Je zag een tegenstelling tussen: 2 Samuel 24 v 1: "En God zette David aan om het volk te tellen" en 1 Kronieken 21 v 4: "En satan zette David aan om het volk te tellen".
Kan ik je dienen met de volgende uitleg?:
In het centrum stonden twee personen of groepen van personen: - David....hij had een latente hoogmoed in zijn hart. "Tjonge, wat heb ik het ver geschopt". - een deel van het volk Israel. Onder leiding van de stam Efraïm morde het tegen de suprematie van de stam Juda. Maar in die rivaliteit van de stam, die ná Juda toch wel het machtigste was en die tenslotte een groot leider had geleverd: Jozua, zat een kwaad beginsel. God had Jeruzalem als hoofdstad aangewezen en de stam van Juda als de drager van de 'belofte van de konemde redder'. Onlustgevoelens tegen de stam Juda waren dus tevens zonden tegen God.
God wilde daar wat aan doen: - De koning was met zijn hoogmoed op de verkeerde weg. Hij was eigenlijk buiten de veilige omheining van God aan het wegdwalen in de 'mijnenvelden' van de duivel - Het 'volk van de 10 stammen' was nog veel verder weggedwaald in die verraderlijke moerassen van de tegenstander. Het had onder Absalom al blijk gegeven van separatistische neigingen en rebellie tegen het voornemen van God.
Koning en volk behoorden terug te keren binnen de veiligheid van God. Zij hadden zichzelf buiten die omheining gewaagd. Wanneer het terugkeren naar God pijn ging doen, was dat hun eigen verantwoordelijkheid, maar : terugkeren zou de weg openen tot berouw, boete, bekering en herstel van de goede verhouding.
Maar....wie zou de verzoeking leveren, die uiteindelijk als een beproeving van Godswege, zou kunnen leiden tot terugkeer binnen Gods bescherming.
Er was er éen, die daarvoor zeer geschikt was: de duivel. Nu zul je vragen: "Wat....Gods verklaarde tegenstander!?"
Bally; om dat te begrijpen, dien je het volgende in aanmerking te nemen. Niets kan zich onttrekken aan Gods almacht; ook zijn felste tegenstander niet. Alle daden van mensen en engelen, de positieve en de negatieve, werken mede aan het totstandkomen van Gods eeuwige bouwwerk: zijn tempel, (Openb 21 v 22).
De negatieve daden helpen aan die bouw mee als steigerwerk en worden te eniger tijd met hun bedrijvers weggeruimd. Zij, die zulke daden bedrijven, doen dat voor eigen verantwoordelijkheid.
Zij, die de positieve daden bedrijven, maken deel uit van de tempel en zullen tot in alle eeuwigheid Gods genade over hen bezingen.
Wanneer nu God de satan even 'de vrije teugel geeft',verandert dat niets aan Gods heiligheid. Het gevolg van alles, wat positief en negatief gebeurt, is toch: zijn tempel.
In deze zin kan je begrijpen , dat er staat, dat God David opzette om een volkstelling te organiseren , en dat: vanuit Davids hoogmoed.
Maar satan veerde op, toen hij even vrijheid kreeg. Hij had allang de latente hoogmoed bij David bespeurd. Nu sprong hij toe en blies David in om die telling te houden. Hij wist al lang, dat een en ander tot onheil voor het volk Israel zou leiden. Maar dat was voor hem een verkwikkende gedachte. Hoe meer ongein hoe beter.
Met fijne nuances als: - David wordt aan zijn hoogmoed ontdekt en komt tot berouw en bekering - het volk ziet af van zijn afval van Jeruzalem als aangewezen stad namens God. Het bekeert zich insgelijks, ...met dat vrome gedoe bemoeide hij zich niet.
Zo kan ook gezegd worden, dat satan David opstookte.
En kijk nu eens naar de uitkomst: - David kwam tot berouw, (2 Samuel 24 v 17) en het latere slot was, dat op de dorsvloer van Ornan enkele decennia later de aardse tempel begon te verrijzen - dat het volk Israel tot berouw kwam, staat er niet duidelijk, maar de separatistische neigingen werden in ieder geval tientallen jaren uitgesteld.
Bally; een moelijke kwestie; maar ik heb mijn best voor je gedaan in biddend opzien tot de Heer.
Het lijkt wel of 'Prediker' niet van vrouwen houdt..
Vraag
Die tekst uit Prediker 7 v 28 vind ik misschien wel de naarste uit de hele bijbel: "Onder duizend heb ik éen mens ontdekt; maar een vróuw heb ik onder deze allen niet ontdekt".
Ger ....zeg híer nu eens iets over !
Antwoord: Je haalde deze tekst uit de NBG. De NBV zegt: "Onder duizend mensen vond ik er maar éen die ook werkelijk een 'mens'was....maar...het was géen vrouw".
Om deze tekst een verklaring te geven, die hem voor de dames onder ons wat minder schrijnend maakt, moeten wij terug naar Genesis 3 v 16: "Tegen de vrouw zei God (als oordeel na de zondenval): ' Je zwangerschap maak ik tot een zware laat, zwóegen zul je als je baart. Je zult je man begeren en hij zal over je heersen' ".
Tegen de man zei God ook heel moeilijke dingen. maar de vrouw werd toch wel heel erg getroffen. Allereerst waren er die zwangerschappen. Elke keer weer die marteling. Ik heb het bij mijn vrouw zeven keer gadegeslagen en het is toch wel een heel zware geschiedenis. De vrouwelijke sekse werd door dat gemeenschappelijk lijden toch wel op achterstand gezet ten opzichte van de mannelijke sekse, die deze persoonlijke kwelling niet kende.
Maar dat tweede !!! Geleidelijk aan ontaardde dit, naarmate de zonde doorwerkte, tot een soort slavernij, waarin vele vrouwen kwamen te verkeren en ten dele nóg verkeren.
Er zijn in de loop van de eeuwen zoveel vrouwen geweest met een veelkleurigheid van rijke mogelijhkheden. Maar altijd weer was er de belemmering, die uitging van de -onterechte- heerserspositie van de man....de man, waarnaar ze telkens toch weer terugging, als door een magneet aangetrokken.
Men spreekt wel van 'de tragiek van een onvervuld vrouwenleven'. Je zult het toch maar moeten meemaken dat je op school heel erg goed was met rekenen, zo goed, dat er een 'profeesor in de wiskunde'-baan in had kunnen zitten. Maar je man zei; "Ik weet maar éen recht voor vrouwen....en dat is het aanrecht".
De man had de mogelijkheid om zich- ook in deze steeds meer zondig wordende wereld- toch nog vooruit te werken. Maar voor de vrouw bestond die mogelijkheid niet of in veel geringere mate.
En jullie kennen allen die wijsheid: "Impressie zonder expressie leidt tot depressie". (Spreuken 13 v 12: "Almaar onvervulde hoop maakt ziek"). En wat heeft generatie na generatie vrouwen onvervuld en onbewust gehoopt, maar wél met gevolg: een collectieve morele achterstandspositie
En dat is nu wat Prediker waarnam, zonder er op dat moment een verklaring voor te hebben. Mannen konden zich ontplooien, gedichten schrijven, ,koning worden, daden doen, zoals David. Voor de vrouwen bestond die mogelijkheid in veel geringere mate. Zeker; er waren vrouwen, die er desondanks veel van wisten te maken; ik noem alleen maar Deborah. Maar er was al die eeuwen door van mannenonderdrukking die extra handicap , die frustratie van 'zich niet kunnen ontplooien, zoals moest'.
Onlangs voerde de koning van Marokko veranderingen door, die de wetgeving moderner maakten. En in het kader daarvan zei hij: "We zijn toch onverstandig om 51 % van de intellectuele kracht, die in ons volk huist, onbenut te laten. Dat hebben wij eeuwen lang gedaan. Maar ik wil,dat het hiermee afgelopen raakt".
Mooi...heel mooi...voor de vrouwen daar wenkt een nieuwe dageraad. maar wat een frustraties zijn er alleen al dáar alle eeuwen sedert Adam, zeg Noach geweest, onder vrouwen.
En lees deze tekst dan ook in Nieuw Testamentisch licht, met als vervolg dit: Maar....waar het koninkrijk van God baanbreekt, wordt de vrouw vrij en begint aan een inhaalslag, die al die frustraties wegneemt en de paradijs toestand begint te herstellen. En wanneer dat proces voltooid is, zullen er onder die duizend mannen honderden zijn, die echt 'mens' zijn. En onder duizenden vrouwen 'evenveel honderden', die echt 'mens' zijn.
Er is al veel gebeurd in vele landen van de wereld. Maar de grote doorbraak komt nog in het duizendjarig rijk.
Je vroeg met vraag 15, wat dat toch voor een wonderlijke geschiedenis was van Juda en Tamar.
Inderdaad is dat verhaal uit Genesis 38 een echt onaangename gebeurtenis. De bijbel is heel eerlijk en open. Als God het nodig oordeelt, dat wij ook dit aspect van het mensengebeuren kennen, dan onthoudt hij ons dat niet. .............. Deze onverkwikkelijk geschiedenis komt in het kort hierop neer: Juda gaat weg bij de clan, die onder leiding staat van zijn vader Jacob. Waarom?.....sommigen hebben geopperd- maar het blijft een veronderstelling- dat het voortdurend gejammer van 'de oude' over zijn verdwenen zoon Jozef een oorzaak kan zijn geweest. Juda, die het vreselijke geheim kende, die er mede voor verantwoordelijk was, kan het op de duur 'op zijn zenuwen gekregen hebben' van het geklaag van zijn vader en steeds meer aan zijn schuld ontdekt zijn. Waarom zijn broeders dan wel bij pa bleven...misschien knaagde de wroeging bij hen minder dan bij Juda. Deze is later - in Genesis 44- degene, die het voortouw neemt om de ellendige zaak uit het verleden op te ruimen. Goed...het blijven veronderstellingen. Juda zet dus zijn eigen 'stamlijn' op, maar het loopt allemaal helemaal niet glorieus.Juda begeeft zich uit de veilige kring rond Jacob, de dienaar van God en trekt de Kanaänietische streken in. Hij trouwt een meisje uit die contreien en ze schenkt hem drie zoons.
Wanneer die éen voor éen huwbaar worden, zoekt hij voor de oudste, Er, een vrouw, Tamar. Maar Er deugt niet en de Heer laat hem sterven. Ingevolge een oeroud, door Israel overgenomen gebruik, zegt Juda tegen zijn tweede zoon, Onan: "Als zwager van Tamar moet jij nu met haar trouwen. Het eerste kind, dat geboren wordt, zal gelden als het kind van wijlen je broer Er".
Maar Onan heeft er geen zin in om een kind te verwekken, dat niet als zijn eigen kind gaat gelden. En daarom 'gaat hij bij het vrijen telkens 'voor het zingen de kerk uit', zoals dat tegenwoordig zo plastisch heet. De Heer toornt hierover en ook Onan sterft en Tamar blijft dus maar steeds kinderloos en heeft als 'weduwe' een uitzichtloos bestaan.
