Dus dít was je probleem: .............. ik wil heel graag vrienden die niet geloven over het geloof vertellen.. maar ik weet nooit hoe je dat op een goede manier kan doen. er zijn altijd wel dingen van Gods liefde als voornaamste ding houden.. maar in de praktijk is dat een stuk lastiger ................. Jelle....moeten we eigenlijk wel -om te beginnen- zoveel van het geloof vertellen. Moeten wij het eerst niet vóorleven. Een kaars kletst toch ook niet. Hij geeft licht. Dat wil niet zeggen, dat ik tegen 'getuigen' zou zijn.
Maar in jouw geval: je kúnt eenvoudig niet 'à bout pourtant', 'zo maar opeens' tegen je vriend gaan zeggen: "Mag ik je iets over de Heer Jezus vertellen". Op zijn gunstigst zal hij zeggen: Hè née...nou effe niet".
Is het niet beter om vóor alles met de Heer te overleggen. Is het niet aanbevelenswaardig, wanneer je een aardige vriend hebt, die- stel- Karel heet, eerst eens met God te overleggen: "Heer.....u kent Karel.... beter dan wie ook, beter dan ik, beter dan hijzelf. Ik wil zo graag eens met Karel spreken over u. Wilt u eens een gelegenheid scheppen ?"
Laat het niet bij dat ene gebed blijven. Houd je contact met de Heer in dezen warm. Het is ook zo goed voor je eigen geloofsgroei. Dan word je zelf ook meer aanvaardbaar voor Karel. Stel dat Karel op het schoolplein een zachte band heeft en jij staat daar met een fietspompje gereed. Zulke dingen. Ach; ik noem maar wat. Dan kan het zo maar opeens gebeuren dat Karel zo zonder enige aanleiding zegt: "Ik slaap tegenwoordig zo slecht". Kán toch. En dan kan je daarop inhaken, niet eens met het zwaarste geschut, maar zo even met een aaloopje: "O ja joh...?!...enig idee, hoe het kan komen?!"
Je toont je belangstelling. Hij heeft al ervaren, dat je een vriend voor hem wil zijn. Hij heeft bemerkt dat je voor iedere scholier een vriend wil zijn. En dat spreekt gemakkelijker.
Natuurlijk weet ik dat er op dit pad voetangels en klemmen liggen. Medeleerlingen kunnen zeggen: "Hij is altijd zo vriendelijk. Wacht eens; zou hij soms dat geloof van hem willen promoten door zo zijïg te doen" En ze kunnen denken: "Die goedzak kan ik wel voor mijn karretje spannen". Ja; ze kunnen zelfs denken: "Hij is vast homo". Leer mij de schoolwereld kennen.
Maar God schept soms verrassende gelegenheden.
Voorbeeld: bij mij in de buurt is een kleine terreinverheffing, die wij- ietsjes aandikkend- 'een heuvel' noemen. Ik gebruik die 'heuvel'- toe dan maar- om te mediteren en te bidden.
Gisteren naderde een gezelschap mijn 'stiltepunt'. Ik riep ze toe: "Niet van die kant moeizaam beklimmen. Aan deze kant is een trap". Bovengekomen.... geloof het of niet ....hadden wij binnen enkele minuten een gesprek, doordat zij 'gerichte vragen' stelden aan mij, voor hen een volkomen onbekende, want het waren vacantiegangers van elders. En ik kon fijn getuigen.
De Heer houdt van jou zoals hij van mij houdt. En hij zal wegen voor je effenen en verrassingen aan je bereiden.
Deze raadgevingen nog: - wees betrouwbaar, Spreuken 11 v 1 - wees bescheiden, 2 - wees eerlijk, 3 - sta in de goede verhouding tot God, doordat je zijn redding in Jezus voor jezelf helemaal en helemaal aanvaardt, 4 - wees oprecht, 11 - bevorder het 'zelfbeeld' van je vrienden, 12 - RODDEL NOOIT!!!13 - heb visie voor je vrienden; God wil ze redden; ze zijn kostbaar in zijn oog, dus ook in jouw oog, 14 - lever jezelf niet aan de luimen van je vrienden over; weet wat voor streken ze in hun staart kunnen hebben, 15 - laat geestelijke liefde van je uitstralen, 17 - bedrieg niemand, door zijn of haar geheimen te verraden, 20 - wees een royale kameraad, die mee wil delen, die bijspringt als een ander zijn pinpas in de kantine uitgeput blijkt te hebben en hij 'het er niet op aanstuurt, dat jij hem helpt', 24 - doe goed om goed terug te krijgen, 25, ook al moet je wel eens even wachten - zoek de goede dingen voor je kameraden, 27
Ach, zo wat puntjes, die je een bredere ingang geven.
Ik heb iets gedaan dat dwars tegen de wil van God is. Hij had d.m.v. de Heilige Geest het mij in mijn hart gelegd, dat ik het niet mocht doen en toch deed ik het. Is dit de zonde tegen de Heilige Geest, wie kan met bijbelse argumenten komen?
Ik heb God al 100 keer vergeving gevraagd, maar ik krijg geen antwoord.
De zonde tegen de Heilige Geest is iets heel anders dan jij denkt. Van 'de zonde tegen de heilige Geest' héb je geen berouw. Je weet wat je doet.
Een voorbeeld: de duivel was ooit een stralende 'engel van het licht'; Ezechiël 28 v 11- 18 vertelt van hem: - hij was een toonbeeld van perfectie, vervuld van wijsheid, volmaakt van schoonheid - hij woonde in een heerlijke, door God geschapen, geestelijke omgeving - zijn kleding was enkel licht, edelstenen en goud - hij beschermde het denken van zijn mede-engelen - hij had een heerlijke taak van Godswege, die hij onberispelijk vervulde... ...... ...totdat het moment kwam, dat hij meer vervuld raakte van zijn taak vóor God dan van zijn afhankelijkheid ván en gehoorzaamheidsplicht áan God. Toen werd hij verbannen en werd tot duivel.
Wel; - was satan door het licht beschenen, (Hebr 6 v 4), Nou en of. Hij wist álles, wat maar te weten is van God - wist hij van de hemelse gaven en de Heilige Geest. Niets was voor hem in zijn hoge staat verborgen, (4) . Niemand wist beter en meer van God dan hij met zijn perfectheid, wijsheid en al die andere heerlijke gegevenheden.
En tóch zei hij "Nee" tegen God en werd daarmee : de eerste 'neezegger'.
Laten wij nu eens lezen Hebr 6 v 4 - 6: "- Want wie ooit door het licht beschenen is - geproefd heeft van de hemelse gave - deel gekregen heeft aan de Heilige Geest - wie het weldadig woord van God -...en de kracht van de komende wereld ervaren heeft en vervolgens afvallig is geworden, kan onmogelijk een tweede maal worden bekeerd, omdat zo iemand voor zichzelf de Zoon van God opnieuw kruisigt en aan bespotting blootstelt".
Kijk...hier wordt nu iemand geschetst, die heel dicht bij 'de zonde tegen de Heilige Geest' is gekomen.
Het is me toch ook wat: - Gods licht werkelijk zien; zover gerijpt zijn dat je na het overwinnen van allerlei misverstanden dat licht duidelijk ziet doorbreken; niet maar zo'n beetje, als op de eerste formeringsdag,(Genesis 1 v 5), maar helder, zonder versluierende 'broeikaslaag', (v 11), maar helemaal, onbelemmerd, (v 15). - vól van de gaven en het wezen van de Heilige Geest; niet alleen maar een enkel woord van klanktaal, maar het hele scala van de vele gaven - inzicht hebben gekregen in de krachten, die zich volledig zullen ontplooien in het duizendjarig rijk .............. en dan toch nog zeggen: "Nee".
En dat is nóg niet de zonde tegen de Heilige Geest.
Want er staat alleen maar: "...kan onmogelijk een tweede maal worden bekeerd". Zelfs híer wordt de mogelijkheid opengelaten dat het gemoed ontvankelijk blijft voor het rechtstreeks ingrijpen van God.
Pas, wanneer ook dít stadium is gepasseerd...wanneer niet alleen mensen, maar ook God zelf zwijgen bij deze ijskoude vijandigheid...dan...ja dan is er sprake van zonde tegen de Heilige Geest.
Maar een pas beginnende jonge Christen is nog mijlen en mijlen ver verwijderd van dit verschrikkelijke.
Zélf heb ik als jonge man, in een verschrikkelijk ogenblik uitgeroepen: "Satan...als je dit of dat voor mij doet , dan mag jij mijn ziel hebben".
Dat is toch wel heel bar, heftiger kan toch eigenlijk niet. Maar God heeft me vergeven omdat Jezus voor mij pleitte. ( 1 Johannes 2 v 1).
Zolang je zonde je benauwt, heb jij de 'zonde tegen de Heilige Geest' niet gedaan.
De duivel, het prototype van deze zonde,heeft ook geen berouw. Na het duizendjarig rijk , na een zolang machteloos gemaakt zijn, komt hij , bij die 'laatste kans' , (die overigens -en dat weet hijzelf ook wel- geen eigenlijke laatste kans ís) terug, onverzoenlijk en onberouwelijk zoals altijd daarvoor.(Openb 20 v 7 en .
