Het was fijn dat je nog even de afloop van het bezoek vermeldde, dat je ma bracht aan jouw gemeente.
Het komt heel dikwijls voor dat bezoekers, van wie je hoge verwachtingen koesterde, zich na afloop minder prijzend over hun bezoek uitlaten dan jij gehoopt had.
Toch jammer dat je even terneergeslagen was. Ik zou voor zon gemoedsrimpeling het zware woord depressief niet willen gebruiken.
Christenen horen op de duur ook déze les te leren
Laat de omstandigheden nooit over je heersen. Met God de Heilige Geest kun je altijd over de omstandigheden heersen, omdat Gods Geest je op de duur leert om de dingen vanuit de sfeer van Godte bekijken en er dus van bovenaf op neer te zien.
Laat nu dát je niet weer terneergeslagen maken Steffanie. Er is een zegswijze:
Keulen en Aken zijn niet op éen dag gebouwd.
Het volmaakte geloof in Jezus is dat ook niet. Er is een leven voor nodig en ik denk, dat wij ook in het eeuwige leven na dit leven nog doorleren.
Dit brengt mij gelijk op een ander idee. Gisteren hoorde ik een preek over dit onderwerp, ( 1 Corinthe 15 v 19):
Als wij alleen voor dit leven op Christus hopen, zijn wij de beklagenswaardigste mensen die er zijn.
Ik combineer de woorden van de predikant nu metde ideeën van mijn grote leermeester, J.E.v.d.Brink en ook met ideeën, die ik net gisterenmiddag ontwikkelde in BIJBELSTUDIE 151, ( lees die bijbelstudie maar eens).
Er is een type oprechte gelovigen denkbaar, dat wél van harte de Heer Jezus lief heeft, maar van hem verwacht, dat het volgen van hem aardse voorspoed oplevert . Of eigenlijk niet zozeer aardse voorspoed, maar dan toch wel een redelijk ongestoorde gang door dit aardse tranendal. Nu zeg ik niet, dat jij tot dit best wel goedwillende type behoort, maar wanneer ik lees dat je niet naar de jeugdclub wilde en toen door God aangespoord werd, wat tot zegen leidde, bespeur ik toch iets van een korte termijn -blik. Niemand kan een ander echt goed kennen. Vergeef me, wanneer ik het niet goed zeg, maar die indruk kreeg ik.
Nu zegt v.d.Brink allereerst, datde Christen nú al een gelukkig mens is. Zijn wandel en burgerschap is nú al in de hemel. Nú al verblijdt hij zich in de eeuwige schatten, die hij verzamelt in Gods koninkrijk. Nú al is een er een gelukkig bezit van vrede , gerechtigheid en blijdschap door de Heilige Geest.
En Van den Brink gaat verder:
Gods genade is er niet alleen voor dit bestaan. Die genade openbaart zich nog krachtiger in het toekomstige leven met de Heer, nadat dit aardse leven tot een eind is gekomen.
Jezus heeft zelf immers voorspeld dat zijn volgelingen door veel verdrukkingen zullen binnengaan in Gods koninkrijk. Er is sprake van lijden ter wille van de naam. De duivel is de overste van de werelden hij keert het loon van de zonde: de smart, het lijden, de verdrukking en de dood bij voorkeur uit aan hen die niet voor hem willen werken. Dat ondervond ook Job, waarover jij me zonet ook sprak. De duivel is immers de grote wetteloze.
Indien de hoop van de Christen binnen de begrenzing van het aardse leven blijft, is hij in veel slechtere toestand dan het overige deel van de mensheid. Hij krijgt veel vervolgingen van de duivel te verdragen. Hij heeft wel het temporele lijden, maar realiseert zich de eeuwige alles te boven gaande beloning niet. .
De hoop van de Christen is niet zozeer op de tegenwoordige wereld gericht, maar op de toekomende . In dit leven hoopt hij de geestelijke volwassenheid te bereiken, namelijk het zoonschap. Dáar leeft hij naar toe.
Zonder dit toekomende leven is veel feest van het leven af.De Christen iis door zijn geloof voor de wereld gekruisigden wat zou hij dan nog van haar verwachten, behoudens dan de schatten, die hij daar al voor het eeuwige leven aan het verzamelen is, zoals ik daar zoëven over schreef.
De Christenen zijn in dit leven aandeelhouders in het lijden van Christu, teneinde ook later mede-aandeelhouders te zijn inde verheerlijking, die nu reeds zijn deel is, (Openbaring 1 v 12 16)
De Christen zien meer op het onzichtbare dan op het zichtbare.
Min of meer in dezelfde geest sprak die dominee. En wanneer je bijbelstudie 151 leest, zul je zien, dat ik via een andere toeleiding tot ongeveer dezelfde conclusie kom.
Steffanie; gezien jouw argeloos- gezellige briefje ben ik misschien iets te zwaar geweest, heb ik met een kanon geschoten op een vlieg. Maar er zijn elke dag 30 anderen, die meelezen. Mogelijk heb ik ook die kunnen dienen.
Je stelt twee zienswijzen tegenover elkaar: - Geloven kun je wel alleen - Geloven kan alleen maar 'blijvend' in een gemeenschap met anderen.
Ik plaats mij zonder enige reserve achter de tweede opvatting.
Gisteren was ik nog in de gemeente, waarvan ik -als gewoon lid- deel uitmaak. Vóor de dienst begon, was er enige tijd beschikbaar voor 'social talk', gesprekken van mens tot mens. Als oudere kon ik raad geven aan enkele jongeren, die achtereenvolgens bij mij kwamen met uiteenlopende problemen. Dat raadgeven , daarbij geleid door Gods Geest, is dus niet alleen een taak voor de oudsten, maar voor allen, die dit aandurven , wetende, dat hun rijping voor het besprokene voldoende is.