Sela is nog jong. Maar wanneer ook híj huwbaar wordt, denkt Juda: "'k zal je lekker danken. Hij zeker óok dood" Want van de achtergronden in de onzienlijke wereld weet hij niets. Hij denkt, dat Tamar op de een of andere wijze de oorzaak is van al deze sterfgevallen.
Tamar blijft maar steeds in haar staat van weduwe en krijgt in de gaten, dat zij bedrogen is. En ze grijpt naar een ander oud-Oosters gebruik. Als de zwager niet beschikbaar is, dan moet de vader van de overledene voor het verwekken van een kind opdraaien. En- volkomen in haar recht zijnde- krijgt zij dan dit kind van Juda, die zij tot deze daad brengt , door zich als prostituée voor te doen. Van Juda's kant bezien, is dit niet meer dan 'vuige zinnelijke lust'. Zo ver is hij al moreel achteruitgetuind, door zich uit de 'vertrouwde kring rond Jacob' terug te trekken.
Wanneer alles uitkomt, en Juda zijn schoondochter- ook volgens oud-Oosters traditioneel recht- wil verbranden, toont zij hem zijn staf en zijn zegelring, die zij als voorschot op haar- nooit uitgekeerd- 'hoerenloon' van hem heeft ontvangen.
En dan laat Juda haar in leven. Zij krijgt een tweeling. Een van die kinderen wordt een voorvader van onze Heer Jezus Christus.
Twee lijnen in dit verhaal: - allerereerst: wat was de afstamming van onze Heer divers: allerlei volken werkten er aan mee; later Ruth, de Moabietische, een nazaat van Moab, (Moab was in incest verwekt) en daaraan voorafgaande deze Kanaänietische. Jezus had een stamboom, die helemaal zó was als allerlei aardse stambomen kunnen zijn.
- en dan die tweede: wat leidt de ene zonde tot de andere. Juda trok weg van pa, de veilige schutse van God verlatende. En wat loopt het daarna allemaal ordinair! Een goede leer voor ons. Loop niet weg bij de Heer...en als het toch gebeurd is, ga dan weer gauw naar hem terug, gelijk ook Juda later heeft gedaan.
Ik lees in 2 Samuel 23 over de dertig helden van David. Het gaat maar voortdurend over allerlei heldendaden. Maar wat hebben we daar nú aan.
Mijn antwoord: Er is sprake van: - grote bekwaamheid om te strijden,v8 - stand houden, terwijl anderen zich terugtrekken, 10 en 12 - alles aandurven, 13-17 - niet bang zijn voor reuzen en leeuwen, 20-21 - ...en ga zo nog maar even door.
Wíe had nu die uitbarsting van krijgshaftigheid en vaderlandsliefde en 'trouw aan de leider' veroorzaakt. David, met zijn overwinning op Goliat en nog zoveel overwinningen meer. Hij had ook na de warrige 'Rechtertijd' en na het ongelukkige 'Saul-experiment' ervoor gezorgd, dat er nu eindelijk perpectief was op een rustig, succesvol volksbestaan onder krachtige leiding. En de gevolgen bleven niet uit: zo leider, zo volk. De heldenmoed van David werd 37-voudig vermenigvuldigd.( v 3.
Het is zo goed om de bijbel eens van achter naar voren te lezen. Dan doe je namelijk een grote ontdekking. Het hele Oude testament is namelijk éen grote heenwijzing naar Onze Heer Jezus Christus.
Ga maar na: híj is onze redder, verlosser, genezer en doper met de Heilige Geest. En ik zie het vaak: een heerlijke opeenvolging van bekering, wedergeboorte, doop in de Heilige Geest leidt tot helden.
Evenals David, maar dan op oneindig veel hoger vlak, heeft Onze Heer Jezus Christus perpectieven geopend. Wat was het vóor David eigenlijk allemaal 'geklungel' geweest. Maar toen ontstond een veilig, overwinnend, hecht gefundeerd rijk.
En hoe werkt het voortdurend verder ontdekken van de rijkdommen door Jezus geschonken, zo je wilt, nagelaten, niet positiverend op mensen in.
- Zeker Isboset,( wist om te gaan met zijn speer. Maar er zijn steeds meer voorbeelden van diep-ingeleide Christenen, die met de nieuwe wapenrusting uit Efeze 6 weten om te gaan. Zij hebben de ware vijand ontdekt , de duivel en voeren een gerichte strijd tegen hem. - 2: ...en Elazar was ook een man 'met merg in de knokken'. Je moet pit hebben om stand te houden, terwijl anderen zich terugtrekken. In de tegenwoordige tijd maken we het mee, dat veel Christenen zich uit de frontlinie terugtrekken. Maar er zijn er anderen, die , terwijl zij, om zich heenkijkende, niemand van de medestrijders meer bespeuren, toch maar dapper doorgaan en verlies ombuigen in overwinning. Het is God de heilige Geest, die hun kracht geeft, die Geest, heerlijkste laatste, naar Jezus terugwijzende geschenk van onze Heiland. - En dan dat roekeloze avontuur van de mensen, die water haalden uit de put bij Betlehem. Alles hadden zij voor David over. En toen zij hem een wens hoorden uiten, die hij misschien helemaal niet zo letterl;ijk bedoeld had, wilden zij niets liever dan hun aanhankelijkheid betonen. Zo'n hachelijk avontuur, zo'n afstand om af te leggen. Maar ze déden het dan toch maar
In deze tijd zijn er ook getrouwen, die onze lieve, dappere Meester als het ware naar de ogen zien om de geringste wens daaruit af te lezen. Wanneer hij in hun hart spreekt: "Ga naar China", dan gaan ze, zoals in de 19 de eeuw velen gingen. En ze bouwden daar aan een eerste generatie van Christenen, die later gestaald werd in het vuur van een vreselijke vervolging. Ze brachten onze Heer 'water voor zijn heilige dorst naar zielen' en ze behoeven niet bevreesd te zijn, dat het 'een tikje sneu' wordt ontvangen, zoals deze helden vanwege David overkwam.(16)
- en als dan al door Benaja reuzen werden verslagen en leeuwen gedood, (20-22), zo mogen wij ook blij zijn met de voortrekkers onder de Christenen.
Geestelijke reuzen zijn er gedood. In de Himalaya-landen, sterke, onneembare burchten van satan, zijn gemeenten gesticht. De inwoners ontvingen de eerste verkenningstroepen van koning Jezus uitermate onvriendelijk. Zij bonden hen vast in yakhuiden, die vervolgens werden natgegoten en inkrompen. Maar ondanks de pijnlijke dood van deze commando's gingen de volgelingen van Jezus door en nu zijn overal gemeenten van Onze Heer Jezus Christus. Er zijn leeuwen gedood, brullende leeuwen, onder welke gedaante satan zélf wordt getekend, ( 1 Petrus 5 v .
Overal in het Oude Testament vinden wij pericopen zoals deze, die profetisch- soortgelijke dingen zoals hier getekend- tegen ons zeggen: "Zulk een motivatie als deze helden aan David ontleenden, hebben jullie oneindig veel heerlijker ontvangen uit Jezus. Dóe er wat mee.
En zo zou je dit gedeelte uit 2 Samuel als een uiterst stimulerend gegeven kunnen ervaren.
Je eerste vraag: "Als ik kijk naar het lijden van de apostelen, zoals geschetst onder andere in 1 Corinthe 4 v 11-13, voel ik mij zo klein. Ik heb geen enkele verdrukking en ik heb alles, wat mijn hartje begeert. Ben ik nu wel een discipel, terwijl ik dat toch zo graag wil zijn!".
Martijn....: Laten wij eerst samen nog eens lezen, wat er dan eigenlijk staat in 1 Corinthe 4 v 11-13: "Tot op de dag van vandaag lijden we honger en dorst, hebben we nauwelijks kleren, worden we mishandeld, zijn we dakloos, zwoegen we voor ons eigen brood. Worden we bespot, dan zegenen we; worden we vervolgd, dan verdragen we het; worden we beledigd, dan antwoorden we vriendelijk. Tot op dit ogenblik zijn wij het uitschot van de wereld, het uitvaagsel van de mensheid".
Nou zeg....dat is me wat. Iedere Christen van deze tijd in onze Westelijke wereld zal bij zichzelf zeggen: "Deze omstandigheden doen zich voor in landen,waar de Christenen op het ogenblik vdervolgd worden, met Noord-Korea op de eerste plaats en met Saoedie-Arabië op de tweede. Maar bij ons?! ....ergens zit er iets niet pluis".
Inderdaad zit het niet pluis, is er een bedreiging,maar met toch een iets ander accent dan wij denken.
Laten wij eens letten op Jacobus 1 v 2 en 3. Daar staat: "Het moet u tot grote blijdschap stemmen, broeders en zusters, als u allerlei (velerlei) beproevingen ondergaat. Want u weet......: wanneer uw geloof op de proef wordt gesteld, leidt dat tot standvastigheid".
Verzoeking door satan heeft altijd een 'tegenbeeld'. Elke verzoeking door de duisternis is tevens een 'beproeving' vanwege de 'Vader der lichten', om te zien, wat ons gehalte is. En let nu eens voor dit keer in het bijzonder op dat woord "VELERLEI".
Wanneer de demonen die 'ongelukkigen' in Noord-Korea toegillen: - "Ha....jullie mogen niet naar de hemel kijken...naar de god, die jullie vereren. Jullie moeten naar de aarde kijken, waarin je dadelijk voor goed opgeborgen wordt", dan weten die demonen al, dat de vuile grond onder de voeten voor deze 'gelukkigen' de hemel wordt, omdat ze onverslaanbaar zijn. - wanneer de bewakers smalen: "Kijk nu eens goed naar jezelf, waartoe die god van jullie je heeft laten verstakkeren: - hongerigen en dorstigen - met alleen een doorzweet onderbroekje - je barakbrits is je huis - die zweepslag over je rug begint al te etteren - we lachen om jullie, uitvaagsel; we wijzen vol spot op jullie vermagerde lijven, die voor 'de grote leider' zwoegen", dan voelen die bewakers al: - die mensen in deze grauwe stoet hebben meer en beter te 'eten en te drinken' dan wij - die bijna naakten zijn beter gekleed an wij - laatst hoorden wij ze zingen: "Wij zijn op reis naar huis". Vreselijk om te horen. - die striemen glanzen als eretekens, als ridderordes - o....dat zwijgend, maar o zo merkbaar zegenen, dat die ellendelingen doen; die onuitroeibare vriendelijkheid, dat 'alles kunnen verdragen' van deze ongelooflijk gevaarlijken..."
En nu komt het woord 'Velerlei' in beeld.