Maar jij....ga maar dapper door met de Heer. Geniet van zijn vergeving en vraag hem om kracht om steeds meer los te komen van dat wat je kwelt.
Lui.....wat dóen jullie nu toch. Het begon ermee, dat er gesproken werd over een jongen, die Gothic was en problemen had en nu ook glaasje draaide en wel eens naar de satanskerk ging. En later ving ik - naast veel goeds-klanken op in nadere postings zoals: - ze draaien harde muziek...nou wat zóu dat - ze zonderen zich af van de maatschappij...nou én - ach....het is alleen maaer 'doorgevloeide' punk - er is niets verkeerd aan - ik ben Christin, maar ik heb een vriend, die satanis is - Jezus ging toch ook met dit soort mensen om - Er is nog een fijn onderscheid tussen satanisten en satananen - ze vereren natuurgoden...en wat dan nóg - en ik weet niet, wat al meer.
Zeker....er zaten puur Christelijke geluiden bij.
Maar wat zegt de bijbel, Gods woord?: 2 Corinthe 6 zegt hierover, te beginnen met vers 14: "Loop niet in een en hetzelfde span met ongelovigen. Wat is de verwantschap tussen gerechtigheid en wetteloosheid. Wat heeft licht met duisternis te maken. Waarin lijken Christus en Beliar op elkaar, (Beliar is een van de vele namen voor de vijand, de duivel) Wat hebben een gelovige en een ongelovige gemeen. Wat heeft de tempel van God met afgoden te maken. ........... Ga wég van de ongelovigen, zonder je van hen af en raak niets aan dat onrein is".
Jullie hebben allemaal als jonge , veelbelovende Christenen , de maarschalkstaf in handen. Een grote toekomst wacht jullie. Onze Heer Jezus Christus heeft het door dat woord "Het is volbracht" mogelijk gemaakt, dat de Christenen vanaf tóen veel intensiever in aanraking konden komen met God de Heilige Geest, die met zijn Geestesgaven en Geestesvrucht oneindig gelukkig kan maken , terwijl al die enge dingen van Gothic en zo het in zich hebben om je oneindig ongelukkig te maken.
Wat hebben jullie van doen met: - glaasje draaien en ander occult snoepgoed en bezoekjes aan de satanskerk - harde muziek met onverstane , maar zeker werkzame satansklanken - hoogmoedig je afwenden van de maatschappij, met als voorwendsel, dat die maatschappij jullie niet begrijpt en afwijst. - ach...het is alleen maar iets , dat voortkomt uit punk en je kunt er best mee omgaan, terwijl de bijbel leert, dat 'slechte omgang goede zeden bederft'. - gewoon dit soort mensen tot vriend hebben, met het idee: "Jezus ging toch ook om met tollenaars en zondaars, zelfs met de moordenaar aan het kruis"....zonder in te zien, HOE en waarom Jezus met die mensen omging en te trachten, zíjn voorbeeld van omgang te volgen, daarbij ervoor zorgende, gevuld te zijn met de Heilige Geest, zoals in volkomenheid Jezus dat was. - je te verdiepen in het fijne onderscheid tussen al die stromingen van 'boomomarmers' en satanisten en 'praters met dolfijnen' - je niet te verdiepen in het aan Gods hand leren kennen van de sprake van de natuur, psalm 19 v 4.
In de samenkomst zingen jullie, soms nog hand in hand ook: "Maak ons een leger o Heer...!!". Maar dat moet een eensgezind ,Geestvervuld leger zijn, zonder vreemde smetten.
O...jullie tot het goede afgezonderden...jullie kinderen van het licht...jullie, dappere bestrijders van satan...jullie, prille gelovigen...jullie, tempelen van God...(2 Cor 6 v 14-16)...: wat zou ik jullie, oude en nieuwe vrienden eens gaarne 'geestelijk omarmen' in 'Vraag het Ger'. Kom (nog) eens.
In de NBV lees ik; (enkele meerdere verzen inbegrepen):
"( de HEER heeft mij gezalfd om aan armen het goede nieuws te brengen) ........ (3) "Om aan Sions treurenden te schenken - een kroon op hun hoofd..inplaats van stof - vreugdeolie....inplaats van een rouwgewaad - FEESTKLEDIJ INPLAATS VAN VERSLAGENHEID".
NBG heeft hier: "...EEN LOFGEWAAD INPLAATS VAN EEN KWIJNENDE GEEST"
Ik zie hier geen reden om iets ingewikkelds aan te nemen van bijvoorbeeld 'de boze geest die Saul kwelde', zoals jij oppert. Nee hoor; volgens mij zit hier helemaal geen 'dubbele bodem'. De bedoeling is tegelijk heerlijk en eenvoudig..... voor zover je bij Jesaja kunt spreken van 'eenvoudig'.
Het gaat hier om een profetie aangaande Onze Heer Jezus Christus,(v 10), hoezeer ook verhuld in oud-testamentische termen en verweven met de directe nood en de directe verwachtingen van het Joodse volk tóen en dáar.
Want wie zijn die armen, aan wie het goede nieuws wordt gebracht ?: zijn dat niet alle mensen, die zich afvragen of afgevraagd hebben: "Hoe komt die breuk tussen God en de mensheid óoit goed. Hoe kán God dit oplossen".
En wanneer dan de oplossing komt: God komt zelf in zijn eniggeboren Zoon naar de aarde om zélf de twee stukken van het gebroken koord tot éen koord te scheppen. En wanneer hij uitroept "Het is volbracht", dan is het koord weer heel. Dan: - ben je niet arm meer, maar RIJK - dan ben je niet meer verslagen, maar vol heerlijke hoop, die zekerheid is, - dan ben je niet meer een gevangene van de duivel, maar dan masseer je je polsen, waarin de moeten van de boeien nog zitten, maar je bent VRIJ - dan biggelen de tranen niet meer over je wangen, maar dan word je getroost, (2) - dan is er niet meer het stof op je hoofd van je verdriet, maar dan blinkt er een kroon van overwinning - dan is er geen plaats meer voor rouwkleding, maar dan is je hoofd , je denken, gezalfd met de vreugdeolie van de vervulling met Gods Geest. - dan is er het witte gewaad van Openbaring 7 v 9 en is elke verslagenheid geweken. - dan is er geen sprake meer van 'voortgaan van klacht tot klacht', maar van voortgaan van 'kracht tot kracht'(Psalm 84 v , van een verschijnen in Gods feestzaal als pilaren, terebinten van gerechtigheid, heerlijke bomen in Gods hof, bomen vol van luister. - dan is er geen sprake meer van rouw en droefheid, van een kwijnende geest, een geest met ternauwernood nog innerlijke levenskracht, dan is het hele denken feestelijk getooid met vreugde, met aanheffen van de lofzang.
Je vroeg iets over 'oordelen'. Ergens had je gelezen: Ordeel niet, opdat gij niet geoordeeld wordt. En uit andere teksten had je weer begrepen, dat je in bepaalde gevallen weer wél mocht oordelen.
Matth 7 v 1 zegt: "Oordeel niet opdat er niet over jullie geoordeeld wordt"
Johannes 7 v 24 zegt: "Ga in uw oordeel niet op de schijn af, maar laat uw oordeel rechtvaardig zijn".
Ik wil even nagaan of deze twee teksten samen voldoende zijn om tot een juiste afbakening te komen. Zijn deze schriftgegevens te 'mager' om een gevolgtrekking eraan te verbinden, dan zoeken wij er nog andere plaatsen bij.
In Matth 7 v 1.... ik neem de Korte Verklaring als richtlijn ...verbiedt de Heer Jezus niet ELK zedelijk oordeel, maar het hooghartig, liefdeloos kritiseren. Immers in vers 6 al is er sprake van 'een oordeel hebben', wanneer gezegd wordt: "Geef wat heilig is niet aan de honden en gooi je parels niet voor de zwijnen; die zouden ze maar met hun poten vertrappen, zich omkeren en jullie verscheuren". Zonder nu diep op deze laatste tekst in te gaan, kan toch wel gezegd worden, dat Christenen, staande tegenover spotlustige haters er goed aan doen om de tedere geheimen van Gods koninkrijk niet voor deze onwilligen en kwaadwilligen 'te grabbel te gooien".
Oordelen sluit dus een rechtvaardig oordeel niet uit, maar waarschuwt alleen tegen hooghartig, liefdeloos critiseren. Daarbij wordt al te licht eigen zonde en gebrek uit het oog verloren. Deze zonde kwam indertijd bij de Joden, het volk van de wet, veel voor en moest bestrijding verdienen, (Romeinen 2 v 1, Jacobus 2 v 12 en 13). In de tegenwoordige tijd tref ik deze vorm van critiek wel aan bij orthodox-Protestanten. Zo hoorde ik eens iemand uit die kring , glimmend van zelfingenomenheid, verklaren: "Elke nieuwe dominee 'weeg ik zogezegd op mijn hand'. En na een paar preken, wat zeg ik...na éen preek weet ik het al, of hij gewogen en te licht bevonden is".