Daarna gingen wij naar de grote zaal en hadden gezamenlijk een 'lofprijsavond'. De sfeer was zo goed, dat ik - door die sfeer 'gedragen'- een lied in klanktaal durfde zingen op een nieuwe melodie. En daarna heb ik -door het gebed van al die mensen om mij heen gedragen- ook de vertolking in gewoon Nederlands kunnen geven, eveneens op een nieuwe melodie. Ik voldeed daarme aan het gestelde in 1 Corinthe14 v 13: "Daarom moet iemand die in klanktaal spreekt bidden om de gave die te kunnen uitleggen". Ook was ik in de lijn van vers 15 dat spreekt: "Ik 'moet' zingen met mijn geest, maar ook met mijn verstand". Maar op dat moment realiseerde ik mij die twee teksten niet eens zozeer. Ik werd 'omhooggetild' door de opbouwende sfeer die er was.
En ook anderen kregen durf om van alles te doen.
En toen er een lied werd aangekondigd dat luidde: "Ik kniel neer en belijd: U bent Heer in dit huis. Ik kniel neer en belijd U bent Heer in dit huis. U bent mijn leven , mijn licht, ik zoek uw aangezicht. Aan uw voeten, dicht bij u kniel ik neer....kniel ik neer". namen velen de vrijmoedigheid om metterdaad te knielen, wat zij in andere omstandigheden dan in deze hechte gemeenschap niet zouden hebben gedurfd.
Na afloop weer nagesprekken van belang.
Kijk; dat sterkt. Je kunt niet zonder de gemeente.
Maar er is veel meer aan de hand Hung. De gemeente heeft zo'n 'wereldbepalende' betekenis. De apostel Paulus komt er in de brief aan de Efezií«rs niet over úitgesproken. Maar dat is zo'n groot onderwerp. Kom je daarover eens op 'Vraag het Ger'?
"Ik verveel mij in mijn orthodox-protestantse kerk. Ik leer er niks, het gaat altijd over dingen, die ik al weet.Ik vind dat saai, wat moet ik doen".
Mijn antwoord: Dat begrijp ik heus wel hoor, wat je nu zegt. Ik beluister regelmatig preken uit deze kring en dan valt het mij altijd weer op, dat er nog niet zoveel veranderd is, sedert ik als vijftienjarige jongen in de vooroorlogse jaren onze dominee hoorde.
In die jaren ging het over kerkbesef, en over bijbelkennis, maar het woord 'bekering' viel niet eens zoveel. En- wanneer het viel- werd er nog wel eens gezegd door de hoorders: "Tikje dweperig hí¨; deze dominee, soortement evangelist hí¨...tikje Leger des Heils-achtig. Het 'zondaarsbankje' ontbrak er nog maar aan".
Nú zijn die preken een stuk warmer, minder op de intelligentie gespitst. Het woord 'bekering' valt best wel vaak, maar nog altijd gaat het vooral over Jezus, wat Hij doet, wie Hij is. Zeg ik niets van, maar je hoort nog niet zo vaak, wie wij zijn in Christus, wat wij kunnen doen, wanneer wij Gods opdrachten verstaan over de 'goede werken'(Ef 2 v 10), die Hij voor ons klaar heeft liggen, als wij maar willen lúisteren.
En het woord 'wedergeboorte' hoor je te weinig in deze groep kerken. En de talloze teksten, die over de Heilige Geest spreken, hoor je helemaal weinig. En als je ze al hoort, dan gaat het niet zozeer over 'doop ín en vervulling mét de Heilige Geest'.
Men behandelt te weinig 'mogelijkheden van activiteiten', zoals de bijbel die ons leert. Men vliegt niet op 'als een arend', (Jesaja 40 v 31). Er zijn wel mooie preken, kunstige preken, hartverwarmende preken, maar het verrassende element ontbreekt er teveel in. Ik weet zelfs van preken in deze kerken, zo warm, zo meeslepend, dat mensen zaten te popelen: "O...nodigde de dominee mij maar eens uit om naar voren te komen en mijn liefde voor Jezus te belijden ...om iets te laten zien, wat dan ook, van mijn betrokkenheden en noden". Maar dat kwam dan niet...en terwijl de teleurstelling door zo iemand heen golfde...ebde alles weg. En dominee zei later tegen zijn vrouw: "O...als ik maar gedurfd had...'het' was er, maar ik durfde er geen beroep op te doen".
Wanneer er al gepreekt wordt over die tekst "Met mijn God spring ik over een muur",(Psalm 18 v 30), dan wordt er te weinig op gewezen, dat de kracht van de Heilige Geest je daarbij wil helpen . En ook wordt niet de weg gewezen, hóe je nu eens werkelijk met God de Heilige Geest in contact komt.
En dat is het saaie, dat je ervaart bij al die lieve, welmenende dominees, die mensen, die de Heer Jezus liefhebben en zelf óok hunkeren naar 'meer'. Er is zo'n veel ruimer gebied, waarop men zich kan bewegen en te weinig worden de hoorders geaktiveerd.
De wekelijkse lezing van 'de tien geboden' werkt ook niet motiverend. Dikwijls leidt dat tot deze gevolgtrekking: "Wij struikelen altijd maar weer. Altijd echter is er Gods genade, die vergeeft".
Was er maar eens een dominee, die zei:
"Stel je eens een jongen voor, die tegen zijn vader zegt: 'Pa...ik heb bij het voetballen een ruit gebroken bij de buren. Kunt U het mij vergeven'.
De vader zal dit wel doen, maar wanneer die jongen de volgende dag komt: 'Pa...ik heb weer een ruit gebroken bij het voetballen....en morgen zal ik het weer doen...en de dag daarop weer...en zo altijd maar door.. en altijd zal daar uw vergeving zijn', dan zal die vader toch waarschijnlijk wat minder grif zijn met vergeving en een brommig woordje met zijn spruit spreken".
Er zou wat meer de nadruk op gelegd kunnen worden, dat wij wel bij God mogen komen, zoals wij zijn, maar dat het niet de bedoeling is, dat wij blíjven, zoals we zijn.
