, valt niet te ontkennen. Hierbij moet men tot het oordeel komen, dat het hier een fatale ' onbedachtzaamheid' betrof, al is 11 v 31 zó duidelijk, dat je als het ware móet denken: "Hij moet aan de mogelijhkheid van een mensenoffer gedacht hebben, terwijl hij toch kón weten, dat Leviticus 18 v 21, 20 v 2-5, Deuteronomium12 v 29-31 en 18 v 9-10 dat ten strengste verbieden".
Het is een oplossing, die overweging verdient om aan te nemen: - dat Jefta gezocht heeft naar een equivalent, dat het - immers onmogelijke- mensenoffer zoveel mogelijk nabij kwam. - dat hij zijn dochter 'uit het leven moest verbannen' door haar te veroordelen tot een eenzaam en onvruchtbaar leven, zonder huwelijk en moederschap en zelfs zonder samenleving met anderen.
Dat valt niet mee om dat een enig kind aan te doen. Zo gaf hij ook de hoop op nageslacht op.
Vers 39 is omsluierd. Het kan betekenen: doden, maar ook : plechtig-droeve heenzending, de woestijn in om daar te verdorren en te versterven. (Natuurlijk zal ze daar wel van voedsel zijn voorzien).
Jefta is richter gebleven. Het volksgeweten van Israel had een verbranding redelijkerwijs niet gedoogd. Maar Jefta's prestige leed niet in het minst.
Mijn slotconclusie is dus: niet terechtgesteld, maar: verbannnen.
De moraal voor ons is deze: laat ons de Heer bidden, dat wij voor fatale loslippigheid bewaard worden. Zo menig vader denkt met spijt terug aan dat moment van woede, toen hij tegen zijn zoon zei: "d'r uit....en d'r nooit meer in". (Ik ken zo'n geval).