En in Johannes 7 v 24 is er een valse schijn gewekt. Jezus heeft iemand op de sabbath genezen en is dus een sabbatsschender in de ogen van velen. En een sabbatsschender moet gedood worden, v 30.
Maar de waarheid is, dat ook volgens de Joodse wetsuitleg de besnijdenis geen arbeid is, dat in dit éne geval de strenge wetten over de sabbat ondergeschikt waren aan de wet betreffende de besnijdenis op de achtst dag, welke wet meer stringent werd geacht.
En....besnijdenis en genezing zijn beiden in Joodse gedachtegangen: gezond maken. Het wegnemen van de als onrein geldende voorhuid is 'genezen voor een deel'. En nu heeft Jezus iemand genezen...en dat is voor de volle honderd procent van het lichaam.
En daarom zegt Jezus: "Oordelen, zonder dat je alle feiten en achtergronden kent, voor zover dat redelijk is bij een mensenlijk oordeel, is foutief. Maar een rechtvaardig oordeel is zulk een oordeel, dat met alle bekende feiten rekening houdt. Als jullie even doorgedacht hadden, dan had je geweten, dat 'een mens helemaal genezen' in de lijn ligt van de besnijdenis, 'een mens voor een deel genezen'. Maar nee; op basis van wat geroep van sommigen willen jullie mij doden. Dat is verkeerd".
Niem; ik denk, dat wij er al zijn. Ga nooit liefdeloos critiek zitten leveren, terwijl je 'de balk in je eigen oog niet ziet'.
Oordeel ook niet onbesuisd bij zeer gedeeltelijke kennis van de feiten.
Maar een rechtvaardig oordeel, gedompeld in Goddelijke liefde, is juist.
Als antwoord allereerst 1 Johannes 4 v 2 en 3; ( in de vertaling van 1954): "Hieraan onderkent gij de Geest Gods, iedere geest, die belijdt, dat Jezus Christus in het vlees gekomen is, is uit God; en iedere geest, die Jezus niet belijdt, is niet uit God".
Het zal duidelijk zijn, denk ik, dat je nog allerminst gerustgesteld kunt zijn, wanneer iemand zegt: "Ja hoor....ik geloof best, dat Jezus ooit eens als mens op aarde geleefd heeft".
Dat bedoelde Johannes ook niet. In zijn dagen was dat nog helemaal geen punt. Er leefden toen nog vele mensen, die Jezus met eigen ogen aanschouwd hadden.
Nee, ze moeten meer en ruimer en royaler getuigen. 'Jezus belijden', houdt ook in, dat je durft zeggen, dat Hij door zijn Heilige geest woning gemaakt heeft in mensenharten, en dat je ook durft belijden, dat hij in waarheid de Zoon van God is en dat de goddelijke en de menselijke natuur beide in hem aanwezig zijn.
Wanneer je aan de mensen vraagt: "Maar is Jezus voor jou ook :GODS ZOON?" en zij draaien daar dan omheen, door te zeggen: "Ik zou dat toch een nuance anders willen zeggen. Ik ben ook Gods zoon...ik hoor immers ook bij God".
En wanneer je dan verder vraagt: "Maar staat het volslagen unieke van Jezus jou voor ogen, dat hij God was en naar de aarde kwam, (vlees, mens wérd), zoals er toch ook staat: 'Het Woord is mens geworden' " (2004: Johannes 1 v 14) en er wordt dan gezegd: "Dit moet je toch anders zien: Jezus was een baanbrekend iemand, die een enorme invloed op de wereldgeschiedenis heeft gehad", dan weet je toch eigenlijk wel genoeg.
Om eens een voorbeeld te noemen: in gesprekken met Jehovahs getuigen komt deze onderwaardering van Jezus er toch bij scherp vragen op de duur uit, hoezeer ook bedolven onder een zee van woordjes.
Nog duidelijker zie je een en ander in 1 Johannes 4 v 15: 2004: "Als iemand belijdt, dat Jezus de Zoon van God is, blijft God in hem en hij blijft in God".
Als iemand dan zegt: "Er zijn verschillende wijzen van zeggen. Dat Jezus nu zo exclusief 'DE Zoon van God' is....dat is niet in overeenstemming met het algemene denken, zoals dat zich sedert die oude dagen, zeg 2000 jaar geleden ontwikkeld heeft" en dan verder zowat 'bla bla' blaat, dan staat het sein al op rood voor jou en voor ieder werkelijk aanbidder van God.
Vraag altijd door; niet alleen of de mensen de historische werkelijkheid, dat er een Jezus als mens is geweest, erkennen, maar of ze het unieke in Onze Heer Jezus Christus, de brenger van de Heilige Geest ook erkend hebben. Wanneer ze ergens gaan draaien, dan is het foute boel.
Maar zelfs, wanneer ze alles 'goed hebben gezegd', dan blijft het nog 'uitkijken'. Maar de zwaarste dwaalleren heb je zo toch wel te pakken.
De mens heeft een ziel. Die ziel is de uiterlijke bekleding van de menselijke geest. De ziel is het naar buiten, naar de wereld, de 'Umwelt' gekeerde deel van de menselijke persoonlijkheid. De geest is het innerlijk, het naar de hogere dingen gekeerde deel van de mens.
Ooit hebben Adam en Manninne, (Eva) , opgestookt door de duivel, zich van God afgekeerd, door tegen een verbod zijnerzijds, ondersteund door een krachtige waarschuwing te zondigen.
Door die eerste zonde, die eerste ongehoorzaamheid, was de band tussen Gods Geest en de menselijke geest verbroken. Daarmee was tevens de harmonie tussen de ziel en de geest van de mens verbroken. De ziel , niet meer in toom gehouden door de menselijke geest, (die geest:ineengeschrompeld tot niet veel meer dan alleen nog het geweten), dijde onevenredig en buitensporig en ongezond uit. Als verzadiging voor die ziel waren er vele ideeën, die uiteindelijk die ziel steeds meer ongezond maakten.
Het geweten kon nog íets in toom houden, behalve bij de mensen, die zelfs dat geweten als met een brandmerk hadden toegeschroeid. Het geloof en 'het diepere kennen', ( de mogelijkheid om Gods onzichtbare wereld te 'zien'), waren heel nederig ontwikkeld.
Wanneer nu een mens de boodschap van Jezus hoort, zijn er altijd lieden, die deze boodschap direct vergeten. ( de gelijkenis van de zaaier, Matth 13). Bij anderen dringt die boodschap in de ziel door, maar de ziel is voor dat schitterende zaad van het evangelie niet voldoende bewerktuigd, heeft te ondiepe aarde. Mogelijk gaat het ook altíjd wel zo, dat de mens éerst de blijde boodschap hoort via de kanalen van zijn ziel. Er is altijd wel een beginenthousiasme bij iedereen. Maar bij mensen, die de lust hebben om vol te houden, breekt het geloof heen door de onzichtbare scheidingswand, die er is tussen geest en ziel. Maar ook dan ben je er nog niet. Want er kan later zoveel op je afstormen, dat zelfs het zaad , dat in de vruchtbare grond van de geest terecht is gekomen, overwoekerd wordt door de zorgen van alle dag.
Maar wanneer je de genade van de Heer krijgt om ook de verleidingen van de rijkdom en de dagelijkse beslommeringen te overstijgen, daa.....is er die vruchtbare grond, die soms honderd- en soms zestigvoudig vrucht draagt. En het wonder gebeurt. De geest begint zich te ontplooien met de oorspronkelijke bedoeling van God als einddoel. De ziel krijgt een meer gezonde en bescheiden functie en voelt zich in die normaal wordende toestand steeds meer 'happy'.
En wat kan jj doen Flower, wat betekent dit nu allemaal, op jouw situatie toegespitst.. Wanneer er weer eens een 'holy Ghost rally' is en ze zingen die leuke liederen weer, dan kan er de neiging opkomen, aangeblazen door de satan: "Gunst....altijd dezelfde moppies om je in een soort trance te krijgen. Wat is ook dít eigenlijk grenzeloos vervelend en al hondermaal vertoond".
En dan komt het er op aan. Wanneer jij zegt: "Satan....schiet op met je oorblazingen. Ik heb de Heer Jezus lief en ik wil deze slechte gedachte overwinnen"....wat dan: Dan heb je kans , dat de onzichtbare scheidingswand wordt verbroken en dat het zaad van de blijde boodschap in de goede grond van je geest valt.
En wanneer dan later soesah ontstaat met een jongen en de repetities op school gaan niet goed en je ouders schreeuwen tegen je en jij hebt de neiging om terug te schreeuwen....en misschien ben jij wel begonnen....en je bindt dan in of je zet die jongen om der wille van de Heer Jezus uit je hoofd en je vraagt aan God wijsheid voor je schoolwerk....wat dan: dan komt dat zaad van het evangelie eindelijk terecht in de goede grond . En dat heet nu diepere bekering en op deze manier wordt je dieper bekeerd. Lees ook maar het begin van BIJBELSTUDIE.