En dan zou het ook goed zijn, wanneer er op gewezen werd: - WIE je bij dat loskomen van al dat ruitenbreken kan helpen: de Heilige Geest, die vrij tot je kan komen, nu Jezus de woorden heeft gesproken: "Het is volbracht" - WAT die Heilige Geest kan doen. God de Heilige Geest kan de weg, die door God de Zoon is gebaand, samen met jou belopen en zo jou de weg doen vinden naar Hem, om Wien en uit Wien en tot wien alle dingen zijn,(Romeinen 11 v 36), God de Vader. - WAAR die Heilige Geest dat kan doen: overal, bij iedereen,dus ook bij jou. - WANNEER die Heilige Geest dat kan doen; altijd , dus ook bij jou, hier en nu. - HOE de Heilige Geest dat doet; door jou binnen zijn sfeer te noden...de sfeer van wedergeboorte en doop in Hem.
Maar wat je nu moet doen is tweeledig: - zoek contact met hen, die ook van deze dingen gehoord hebben, lees daar boeken over. - denk op zondagmorgen in de kerk aan de profeet Jeremia; hij zei nooit: "Wat heb ik dit allemaal al vele keren gehoord", maar hij zei;(Jeremia 15 v 16): "Altijd wanneer uw woorden gevonden werden, AT IK ZE OP!!!" Er worden in jouw kerk veel goede woorden gesproken. Alleen; men bespeelt een te klein bereikt van het grote orgel met de vele klavieren van Gods genade-openbaringen. Maar geniet van wat je krijgt. En God wijst je wel verdere wegen. Zij, die geloven, haasten (God) niet",(Jesaja 28 v 16).
Graag had ik nog es wat in het hoenderhok gegooid: Wat is volgens jullie "het geweten". Is dit belangrijk voor een christen. Bent u zich bewust dat je een geweten hebt? Zou het en werktuig zijn van God? Tot straks ,beste forumezen....
Mijn antwoord:
Toen de vrouw, later van 'manninne' vernoemd tot 'Eva', van die vrucht at, raakte de mens los van God.
Maar ergens in die 'ontkoppelde mens' bleef een 'zeer' plekje, dat herinnerde aan 'paradise lost'.....een plekje, dat bléef spreken, wanneer de mens zich al te ver van God wilde verwijderen.
Er waren mensen, die dat geweten zó lastig vonden, dat zij het maar helemaal buiten gebruik stelden. 1 Timotheí«s 4 v 2 schrijft: "Er zijn huichelachtige leugensprekers, die hun eigen geweten hebben dichtgeschroeid...".
Ja....dan maak je het echt wel onbruikbaar. Eén keer gaat het toch weer open, bij het grote oordeel van Matth 25, maar dan is het te laat.
Maar Romeinen 2 v 15 spreekt over diverse heidenen, die een nog goed werkend geweten hebben,dat als volgt handelt: "Er zíjn heidenen, die de wet niet hebben en toch de wet van nature naleven.....hun geweten bevestigt hen daarin...(doordat het waarschuwt wanneer het verkeerd gaat en een rustig gevoel geeft, wanneer het goed gaat)". Over deze moeilijke tekst had ik op 'VhG' een uitvoerige gedachtewiseling met Autumn; lees die eens door. Van de rest van de 'natuurlijke Godskennis', in het geweten bewaard, zíjn er dus mensen, die daar gretig gebruik van maken inplaats van het 'onklaar te maken'.
Het is mogelijk om dat geweten níet te zuiveren van 'heidense insluipsels'. Want 1 Korinthií«rs 8 v 7 schrijft over: "...mensen met een zwak geweten, dat bezwaard wordt doordat ze nog niet los zijn van gedachten over afgoden..."
Het is echter ook mogelijk om een 'volkomen zuiver geweten te hebben'. Paulus getuigt tijdens een rechtzitting; (Handelingen 23 v 1): "Broeders....ik heb een volstrekt zuiver geweten".
Hoe kwám Paulus aan zo'n zuiver geweten. Het geweten was bij hem niet meer een 'restfactor' van iets lieflijks. Nee.....door bekering, wedergeboorte en doop in de Heilige Geest was het weer verbonden geraakt aan God. De breuk , in het paradijs geslagen was geheeld, doordat Paulus tot de volledige erkentenis was gekomen, dat Christus op Golgotha de beker met alle zonden van alle mensen van alle tijden totaal en totaal had leeggedronken....dat ook zijn eigen loodzware druppel was weggedronken in dat vreselijke gevecht van Getsemané tot Golgotha. En....hij was verder gegaan in het verkennen van wat die zoendood van Christus ten diepste betekende: onder andere dat de Heilige Geest je nu verder volledig terzijde wilde staan.
Aimé....laten wij het hierbij even laten. Kom op 'Vraag het Ger' voor verder gesprek. Aimé... betekent: 'Geliefde'. Nu ja; dat weet jij ook wel. Wat zou het echter heerlijk zijn, wanneer je ten volle een 'beminde van de Heer' zou kunnen worden. Maar je weet, wat daarvoor nodig is....met je diepste wezen Jezus als God en mens kunnen zien. Geve de Heer je die genade.
Twijfel aan de zon en de maan... twijfel aan sterren in hun baan... twijfel aan de waarheid en de trouw... maar twijfel nooit aan m'n vriendschap voor jou! Veel liefs van Freddy, Patty, Taibo en Celine.
Dag Freddy en Patty.
Wat schreven jullie dat lief.
Wel, kinderen, ik twijfel niet aan al de goede dingen, die ik van de heer Jezus mag schrijven. Ik twijfel niet aan God, de échte zon, waarvan Christus het afschijnsel is, de maan. En Gods wetten houden de sterren ain hun baan. . De waarheid en de trouw van God de Heilige geest is altijd voor mij besxchikbaar,(hoewel ik wel eens vergeet er een beroep op te doen). En bij al die heerlijke dingen komt nu ook nog jullie vriendschap. Stuur mij eens een e-mail met jullie lieve vragen.
"Het gebrek aan echt mannelijk optreden is een van de redenen van de geringe uitstraling van de kerk".
Mijn antwoord: Ik zie dit niet als een van de redenen;
Ik herinner mij flitsen van een ouderwets gedicht over de geneugten van het schaatsenrijden: "O...welk genot op die ijzers te drijven 't Ruim te doorklieven in gonzende vlucht. Bogen op't galmend metaal te beschrijven Zacht gedodijnd als gewiegd op de lucht ....... "Deksels die kan het", zo hoor 'k om mij henen NU IK MIJ REP NAAR DE RUIMERE KLUCHT" ('Klucht' is hier: een meer uitgebreide ijsvlakte).
