Het roze vogelhuisje aan de dikke den voor het keukenraam is intussen meer dan ‘a touch of Rose’ in onze tuin.
Toen begin april een koppel koolmeesjes geregeld rond het zonnige huisje fladderden, konden we enkel hopen dat het hen zou bevallen en inspireren er hun nestje te bouwen. Toen dat ook effectief zo was en ze druk doend waren met de inrichting.. vermoedden we dat nieuw leven op komst was.

In mei leggen alle vogels een ei… maar dat was blijkbaar al in april gebeurd, vaststellend dat mannetje en vrouwtje om beurten een langere tijd in het huisje verbleven. Aanvankelijk een eerlijk verdeelde wissel van de wacht, verdween het kleinere vrouwtje een tijdje van het toneel, terwijl het mannetje zich ontpopte als ‘hofleverancier’.
Alles gebeurde in zo’n snelvaart, dat ze van geluk mochten spreken dat onze tuin flitsvrij is.
Na een paar weken kwam ook het vrouwtje terug in de running en bereikte de frequentie op de aan- en afvliegroute, recordhoogtes.

Wekenlang waren we bevoorrechte getuigen. Een paar mezenbolletjes in de nabijheid van het nestkastje, fungeerden als drukbezochte buurtwinkels. Makkelijk en na een tijdje onmisbaar, zoals bleek, toen onder druk van oorverdovende decibels ze nauwelijks tijd kregen om een pierke te verschalken in het gras. De mezenbolletjes wiebelden heen en weer van de heftigheid waarmee de 'drive in' werd bevlogen...
Een stralende zaterdagochtend twee weken geleden, steekt er plots een klein kopje met wijd opengesperde bek door de kleine opening en produceert een door merg en been snerpende hongerkreet…
Om beurten vliegen ma en pa voor het deurgat en snoeren de dwingeland het bekje door het vol te proppen.
Prachtig hoe ze zich uitsloven, terwijl wij ons afvragen hoe dat kleine lawaaismoeltje zich naar boven kon hebben gewerkt...

Maar dan gebeurt het… de voedselbedeling gaat duidelijk niet snel genoeg en het krijsende jong helt plots helemaal voorover uit de kleine opening. “Seffens valt hij uit het nest”, kan ik nog net uitbrengen, terwijl het in één klap de vleugeltjes spreidt en de boom infladdert. Volleerd.
Nauwelijks van onze verbazing bekomen, verschijnen al een tweede, derde, vierde, vijfde, zesde, zevende jong… en vliegen in recordtempo de boom in, vergelijkbaar met parachutisten die de een na de ander uit een vliegtuig springen. We tellen en enkel het 8ste lijkt even te aarzelen. "Als die helemaal onderaan stak, dan moet die eerst zijn veren gladstrijken", lachen we terwijl hij ogenschijnlijk controleert of op de druk bezette takken nog een landingsplaatsje vrij is...
8 in zo’n klein vogelhuisje? Nauwelijks te geloven. En allemaal goed doorvoed, geen naakte prematuurtjes, nee helemaal af, prachtige gekleurde vogeltjes, bijna kopies van elkaar… De wonderen van de natuur.

Van op hun uitkijkposten in de grote den, gooien ze zich massaal op de mezenbolletjes, waar ze soms in trossen aanhangen. Bijna lachwekkend… de mezenbolletjes verzwinden als sneeuw voor de zon. Hier en daar springen de ouders bij als er eentje luidkeels zijn bek openspert om te worden bijgevoederd...
Nu ruim twee weken later, verblijden ze ons nog dagelijks met hun aanwezigheid, en die zullen we geweten hebben… de ‘fastfoodketen’ die we geregeld bijvullen, is daar wellicht niet vreemd aan.
Omdat het best mogelijk is dat nog een tweede nestje volgt, hebben we alvast de accomodatie verdubbeld met een tweede nestkastje.
We zien wel...
Intussen scheren ze met F16- snelheden door ons Aards Paradijs dat het een lieve lust is. En Choukie is in de hoogste staat van paraatheid, permanent speurend naar sluipende poezen om ze meteen achterna te spurten...
Leven en laten leven... 'a touch of Rose' met 'a sound of Chris' ...