Ja zeg, dat is een heel probleem, dat je demonen waarneemt, die je benarren.
Goede raad gaven Peanut en Vlindertje al, zeg. Ik heb ook eens op ADIOS gekeken en wat daar stond, beviel mij ook erg.
Maar...Freak....de naam van Jezus aanroepen tegen de demonen is niet het enige. Je kunt niet zeggen, wanneer ze wegblijven: "Goed....dat is ook weer voorbij. Over tot de 'orde van de dag'.
Want wat is er nu féitelijk gebeurd ? De Heer Jezus zegt daarover in Matth 12 vanaf vers 43: "Wanneer een onreine geest iemand verlaat , trekt hij door dorre oorden op zoek naar een rustplaats. Maar....als hij die niet vindt, zegt hij: 'Ik zal terugkeren naar mijn huis dat ik verlaten heb'. En wanneer hij terugkeert, merkt hij dat het leegstaat, schoongemaakt is en op orde gebracht. Dan gaat hij weg en haalt er zeven andere demonen bij, die slechter zijn dan hijzelf, en zij allen nemen daar blíjvend hun intrek. En zo is de mens bij wie de demon intrekt er tenslotte veel slechter aan toe dan voorheen".
Dus, wat bedoelt de Heer Jezus hier in feite te zeggen: ............. Wanneer jij, Freak, de raad van Peanut en Vlindertje opvolgt zonder daar verder enige 'follow up' aan te verbinden, dan gáat de demon wel, maar buiten jouw leven is alles voor hem maar 'een dorre streek, waar uit 'demonen-oogpunt' geen rustplaats is te vinden. Hij komt terug en nodigt andere demonen uit, omdat hij alleen zijnde, te gauw wordt weggejaagd.
Jouw huis is - zo oppervlakkig gezien- leegstaand, wanneer je doet, wat je is aangeraden.
Maar....ís het wel leeggemaakt. Naar alle waarschijnlijkheid heb je best wel eens 'glaasje gedraaid' of iets dergelijks. Of misschien was het allemaal veel pittiger.
In dat geval vindt de ter inspectie komende demon nog allerlei meubels staan, waarop het zo heerlijk 'uitrusten' was. Je huis moet leeggemaakt van allerlei vuiligheid. Het moet ook schoongemaakt van allerlei aangekoekt stof dat is blijven liggen na het horen van slechte taal, het verkeren in slecht gezelschap, dat- volgens 1 Corinthe 15 v 33- "goede zeden bederft".
En wanneer overal maar oude ideeën van 'van alles'... van 'wicca' af tot 'boeddhisme' toe ....rondzwerven,dan kun je niet spreken van 'op orde gebracht'.
En dat lege huis moet gevuld worden. Het mag niet leeg staan. De onheilige geesten van de duivel schrikken terug, wanneer ze de deur opendoen en de Geest van Jezus, God de Heilige Geest, spuit er van alle kanten uit.
Dus Freak....doe nu zo: maak leeg, maak schoon, breng op orde. Doe dat met hulp van de Heer Jezus, die het echt niet bij 'éen keer helpen' wil laten.
Het woord 'aanbidding' tref ik aan in Openbaring 15 v 4, waar staat (1951): "Want alle volken zullen komen en zullen voor u nedervallen in aanbidding , omdat uw gerichten openbaar zijn geworden".
In 2004 staat het wat minder hanteerbaar: "Alle volken zullen komen en zich voor u neerbuigen, want uw rechtvaardige daden zijn geopenbaard".
Maar goed; ik begin maar om 'neerbuigen' en 'nedervallen in aanbidding' aan elkaar gelijk te stellen.
En waarom zingt de hele wereldbevolking eens, na alle grote overwinningen, Gods lof in aanbidding. - zij zingen het lied van Mozes, de knecht van God, het lied, dat hij zong, toen Farao met heel zijn vijandige legermacht was ondergegaan. - dit geeft een eerste vingerwijzing. anbidding is een vereren van God, die alle vijandelijke machten heeft doen ondergaan, doet ondergaan en zál doen ondergaan. - dan zingen al die volken: "Groot en wonderbaarlijk zijn uw werken, Heer, onze God almachtig". - een tweede aanwijzing: de rechte aanbidding zal doortinteld moeten zijn van een diepe kennis van de grootheid en de wonderbaarlijheid van Gods werken. - Maar om die grote werken althans met een begin van 'kennen' te doorzien, is toch echt wel 'de doop in de Heilige Geest' nodig, een dieper ingeleid zijn na bekering en wedergeboorte in de heiligdommen van God - En ook zingen ze: "Rechtvaardig en betrouwbaar is uw bestuur, vorst van de volken". - een derde aanwijzing; de rechte aanbidder weet van Gods bestuur door alle nevelgordijnen, die satan legt, heen. Hij weet, dat Gods bestuur, dat alle verwarrende omstandigheden ten goede leidt, rechtvaardig en betrouwbaar is en alle volken betreft. - En tenslotte luidt het grote overwinningslied, dat de grote slotoverwinning bezingt: "Wie zou u o God niet vereren, uw naam niet prijzen, WANT U ALLEEN BENT HEILIG'. - een vierde aanwijzing; dit is het hart van de aanbidding; de intense verbazing over Gods heiligheid, die de aanbidder verbaasd doet vragen: "Wie zou u niet vereren en prijzen".
Het is goed om bij de aanbidding te bedenken, dat Jezus de 'betere Mozes' is, Hij heeft zijn volk niet uit de macht van een aardse heerser, Farao , bevrijd, maar uit de macht van een puur demonische heerser, een vorst aan de duistere kant van de hemelse gewesten, de antichrist. En dan dat wéten: in God is geen duisternis, geen geschondenheid, geen vlek en geen rimpel. Eindelijk Iemand, die je volledig kunt vereren.
Aanbidding is vaak een emotioneel gebeuren. Tot een zeker enthousiasme gebracht door vele heerlijke liederen, werken wij gezamenlijk naar een climax toe, die ons een 'intens goed gevoel ' geeft.
Maar aanbidding hoort op de duur dieper te gaan, zoals ik hierboven heb geschetst. Dit houdt niet in, dat ik mijn schouders zou ophalen over 'emotioneel gedoe'. Het is wél een wens mijnerzijds, dat aanbidding de scheidingswand tussen onze ziel en onze geest doorbreekt en wordt tot een aanbidden, vol van de elementen, die ik zoëven aanvoerde.
Overigens zijn er heerlijke teksten, die spreken van God, die zoekt naar aanbidders, die hem aanbidden in geest en in waarheid. Maar dat zou te ver voeren.
Je vroeg om stof voor een presentatie over 'Mozes'.
Mozes is éen van meest beschreven mensen in de bijbel. Voor je presentatie heb je misschien iets aan de volgende facetten uit de honderden, die te noemen zouden zijn:
- Mozes was iemand, die 'er altijd bij was': hij had overal een mening over of werd altijd actief: - wanneer er een braamstruik brandt zonder te worden verteerd: direct er op af. - toen er ergens een Hebreeuwse slaaf moest worden verdedigd...jáá; een conflict; gauw er op af.
Leg aan de meute uit, dat er een vorm van direct reageren is, die wel eens goed uitpakt en wel eens slecht. Vertel hun, dat ze zichzelf best wel eens kunnen onderzoeken op impulsief handelen.
Wijs er op, dat Mozes, met dat impulsieve, doenerige karakter van hem, geleidelijk aan wijzigde in zijn optreden. Niet, dat hij minder doenerig werd, maar hij leerde steeds meer op de goede manier 'doenerig ' te zijn. Wijs je gehoor op de wenselijkheid van deze verandering en bereid ze voor op de wijze, waarop deze bij Mozes plaats vond.
Wij mensen willen in vele gevallen best wel reageren, zoals God dat van ons wil. Maar dat kunnen wij alleen maar doen, als wij leren gehoorzamen aan God. Wijs je gehoor erop, dat het nú de tijd is voor hen om te leren gehoorzamen aan God, omdat de tijd op school of opleiding een tijd is zonder de grote stress, die later komt, wanneer je in het volle leven komt te staan. Komen er later van die stress-situaties, dan heb je al de gewenning om God te gehoorzamen. Wijs daarbij op de veertig schaapherderjaren van Mozes in de woestijn, de enigszins stressloze periode, waarin hij gehoorzaamheid kon leren.
Wijs je gehoor erop, dat Mozes: - heel vaak als buffer tussen God en het volk moest reageren - soms was God woedend over de koppigheid en vergeetachtigheid van zijn volk - soms was het volk- 2 miljoen man sterk- aan het ruziën en klagen jegens God - soms stond het volk op het punt om hem- Mozes - te stenigen, omdat 'zijn kop hun niet aanstond'.
En meestal ging het heel goed, wat bij zo'n enorme taak een hele prestatie is. Bepaal je gehoor erbij, dat ook hun in het komende volle leven zeer moeilijke opdrachten wachten en benadruk nogmaals: "Leer gehoorzaamheid nu, opdat je die later als vanzelf tot je wapen smeedt".