Gisteren beluisterde ik een dominee, die het had over Asa, een koning van Israel, die goed met God begon; maar het was toch een beetje 'een lied, dat als een nachtkaars uitging'.
Die dominee had een mooie, sterke stem en je kon je bij die stem zo echt een 'he-man' voorstellen. 't Was een goede preek en 'ik nam er best wel weer iets uit mee'. maar toch denk ik, dat er sommige jonge mensen onder zijn gehoor zaten en misschien ook wel ouderen, die gedacht hebben: "Deze lofzang op Jezus, waar alles op uitliep, heb ik nu al zoveel gehoord. Het is niet NIEUW!"
Weet je, wat er met die dominee was. Hij was een goede 'schaatsenrijder', maar hij durfde niet dóor te rijden naar die grote ijsvlakte, die verder op wachtte, buiten het gebied, waar iedereen schaatste.
Want er was zoveel meer mogelijk: - hij had kunnen vragen: "Waarom doofde het vuur bij Asa.....kennen jullie dat ook in eigen leven; dat het vuur dooft". En hij had kunnen wijzen op de duivel, die altijd met zijn grote deken van vergeling klaar staat om alle veelbelovende vuren te laten stikken in vergrijzing. - Hij had kunnen zeggen: "Maar wat is het goed, dat wij met de doop in de Heilige Geest, door Jezus' offer toegankelijk geworden, uit die dodelijke spiraal van 'de vaart eruit laten gaan' kunnen ontsnappen" . Hij had kunnen wijzen op de Geestesgave van 'het spreken in tongen', waardoor wij ons geloof kunnen bouwen. - Hij had al die heerlijke dingen kunnen zeggen over de doop door onderdompeling als getuigenis van de wedergeboorte , die innerlijk ons heeft verheugd - Hij had...o, hij had nog veel meer dingen kunnen doen...
En hij kón ze doen, want elke dominee weet hier nu onderhand wel van. Maar conventie en kerkelijk besef en wie weet wat allemaal meer, verhinderden hem om nu eens lekker uit te rijden op die heerlijke wijde vlakten, die de Heer ons ter beschikking heeft gesteld.
En zijn gehoor snakt, net als alle andere gehoren over de hele wereld ernaar, dat nu eens gezegd wordt, na een lofzang op het grote werk van onze Heer Jezus Christus, wat er allemaal méer mogelijk is en wat er allemaal in de bijbel staat over 'de zonen Gods, naar wie de wereld reikhalzend uitziet'.
En dat niet gebruik maken van de ruime mogelijkheden, die God ontsluit, maakt , dat de uitstraling gering is.
Ik kerk in een Volle Evangeliesam en gisteren was er weer een nieuw lied om de Heer te prijzen. We zongen het niet in canon, nee, volgens een heel nieuw concept. Mannen en vrouwen zongen verschillende liederen 'door elkaar heen' en ik had de tranen in de ogen, zo mooi klonk het.
En naast mij stonden jonge mensen en zij dansten van blijdschap en opwinding.
En toen was er een prediker, die voluit schaatste op de wijdste 'klucht', die je je maar denken kunt.
Wat heb jij toch een oude bijbelvertaling. Ik vind Colossenzen 4 v 1-6 veel feestelijker in de NBV- vertaling, sedert 24 oktober 2004 tot onze beschikking:
1:Meesters, geeft uw slaven waar ze recht op hebben en wat redelijk is, want u weet dat ook u een meester hebt in de hemel. 2: Blijf bidden en blijf daarbij waakzaam en dankbaar. 3: En bid dan ook voor ons, dat God deuren voor ons opent om het mysterie van Christus te verkondigen waarvoor ik gevangen zit. 4: ...en bid dat ik het mag onthullen zoals het moet. 5: Gedraag u wijs tegenover buitenstaanders en benut iedere gelegenheid 6: en als u wilt weten hoe u op de mensen moet reageren: vriendelijk , maar beslist.
Nu vraag je aan ons welke ervaringen wij met gebed hebben.
Wel; aan de hand van dit fris-vertaalde gedeelte van de Colossenzenbrief kan je al wat antwoorden vinden: 1: Bid de Heer om wijsheid, voor de tijd, dat je iets te zeggen krijgt en macht krijgt over werknemers. Bid God dat je Hij je dan voortdurend doet beseffen, dat jij eens verantwoording aan hem gaat afleggen. Je weet, dat Jacobus 1 v 5 zegt: "Komt een van u wijsheid tekort? Vraag God erom, en hij , die aan iedereen geeft, zonder voorbehoud en zonder verwijt, zal u wijsheid geven, (1 v 5). Dat is een tekst, waarop ik in deze beantwoording nog ga terugkomen.
2: Bid in bescheidenheid. Nooit drammen: "Heer....waarom verhoort u niet direct. U weet toch, dat we in een 'instant-maatschappij' leven. Wij willen toch altijd alles direct, op staande voet. Kunt u geen rekening houden met die trend. Of blijft u bij dat oude verhaal: ' Mijn tijdsbeleving is een andere dan die van jullie?' ". Altijd dankbaar, met een loflied in je hart. Filippenzen 4 v 6 spreekt over gebed met smeking en DANKZEGGING.
3: Bid ook eens voor mij. Ik werk al vier jaar vrij geí¯sloleerd op 'Vraag het Ger'. Iedere Christen heeft de gebedsondersteuning van andere Christenen nodig. Die geef ik jullie. Ik weet, dat velen die wel eens aan mij geven. Dank daarvoor en laten er meer bidders komen die zo nu en dan een intentie aan mij wijden.
4 Er is nog zoveel te onthullen en ik wil jullie gebeden, om kracht te krijgen.
5 Bid ook ervoor om 'hondjes van kansen' in de omgang met 'andere mensen' ook te benutten. Bid ook om wijsheid om niet alles wat zich als 'een kans' voordoet ook als zodanig te zien.
6: En dan: uw vriendelijkheid zij alle mensen bekend, zegt Filippenze 4 v 5. Bid dat je vriendelijke beslistheid nog toeneemt.