Voor jou en al die weeldechristenen heeft de duivel; een ander programma: - zoveel eten en zoveel drinken, dat ze alle gevaren hebben van 'te dik worden' en te slaperig en te log....zo maar eens proberen, nu de - ook al niet helpende- NoordKoreaanse aanpak niet realiseerbaar is. - en zulke warme kleren, dat ze uit behaaglijkheid vergeten om aan hun 'kleed van gerechtigheid' te weven - en zo'n kring van welwillende opvoeders en vrienden om hen heen, dat ze verstikt worden en geen hemelse hulp meer nodig hebben - en zulke mooie huizen, dat ze beginnen te denken: "Gods eeuwig huis kan toch amper meer gerieflijk zijn - en 'zwoegen voor hun brood'. Dure universitaire opleiding en daarna op een ministerie snel opklimmen. O, wat zal ze dat uit training brengen! - en zo'n alertheid, dat de mensen zich wel tienmaal bedenken, voor ze aan het spotten slaan - enz enz.
Als dat niet helpt, dan helpt onderhand niets meer".
Kijk Martijn...zo tracht de satan jou en vele anderen te verzoeken. Maar wat denk je: zal het helpen. Blijf de hand van de Heer Jezus vasthouden in jouw 'weeldeverzoekingen'. Dan blijf je een discipel. Verblijd je maar in jouw 'beproevingen'. Wees standvastig. Bid voor hen in Noord-Korea en Saoedie -Arabië enz enz
Dan blijf je in training. Want....wellicht komt ooit de dag, dat jij onder de brandende zon voortschuifelt met je voeten gekluisterd aan een ketting en aan mede-ongelukkigen, meegesleept, wanneer zíj struikelen. En ook dan ben je een discipel.
"Kun je een uitleg geven van dat wonderlijke stuk in Daniël 7 ?"
Dat is nu eens een heel oprmerkelijke vraag.
Ik ga nu niet dit hele bijbelgedeelte overschrijven, geef er alleen een korte samenvatting van: ............... 1 Daniël ziet hoe de zee van meningen van de wereldbevolking in grote beroering wordt gebracht en hoe er vier dieren uit te voorschijn komen. 4 Het eerste dier lijkt op een leeuw, maar wel met adelaarsvleugels 5 Het tweede dier lijkt op een beer, met drie ribben in zijn muil 6 Daarna is er een dier, dat lijkt op een panter, maar dan met vleugels. 7 Maar kennelijk gaat het om het vierde dier; niet te vergelijken met enig dier, volkomen vreselijk en schrikwekkend. Het heeft tien horens, waartussen een kleine horen opgroeit , die andere horens verdringt. En dan blijkt het in wezen te gaan om die kleine horen, die vreselijke dingen roept.
Dan volgt er een adembenemend indrukwekkende beschrijving van de hemel, met daarin als centraal punt : God. 13 En dan gebeurt er iets heel ontroerends: er wordt iemand voor God geleid, die met de wolken van de hemel komt: een 'mensenzoon'. Een tegenbeeld van wat de discipelen zagen bij 'de hemelvaart'. Zij zagen Jezus' vertrek. Daniël zag in het visioen: de aankomst. Geen twijfel aan: die iemand is Onze heer Jezus Christus; Hij vergelijkt zich altijd met deze figuur, noemt zich graag: de 'mensenzoon'. Hij kan dat veilig doen, want in de tijd, dat Jezus die benaming voor zichzelf gebruikt, is het boek Daniël in wezen net zo onbekend als nú en niemand heeft in de gaten, welke aspiraties Jezus heeft, tot de tijd dat hij die zelf gaandeweg onthult. 14 Aan Jezus wordt eeuwigdurende macht toebedeeld.
11 en 12: En wanneer Jezus' macht defintief wordt, wordt het vierde , vreselijke beest vernietigd en....de andere drie dieren krijgen respijt van leven, hoewel ontdaan van élke macht.
15 -28: een engel verklaart het visioen aan Daniël.
In de loop van alle eeuwen, nadat Daniël dit visioen had, nu ongeveer 2600 jaae geleden, zijn steeds weer veronderstellingen gemaakt en is getracht, die drie eerste dieren te localiseren. Maar in 26 eeuwen kan er veel gebeuren. Wereldmachten kwamen op en gingen onder. Aanvankelijk sprak men van het rijk van Alexander de Grote, van het Romeinse rijk enz. In mijn jonge jaren sprak men van Nazi-Duitsland, van de Sovjet-unie, van 'Amerika plus Engeland'. Nu is er geen interesse meer in deze verklaringen. maar zou die er zijn, dan zou men China en India kunnen noemen, geweldige opkomende machten met beide veel meer dan éen miljard inwoners.
Maar met profetieën in het Oude Verbond is het zo : zij tekenen in éen perspectief geweldige gebeurtenissen uit de toekomet, waartussen even grote dalen van tussenliggende tijden liggen. .............. Om een voorbeeld te noemen: Ooit was ik aan het meer van Genève en zag in de verte een geweldig bergmassief achter kleinere bergen. Ik wilde wel gelijk naar dat enorme gevaarte toegaan. Maar later overlegde ik, dat het 80 kilometer ver stond, (het was de Mont Blanc) en dat bergketens en dalen mij ervan scheidden. ................. De korte boodschap van dit fascinerende bijbelgedeelte is:
Heel de geschiedenis door zullen er wereldrijken opstaan en verdwijnen, maar vaak tekenen van grimmigheid en geweld en aardse macht en snelle opkomst vetonen.
Maar er komt een tijd , zegt Daniël, dat er een rijk zal opstaan, dat verschillend is van alle gewone machten. En de terminologie, die Daniël gebruikt, wijst zonder meer op het rijk van de antichrist, zoal het elders in de bijbel wordt getekend, met een zekere nadruk op Openbaring.
En dat rijk zal tenietgedaan worden door Jezus Christus.
In het duizendjarig rijk, dat volgt op Jezus' overwinning , zullen aanvankelijk allerlei voormalige wereldmachten nog kenbaar zijn, alhoewel ontdaan van welke macht dan ook. Maar bij de geleidelijke renovatie van de wereld zullen ze op de duur vervagen.
Dit is een superkorte verklaring van dit belangrijke bijbelgedeelte. Ik houd mij gereed voor vragen, die wellicht in enige aantallen zouden kunnen komen, wanneer jullie Daniël eens nauwkeurig zouden gaan doorlezen.
"Zeg Ger....vind jij het eigenlijk ook niet ráar, dat Jozef nooit eens aan zijn vader heeft laten weten, dat hij het zo prima maakte als onderkoning.
Hij was toch al negen jaar onderkoning, toen zijn broers naar Egypte kwamen. (Genesis 45 v 6).
En al die tijd zat zijn vader nog steeds in diepe smart over zijn dood, terwijl het niet nodig was".
Mijn antwoord:
Wanneer Jozef menselijke gedachtegangen had gevolgd, dan had hij zeker zijn oude vader gerustgesteld, zodra hij onderkoning van Egypte was geworden. Maar Jozef had een invulling gekregen van de Heilige geest. Dat is duidelijk te merken aan de zegen, die zijn vader Jacob hem meegaf bij diens overlijdens- slotzegens, 49 v 22-27.
En door de bijstand van de Heilige Geest, door die Geest onderricht, wist hij de hogere waarheid:
"Wanneer ik mijn vader bericht, moet ik gelijk vertellen, hoe mijn broers ervoor zorgden, dat ik in Egypte kwám. En dat geeft thuis tot vreselijke taferelen aanleiding".
Nee....ik kan beter wachten, tot mijn broers door de een of andere oorzaak zo ver zijn, dat zij hun fout van destijds inzien. En dan....in de tijd van hun berouw ....dan is de tijd van bekendmaking rijp. Afwachten...gewoon afwachten op de tijd van de Heer".
En de Heer werkte wél aan de harten van de broers. Een eerste aanwijzing zie ik al in de omstandigheid dat Juda wegtrok bij de clan en een eigen lijn leek te gaan stichten. (Genesis 3. De gedachte is zeker niet ondenkbaar dat Juda in zijn consciëntie zozeer door de maar steeds voortdurende rouw van zijn vader, 37 v 35, werd aangesproken, dat hij het een tijdlang in diens aanwezigheid niet harden kon. En dat er een algemeen gevoel van bezwaarheid bij de broers was, blijkt heel duidelijk uit 42 v 21-22, waar de broers zichzelf in wroeging verwijten maken over 'destijds'. nu het in Egypte allemaal zo moeilijk loopt. En tenslotte is er dat aanbod van Juda, Genesis 44, waaruit, mede namens de broers, zeker een berouw en een boete willen doen, schuil gaat. En dan weet Jozef: "Nu zijn mijn bróers óok zover. Als zij zelf nu aan pa opening van zaken geven en zij kunnen er gelijk bij vertellen dat ik niet boos ben en dat dit Gods weg met onze clan is, dan komt er een harmonieuse oplossing".
En zo koos Jozef de langere, maar uiteindelijk veel heerlijker weg.
Een welke lering zit daar nu voor óns in. Laten wij, Christenen, bekeerd, wellicht wedergeboren, mogelijk ook vervuld met Gods Geest, altijd de Geest van God raadplegen, wanneer wij voor een cruciale beslissing staan. En als die Geest zegt: "Even wachten....ik ga je nadere instructies geven", dan is het goed om niet ongeduldig te worden, maar op Gods tijd te wachten. Wat zal Jozef innerlijk gelukkig zijn geweest, terwijl hij uiterlijk zo hevig huilde, toen hij die woorden kon zeggen uit Genesis 45 v 3: "IK BEN J O Z E F !!!!!
"Waar was Daniël, toen zijn drie vrienden de vurige oven in moesten".
Mijn antwoord; Op deze 'standaardvraag' zijn de volgende 'standaardantwoorden' gangbaar: - Daniël had een zeer hoge functie aan het Babylonische hof. Waarschijnlijk was hij op inspectiereis door het zeer uitgebreide rijk. Of wellicht was hij ziek. - wij zouden deze vraag niet moeten stellen. In zijn heilig woord heeft God besloten, dat een 'verklaring van Daniëls afwezigheid' voor onze eeuwige zaligheid niet nodig is.
Deze antwoorden zijn eigenlijk niet zo bevredigend. Toen ik over deze vraag zat na te denken, kreeg ik een ander idee.
Stel nu eens, dat Daniël inderdaad op inspectiereis was. Dan heeft hij bij thuiskomst tegen Sadrach, Mesach en Abednego, (Daniël 3 v 12) ( Hananja, Misaël en Azarja)((1 v 7) gezegd: "Kerels, wat heb ik met jullie méegeleefd, toen ze mij daarvan in dat afgelegen oord, duizenden stadiën ver, kwamen vertellen. O; ik had erbíj willen zijn. Maar in ieder geval; direct heb ik voor jullie gebeden, al was toen de nood al voorbij".
En....Daniël heeft daarna nog genoeg kopzorg gehad; eerst verguisd, op non actief geplaatst, vergeten, ( 5 v 11- 12); later 'voor de leeuwen geworpen', (6 v 17). Hij heeft zijn portie heus wel gehad.