Wijs ook op de straf, die Mozes kreeg, toen hij eens éen keer apert ongehoorzaam was. God stond hem niet toe, zélf het beloofde land te betreden, hoewel dit zijn hele werkzame leven zijn doel was geweest. Haal er voor je gehoor deze les uit: ook 'gehoorzaam aan God zijn in de moeilijkste omstandigheden'. Tot aan het eind toe volharden.
Toon Mozes als een voortreffelijke persoonlijkheid, die door God nader gevormd is tot de reus, zoals hij bij ons in de herinnering voortleeft. Mozes 'doenerige' karakter werd niet zozeer omgevormd. Hij kreeg ook geen capaciteiten of krachten, die niet al in sluimerende toestand bij hem aanwezig waren. God gebruikte die eigenschappen en kneedde ze, tot ze pasten binnen zíjn doel.
Geef aan je gehoor deze gedachte mee: "Ook in jou sluimeren geweldige krachten. Geef ze aan God, dan kan die ze gebruiken voor de hoogste positieve doelen met jouw eeuwig behoud als flonkerend eindpunt. Geef ze niet aan satan, want die zal ze gebruiken voor de laagste doelen en dat tot jouw eeuwig verderf.
Breng je gehoor tot de bereidheid om tot God te bidden: "Heer....doe met mij als met Mozes. Leer mij om mijn mogelijkheden en krachten te gebruiken en te kneden tot ze passen binnen uw wil omtrent mij".
Ik hoop je met deze enkele suggesties te hebben kunnen dienen.
Daag Ger(van 'Vraag het Ger').
Vele gedachten ontleend aan 'Life Application bible', (Het leven)( practische lessen uit HET BOEK).
Je stelt daar enkele indringende vragen: - gaan 'christen zijn' en 'aan politiek doen' wel samen - hóort politiek bij een Christen - betekent het 'niet van de wereld zijn' en het'je burgerschap hebben in het koninkrijk van God', dat wij afwijzend moeten staan ten opzichte van een door mensen gevormde regering, zoals de democratie
Mijn antwoorden: - 'Christen zijn' en 'politicus zijn'....dat zijn twee zaken, die heel goed zijn te combineren. De stelling is wel eens verkondigd, dat je niet 'in zaken' kon zijn en tevens Christen. maar die stelling is uit en ter na bestreden. Bewezen is al honderdmaal dat het zeer wel mogelijk is om 'zakenman' te zijn en tevens onberispelijk Christen. Waarom zou hetzelfde ook niet gelden, wanneer je je aangetrokken voelt tot de wereld van de politiek. Want het is toch een geweldige zaak om directe inspraak te hebben bij zulke belangrijke zaken, als wij onlangs tot stand hebben zien komen; regelingen, die nodig waren om oude vormen te vervangen of aan te passen. Waarom zou een Christen, die begaafdheden heeft op dit terrein, zijn schouders hieronder niet mogen zetten.
Maar ik weet wel, waar een moeilijkheid zit. Er is voor Christenen niet veel aan de hand, wanneer zij in de Kamer in de oppositie zitten. Maar veel moeilijker wordt het, wanneer je in een regeringscoalite zit en je moet besluiten ondersteunen, die mede gedragen moeten worden door mederegeerders, die geen Christen zijn. En helemaal lastig wordt het, wanneer je geen 'coalitiekamerlid' bent, maar een 'minister' in het 'coalitiekabinet' Tot zulk een functie kan iedere Christen geroepen worden, die nu nog in de oppositie zit en aardig 'schone handen' kan houden.
De apostel Paulus raadt ons aan om voor Christenen in regeringsposities extra te bidden; 1 Tim 2 v 2: "Bid voor alle koningen en gezagsdragers, opdat we rustig en ongestoord kunen leven, in alle vroomheid en waardigheid. Dat is goed en welgevallig in de ogen van God, onze redder".
Een positieve houding tegenover alle medemensen is het kenmerk van de ware Christen. De wel eens opgeworpen stelling: "Kan een politicus wel een goed Christen blijven" heeft iets negatiefs in zich. Bid nu maar voor Balkenende en Zalm, net zoals ingeleide Christenen vroeger voor Kok gebeden hebben, toen het zijn beurt was. Als loon krijg jíj dan, dat je rustig en ongestoord kunt leven, in alle vroomheid en waardigheid.
Je tweede vraag: "Hoort politiek bij een Christen", kan ik bevestigend beantwoorden, wanneer ik de bewoordingen iets mag veranderen. "Hoort politiek bij een Christen, die een bekwaamheid heeft om in teamverband met andersdenkenden 'leiding te geven' en te 'besturen' ". Ja hoor; Abraham Kuyper heeft eens gezegd: "Geen terrein is er op het hele maatschappelijk gebied, waarvan de Christus niet zegt: 'Het is MIJN' ". Deze wat ouderwetse woorden zou ik als volgt willen moderniseren: "Een Christen mag zijn begaafdheden op elk terrein ontplooien, waar die begaafdheden tot volle ontplooiing kunnen komen".
En wat nu je derde stelling betreft: of allerlei regeringsvormen van tegen woordig niet tekort doen aan de tekst; Filipp 3 v 20: "Wij hebben ons burgerrecht in de hemel". het volgende:
Wij zijn op weg naar het duizendjarig rijk, waarover Jesaja 32 v 1 schrijft: "Een koning die rechtvaardig regeert en leiders die leiden volgens het recht zijn als een beschutting tegen de wind, als een schuilplaats voor een wolkbreuk, als waterstromen in een dorre streek als de koele schaduw van een rots in een dorstig, uitgedroogd land".
Die koning, onze Heer Jezus Christus, kiest zelf zijn regeerders uit, mensen, die hem in de bitterste strijd tegen de antichrist volkomen trouw zijn gebleven, Openbaring 11. Maar voor alle Christenen zal er blijdschap zijn in de theocratie, die gaat komen.
Maar wij leven nog in deze tijdsbedeling en daarvoor geldt volgens Romeinen 13 v 1 volgende: "Iedereen moet het gezag van de overheid erkennen, want er is geen gezag, dat niet van God komt; ook het huidige gezag is door God ingesteld. Wie zich tegen dit gezag verzet, verzet zich dus tegen een instelling van God, en wie dat doet, roept over zichzelf zijn veroordeling af"
Jij Niekie, met jouw dubbele nationaliteit, -je burgerrecht in de hemel -en je nederlandse paspoort: denk nu niet te ingewikkeld over al die regeringsvormen over de hele wereld heen. Stel je positief op ten opzichte van de situatie in Nederland, éen van de meest welvarende landen van de wereld.
En lees dit stuk van Romeinen nog maar eens wat verder door.
Het heeft even geduurd, eer ik je kon antwoorden. Suzanne kwam er tussen met vier vragen. maar nu kom ik toch aan je toe.
Je hebt eigenlijk niets te klagen, zeg je: je somt zulke heerlijk dingen op: - helemaal in vrede en harmonie met God en Jezus - leuk werk, leuke vrienden, lieve, godvrezende omgeving - goede gezondheid, kortom alles: pico bello.
En dan toch kan zo'n verdrietig gevoel je bevangen.
Dan krijg je zo'n gewaarwording van machteloosheid. Je ziet al die vele mensen rondom je heen, die zich reppen van hot naar haar. En je weet, dat er zo op de hele wereld 7 miljard van die mensen rondhollen. En je weet iets van de ontzettende dingen, die overal gebeuren. Er moet iets aan gebeuren in de naam van Onze Heer Jezus Christus, maar wát ?...en waar te beginnen....en hoe....en waarom is dit toch allemaal zo: die enorme mierenhoop met al die walm van verschrikking, die er uit opstijgt.
Weet je, wie zulke ogenblikken ook wel eens had: Onze Heer.
In Johannes staat de kortste tekst uit de bijbel:11 v 35: "Jezus begon ook te huilen".NBV "Jezus weende", NBG.
Al eerder staat er iets, dat NBV weergeeft met "het ergerde hem. Diep bewogen vroeg hij". (33) De NBV: "Hij werd verbolgen in de geest en diep ontroerd" In vers 38 is opnieuw sprake van een dergelijke heftige innerlijke reactie. In de geest was Jezus 'in rep en roer'. Men moet hierbij aannemen - aldus de Korte Verklaring- dat er uiterlijke tekenen waren: heen en weer bewegen en schokken van zijn lichaam, een hevig bewogen gelaatsuitdrukking. Men gaat zeker niet te ver, wanneer men aanneemt, dat de zonde en haar bittere gevolgen, dood, rouw, tranen, op dat ogenblik in al zijn vreselijkheid 'over hem heen viel'.
Je weet, wat er daarna gebeurde; in een geweldige explosie van geestelijke kracht wekt Onze Heer Lazarus op uit de dood.
Het gevoel, dat soms over jou komt, is een gevoel van diep leed dat ook de Heer Jezus niet vreemd is geweest.
Natuurlijk is het bij jou allemaal op geringer, op lager niveau. Maar je bevindt je in eder geval in goed gezelschap van onze Heer zélf.