Zo blij met 'een nieuwe ster aan de Rubriek-hemel'. En dat 'Rietjejantje' kort ik maar huiselijk af tot 'Rie'.
Nu over je brief. Er klopt bij jou een warm hart voor God en voor Jezus. En je bent zo blij met de kinderdoop, die een verbond is, van Godswege, waarin aan kinderen een belofte wordt gedaan, waarop zij met hun belijdenis hun "ja" spreken.
Wel; zo kan er inderdaad een heel warm element zitten in 'de kinderbesprenging'. Het is ook zo, dat ik mij in de elf series tot dusver verre heb gehouden van polemiek en alleen goede raad heb trachten te geven. Er was echter een vraag van Celeste in haar vragenserie, waarop ik - eigenlijk iets 'contre coeur', (met een lichte tegenzin)- een zakelijke opsomming gegeven heb van teksten, die de wezenlijke doop verplaatsen naar het moment, waarop iemand van zijn innerlijke wedergeboorte naar buiten toe wil laten blijken.
Eerst kwam daar van Preacher wat tegenkanting tegen. In twee postings heb ik hem uiteengezet, wat mijn mening was, nader verklaard.
En nu kom jij; allereerst: nooit was het mijn bedoeling, iemand te kwetsen, want : "De liefde kwetst niemands gevoel".(1 Corinthe 13).
En die kwestie van 'een verbond' en een antwoord geven door de mens bij zijn belijdenis....ach; waarom zouden zich nu weer allemaal teksten tussen ons beiden moeten plaatsen.
Ik zou zeggen: "Wees blij met datgene, wat je zo dierbaar is".
Maar ik wil wel dít zeggen; ik heb vele mensen, in hun jeugd gedoopt, (besprenkeld) horen zeggen: "Met mijn 'doop in water', 'mijn doop na bekering' ,zoals nu ,na mijn wedergeboorte geschied, heb ik niet het idee, overgedoopt te zijn en iets uit mijn jeugd verloochend te hebben. Ik ben alleen maar erg blij".
Rie....vergeef mij, nu ik je -onbedoeld- verdriet heb gedaan. En ik ben er zeker van, dat jij, die je zo tot het geloof in Jezus voelt aangetrokken, met Hem een goede toekomst tegemoet gaat.
En wat al die nieuwe dingen van wedergeboorte, doop in de Geest, Geestesgaven en Geestesvrucht betreft: doe ermee, zoals je doet bij het eten van vis: de graatjes leg je terzijde. En bij het verder rijpen van het geloofsleven blijken dan die graatje éen voor éen, allemaal...allemaal 'heel wel eetbaar'.
Daag Ger
O ja....lees je mijn andere topic 'BIJBELSTUDIE' ook eens door. G
Mag ik nog iets aan de ruiker toevoegen, die al aan jou is onverhandigd?
In Hebreeí«n 11 v 6 staat; "God is een beloner voor wie hem ernstig zoeken".
Wel Joyce....'niet gelovig opgevoed'. Dan heb je als 'zoeker' al een hele barrií¨re te overwinnen. Dan moet je echt wel 'ernstig zoeken'.
(In de NBV, de nieuwe vertaling sedert 2004, staat het wat anders: "Wie hem zoekt zal door hem worden beloond". Hier is het woord 'ernstig' weggevallen. Ik denk, dat we dit zo mogen zien: "Wat waard is om gedaan te worden, is waard om góed gedaan te worden".
God zoeken kan je niet 'met de franse slag ' doen).
Joyce; er was al een roepstem van het geloof in je hart. En God heeft lief, hen die zich in het geloof naar hem op weg begeven; (ook vers 6). Je hebt met je diepste innerlijk , je geest, aanvaard dat God bestaat en dat hij niemand, die tot hem komt, zal verwerpen.
Integendeel: God zal zich aan je openbaren. Je zult hem gaan vinden. Rijk gaat hij jou belonen voor je dappere initiatief, waarvan jezelf ook weer weet, dat zelfs dat initiatief 'genade van God' is.
En die beloning? Bij mij op 'Vraag het Ger' komen er velen, die over 'die beloning' van alles willen weten. En nu al vier jaar hebben wij daar met z'n allen zo'n blijde gedachtewisseling over.
Kom je ook langs? Want naarmate je de bijbel leest zullen er vele vragen bij je opkomen.
Je zevende vraag: "Ik moet er niet aan dénken om zo oud te worden. 65 lijkt me echt al meer dan genoeg...... oud worden....aftakelen...om het even rot te zeggen.
Is dat een gedachte, die ik af moet leren".
Ja Celeste; ik zou dat echt maar gauw van mij wegschuiven, die gedachte.
Want: - in psalm 92 v 15 staat: "In de ouderdom zullen zij nóg vrucht dragen" en in Jesaja 46 v 4: "Tot de ouderdom ben ik dezelfde". En wat denk je van Spreuken 20 v 19: ""Der ouden glorie is de grijsheid" en Joí«l 2 v 29: "Uw ouden zullen dromen dromen".
En ik weet van zovele oudere mensen, die in hun geloofsbeleving juist op oudere leeftijd nog de rijpste vruchten droegen. En zovelen wisten het , wanneer zij hand-in-hand samen hun leven overdachten: "Inderdaad; juist in de ouderdom hebben wij leren beseffen, dat God altijd dezelfde is. De jaren van deze heerlijke ontdekking hadden wij niet willen missen" En dan straalde er van die grijze haren, of ook van die bijna kale schedels zo iets lieflijks uit, dat daar glorie in lag. En ik weet ook van mensen, die juist in hun oude dag de diepste inzichten van Godswege kregen, die een mens maar kan ontvangen.
Weet Celeste: - wanneer je een verschrompeld besje zult zijn...ook dan is de Here God niet veranderd; ook dan zul je opvliegen met vleugelen als arenden, je zult wandelen en niet mat worden. Terwijl jonge mensen om je heen struikelen, zul jij de kracht vernieuwen.(Jes 40 v 31 v). - en ook dan zal je deze vreugde ontdekken: Jezus Christus is gisteren en heden dezelfde.....en tot in der eeuwigheid, (Hebr 13 v 8).