En toen werden mijn gedachten geleid naar óns, híer en nú.
Op het ogenblik gaan mijn gedachten dikwijls naar de Christenen, zoals ze: - in Eritrea in zeecontainers worden opgesloten, tientallen mannen in éen metalen kist, in de volle zon - zoals ze in Noord-Korea voortdurend worden bespied: "Hé Christen, kijk jij omhóog; je wist toch, dat je alleen naar de grond mag kijken. Hier de voorgeschreven portie zweepslagen" - zoals ze....ach duizenden voorbeelden meer. Lees de bijlage bij Open Doors maar. Of: lees Open Doors zélf.
En ik zit hier te typen en ben er niet rechtstreeks bij betrokken. Wél zegt Hebr 13 v 3: "Bekommert u om de gevangenen alsof u samen met hen gevangen zat, en om de mishandelden als om mensen die net zo'n lichaam hebben als u". En daarom probeer ik mij in hen in te leven en met mijn hárt voor hen te bidden.
Maar net zoals Daniël zijn 'beurt' ook nog wel kreeg, zo kan ik getuigen, dat ik ook - (figuurlijk gesproken) vurige ovens heb meegemaakt - voor de leeuwen ben geworpen - in mijn maatschappelijk en kerkelijk leven op dood spoor ben gezet.
En nu kom ik tot mijn punt: Ook júllie gaan alle dingen meemaken, naar de mate, waarin jullie dat hébben kunnen( 1 Corinthe 10 v 13), zoals in Gods plan voor jullie vastgesteld.
En het is goed, dat jullie je gereed houden. De drie mannen in de vurige oven, waren op dat cruciale moment er geréed voor. Als jullie 'vurige oven' komt,horen júllie dán al gereed te zijn, niet inderhaast alsnog gereed te komen, zoals de vijf dwaze maagden.
Als de (figuurlijke) leeuwen om jullie heen sluipen, dan dienen jullie daar op dat ogenblik voor gereed te zíjn, niet nog van alles te moeten 'bijtimmeren'.
Als rond jullie de verdrietige stilte daalt, je nergens meer een preekbeurt mag houden, en je zo helemaal 'buiten staat', dan hoor je op dát ogenblik een innerlijk te hebben, waar je 'kruit droog blijft', opdat je- onverwachts weer in de schijnwerpers gekomen- er weer hélemaal kunt zijn in de kracht van God.(Daniël 5 v 18 en volgende).
En jullie weten het: bekering, gevolgd door wedergeboorte en doop in de Heilige Geest met alle gaven en vrucht, daarmee verband houdende, maakt je zo bij elke- soms onverwachte oproep- volkomen inzetbaar.
Waakzaam blijven, jongens en meisjes, broers en zussen.
Antwoord op een vraag over 'leven scheppen door mensen'.
Dag Djmexx,
Je hebt al heel wat antwoorden gehad op je vraag of het aan mensen mogelijk zal zijn om leven te scheppen. Maar 'een hóndje van een bijbeltekst', waarmee de beantwoordenden 'de blitz hadden kunnen maken', hebben ze laten liggen. Geen verwijt mijnerzijds hoor, maar ik wil die tekst alsnog noemen: Openbaring 13 v 5: "Het kreeg de macht om dat beeld leven in te blazen, zodat het beeld van het beest ook kon spreken en ervoor kon zorgen dat iedereen die het beeld niet aanbad, gedood zou worden".
Zo voor het oog zou je eerste indruk zijn: "Kijk nou eens....de bijbel zélf zegt dat er iets of iemand is, 'het', die een beeld leven inblaast met als bewijs, dat 'het beeld' ook spreekt, zij het ook met kwalijke gevolgen".
Maar zelfs híer is geen sprake van 'leven scheppen':
Daartoe eerst een begrippen-verklaring: Er is een 'beest uit de zee'. Daarmee wordt bedoeld een machtige geest van occultisme uit de afgrond, door de duivel met al zijn macht begiftigd, (v 2). Er is een 'beest uit de aarde', hier aangeduid als 'het'. Daarmee wordt bedoeld een mens, de antichrist, die zich volledig in bezit heeft laten nemen door voornoemde occulte geest, (v 11).
En die antichrist maakt dan een beeld van 'het beest uit de zee'.
Duidelijk is hier de duivel bezig als 'de aap van God'.
In de eindstrijd haalt hij dan ook álles uit de kast.
God heeft alle macht gegeven aan onze Heer Jezus Christus, (Matth 28 v 1 De duivel geeft al zijn macht aan 'een onheilige geest'.
Jezus is totaal en totaal vervuld met 'God de Heilige Geest'. De antichrist is het tegenbeeld van Christus, (v 11) (hij ziet er net uit als 'het lam' (Christus), maar hij spreekt als de duivel),
De duivel heeft zijn schrikkelijk gevaarlijke naäperij nu bijna gereed. Eén ding ontbreekt er nog aan. Zoals Christus een gemeente heeft van met Gods Geest vervulde gelovigen, zo moet de duivel ook 'iets' hebben. En nu komt tenslotte 'het beeld van het beest' binnen de algehele naäperij.
Er komt een tegengemeente van mensen, gelovige volgelingen van de antichrist, vervuld met de geest van de duivel.
En nu staan voor het eindspel, het grootste schouwspel van alle tijden, de twee eigenlijke tegenstanders tegenover elkaar:
Aan de ene kant: God, Christus, de met Gods heilige Geest vervulde gemeente. Aan de andere kant: De satan, de antichrist, de met de geest van de duivel vervulde antigemeente.
En direct beginnen de anti-gelovigen de gelovigen te vervolgen, zoals dit in Openbaring 11 zo duidelijk wordt uitgelegd. Zij leven hun onheilige leven en spréken uit dat onheilige leven en dóden ook.
Dus ook hier : geen leven scheppen, maar 'gewoon' een element in de grote, 'laatste' geestelijke strijd.(Want er komt nog ooit eens een állerlaatste strijd, (Openb 20 v 7-10)
Om weer even terug te komen bij jouw vraag "Kunnen mensen leven scheppen". Het antwoord moet "Nee" zijn. Immers; in Genesis 2 v 7 staat: "God blies de mens de levensadem in de neus. Zó werd de mens een levend wezen".
Wat er ook gedaan wordt- en in de diverse beantwoordingen zijn geweldige voorbeelden genoemd- leven scheppen in zijn meest edele vorm , kan alleen gedaan worden door iemand , die gelijk is aan de Almachtige, Alomtegenwoordige, Eeuwige. En zo iemand is er niet.
- U vraagt mij of ik geloof ? Ja ! Maar de kerk is voor mij achterhaald. Om te geloven heb ik de kerk niet nodig.
Mijn antwoord; de kerk, de gemeente is zo'n helemaal nódige zaak voor iemand die wil groeien in het Christelijk geloof.
Ik heb het er net over in 'BIJBELSTUDIE' en zit dus helemaal fris in deze materie.
Geloven is iets, dat je samen behoort te beleven, al doet dat niet af van het gegeven, dat geloven toch ook een persoonlijke relatie is met God de Vader, God de Zoon en God de Heilige Geest. Maar de persoonlijke relatie wordt alleen maar blíjvend zegenbrengend gediend, wanneer contact met andere gelovigen in een gemeente daarmee gepaard gaat.
Er zijn zoveel teksten, die over deze gezamenlijkheid handelen. Johannes 13 v 35: "Aan jullie liefde voor elkaar zal iedereen zien, dat jullie mijn leerlingen zijn".
En wanneer kun je liefde tonen. Wanneer je in een gemeente intensief met elkaar omgaat.
Johannes 15 v 12: "Mijn gebod is dat jullie elkaar liefhebben zoals ik jullie heb liefgehad".
Een tweede uitspraak van Jezus in een cruciaal moment, namelijk toen hij bij de 'ingang van zijn lijden' stond. En weer: in een gemeente kun je elkaar liefhebben in een duidelijk kader, dat niet vrijblijvend is. Door die liefde dáar kun je de liefde van Jezus voor de mensen zo veel mogelijk benaderen en die ínleven.
Ik laat het hier nu maar bij. Er zijn 36 'elkaar' teksten, die het grote belang van de gemeente, de kerk, de sam aantonen voor jouw eigen geloofsbeleving. In BIJBELSTUDIE ga ik hier dieper op in.
Van die 36 heb ik je er nu twee genoemd. Probeer het eens: je bij een gemeente aan te sluiten. En als ze in de gemeente misschien niet altijd zo lief voor jóu zijn, tracht jij dan lief, vol blijdschap, vol vrede, vol vriendschap, vol goedheid, vol zelfbeheersing voor en jegens hen te zijn.
Uit serie 17 staan nu nog de twee volgende vragen open. Ik probeer ze in éen posting te beantwoorden. Dan hebben we een 'helemaal schone boel' en kunnen we full speed vooruit. Ger
- Ik geloof best in 'iets dat hoger is dan ikzelf'. Ik probeer respectvol om te gaan met mensen met andere ideeën. Ik denk eigenlijk dat er veel overeenkomsten zijn tussen al die soorten geloof. Voor mij hoeft dat christelijke niet zo.
- U vraagt mij of ik geloof ? Ja ! Maar de kerk is voor mij achterhaald. Om te geloven heb ik de kerk niet nodig.
Antwoord op vraag éen.
Er is voor jouw levenshouding ook al weer een hokje uitgevonden. Kenners zeggen: "Aha; weer éen van de grote kerk van de 'ietsisten'".
Maar ik ben niet zo van 'de hokjesmakerige', ( om met Kluukje te spreken uit een jeugdserie van ooit eens).
Ik wil gewoon duidelijk aan jou trachten te maken, dat heus niet alle godsdiensten gelijk zijn,
In Deuteronomium 32 v 6 zegt Mozes het voor de eerste keer in de Bijbel: "Is God niet uw Vader, uw Schepper ? Hij heeft u gemaakt, hij riep u tot leven".
En je kunt geen enkele andere godsdienst dan het Christelijk geloof opnoemen, waarbij je bij je Schepper, hij die jou gemaakt heeft en die je tot leven heeft geroepen, ook nog eens zo heerlijk kunt uithuilen.
Vandaag nog kreeg ik op mijn Amerikaanse website-plekje een privébericht binnen van een dame, die in de grootste nood, vlak nadat zij haar echtgenoot dood had gevonden, God aanriep in Jezus Christus en directe troost ontving en daarna blijvende troost tot op de dag van vandaag.
En geen enkele andere godsdienst heeft dit gegeven: God, die uit een patstelling úitbrekende, zijn eniggeboren Zoon naar de aarde stuurt om die patstelling te doorbreken en in éen geweldig offensief de zondelast van ieder, die dit wil aanvaarden in verleden, heden en toekomst weg te nemen.