De gevoelens, die jou soms parten spelen, ken ik ook. Maar ik tracht mij er altijd over heen te zetten door de Heer te gaan loven en prijzen. Dan dank ik hem voor de grote toekomst die- door Gods genade- voor de mensen wacht, die de Heer Jezus liefhebben. Ik denk aan het eeuwig gewicht van heerlijkheid, dat oneindig ver gaat overtreffen al het leed van dit moment. ( 2 Cor 4 v 17).Ik denk aan een nieuwe hemel en een nieuwe aarde, waar zelfs geen herinnering zal zijn aan de vreselijke dingen die nu spelen. (Jes 65 v 17) Ik loof God, want hij wil wonen op de lofprijzingen van zijn volk.(Ps 22 v 4) Ik offer op zulke momenten van ingezonkenheid lof aan de Heer, want hij zegt: "Wie lof offert, baant voor zichzelf de weg, waarop God hem zijn heil zal doen zien".(Ps 50 v 23).
Niem; je gevoelens zijn begrijpelijk. Maar met - met redenen omklede- 'lof en prijs' kom je er telkens weer uit.
En dit was dus je vierde en laatste vraag: Hoe kom ik van dat masker af van: - niet willen zeuren; geen kopzorg willen geven - over mijn 'van binnen huilen' een glimlach trekken voor de buitenwereld van 'niks aan de hand' ".
Suzanne; dat 'niet willen zeuren, geen kopzorg willen geven'...daar zit iets heel goeds in: de liefhebbende dochter, die haar ouders het leven zo dragelijk mogelijk wil maken. Maar er zit ook iets in van 'zelfhandhaving'; dat wat de Engelsen 'a stiff underlip' noemen , ( altijd je gelaatsuitdrukking onder controle), in dit geval: over je hele wezen de glimlach leggen van 'ik red mij wel'.En dát is toch niet goed.
Dat vernisje gaat scheurtjes vertonen. En het barst een keer open op ongelegen tijd. Ikzelf heb ook met spanningen te maken. En in de geloofsgemeenschap, waarin ik vertoef, wordt dan zo gauw gedacht: "Broer Ger....83....nestor in de gemeente, 'niks mee aan de hand'.." Maar onlangs had ik een diepe nood. En ik heb een lieve vriend, een jong, veelbelovend gelovige. En ik ging naar hém toe om troost. Hij troostte mij lief en was eigenlijk ook nog vereerd, dat 'zo'n oude frontsoldaat' bij hém kwam voor 'blaren doorprikken'. Hij had het zo fijn gevonden om mij nu eens ter hulp te kunnen zijn, zo vertrouwde hij me later toe.
Laatst was ik zó overladen met werk dat ik gejaagd werd, alle tekenen ging vertonen van een zekere 'overspannenheid'. Ik vertelde het aan een oudstenechtpaar. Zij namen mij tussen zich in en ik voelde mij zo veilig onder hun vertroostende woorden.
(Nog even een voorbeeld uit de 'wereld van alle dag'. Ik had indertijd een werkkring, waarin ikzelf alle problemen wel oploste en nooit eens bij mijn chef te rade ging. Op het laatst groeide er een spanning: een 'meerdere' wil ook wel eens bemerken, dat hij een 'meerdere' ís en geraadpleegd worden. En toen diende zich een probleem aan, waar ikzelf wel uitkwam, maar ik dacht: "Kom...nu vraag ik toch mijn chef eens op advies". De Heer gaf mij dat in. Het 'hoofd van bureau' was opgetogen , gaf heel graag advies. De spanning tussen ons verdween. Nu weet ik wel, dit vooerbeeld ligt een beetje als een 'Fremdkörper in het geheel van deze brief, maar deze practische raad zal iemand van de lezers dan wel nodig hebben).
Niemand neemt jou je 'smiling mask' af....je kunt het wél zelf afdoen. Ga eens naar je ma en pa en zeg gewoon: "Pama...mag ik eens met u praten..." En dan vertel je gewoon eens je innerlijke spanningen. Ze zullen net zo blij zijn als die jonge gelovige was , toen hij mij kon helpen. Tegen míj heb je al een beetje uitgehuild. Maar dat is nog maar een randgebeuren. Zeg het eens uit tegen hen, die jou het liefst zijn.
Je vraagt mij of de antichrist uit het Oosten komt, zoals sommige mensen zeggen.
Het is mogelijk, dat mensen deze gedachte gaan koesteren, omdat in Openbaring 16 v 12 staat: "De zesde engel goot zijn offerschaal leeg over de grote rivier de Eufraat. De rivier viel droog en maakte de weg vrij voor de koningen uit het oosten". En dan volgen er allemaal teksten met dreigende en geheimzinnige inhoud, die een onbehaaglijke indruk kunnen wekken. Ik kan mij best voorstellen, dat mensen dan tot déze idee komen. Daarna gaan ze er allerlei ideeën aan verbinden: Eufraat, Oosten, Saddam Hoessein, moslim-extremisme...en zo maar door.
Maar het is niet juist om bijbelse begrippen vast te maken aan allerlei personen en ideeën, die later weer plaats maken voor andere personen en ideeën. Dan heb je je denkkracht weer aangewend voor dingen, die 'de waan van de dag' waren.
Maar wat wordt dan wél bedoeld.
Ik heb J.E. van den Brink maar weer eens geraadpleegd en geef zijn statige zinnen in wat populaire taal door, terwijl ik er ook wat eigen gedachten doormeng.
Dat moet ook wel, zelf er wat bijdenken. Want goede, oude v.d.Br.- inmiddels overleden- kon in 1966 ook niet voorzien, dat er in 2005 een Muse zou zijn, die zulke dingen zou zeggen als jij nu zegt. Geen onfatsoenlijke dingen hoor, maar in 1966 was dit allemaal niet zo goed te voorzien.
Eerst maar 'de engel'. Die brengt een oordeel over de Christenheid, voor zover ze niet ten volle wil luisteren naar de goede boodschap van God. Wanneer de tijd rijp is, doet die engel dwaalgeesten en boze geesten in menigte over de aarde gaan, waarbij inonderheid de Christenheid 'op de korrel wordt genomen'.
Dan de Eufraat. Wij moeten helemaal terug naar Genesis om de symboliek te begrijpen. In Genesis 2 v 10 komt een rivier binnen in 'het paradijs', die nog niet vertakt is, ( die rivier). Dáar begint die rivier zich te vertakken in -onder andere- de Eufraat en de Tigris. De beeldtaal knoopt vast aan deze realiteit van vroeger. Zij geeft deze boodschap: het woord van God is een heerlijke paradijsrivier. Maar in het paradijs begint het al met die vertakkingen , de verwarring en tenslotte is er aan éen van die rivieren 'in de natuurlijke wereld' de stad Babylon en 'in de geestelijke wereld' het 'Babel, stad van verwarring', het door allerlei leringen in de war gebrachte en krachteloos geworden Christendom.
Tegen het Babylon van de oudheid, dat het voorbeeldvolk van die tijd, de Israelieten, zo benarde, trok eens een koning op, die kwam van het oosten, van Medië, (Perzië), over wie Jesaja al profeteerde in 41 v 2 en 51 v 11 als een 'koning uit het Oosten' , wat aardrijkskundig klopt.
Aan deze profetie knoopt nu Openbaring vast met deze gedachte: zoals eens een koning uit het Oosten het 'natuurlijke' Babel te gronde richtte, zo zal ook eens een macht optrekken tegen het 'geestelijke Babel', de Christelijke kerk, met zijn drabbige water, ( waarheid en leugen). Net zoals de koning van het oostelijk van Babel gelegen Medië de Eufraat afdamde en zo vrij toegang kreeg tot Babel....zo zal aan het eind van 'ons' tijdperk de duivel met allerlei dwaalgeesten en boze geesten de afgevallen en verbasterde Christenheid helemaal 'droogleggen' van alles, wat in dat drabbige water nog goed was . Dan zal alles gevuld worden met boze geesten en dwaalgeesten en is de verworden Christelijke kerk een weerloze prooi.
Muse...jij roept allang: "Goeie morgen...zo hevig had ik die uitleg niet bedoeld".
Maar voor jou rond ik het als volgt af. Als jij besluit je helemaal in het geloof van Jezus te werpen....doe het dan direct goed. Sluit je aan bij die Christenen, die zich te rechter tijd van allerlei verwarde leringen weten vrij te maken en gevuld met de Heilige Geest van God, tot hen gekomen ná bekering en wedergeboorte, voldoen aan dit schriftwoord: "Weg!....ga weg!....ga daar weg! Raak niets aan dat onrein is. Jullie die het heilig gerei van de HEER dragen, ga daar weg en blijf rein. Maar....jullie hoeven niet overhaast te gaan, jullie vertrek is geen vlucht, want de HEER gaat voor jullie uit, de God van Israel vormt je achterhoede". Jesaja 52 v 11 en 12.
Wie dichter bij zichzelf wil komen, komt- als regel- verder van huis.
Dag Zuzanne,
Je derde vraag, abusievelijk als '4' vermeld, maar ja: het is ook zo warm.