En wat praat ik toch over: verschrompeld besje. In mijn 82 levensjaren heb ik al zoveel meegemaakt, waardoor de ouderdom voor mij en voor al die andere leeftijdsgenoten zo veel meer dragelijk is geworden dan vroeger. Rondom mij hoor ik de juichkreten: - versleten heup....daar kan je voor geopereerd worden - staar op je ogen, zoals Eli....nieuwe lens...hij niet, wij wel - slechter wordende gehoor; hoortoestellen - ....en ga zo maar door...
Nee Celeste....wanneer jij oud bent, dan kun je uitroepen: "Het leven begint bij 65....terwijl het vroeger daar zo ongeveer eindigde".
Maar het beste is natuurlijk, wanneer je kunt blijven zingen: "Ik heb de vreugde van de Here Jezus diep in mijn hart". Want de vreugde in de Heer, die is onze toevlucht.(Nehemia 8 v 11)
Op 'Bijbelstudie' trof ik 'een hondje van een vraag' aan, die echter geplaatst was bij 'bezoeken', waar ik maar weinig kijk. Maar ik heb mijn vragen liever via het knopje e-mail, waar ik ze direct toegestuurd krijgt.
Dus....als u mij wilt contacten: altijd graag via het e-mail-knopje
Ik werk met aanvankelijke vrucht aan de heiliging van mijn leven, maar hoe kom ik aan de kracht om Jezus radicaal te dienen en met een schoolbidstond of zoiets te beginnen
Joí«l. De schrift zegt in Handelingen 1 v 8: "Maar wanneer de Heilige Geest over jullie komt, zullen jullie kracht ontvangen en van mij getuigen in Jeruzalem, in heel Judea en Samaria en tot aan de uiteinden van de aarde".
In Lucas 24 v 49 staat iets dergelijks: "Blijf in de stad, TOTDAT jullie met kracht uit de hemel zijn bekleed".
In deze beide teksten staat dus eigenlijk, dat de beslissende kracht om onwankelbaar te getuigen over het rond van de aarde, pas tot je komt, wanneer de Heilige Geest jullie vervult.
Daarvóor is getuigen van je Heiland wel mógelijk, maar in verdrukkingen stand houden eist toch meer 'power', de kracht van de Heilige Geest.
Je weet uit BIJBELSTUDIE, hoe de kracht van de Heilige Geest over je komt. Al die overbekende teksten van die twaalf mannen in Efeze, (Handelingen 19) worden daar uitvoerig behandeld. En verder zijn er zoveel gelegenheden tegenwoordig om met 'doop en vervulling met de Heilige Geest' kennis te maken.
Uitermate gewenst is het daarbij, dat je bekeerd en wedergeboren bent. Ook hierover handelt BIJBELSTUDIE , gelukkig nog voor een deel daarvan werd uitgewist door 'de ramp'.
...en zit het dan ook met 'reïncarnatie'scheef...?!
Hallo frank,
Je volgende en eigenlijk laatste vraag ging over 'reïncarnatie'. In dat verband werd je een beetje in de war gebracht door een uitspraak van Onze Heer Jezus Christus, in Johannes 3 v 3 gericht aan Nicodemus.
Uit deze uitspraak leid jij af, dat Jezus de reïncarnatie ontkent, terwijl jij daarin gelooft.
Nu was Jezus' onderwerp over heel andere zaken dan 'reïncarnatie'. Daar wil ik je nog wel eens uitleg over geven.
Maar mijn opmerkzaamheid werd wél getrokken door die zinsnede van jou: 'Ïk geloof wél in reïncarnatie, omdat daardoor zoveel levensvragen beantwoord worden, bijvoorbeeld waarom de een rijk wordt geboren en de andere in ellende'.
Frank nou toch: in India zijn 150 miljoen Dalits, rechtelozen, kastelozen.Soms mopperen deze mensen tegen hun lot en klagen: "Waarom is het voor mij alleen weggelegd om als gemeentewerkman latrines met mijn blote handen te reinigen". Dan antwoorden lieden uit de hogere kasten: "Pas jij maar op. Het is jouw karma, (lot). Als jij zo blijft mopperen, dan kom je als kakkerlak terug. Mijn karma is het om in hoogheid te zijn gezeten".
Dat kun je toch geen 'vraagbeantwoording'noemen.
De leer van de reïncarnatie is ontstaan in een tijd, toen in India eeuwen lang de bevolking vrijwel constant bleef door ziekten en oorlogen en men geen weet had van alles wat verder op de planeet gebeurde. In de tegenwoordige tijd , met een wereldbevolking, die opzienbarend toeneemt... nu bijna 7 milard, enkele jaren teug nog vijf miljard ....is er direct déze vraag: "Waar hebben die 2 miljard zielen , die er nu méer zijn, dan vroeger gewoond".
De bijbel zegt duidelijk, dat ... 'waar de boom valt...daar blijft hij liggen', (Prediker 11 v 3). En elders staat: " Eens moeten mensen sterven en daarna volgt het oordeel".(Hebr 9 v 27). Er staat niet, dat er na het sterven een herkansing volgt in een volgend leven.
Nee Frank....herkansingen zijn er in het leven van nu, vóor het sterven, bij de vleet. NU moet je gereed komen met de grote vragen, waarop de reïncarnatie dan ook geen énkel antwoord geeft.
Kom daarmee gereed Frank. Jouw posting hier is een goed begin.
We zijn er door, door al die vragen van jou.
Groet je Christen-vriendin van mij. Vraag of zij ook eens langs komt.
Ik heb hier zo gauw geen bijbeltekst bij. Maar het ter beschikking stellen van je brein aan anderen biedt velerlei gevaren. Niemand denkt er aan om zijn huis vrij toegankelijk te maken voor jan en alleman. Wie weet wat ze allemaal gaan doen.
Maar wanneer wij ons laten hypnotisren, dan zeggen wij tegen iemand anders: "Ga je gang. Mijn 'innerlijk' huis staat tot je beschikking". En dan gáan ze hun gang. En bij gewone hypnose-sessies leidt dat al tot beschamende tonelen. Het is niet leuk om daar te zitten en de idee te hebben, dat je een citroen moet eten, terwijl er in feite niets gebeurt. De hele zaal brult van het lachen bij de grimassen, die jij trekt. Niemand vindt het leuk om belachelijk te zijn.