Dezer dagen hoorde ik van hoon, die een vertegenwoordiger van een andere godsdienst over Christenen uitstortte. Hij zei: "Ha....die Christenen hebben een god, die urineert en defaeceert. Míj zo'n god". (Hij drukte zich grover uit). En zijn gehoor schaterde.
Maar ik dank God, dat hij,die volgens Deuteronomium 32 v 4 "een rots is, voor het recht pal staat, in alles wat hij doet, volmaakt is. Hij die trouw is en zuiver, zonder een spoor van kwaad", hij die u wil leiden volgens v 11: " zoals een arend over zijn jongen waakt en voortdurend erboven blijft zweven, zijn vleugels uitspreidt en zijn jongen daarop draagt"
...dat hij zo tot de mensen heeft willen afdalen, dat hij hen in Christus in alles gelijk is geworden uitgenomen de zonde.
Die 'andere godsdienst-man' vond daarin een oorzaak van smaad, maar ik dank God, dat hij zo bij ons is geweest; immers het eind van al die dingen was de overwinningskreet: "VOLBRACHT". Wanneer je dat alles gaat doordenken, dan hóeft daarna 'het geloof in Jezus' heel intens van jou.
Voor dat tweede punt toch maar een afzonderlijke posting.
"Wanneer ik kijk naar de rijke jongeling, die bedroefd wegging, omdat Jezus van hem vroeg om al zijn rijkdom weg te schenken, dan voel ik mij zó verwant aan die knaap. Ik wil eigenlijk ook niets van mijn schatten kwijt, die ik heb als zoon van ouders en kleinzoon van grootouders, die allen in redelijke welstand leven".
Martijn....het gaat in hoofdzaak om de volgende tekst: "Jezus zei tot de rijke jongeman: ' Als je volmaakt wilt zijn, ga dan naar huis, verkoop alles, wat je bezit en geef de opbrengst aan de armen; dan zul je een schat in de hemel bezitten. Kom daarna terug en volg mij' ". (Matth 19 v 21).
De eerste indruk is, dat Jezus van deze man eiste om alles, wat hij aan aards goed bezat, prijs te geven , te verkopen. En dan komt direct de indruk op, dat Jezus dit van iedereen eist, die ook maar enig vermogen heeft. Op deze manier bezien zou zelfs een jongen zijn nieuwe fiets, waat hij zo blij mee is, dienen te verkopen.
Maar allereerst valt op, dat Jezus deze eis lang niet altijd stelt. In Lucas 8 v 3 wordt verteld van vrouwen, die uit eigen middelen voor Jezus én zijn twaalf discipelen zorgden. En Jezus rept niet over verkoop van die middelen. In Lucas 19 v 9 vraagt Jezus ook niet aan de zeer bemiddelde Zacheüs om alles wat hij bezit te verkopen. Zacheüs heeft als eigen initiatief, dat hij iets meer dan de helft van zijn bezit uit handen geeft. En Josef van Arimatea was ook een rijk man én een leerling van Jezus.(Matth 27 v 57). En ook dáar lezen wij niets van deze eis.
Niemand hoeft dus zich aangesproken te voelen, voor zover het zijn bezit betreft; ook een jongen behoeft niet te vrezen voor alle schatten op zijn jongenskamer. Deze eis van Jezus aan 'de rijke jongeling' was heel speciaal en had andere gronden.
Wat wilde Jezus dan wél. Hij wilde, dat deze jonkman, die de sympatie van Jezus verworven had, oog kreeg voor deze oproep: 'VOLG MIJ'.
Voor deze persoon stelde Jezus deze eis, die hij niet hag gesteld aan anderen, die zijn leerlingen waren geworden, (zie boven). Er was in deze vragensteller heel duidelijk iets, dat hem verhinderde om 'een schat in de hemel', (dat is 'het koninkrijk van God') te verwerven. Dát was de volmaaktheid, die Jezus bedoelde: het heerlijke 'burgerschap van het koninkrijk van God').
Deze man meende 'het goede' al te onderhouden door een stipte wetsbetrachting, uiteindelijk een uiterlijke zaak. Maar het volgen van Jezus eiste in beginsel, dat zo'n volgeling álles voor de naaste overhad, wat alleen kon, wanneer zo iemand een blijvende aanraking kreeg met de Geest van God, de sfeer van God. Deze rijke meende 'van 'alle walletjes te mogen eten'.Hij hechtte aan AL zijn bezit. Het was moeilijk voor hem om al dat geld en goed aan zijn medemensen uit te delen. En waarom zat hij zo vast aan al die dingen. Omdat hij meende, alles te kunnen vasthouden: - een stipte wetsbetrachting; eigen prestatie, waardoor hij meende iets te kunnen verdienen - én stevige zekerheid in de wereld van alle dag, zijn bezit, dat het hem mogelijk maakte om zo stipt alle dingen te kunnen doen, die de wet van Mozes- naar het uiterlijk - van hem eiste.
Deze man met name was zo verankerd in zijn bezit, dat hij de bijzondere levensroeping, die Jezus voor hem had, niet kon volbrengen. Als 'ziels', vleselijk denkend mens kon hij de geloofsovergave aan God niet aan, die in zekere zin alleen maar verkregen kan worden door vervulling met de Heilige Geest.
Dus Martijn; wanneer jij bereid bent om jezelf onvoorwaardelijk in volkomen geloofsovergave aan God te geven, wanneer jij Hem géestelijk wil dienen en niet in oppervlakkig ziels enthousiasme wilt blijven steken, laat je dan niet beschuldigen door je welstand, (die vele jongens hebben in ons lieve landje). Blijf er naar streven, steeds meer vervuld te worden met Gods Heilige Geest. Dan zal God je wel wijzen, waar en wanneer en hoe je iets of veel of alles van je welstand eventueel zou moeten inleveren, evenals God dat aan Zacheüs toonde.
- Jullie zeggen, dat God liefde is en dat hij machtig is, waarom staat hij dan toe dat er zoveel ellende is in de wereld ? Waarom dan aardbevingen ? Moet ik in een God geloven die zulke dingen laat gebeuren.
Een antwoord heb ik al vele malen gegeven. Maar elke keer is de vraag weer iets anders geformuleerd en is het antwoord misschien in de herinnering vergleden. Daarom hier nog weer opnieuw:
God is liefde en hij is machtig, allemaal waar. Maar....de ellende in deze wereld is er ook niet door hém. Die heeft een heel lange voorgeschiedenis.
Toen God het scheppen van mensen en engelen in zijn voornemen had, dat wil dus zeggen, : van eeuwigheid, heeft hij er... voor zover wij dat kunnen nagaan ....voor gekozen om mensen en engelen een vrije wil te geven. Het is een logische gedachte, die ook nergens in de schrift tegenspraak ondervindt, dat God wilde gediend worden door mensen en engelen, die voor hem kozen, die 'Ja' tegen hem zeiden.
Die vrije wil had ook een donkere kant: er konden mensen en engelen zijn, die uit die eigen vrije wil 'Nee' tegen God zeiden.
En de eerste keer deed dat geval zich voor bij een hooggeplaatste engel, waarover Ezechiël schrijft in hoofdstuk 28. Hij schreeuwde God zijn 'Nee' toe en werd uit de hemel gebannen en tot satan.
Hij mocht en kon echter niet buiten de almacht van God vallen en 'een ongeleid projectiel' worden. Daarom kreeg hij tot trieste taak om de andere engelen en de mensen te testen of zij 'Ja' tegen God zouden zeggen of 'nee'.
Vele engelen werden door hem verleid en volgden hem in zijn neerstorten, als 'demonen'. Omdat zij volkomen over Gods heerlijkheid waren ingelicht, was hun 'neezeggen' een eenmalige en onherroepelijke zaak.
Na al deze verschrikkingen werd de mens geschapen. De duivel wierp zich zo snel mogelijk op dit wezen, dat anders dan de engelen, geen díenaar van God zou zijn, maar een zóon van God. Daartegen richtte zich ook zijn grief. Hij haatte God, die hem die ereplaats ontzegde. Hij haatte de mens, die deze ereplaats zou verkrijgen.
En te beginnen bij Adam en 'manninne', (Eva) heeft hij een steeds dieper spoor van ellende, verwarring en ziekte over de wereld getrokken. Daaronder vallen zelfs aard- en zeebevingen, want reeds in Genesis 1 v 2 bleek zijn grote destructieve kracht. De aarde was woest en doods en God schept die woestheid en doodsheid níet.
De duivel, aldus onheil zaaiende, millennium na millennium, heeft een onontwarbaar kluwen van ellendigheden veroorzaakt. Maar uit die ellende komen de mensen, die 'ja' gaan zeggen tegen God, in zware verdrukking als diamanten te voorschijn.
Met hen bouwt God zijn eeuwige tempel. Die tempel is nu nog in aanbouw. Bij de bouw is steigerwerk nodig. Dat steigerwerk wordt gevormd door de duivel, de demonen en de 'neezeggers'. Wanneer de tempel gereed is, wordt het steigerwerk verwijderd.
Omdat de mens vele, vele kansen krijgt, omdat vele dichte sluiers tussen hem en God liggen, anders dan bij de 'alleswetende engelen', daarom....krijgen alle mensen op aarde kansen.
En wanneer zij die kansen, naar de mate van hun inzicht en mogelijke kennis omzetten in een 'jazeggen' tegen God, (zie ook Romeinen 2 v 24 en volgende), gaan zij in een eeuwige heerlijkheid zijn geestelijke tempel met hem bewonen. En alle tranen over de vele 'waaroms' in het leven, worden door hem afgewist, (Openb 21 v 4). En aan alle 'waaroms' van nú zal niet meer gedacht worden. Zij zullen niemand in de zin komen. (Jes 65 v 17).
Een eeuwige heerlijkheid zal dit allen overspoelen en wegspoelen.
hoe moet dat nu: vader, moeder, broers, zussen..opgeven ??
Dag Martijn,
Je vierde vraag: "Er wordt gezegd, dat je je broers en zussen en vader en moeder moet kunnen opgeven. Ik word daar zó benauwd van! Ik krijg het dan warm van onbehagen. Want ik heb met al die mensen zó'n goede band"
Ik haal er even de volgende teksten bij; (Matth 10 v 37 en 3: "Wie meer van zijn vader of moeder houdt dan van mij, is mij niet waard, en wie meer houdt van zijn zoon of dochter, is mij niet waard. Wie niet zijn kruis opneemt en mij volgt, is mij niet waard", (zegt Jezus)
En dan is er ook Lucas 14 v 26 en 27: "Wie mij volgt, maar niet breekt met zijn vader en moeder en vrouw en kinderen en broers en zusters, ja zelfs met zijn eigen leven, kan niet mijn leerling zijn. Wie niet zijn kruis draagt en mij op mijn weg volgt, kan niet mijn leerling zijn".
Maar Martijn....deze woorden slaan toch helemaal niet op jullie gezin, waarin, voorzover ik heb begrepen, een zeer goede harmonie heerst.
Beiden, Mattheüs en Lucas , zeggen ongeveer hetzelfde.