"Maar dat kán toch niet dat ik een 'niemand' ben. Ik ga net zolang graven totdat ik er achter ben, wie ik nu eigenlijk bén".
Dat moet je echt niet doen, Zuzanne. Ik hoor zo vaak die kreet: "Ik ben bezig om 'bij mijzelf' te komen".
Maar nooit hoor ik dat iemand 'er is'.
Wel zegt 2 Korinthiërs 13 v 5: "Onderzoek bij uzelf of u vast op God vertrouwt", maar dat is heel iets anders dan een zoektocht naar het eigen wezen.
Er is maar éen íemand die ons innerlijk wezen van haver tot gort kent. En dat is de Heer God. Van eeuwigheid zijn wij er al in zijn grote plan. Psalm 139 v 16 zegt; "Uw ogen zagen mijn vormeloos begin; in uw boek waren zij alle opgeschreven, de dagen die geformeerd zouden worden, toen nog geen daarvan bestond".
Hij die van eeuwigheid is en die is tot ín eeuwigheid, kent jouw wezen, heeft het zelf ontworpen, kent alle 'ins' en 'outs'ervan.
Daarom zegt ver 1 - 3: "Heer, u kent mij, u doorgrondt mij, u weet het als ik zit of sta, u doorziet van verre mijn gedachten, ga ik op weg of rust ik uit, u merkt het op, met al mijn wegen bent u vertrouwd".
Dus....wanneer je wat weten wilt over jezelf, dan ga je naar God toe. Maar wat moet je nu eigenlijk vooral weten; vers 23/24 geeft hierop het antwoord: "Doorgrond mij, God, en ken mijn hart, peil mij, weet wat mij kwelt, zie of ik geen verkeerde weg ga, en leid mij over de weg die eeuwig is".
Maar ga geen boeken lezen om 'dichter bij jezelf' te komen.
Want 'Feind hört mit", (de vijand - de satan- luistert mee).
Er zijn van die technieken om 'alles van je naar boven te halen'. En dan lígt het daar en dan is er geen mogelijkheid om die aan de dag getreden narigheden te genezen. Al dat 'in jezelf gegraaf'leidt alleen maar tot grotere verwarring. Geef ook dít in de hand van de Heer.
"Maar ik houd helemaal niet van mijzelf; ik minacht mijzelf, want ik vind dat ik een NUL ben".
Bij deze vraag is ons redmiddel Efeze 6 v 12: "Onze strijd is niet gericht tegen mensen maar tegen hemelse vorsten, de heersers en de machthebbers van de duisternis, tegen de kwade geesten in de hemelsferen".
Er is een eenvoudige regel: - God wil voor elk mens alleen maar het goede - De duivel wil voor elk mens alleen maar het slechte.
En wanneer de duivel een jong, veelbelovend mensenkind ziet, dat de Heer oprecht wil dienen, dat onder andere met deze gedachte rondloopt: "Ik wil écht góed zijn voor mijn medemensen", dan gaan bij hem, die alleen slecht wil zijn voor alle mensen, alle alarmschellen rinkelen.
Dan gaat hij jou influisteren, dat je maar een dom, klein gansje bent, voo wie dat versje helemaal niet geldt, dat je eens hoorde: "Ik ben een kind van God bemind en voor 't geluk geschapen". Dan kan je daar met je innerlijk niet aan raken.
Maar wat jij nodig hebt, is datgene wat Efeze verder in hoofdstuk 6 zegt: " neem de wapens van God aan om weerstand te kunnen bieden op de dag van het kwaad", (wanneer de duivel weer van die vervelende dingen fluistert) "Geloof in God, die jou goed wil doen; en houd met dat geloofsschild al die brandende pijlen (van satan)op een afstand. Zet zogezegd een 'helm' op je hoofd: 'De Heer Jezus heeft mij verlost en vrijgemaakt' ".
Dan ga je op de duur zien, dat God een groot plan heeft met jou: - hij heeft een hemelse temnpel in aanbouw en daarvoor zijn veel hemelse stenen nodig. En een van die 'geestelijke', eeuwige stenen kun jij zijn. Dat is Gods bedoeling met jou. - dáar wil hij jou naar toe stuwen. Dan zeg je op de duur niet meer: "ik ben een NUL". Maar dan leer je juichen met Efeze 3 v 20: ""Aan de lieve Heer God, die door de kracht (van de Heilige Geest) die in mij werkt bij machte is oneindig veel meer te doen dan ik vraag of denk.... o Heer God...aan u alle eer".
En als je zo blijft denken dan zeg je éen keer verbaasd: "Dat ik nu toch gedacht heb dat ik 'een nietsje was....ik weet: alles is genade. maar toch....wat de Heer bezig is van mij te maken!!! Laat ik dan 'een nul' geweest zijn...voor mijn part een 'dubbele nul'....hij heeft 'een acht' van mij gemaakt....en hij wil mij voortleiden naar een TIEN
Liefde voor God....liefde voor anderen....liefde voor jezelf
Dag Zusanne,
Je legt diverse vragen aan me voor en je begint met een uitspraak: 1: "Je moet van jezelf houden om honderd procent van een ander te kunnen houden" En je volgende vraag vertaal ik nu zó: 2: "Maar ik houd helemaal niet van mijzelf; ik minacht mijzelf, want ik vind dat ik een NUL ben". En toen was er rap deze vraag: 4: "Maar dat kán toch niet dat ik een 'niemand' ben. Ik ga net zolang graven totdat ik er achter ben, wie ik nu eigenlijk bén" En daarna was de volgende vraag; 5: "Hoe kom ik van dat masker af van: - niet willen zeuren; geen kopzorg willen geven - over mijn 'van binnen huilen' een glimlach trekken voor de buitenwereld van 'niks aan de hand' ".
Zusanne..... je bent nog niet eens zestien, zoals ik veronderstelde, maar vijftien.... ik ga tegen zo'n jong iemand geen hevige verhalen houden hoor.
Maar die eerste vraag of eigenlijk stelling: " Je moet van jezelf houden om honderd procent van een ander te kunnen houden". Met die formulering is eigenlijk iets mis. Want de schrift zegt; Matth 22 v 37- 39: "Heb de Heer, uw God lief met heel uw hart en met heel uw ziel en met heel uw verstand. (38:)...Dat is het grote en eerste gebod (39:)...Het tweede is daaraan gelijk: heb uw naaste lief als uzelf".
Zusanne...je kunt beter bij God beginnen. Ga hem nu eens liefhebben met je hele 'inner person'.... (dáar 'waar de dingen gebeuren') "Uit het hart zijn de uitgangen van het leven". Laat je gevoel, je emoties door God beheersen. Geef je verstand aan de leiding van de Heilige Geest over. Die maakt het veel scherper dan jij je nu kunt voorstellen. Dat kun je zélf niet Maar vraag heel eenvoudig: "Lieve Heer God.....wilt u die grote dingen bij mij doen. Dank u Heer".
En dan niet gaan zitten drammen: "Ik wil het nu direct !!!".
Ik ben bijna zeventig jaar ouder dan jij. En de Heer is met mij nog steeds bezig om mij op niveau te brengen.
Uit die groeiende liefde tot God komt zóveel voor. Je leert dan zijn genade kennen, die zich openbaart in..... zoals Nehemia 9 v 17 dat zo mooi zegt: "....vergeving, liefdevolheid, geduldigheid en trouw".
En dan ga je vanzelf bidden om al die goede dingen in jouw omgang met anderen; dat je ook maar vol liefde, vergevingsgezindheid, geduld en trouw mag zijn jegens hen.
En in 'het zó handelen' wordt je eigen leven vól van al die goede dingen.
Dus: niet beginnen bij je eigen situatie. Beginnen bij God en via de medemens je eigen innerlijk vinden en cureren.
Ik hoop niet dat ik te moeilijk voor je geweest ben. De meeste meisjes van deze leeftijd zijn aan het bevatten van deze uitleg niet toe. Maar ik heb het idee dat jij je leeftijd iets vooruit bent.
Je volgende vragen zal ik in éen of meer verdere postings beantwoorden.
En hier mijn destijds gegeven antwoord op je vraag: "Waarom vieren wij eigelijk de zondag als rustdag in plaats van de zaterdag, (de sabbat)".
Je hebt al heel wat antwoorden gehad.
Ik voeg enkele teksten toe, waarvan sommige de revue al hebben gepasseerd.
Romeinen 14 v 5: "De een beschouwt bepaalde dagen als een feestdag, voor de ander zijn alle dagen gelijk. Laat iedereen zij eigen overtuiging volgen. Wie een feestdag viert, doet dat , om de Heer te eren..."
Galaten 6 v 15: "Het is volkomen onbelangrijk of men wel of niet besneden is, belangrijk is, dat men een nieuwe schepping is". (En de besnijdenis stond ook in het Oude Testament, net als de sabbat)
2 Corinthe 5 v 17: "Daarom is ook iemand, die éen met Christus is, een nieuwe schepping. Het oude is voorbij, het nieuwe is gekomen".