En je begrijpt, dat niet alleen dit geringe mogelijk is, maar dat er véle dingen kunnen gebeuren.
Hypnose is een soort begoocheling. Een verwant verschijnsel- massasuggestie- is mij bekend uit 1936. Een kerkelijke afvaardiging uit Nederand zou op de Rijkspartijdag te Neurenberg 'het verschijnsel Hitler'eens gaan bestuderen.
Maar toen ze daar eenmaal waren, temidden van die tienduizenden, bemerkten zij tot hun schrik, dat zij na verloop van tijd net zo hard mee stonden te roepen: "Sieg Heil"...en nog wel met uitgestrekte rechterarm..
Bij hypnose kan men je ook in 'je onbewuste laten schouwen' en is de duivel er rap bij met zijn leugens. Of....wat ook mogelijk is: je weet heel zeker, dat je in je jeugd door die-en-die bent misbruikt, terwijl daar geen moer van klopt.
Bij hypnose word je o zo gemakkelijk vervuld met de onheilige geest uit de afgrond. Maar God heeft ons aangeraden om ons te laten vervullen met God de Heilige Geest uit het lichtrijk.(Ef 5 v 18)
Nu gaan we verder met Nieuw-testamentische tekzsten tegen occultisme, (toverij):
Handelingen 8 v 9 - 11 en 13: "Een zekere Simon had in de stad (Samaria) magie bedreven en de bevolking versteld doen staan. Hij beweerde over bijzondere gaven te beschikken en iedereen, van groot tot klein, keek vol ontzag naar hem op omdat ze wérkelijk meenden dat de grote macht van God in hem zichtbaar werd. Hij boezemde de bevolking ontzag in, omdat hij hen geruime tijd verbaasd had met zijn magische kunsten.
Maar toen Filippus, (een Christen) kwam, bleef Simon voortdurend bij dezen en hij stond versteld van de tekenen en machtige wonderen die hij zag gebeuren". ........... (En dan blijkt verder dat Simon niet deugt en streng wordt vermaand).
Uit deze teksten blijkt, dat: - Magie kan wel 'de mensen versteld doen staan', vervullen met ontzag, verbaasd doen staan....maar helpt ze niet vooruit, is op dst punt bedrieglijk - Er wordt wel beweerd, dat men over 'hogere gaven'beschikt, maar werkelijk 'hogere gaven'zijn dat níet. De grote almacht van God zit er niet achter, wél de onvergelijkelijk veel kleinere macht van satan.
Wel is Simon in zekere zin een 'ervaringsdeskundige'. Wanneer Filippus toont, hoe groot Gods échte tekenen en wonderen zijn, die mensen vooruit helpen, is Simon, die weet, wat er alleen al bij magie komt kijken,VERSTELD.
Gods heerlijkheden zijn oneindig veel meer waard dan de uiteindelijk 'vleselijke' werken van toverij, (Galaten 5 v 20)
Wat doet getover? Wat deed het met de magiër Simon, die aan zijn toverkunsten lekker had verdiend. Dat lees je in vers 20:
Petrus zegt daar tegen Simon "U zult in het verderf worden gestort....u met uw géld...omdat u denkt te kunnen kópen, wat God geschónken heeft. U kunt beslist geen deel hebben aan onze taak, want uw houding tegenover God is niet oprecht".
Dus: - Occultisten kunnen, zolang zij zich niet bekeren en dat kwaad niet meer doen, niet bij 'het volk van God' horen - ze zijn op reis naar het verderf.
Dus Frank: nog eens....daar niets mee te maken hebben hoor.
oud-testamentische teksten tegen occultisme, (toverij).
Hallo Frank,
Je stelt daar zoveel vragen, dar ik ze- denk ik- in afzonderlijke postings zal gaan beantwoorden.
Allereerst vraag je: "Wat is occultisme. Zijn daarover bijbelteksten ?"
Ik zou van 'occultisme'de volgende definitie willen geven:
Occultisme is elke beïnvloeding, die je niet in contact brengt met het lichtrijk vn God, maar met het duistere, dodende rijk van Gods vijand, de satan.
De bijbel geeft hierover verschillende teksten. Uit het grote aantal neem ik er enkele:
Leviticus 19 v 26: " Laat je niet in met waarzeggerij en wolkenschouwerij".
Deuteronomium 18 v 10: " Er mag bij u geen plaats zijn voor....waarzeggers,wolkenschouwers, wichelaars, tovenaars, bezweerders en voor hen, die geesten raadplegen of doden oproepen"
Exodus 22 v 17: " Een tovenares mag niet in leven blijven"
Ezechiël 13 v 18: " Dit zegt God, de HEER: 'Wee de vrouwen, die toverbanden naaien voor alle polsen en handen, die sluiers maken, die passen op ieders hoofd, om zo de zielen van mensen te vangen' ".
Ezechiël 13 v 20 en 21: " Daarom, zegt God de HEER: verscheur ik de banden, waarmee jullie de mensen als vogels vangen; ik scheur ze van je armen af en laat de mensen vrij, die in je netten verstrikt zijn geraakt. Ik verscheur de sluiers en ik ontruk mijn volk aan jullie macht. Jullie zullen geen greep meer op hen hebben".
Ziedaar enkele teksten uit het Oude testament.
In een volgende posting spreek ik over dergelijke teksten in het Nieuwe Testament.
Eerst bespreek ik nu deze teksten.
Sommige termen klinken ouderwets:wolkenschouwerij. Toverbanden binden om polsen; op deze manier komt het mogelijk niet meer voor. Aan zulke banden werd magische kracht toegeschreven. Binden en ontbinden van knopen was toen een waarzeggersfoefje. En dat omwinden van sluiers; dat was een - symbolisch- onttrekken van iemand aan de zichtbare wereld, hem 'voor die wereld onzichtbaar maken'. Dan kon iemansd beter contact maken met de geestenwereld. Op die manier werden zielen gevangen om mensen te vangen en hen tot slachtoffers van de waarzeggerij te maken.