Ik geef je even enkele voorbeelden; - iemand wilde zich eigenlijk wel laten dopen na bekering, maar hij aarzelde er toch voor terug. Gevraagd naar de reden, zei hij: "Ik heb nog een oude opoe. En die riep mij onlangs bij zich en zei: 'Weet wel, jongske, dat je je oude opoe met tranen in het graf zult laten neerdalen, als jij werkelijk dit verschrikkelijke gaat doen, waarvan je vader mij onder veel bekommering verteld heeft, dat je het van plan bent...je laten 'overdopen'". De ondervragen zei: "Nou....én..." Maar de aspirant dopeling antwoordde: "Nou...dat is toch duidelijk...geen herrie in de tent. Ik doe het dus niet".
Deze persoon had zijn ouders en zelfs zijn opoe meer lief dan de Heer Jezus. Hij wilde aan diens oproep om naar buiten van zijn wedergeboorte te doen blijken door de doop in water, helemaal kopje onder, niet voldoen. Hij wilde zijn kruis, bestaande in een ergernis in zijn familie, niet opnemen. Hij wilde zijn eigen gemakzuchtige leventje met als motto: geen herrie in de tent, niet opgeven.
Maar het is toch ondenkbaar, dat je ouders zoiets tegen jóu zouden zeggen. En gesteld , dat er ergens een ouderpaar of een broer of een zus is, die je van het volgen van de Heer Jezus, steeds verder op zijn weg, wil tegenhouden, dan is het toch de goede en de enige weg om de Heer Jezus te volgen.
En eigenlijk zegt Lucas 14 v 26 het nog iets anders. Men moet zelfs met de familie willen bréken, als ze al te sterk op de rem gaan staan. (De oude vertaling heeft hier: haten, maar iedereen voelt, dat deze vertaling de bedoeling van de Heer Jezus niet precies weergaf).
Want niemand zal zijn naaste familie met zijn gebeden loslaten.
Martijn; ik zie hier voor jou geen enkel gevaar. Misschien zal ooit iemand uit je naaste kring van bloedverwanten zeggen: "Maar moet dat nu allemaal zo intens Martijn ?".
En dan zal je op dat moment kracht vinden om te zeggen: "Bij mijn wandel in het licht van Jezus hoort ook déze stap".
En voor zover ik jouw familie uit jouw berichten ken, zal dat geen aanleiding geven tot onvrede binnen de gezinskring. Maar indien het nu ondenkbare geval zich zou voordoen, dat je met hen op dit punt zou moeten breken, door de band van het gebed zal je altijd en altijd met hen verbonden blijven.
Over engelen en demonen en spreken met overledenen.
Dag allemaal,
Mark stelde over dit onderwerp een vraag en daarop zijn velerlei antwoorden binnengekomen.
Even een aangelegenheid, die ik in het hierna volgende niet afdoende heb belicht: spreken met een dierbare overledene is een volstrekt onwenselijke zaak. Kwade geesten, die zich voordoen als engelen van het licht, (zie hierna), spelen dan een slecht en gemeen spel met de gevoelige innerlijken van de achtergeblevenen.
Wat verder nog even rechtzetting behoeft, is het volgende. Muse had nog een theorie over mensen, die 'hun ziel verkopen aan de satan' en die dan allerlei nare dingen kunnen doen. Maar Muse, - ik weet wel van geesten, die zich als mensen kunnen voordoen, 'Samuel' in de spelonk van Endor(1 Samuel 2 - maar van mensen, die zich voordoen als geesten, weet ik toch niet.
Muse; ongetwijfeld zijn er mensen, die 'hun ziel aan de duivel verkopen', want er staat;(Lucas 22 v 3): "Toen nam satan bezit van Judas..."
En ongetwijfeld zal ook de antichrist geheel en al 'door de duivel bezeten zijn' en grote, valse wonderen doen, zodat 'het beest', dat in de antichrist is gevaren, zelfs vuur uit de hemel doet nederdalen, Openbaring 13 v 13. Ik denk, dat de gedachten hieraan door je hoofd gespeeld hebben. Geeft niets hoor Muse, maar bij dezen even rechtgezet.
En nu komt dan het stuk, dat ik in 'Vraag het Ger' aan Mark meegaf. ................. Dag Mark,
Zéker zijn er goede en kwade geesten.
Eerst maar 'de kwade geesten'.
Een eerste hobbel: sommige mensen spreken van 'witte' en 'zwarte' magie. En parallel hieraan denken zij over 'goede' en 'kwade' geesten. En de gedachtengang van die velen is dan, dat je rustig aan allerlei occulte dingen kunt doen, dat je straffeloos fantasieën kunt bedenken over 'goden en godinnen ' in natuurgodsdiensten, en dat je dan in contact komt met 'goede geesten'. Daarnaast bestaat er in hun idee dan ook nog een wereld van 'kwade geesten', waar je zoveel mogelijk af dient te blijven. En wanneer zij dan alleen een beetje met hun natuurgodsdiensten gestoeid hebben, een bedevaart naar Stonehenge ondernomen hebben, beetje druïde gespeeld, beetje met bomen gepraat, dan hebben ze het idee, alleen in contact gekomen te zijn met 'de goede kant van de onzienlijke wereld'.
NEP!!!!!....die 'goede geesten' zijn alleen wolven in schaapskleren. Het zijn kwade geesten, die zich voordoen als 'engelen des lichts'. (2 Cor 11 v 14). 'Goede' en 'kwade' geesten, zoals sommigen zich dit denken, zijn alleen maar kwade geesten, die de mensen naar 'de donkere zijde van het dodenrijk' trekken en uiteindelijk naar 'de hel'.
Maar...als er dan op dit vlak geen 'goede' geesten bestaan.... waar komen de kwade geesten dan vandáan?
In Ezechiël 28 wordt getekend, hoe een vooraanstaande aartsengel, 'hij die in het licht wandelde', Lichtdrager, Lucifer, rebelleerde tegen God en uit de hemel werd gebannen. Later openbaarde deze gevallen aartsengel, bij ons bekend geworden als 'satan', zich als de grote verleider en verzoeker. Er wordt in de bijbel gesproken over 'engelen van de satan". Hieruit kan veilig worden afgeleid, dat satan zijn verleidend werk onder de éngelen is begonnen. De engelen, die evenals hij het 'Nee tegen God' diep in hun innerlijk omdroegen, lieten zich verleiden en werden met hem uit de hemel gebannen.
De satan met zijn kwade engelen, zijn demonen, verleiden en verzoeken sedertdien de mensen. Zij kunnen in dat verzoeken nooit verder gaan dan God toestaat,(zie bij Job 2 v 6), dan God nodig vindt om te beproeven, wat er werkelijk in de harten van mensen leeft, een 'nee' of een 'ja' tegen hem.
En nu de wérkelijk 'goede geesten'. Dat zijn allereerst de engelen, te weten de engelen, die in hun éenmalige verzoeking,(want omdat zij 'alles' wisten, hoefden zij maar eenmaal verzocht en beproefd te worden) , stáande bleven .
Van die 'goede geesten', van die engelen, staat in Hebr 1 v 14 geschreven: "Zijn (de engelen) niet allen dienende geesten, uitgezonden om hén bij te staan die deel zullen krijgen aan de redding".
Wanneer je het offer van Onze Heer Jezus Christus voor jou persoonlijke redding aanvaardt, dan krijg je te maken met die goede geesten, de engelen. Zij zullen je op allerlei mogelijke manieren bijstaan.
Een voorbeeld: in 1990 was ik eens zeer bedroefd om een grote tegenslag. In mijn slaap snikte ik nog van verdriet. En opeens was er een koor, zo heerlijk zingend, rondom mij heen. En ik voelde mijn diepe verdriet als het ware weggezogen worden door een afvoerputje, zoals je die in douchecabines hebt. En de volgende dag vroeg mijn vrouw: "Ben je er door. Je ziet er zo opgelucht uit". En ik kon antwoorden: "Een engelenkoor heeft mij vannacht heel blij gemaakt. Ik kreeg even een inblik in het paradijs".
Maar er is een alles overstijgende 'goede Geest'. Dat is 'God de Heilige Geest', de derde persoon van de Drieënige God. Zoals Jezus, Gods eniggeboren Zoon, de Tweede Persoon van het Goddelijk Wezen, de weg van God naar ons vrijmaakte....zo leidt God de Heilige Geest ons op de weg van de mens naar God toe.
Mark....je begrijpt: er zijn honderden en honderden teksten over engelen en demonen in de bijbel. Ik deed een zeer onvolledige greep.
Je begint met ons te vertellen, dat je satanist bent. Dat is, zo leg je uit, iets anders dan 'Sataan', dat zijn volgelingen van de duivel. Maar een 'Satanist', (zo heb ik het althans begrepen), is iemand die een natuurgod en een natuurgodin aanbidt.
Waar het mij nu eigenlijk om gaat, is dít: je vraagt even later of er iemand is, die je de Christelijke Godsdienst, zoals vervat in de bijbel, kan uitleggen.
Mag ik dat doen, al is het zo, dat het hier een persoonlijke samenvatting betreft, die alleen voor mijn eigen verantwoordelijkheid komt: ................ Eeuwig, zonder begin is er iemand, die almachtig is en die verre alles, wat wij mensen menen te weten, overstijgt. In de voor ons volkomen onvatbare eeuwigheid, was die iemand er geheel alleen, in zichzelf volkomen gelukkig.
Die iemand, die ik nu voortaan 'God' noem, besloot ooit in zijn eeuwige raad, zijn eeuwig plan, om wezens te scheppen, mensen en engelen, tot zijn eer en heerlijkheid en om met hen zijn vreugde te delen.
Voorwaarde was, dat die wezens, engelen, (zijn toekomstige dienaren) en mensen (zijn toekomstige zonen) uit vrije wil hem de liefde zouden teruggeven, die Gd van eeuwigheid naar hen uitstraalde. Want hij wilde niet door robotten , voorgeprogrammeerd, gediend worden, maar door wezens, die 'ja' tegen hem zeiden. Dit voornemen hield in, dat er ook wezens zouden komen, die uit vrije wil "Nee" tegen hem zouden zeggen. Zijn almacht gedoogde niet, dat de 'neezeggers', die er zouden komen, iets deden buiten hem om. God was voornemens om met zijn 'jazeggers' tot in eeuwigheid gelukkig te zijn in een toestand van -voor hen- steeds toenemende wijsheid en heerlijkheid.
Maar voor de bouw van die 'tempel' was 'steigerwerk' nodig. En dat steigerwerk zou gevormd worden door de neezeggers, die tot taak kregen om alle wezen te beproeven, of zij 'ja' gingen zeggen of 'nee'.
De eerste 'neezegger' meldde zich onder de engelen. Hij was een hooggeplaatste engel, die in opstand kwam tegen God.