Colossenzen 2 v 16: "Laat niemand u iets voorschrijven op het gebied van eten en drinken of het vieren van feestdagen, nieuwe maan en sabbat. Dit alles is slechts een schaduw van wat komt- de werkelijkheid is....: CHRISTUS".
Het is goed om even te bekijken, in welke tijd en in welke sfeer al deze teksten werden geschreven. Het geloof in Jezus was zijn triomftocht begonnen en het is te begrijpen, dat er mensen waren met een traditie, die soms tot op Abraham terugging en voor wat de sabbat betreft, terugging op 'de tien geboden', mensen die zeiden: "Ho ho...het gaat ons allemaal veel te vlug. Laten wij die dingen van vroeger nu niet weggooien". Maar door het inpassen van de oude dingen in het nieuwe was het net zoals Jezus al eens had gezegd: "Je moet geen nieuwe lap verenigen met een oud kledingstuk. Dat bederft ze allebei".
En daarom zegt Paulus ook: "Mensen ...om die idee: 'Ja maar dat is vroeger toch eens zó gezegd', daar gáat het helemaal niet om! Er is maar éen ding belangrijk....ben je door Christus een nieuwe schepping geworden". (Wij formuleren dat bijvoorbeeld zó: "Ben je echt diep bekeerd, zodat je van jezelf mag zeggen in dankbaarheid voor de genade: ' Halleluja...ik ben wedergeboren...ik heb daarvan getuigenis afgelegd door mij te laten dopen....ik ben niet alleen daarna gedoopt met de Heilige Geest, maar die doop is constant geworden in 'vervúlling met de Heilige Geest'" ). "Er is maar éen ding belangrijk....al dat andere....van sabbat en besnijdenis is maar ( in het beste geval) peanuts...en in het slechtste geval fatale vertraging".
En elders zegt Paulus dus: "Maal me niet meer aan mijn hoofd met dergelijk kruimelwerk. Doe maar, waar je je echt goed bij voelt. Maar wanneer je een feestdag hébt uitgezocht, gebruik die dag dan ook om de Heer te eren".
En weer elders: "Vier desnoods elke dag" (Zo ís het toch eigenlijk ook. Ik kwam laatst een heel blijde Christin tegen. Ik zei: "Ha zus....welk feest heb je nu weer met de Heer gevierd". En die kostelijke getuige van de Heiland zei: "Hoe bedoel je: feest....ik kan vertellen van gisteren en van vanmorgen en van zonet...grote ervaringen, ook met andere mensen". Voor háar was het alle dagen feest.)
En nog eens: "Eén zijn met Christus"
En weer: "Het oude is voorbij...het nieuwe is gekomen".
En tenslotte: "Geen voorgeschrijf meer".
Want hij had het soms zo helemaal gehád met de Judaïsten, die met al hun gedoe over alle geboden: "Het stáat er toch!!!", de váart er zo uit haalden bij al die enthousiaste 'Christenen-uit-de heidenen'.
Daarom zeg ik tegen jou: "Laat je toch niet in met allerlei haarkloverijen"( 1 Tim 6 v 4).
Wanneer je nog iets vragen wilt, kom eens op 'Vraag het Ger', dan kunnen we alles nog eens breder bespreken.
Wat schrijf jij dat juist: "Het toppunt van eigenwaarde is: jezelf bekijken door de ogen van God".
Ik ben het er zó mee eens. Vele van mijn correspondenten klagen jegens mij, dat zij zo'n laag zelfbeeld hebben. En mensen, die de Heer Jezus liefhebben, zouden gerust een hóog zelfbeeld mogen hebben, zij het ook, dat ieder dient te weten, dat de genade van God de grote drijfkracht is voor alles, wat zijn beminden aan positiefs meemaken.
God heeft een groot plan. Hij schiep de mens tot zijn eer en heerlijkheid (Jesaja 43 v 7) en wil met die mens ooit een eeuwige tempel gaan bewonen, waarin de mens zich voortdurend zal kunnen laven aan Gods goedheid, liefde , bllijdschap en vrede.
De duivel meende dat plan te frustreren, door de mens 'onmogelijk' te maken bij God door de zondenval.
Maar de mens is sindsdien een louteringsweg gegaan. De duivel verleidde twee mensen. Langs de weg van loutering groeit er op dit ogenblik een mijoenenleger van mensen, die niet alleen bekeerd zijn... dát is al zo'n vreugde, maar die ook nog de wedergeboorte en de doop in de Heilige Geest hebben ontdekt.
En uit dit miljoenenleger kiest God dan ook nog eens keurtroepen, waarvan de heerlijke daden in Openbaring 11 worden beschreven.
En al degenen, die "Ja" zeggen tegen God, zullen eens met hem tot in eeuwigheid verkeren in zijn tempel om van climax tot climax te stijgen.
En de duivel....hij valt in zijn eigen zwaard. Het miljoenenleger van de Heer God en de Heer Jezus zal uiteindelijk de satan verslaan. Hij verleidde er twee. Miljoenvoudig zal hij zijn wandaad krijgen uitgemeten.
Laat toch ieder, die de Heer Jezus dient, moed scheppen uit de lichtende toekomst. Laat het zo zijn, dat ieder gelovige zich laaft aan dít woord: "Want het pad van de rechtvaardige is als het glanzende morgenlicht, dat steeds helderder straalt tot de volle dag., ( Spreuken 4 v 1.
Je stelt daar twee belangrijke vragen, die elk een eigen posting verdienen.
Allereerst was daar déze vraag: "Hé...ik las in Genesis 3 v 16: "(Na de zondenval) zei God tegen de vrouw: 'Je zwangerschap maak ik tot een zware last, zwoegen zul je als je baart. Je zult je man begeren, en hij zal over je heersen' ".
En er kwam een vraag bij mij op: "Ik dacht dat het een schéppingsordonnantie was dat de man over de vrouw heerste. Maar als je dit zo bezíet, is dat 'heersen en overheerst worden' een straf op de zonde".
Wendy; dat heb je goed begrepen. De toestand dat de man over de vrouw ging heersen is een vloek, die de zondenval mét zich bracht. Immers tezelfder tijd krijgt ook de slang zijn straf: "Jij....schranderste van alle dieren (3 v 1); je zult voortaan alleen maar op je buik kunnen kruipen"(14). en de man, (Adam) niet te vergeten: "Dorens en distelsa zullen op de akker groeien, die jij wel móet bewerken, omdat je er van moet léven. Stóf ben je en tot stóf keer je weer bij je levenseinde, het slot van je gezwoeg".(17- 19) En niet de vergeten de duivel, de grote aanstichter van alle ellende tóen en van alle ellende nú: "Ik zet vijandschap tussen jou en het nageslacht van deze vrouw. Jij zult dat nagelacht (Jezus) in de hiel bijten. Maar (Jezus) zal jouw macht, jouw kop verbrijzelen", (15); ( de dusgenaamde 'moederbelofte'; de eerste belofte aangaande de overwinning van Onze Heer).
De uitspraak jegens de vrouw is dus onderdeel van een 'vierluik van veroordelingen'.
In het kader van die veroordelingen zal dus de zwangerschap vanaf 'nu' een moeilijke aangelegenheid zijn , eindigende in een smartelijk zwoegen. En ondanks het weten dat de man het haar aangedaan heeft en het haar wéer kan aandoen, zal er toch telkens de begeerte van de vrouw zijn om zich met de man te verenigen.
Maar de paradijstoestand was ánders. De vrouw, (manninne), was toen ' een helper, die bij de man paste'(2 v 1. En toen de man kennis nam van de kostelijke verrassing, die de Heer God hem bereid had, riep hij blij uit: "Eindelijk éen, GELIJK aan mij !!! ", (23). Dat is 'different cook' dan 'heersen over'. (Ja...ik spreek mijn talen).
Maar (Galaten 3 v 2: "Er zíjn geen Joden of Grieken meer, slaven of vrijen, mannen of vrouwen !!!- u bent allen éen in Christus Jezus". Onder al die ontstane beperkingen, aan het mensdom opgelegd, is ook 'de vloek over de vrouw' OPGEHEVEN, althans in beginsel. v26: door het geloof en in Christus Jezus bent u allen kinderen van God v 27: "allen die door de doop éen met Christus bent geworden, hebt u met Christus omkleed".
Onze Heer Jezus Christus heft de vloek van dat 'heersen' en dat 'begeren' op. Het krachtigst geldt dit voor hen, die ' met zijn Geest zijn vervuld'. Want hoe zal een Geestvervulde man lage, vertekenende gedachten kunnen koesteren jegens een andere Geestvervulde, vrouw zijnde. Maar zodra mensen, mannen en vrouwen de Heer Jezus leren kennen, zodra ook zal hun innerlijk van deze nare gedachten beginnen gezuiverd te worden.
Zeker; ik wéet het: in onze gezegende Westerse maatschappij is de vrouw bevrijd van vele kluisters, die in andere delen van de wereld nog in alle vreselijke vormen te vinden zijn. Men kan hierover blij zijn. Maar de grootste blijdschap wordt toch bereikt, daar waar man en vrouw ten volle genieten van de volkomen wijze, waarop Onze Heer van boeien bevrijdt; ook van déze boeien.