Uit Gods nabijheid gebannen, trekt hij sindsdien over de aarde om de later dan de engelen geschapen mensen te verzoeken. Houden zij, voor zover hun kennisa strekt, stand in die verzoeking, dan zijn zij gelijk door Gods beproeving heengekomen en hebben zich doen kennen als liefhebbers van God, jazeggers.
De gevallen hoge engel, inmiddels satan genoemd, rekende erop, dat alle mensen zulke van God vervreemdende dingen, (zonden) zouden doen, dat de breuk tussen hen en God onherstelbaar en eeuwig zou zijn. Maar God besloot, (had natuurlijk al van eeuwigheid besloten), dat hij de mensen te hulp zou komen. In mensengedaante, geboren uit Maria, een maagd, kwam God naar de aarde toe en- volwassen geworden- boette deze mens -Onze Heer Jezus Christus- alle zonden van alle mensen van alle tijden uit.
Maar dit' in de plaats treden' gold alleen voor diegenen, die door het aanvaarden voor zich persoonlijk van dit offer zich kwalificeerden als 'jazeggers', al was ook dit weer 'genade van God' evenals het 'neezeggen' voor eigen verantwoordelijkheid geschiedde.
En dit proces is nog steeds gaande .................
Jij Zarra, wordt ook verzocht door satan. En daarachter schuilt een beproeving door God. Dat jij je satanist noemt en ook handelt en denkt, zoals je dat aan ons omschrijft, doet je op dit ogenblik als een 'neezegger voor eigen verantwoordelijkheid' voorkomen. Maar het feit, dat je je op dit forum waagt uit leergierigheid, kan een aanwijzing zijn, dat je een jazegger bent.
Blijf hier komen. Leer....leer...leer... En als je vragen hebt over wat zojuist is geschreven, kan je die ook stellen in 'Vraag het Ger' een ander deelforum op FORUM. Daar ben ik altijd te vinden. Híer op ongeregelde tijden.
Je hebt een vraag gesteld over de holocaust, die ik hieronder nog even reproduceer.
Daarover zijn vele antwoorden gekomen met vaak zeer diepzinnige gedachten. Ik heb echter het idee, dat er toch nog iets ongezegd is gebleven, ondanks de veelheid van reacties.
Hier dus eerst je vraag: .................. Hallo iedereen.
ik ben Livna, ik ben joods, en ik ben niet gelovig opgegroeit, maar ik ben wel erg geintreseerd in elk geloof en sta ook erg open. Ik twijfel er soms aan of er nou wel of niet een god is.
Maargoed.
Ik vraag me af hoe, als er een God is, Hij WO2 heeft kunnen laten gebeuren, 6 miljoen mensen kunnen laten doodgaan, die onschuldig waren en nooit iets tegen Hem hebben gedaan. Als ik daaraan denk wordt het moeilijk te geloven in een God.
Hoe denken jullie daarover? .................
Je worstelt dus met de vraag, hoe in de WOII 6 mijoen Joden konden worden omgebracht en hoe dat te rijmen is met de almacht van een voor jou nog hypothetische god.
Maar- en dit is het eerste, wat tot nog toe ongezegd is gebleven, voor zover ik kan nagaan- voor die 6 miljoen mensen was het met dat sterven in de gaskamers of anderszins niet áfgelopen!
In de Bijbel staat in Mattheüs 25 beschreven, hoe eens, aan het eind 'van alle dingen', de rechterstoel van Jezus wordt opgesteld en hoe Jezus, gevolmachtigd door God, dan zijn beoordeling uitspreekt over alle mensen, die ooit geleefd hebben.
En dan staan in die ontzaglijke schare van misschien wel duizend miljard mensen ook de zes miljoen Holocaust-slachtoffers opgesteld. En niet alleen zij, maar ook de drie miljoen slachtoffers van Pol Pot en de een miljoen gevallenen in die andere vreselijke genocide in Rwanda. En ook staan daar de twintig miljoen slachtoffers van het regime van Mao Tse Toeng, (Mao ze Dong) en de tallozen, die onder Stalins schrikbewind zijn vermoord.
Maar die groepen gaan verloren in de enorme massaliteit van de niet te tellen mensenmassa. En over al die mensen spreekt Jezus zijn beoordeling uit. In hoeverre hebben die mensen, naar de wetenschap, die zij kónden hebben, geleefd volgens de door Jezus aan te leggen norm, vervat onder andere in Romeinen 2 v 14: "Wanneer toch heidenen, die de wet niet hebben, de wet van nature naleven, dan zijn ze zichzelf tot wet, ook al hébben ze hem niet. Ze bewijzen door hun daden dat wat de wet eist in hun hart geschreven staat: en hun geweten bevestigt dit, omdat ze zichzelf met hun gedachten beschuldigen of vrijpleiten. Dit alles zal blijken op de dag waarop, volgens het evangelie dat ik (Paulus) verkondig, God door Christus Jezus oordeelt over wat er in de mens verborgen is". Daarin ligt een vaste grond, dat het oordeel van Jezus op 'die dag' volkomen rechtvaardig is. De diepste drijfveren komen dan aan het licht. Was je in het diepst van je hart een 'Ja'-zegger en heb je dat onvoldoende kunnen laten blijken, omdat je -bijvoorbeeld- in de tiende eeuw voor Christus leefde in wat nu Kazakstan heet en niets van God en al helemaal niet van Jezus wist.....dan ligt het lichtrijk voor je open. En leefde je in onze eeuw en als burger van een Westers land en kon je alles over de Drieënige God weten en werd je door niets belemmerd, maar was je in het diepst van je hart een 'Nee'-zegger, hoewel je mogelijk de een of andere kerk 'platliep', dan wacht je de duisternis.
Na deze lange uitweiding terug naar jouw holocaust-slachtoffers. Op die grote dag wordt hun eeuwige bestemming definitief en wie weet, hoeveel 'jazeggers' onder hen gevonden worden. Dat maakt Jezus, gemachtigd door God, op volkomen rechtvaardige wijze uit.
Op deze wijze is het onveranderlijke feit van de moord op 6 miljoen Joden teruggebracht tot een voorlopigheid. Hoe mensen ook sterven, éen keer wacht hun het oordeel van Matth 25. En dat is op zichzelf al goed. Iemand mag niet zomaar met zijn daden, als die slecht geweest zijn, wégkomen.
Maar hoe past nu dit alles in de almacht van God.
God bouwt door heel de wereldgeschiedenis door aan zijn 'eeuwige tempel', waar hij met de mensheid, die hij uitverkoren heeft om hem als 'zonen' te dienen, tot in alle eeuwigheden blij en gelukkig en vol impulsen en vol heilbrengend werk zal zijn.
Om die tempel te bouwen, is echter ook steigerwerk nodig. Alle mensen moeten doorzocht worden, of zij 'Ja' tegen God zeggen naar het diepste wezen van hun vrije wil, of dat zij , mogelijk diep in hun wezen, aan de almachtige God hun 'Nee' toegillen.
Dat steigerwerk wordt gevormd: - allereerst door de satan, een gevallen aartsengel, de oorsprong van de leugen. - vervolgens door alle mensen, die hij met zijn 'verzoekingen' heeft afgetest en die als slotsom van hun 'zijn op aarde' uiteindelijk 'Ja' tegen satan zeggen en zijn verzoekend en slecht werk op aarde voortzetten.
Maar het eeuwige gebouw van God wordt gevormd door: - Jezus Christus als de kern van het herstel - en door allen , die in de verzoekingen van satan als slotsom van hun leven hebben gegeven, dat zij 'nee' zeiden tegen de slechte raad, die satan hun gaf.
En aan het eind van alle dingen is dat eeuwige gebouw van God gereed en.....wordt het steigerwerk weggeruimd.
Satan is dus in zekere zin een werktuig van God om de mensen een voor een af te testen. God heeft het recht om bij zijn mensen af te testen, wat er eigenlijk diep in hun hart verborgen lag, of zij hem zouden dienen, ja dan nee.
Ooit was er een volk, de Israelieten,dat volk is er nog, dat veertig jaar door de woestijn dwaalde. En al die tijd keek God vol spanning naar hun wedervaren, steeds de helpende hand biedende, maar toch heet het: "Denk aan de tocht die de HEER, uw God, u door de woestijn heeft laten maken, veertig jaren lang. Hij wilde u zijn macht laten voelen en u op de proef stellen, om te ontdekken wat er in uw hart leefde: gehoorzaamheid aan zijn geboden of niet". (Deuteronomium 8 v 2).
En in de volgende verzen lees je dan, hoe zegenrijk de Heer zijn macht toonde.
Liv....ook jíj volbrengt je woestijnreis door het leven. Ook voor jou zijn er verzoekingen. Ook op jou houdt de Heer het oog gevestigd: "Hoe brengt Liv het er af. Komt ze door de verzoekingen van satan heen? Ik wil ze helpen zoals ik ze in beginsel al grandioos en eeuwig geholpen heb, door mijn eniggeboren Zoon te zenden, die de zonden van alle mensen van alle tijden gedragen heeft, voor zover die mensen dat willen aanvaarden".
Zo woedt de strijd rond jou Liv!
Maar om nog even op de holocaust terug te komen. De duivel heeft de zonde in de wereld gebracht en stookt dat vuur nog steeds op. 8 miljard mensen, die op dit ogenblik leven reageren ieder op eigen wijze op zijn acties. 8 miljard interacties zijn al een onontwarbaar kluwen, maar daar komt nog de erfenis bij van al de herinneringen , die wij hebben aan de gedragingen van de mensen, die voor ons geleefd hebben.
Zo is de holocaust een integrerend onderdeel van dat hele schijnbaar onontwarbaar kluwen. Maar God houdt al de draden in zijn hand en ruimt ooit al het steigerwerk op.
Hoor bij de tempel Liv!!!
Daag Ger (van 'Vraag het Ger', waar iedereen al vier jaar lang hartelijk welkom is)
Het staat er iets anders dan jij je herinnert.In Mattheüs 18 v 1- 4 staat; ........... Op dat moment kwamen de leerlingen Jezus vragen: "Wie is eigenlijk het grootste in het konikrijk van de hemel". Hij riep een kind bij zich, zette het in hun midden neer en zei: "Ik verzeker jullie, als je niet verandert en word als een kind, dan zul je het koninkrijk van de hemel zeker niet binnengaan. Wie zichzelf vernedert en wordt als dit kind, die is het grootste in het koninkrijk van de hemel" ........... Niem, het is goed om de achtergronden eens te zien. De discipelen zijn met hun meester weer eens in Kapernaüm. Er is even tijd voor een rustig gesprek en dan is er die door naijver (Markus 9 v 33) ingegeven vraag: "Wie....(van ons)....zal in de komende heerlijkheid , waarin de heerschappij van God over de wereld een voldongen feit zal zijn, de grootste zijn".
Nu moet je zo'n vraag niet aan de Heer Jezus stellen. Hij ziet door de algemene vraagstelling heen direct de vleselijke, werelde zin, zich uitende in hoogmoed en 'de eerste willen zijn'.
Maar wat is Jezus weer verrassend. In de buurt is een kind aanwezig en Jezus wenkt het tot zich. En daar staat dat kind nu temidden van al die grote, belangrijke mannen en het is natuurlijk schuchter, beteuterd, bedeesd en nederig. Het zal je toch ook maar gebeuren!
En dan zegt Jezus: "Je moet helemaal veranderen van levensinstelling. Je moet je echt bekeren van dat aardse denken zo van: "Ikke ikke....en de rest kan stikke...". Je levensinstelling moet veranderen van dat hinderlijke 'recht hebben op' en dan liefst nog 'recht hebben op een goede, wat zeg ik...een héel goede plaats' in iets heel ánders. Tegenover die heerlijkheid, die aan het beginnen is en éen maal meerder zal zijn, wanneer de kennis van de Heer de aarde zal bedekken, zoals het water de bodem van de zee bedekt...de heerlijkheid, die daarna nog meer wordt en nog meer...en zo altijd maar door...tegenover dat grootse van God behoort een mens met grote schuchterheid en verwondering te staan: "Wst!!??....word ik tot zó iets groots geroepen?!"
En alleen de mensen, die van de berg van hoogmoed, pedanterie en zelfverheffing, moeizaam afklauteren, want het valt echt niet mee om van die zelfverzonnen hoogte af te komen: "Het is moeilijk eenvoudig te blijven Wanneer je zo goed bent als ik!', en als een verlegen kind te worden , zonder enige pretentie ten aanzien van de schatten van het koninkrijk, de steeds meer volledig wordende Godsregering....díe mensen zijn écht naar Gods hart. Dán ben je in de met Christus' komt begonnen heilsbedeling naar waarheid en naar Gods schatting het meest ontvankelijk voor het heil en de meest geschikte voor de roeping van Gods koninkrijk. Dan zal je in de naar oneindigheid toegaande heerlijkheid het rijkst door God begenadigd worden.
In onderlinge naijver ben je zover mogelijk verwijderd van wat je zo graag wilt bereiken. Wat je in dezen als een recht zoekt, kan je pas verkrijgen, wanneer je al je gewaande aanspraken prijs geeft.
Tot zover het een en ander uit de 'Korte Verklaring', door mij geparafraseerd.
Dus Niem; zó dient je levenshouding te zijn, wanneer je wilt bereiken, wat het meest begerewnswaardige is, wat zich in hemel en aarde denken laat.
Dit was dus je vraag: ............. Ik heb gemerkt dat jullie erg tegen populaire tv shows en films zijn waar magie in voor komt, zoals: Charmed Harry Potter Pokemon enz.
Waarom? ik bedoel, ik snap dat jullie magie niet leuk vinden....maar het is maar een tv show...? Als je tv serieus gaat nemen...Dan is een thriller waar veel mensen bruut in worden afgeslacht toch erger?! ................... Niem...je stelt het niet algemeen genoeg. Magie, zoals jij dat noemt, is occultisme en occultisme is het centrale wapen van satan, Gods tegenstander.
God zegt: "Aanbid mij" En satan zegt: "Nee...aanbid mij".
Het sterkst kwam dit tot uiting in 'de verzoeking in de woestijn', waarvan Mattheüs 4 spreekt. Daar kan de duivel zijn ultieme begeerte niet langer verbergen en zegt tegen Jezus: "Dit alles , (alle koninkrijken van de wereld in al hun pracht), zal ik u geven als u voor mij neervalt en mij aanbidt", (vers 9). Jezus wijst hem koninklijk terug, (10).
Maar éen keer, aan het eind van dít deel van de geschiedenis, lijkt de duivel zijn zin te krijgen. In Openbaring 13 v 3 en 4 staat: " Vol bewondering ging de hele wereld achter 'het beest' aan, ( een van de krachtigste dienaren van satan) . Iedereen aanbad de draak, (de duivel), omdat hij het beest gezag had gegeven". Eindelijk: rechtstreekse aanbidding door dat deel van de wereldbevolking, dat zich van God laat aftrekken.
Maar ook die poging is tot mislukken gedoemd. Wee echter de mensen, die 'de draak' blíjven aanbidden.
Kijk Niem; en daar heb je nu 'des Pudels Kern'. ( een duitse uitdrukking om aan te duiden, dat een kwestie nu tot op de bodem benaderd wordt).
Occultisme is een ander woord voor: 'Uiteindelijk de duivel aanbidden'.
En zoals dit gruwelijke het eindpunt is, zo is er aan occultisme ook een beginpunt. Het eindpunt is: aanbidding van de duivel, een scherpe climax. Maar het begin is geen punt, maar een breed vlak, dat zich gaandeweg tot dat punt, door mij genoemd , versmalt.
En daarom Niem, was je te onbepaald in je vraagstelling. T.V.- stukken met als onderwerp allerlei onverklaarbare gebeurtenissen, die de indruk wekken, dat er een onzienlijke wereld is, die je zo maar op eigen houtje kunt betreden, zonder gevaar te lopen...die behoren tot dat brede vlak en zuigen je geleidelijk aan, als je je niet aan de verlokkende kracht onttrekt, op de lange duur naar dat allesverterende eindpunt.
Nu kunnen er Christenen zijn, die benauwd zijn voor 'alles'. Ik heb de bezorgde kopjes gezien, als het ging over dat meesterwerk; "De wereld achter de boekenkast', met de leeuw Aslan en de heks enz. Dan zeiden mensen: "Maar er komen in die film toch ook allerlei figuren voor uit de Griekse godenwereld".
Maar dat benauwderige is over, wanneer je als Christen vervuld ben met Gods Geest. Door Gods genade treedt dan, als je je er naar uitstrekt, éen van die heerlijk Geestesgaven in werking, de gave van onderscheiden van geesten, waardoor je er inzicht in krijgt, wat er nu in andere spektakels net net fout zit, wat in het verhaal van Aslan uiteindelijk goed zit.
Daarom raad ik iedere Christen aan, God om de Heilige Geest te vragen. Lucas 11 v 12: "Als jullie dus, ook al zijn jullie slecht, je kinderen al goede gaven schenken, hoeveel te meer zal de Vader in de hemel dan niet de heilige Geest geven aan wie hem erom vragen!"
Dus Niem, om dit gedeelte van mijn betoog af te ronden: al die T.V.-series met een dame als middelpunt, die geheimzinnige gaven heeft, zoals 'Charmed'.... maar die serie is al weer afgelopen. ...dat weet iedere gelovige wel, dat hij zijn toestel uit moet laten om niet in het begin van een draaikolk te komen. En voor de vele gevallen, waarvan je denkt; "Tja...is dat nu goed?", is de doop in de Heilige Geest voor elke Christen een onmisbaar goed, in deze steeds gerafineerder wordende eindtijd.
Niem...je zou tegen me kunnen zeggen; "De vraag is maar half beantwoord. Al die thrillers dan met de gezichten van die gruwelijk vermoorde mensen. En de horrorfilms. En de harde pornofilms in de late avonduren op t.v.".
Niem....er zijn meer grote 'verleidingsvlakken'. Toverspelletjes, zoals 'glaasje draaien' behoren tot het beginvlak van het occultisme.
De duivel heeft echter veel meer valkuilen: - steeds meer verwordende sexualiteit - tot wreedheid leidende films - tot dodelijke angsten leidende griezelrolprenten - en nog duizend beginnetjes meer.
Maar ons geloof in Jezus, ons gebed tot hem en het volledig gebruik maken van alle mogelijkheden, die hij heeft ontsloten, doen ons al die drijfzanden ontwijken. Dat is ook weer : Gods genade.
Je vraag over de dieren splits ik in drieën: 1 Hebben de dieren een voortbestaan...of gaan ze gewoon dood. 2 Als de dieren een voortbestaan hébben, gaan ze dan naar de hemel of naar de hel 3 Hebben de dieren nog een andere functie dan om er te zijn ten gerieve van de mensen.
ad 1: toen God de mens vormde in het paradijs, was er een kenmerkend verschil met alle andere levende wezens, planten en dieren. God blies hem de levensadem in. Zó werd de mens tot een levend wezen. (Genesis 2 v 7 )
Let op dat 'zó'. Alle dieren en planten werden voortgebracht door de aarde(Genesis 1 v 24). Het was direct al een gegeven, dat na beëindiging van hun aards bestaan hun stof weerkeerde tot dse aarde, die deze levensvorm had voortgebracht.
Maar de mens was van een andere origine. De eeuwige, altijd levende God , had zijn adem in de mens gebracht. En wie deel krijgt aan de eeuwige adem van God, zal ook altijd voorbestaan.
En Prediker 12 v 7 zegt ook iets verhelderends: "Wanneer ( bij het sterven van de mens) het stof terugkeert naar de aarde, weer wordt, zoals het was, gaat de adem van het leven weer naar God terug".
De eerste vraag: "Hebben de dieren een voortbestaan na hun dood", kan ik zonder meer met 'nee' beantwoorden.
2 Over de tweede vraag kan ik kort zijn. Dieren gaan niet naar de hemel of de hel. Toch is hier wel iets interessants te zeggen. Wij weten allen, dat na de huidige bedéling een gelukkiger tijd komt, die wij aanduiden als 'het duizendjarig rijk'. Jesaja 65 zegt over die goede, nog komende tijd: "Wolf en lam zullen samen weiden, een leeuw en een rund eten beide stro".
Er zijn dus dieren in het duizendjarig rijk. En ze leven daar weer in paradijselijke omstandigheden, zonder onderling gebijt en wreedheid. Ook eten ze weer plantaardig voedsel, net zoals het was vóor de zondenval, (Genesis 1 v 30). Maar dat zijn dus de nakomelingen van de dieren, die altijd op aarde geleefd hebben.
En tenslotte vraag 3:
De dieren zijn geschapen tot eer van de Heer. Heel de schepping zingt zijn lof. Spreuken 12 v 10 zegt iets memorabels: "Een rechtvaardige zorgt goed voor zijn vee, een goddeloze is alleen maar wreed".
Deze spreuk heeft zo'n wijde strekking. Bij het doden van kippen voor ónze voeding zullen wij correct met die kippen omgaan. Ik heb ze zien doden in kippenslachterijen en ik kreeg als oordeel, dat dit redelijk, zonder wreedheid, gebeurde. De regering had regelingen gesteld, die een fatsoenlijke behandeling toestonden. En zó moet het altijd gaan.
Bij de ter dood brenging van dieren voor de dienst in de tempel en de tabenakel werd het dier ook zo geslacht, dat luchtpijp en bloedvoerende aders gelijk werden doorgesneden, wat ook tegenwoordig nog als de snelste en volstrekt pijnloze methode wordt beschouwd.
En allerlei moderne milieu-opvattingen kunnen zich gronden op de rechten van het dier als een zelfstandig door God in het leven geroepen wezen, dat allereerst tot Gods eer is geschapen en waarover wij niet zonder meer, onnacdenkend, naar ons inzicht mogen beschikken.