En de HEER belooft dan, dat hij zijn volk, de gelovigen, zal bevrijden uit dit meeslepende contacten met de wereld van het kwaad.
De HEER vindt dit zo gevaarlijk, dat elke waarzegger, (occultist, althans een van de vormen ) moet worden gedood. En hij verbiedt toverij, ( een oud woord voor een van de vele vormen van occultisme), kort en goed.
Alleen al uit deze teksten kun je leren, dat het een kwade zaak is om je in te laten met geheimzinnigheden, die niets goeds brengen , maar op de lange duur leiden tot elke vorm van wrevel, verdriet, onvrede en wat er maar meer is aan onmaatschappelijkheden en ongelukkig-makendheden.
Matth 21 v 28; Ja-zeggen en Nee- doen...en omgekeerd
Dag Mark, Daar ben ik dan eindelijk voor de beantwoording. Gisteren had ik hem al helemaal op mijn voorbereidingsveld staan, maar floep....de telefoonverbinding sloeg af. Via 'kladblok' de tekst naar 'Documenten'. maar daar kan ik hem niet vinden. Och, zulke ongelukjes .....dan denk ik meestal : "Heer....de nieuwe bewoordingen zullen dan wel beter zijn". Maar ik geef je de verzekering: maandag komt mijn dochter. Als ik hem met haar hulp vind , krijg je de eerste versie ook nog.
Ter zake: er is net een gesprek geweest met de hogepriesters en de oudsten van het volk. Zij hebben weloverwogen vragen gesteld aan onze Heer Jezus Christus om Hem in de val te lokken met het oog op het proces, dat zij jegens Hem aan het voorbereiden zijn.
Maar Jezus heeft door alle listigheden heen hen laten merken, dat Hij hen doorzág. Hij heeft aangetoond, dat zij in wezen Johannes de Doper nooit hadden erkend en dat zij in dat niet- erkennen eigenlijk voor zichzelf de weg hadden afgesloten om Jezus als de Unieke te herkennen.
En terwij zij nog met beschaamde kaken staan, richt Jezus zich nu tot de brede kring van omstanders met daarin velen, die niet tot de enge kring van priesters en schriftgeleerden behoren. Hij heeft een eenvoudig verhaal voor allen.
Het gaat over een vader, die twee zoons opwekt om in de wijngaard te werken. - eén zegt "ik wil niet", komt later tot andere inzichten en gaat toch - de andere zegt: "Ja pa"....maar gaat níet. En dan is de vraag: "Wie deed de zin van de vader". En uit de brede schare komt het antwoord: "Die aanvankelijke Nee-zegger".
De priesters zullen wel niet zo hard hebben meegeroepen, want zij voelden al, dat zij voor de tweede maal 'voor de bijl gingen'.
Dan keert Jezus zich weer tot deze speciale groep onder de luisterenden en 'maakt het af': (Nee niet: 'maakt hén af', want de Heer was liefdevol , ook in zijn bestraffingen):
"Toen Johannes de Doper kwam....hij, die Mij als zijn Meerdere en 'de Komende' erkende....weet je nog van die tollenaars en hoeren!.... als er nu toch uitgesproken 'Nee-zeggers' zijn, dan zijn zij het wel...collaborerende 'snel rijk willen worders' en immorelen.
Maar toen Johannes de Doper kwam, die een weg van hoop aangaande de gerechtigheid wees, toen geloofden zij in de woorden van deze man Gods. En in beginsel geloofden zij in Mij en baanden voor zichzelf de weg naar de komende regering van God over de aarde.
Maar jullie, jullie met je fraaie mantels en je brede gebedsriemen....jullie geloofden Johanns de Doper niet ...en dus ook Mij niet. En bij de herkansing; toen allerlei 'neezeggers' toestroomden.....toen geloofden jullie nog niet. En nu zijn zij aan het binnenkomen in de gelukkige toekomst en op de manier van nú komen jullie er nooit".
De toepassing: Ook vandaag zijn er velen, die allerlei kerken en kringen intensief bezoeken. Sommigen drijven het zo ver, dat zij alle manifestaties en zo 'platlopen'. 'Jazeggers'....geheide 'jazeggers' zou je zo zeggen.
Maar nu komt de uitnodiging tot het heil in nog vollere vorm dan ten tijde van Johannes: word gedoopt met de Heilige Geest na je bekering en wedergeboorte. Ga de Geestesgaven beoefenen. Oefen je in de Geestesvrucht. Volg de steeds grootser wegen, die uitlopen op Openbaring 11 v 11 en 12. Ontdek, waartoe Gods liefde allemaal kan leiden".
En nu zie je, dat vele geharde 'jazeggers' afhaken, zelfs de 'vijf dwaze maagden ' hebben toch niet díe vele olie in hun kruikjes, als nodig is.
Maar er zijn er velen, die van heel ver komen, die echt niet de indruk maakten van 'bij het volkje te behoren'. Integendeel....soms waren zij heel....héel ver weg. En die bekeren zich....en springen in de van leven bruisende wateren van Ezechií«l 47. En zíj zingen uit volle borst: "O zee van Gods liefde, zo peilloos en wijd, Verlossing zo grensloos, voor mij hier bereid; O vloed van genade, zo rijk en zo vrij, Gij stroomt toch voor allen, GIJ STROOMT TOCH VOOR ALLEN G IJ S T R O O M T T O C H V O O R A L L E N , Stroom ook over mij!".
En maar weer eens 'kopje onder gaande',vervolgen zij: "'k Hoor hemelstemmen ruisen, Des heilstrooms golven bruisen; Ik werp mij in die heilstroom, Halleluja...PRIJS DEN HEER".
Je stelde als vraag: "Kunnen jullie wat gedachten geven over de bekende zegswijze: "Elke ketter heeft zijn letter".
Nu stelde Autumn onlangs een vraag, die ook die kant uitging. Ik heb haar geantwoord met hetgeen hieronder staat. Maar elk antwoord wil ik met 'maatwerk' geven en Autumns antwoord is toch niet precies wat jíj nodig hebt. Ik voeg het dus alleen als meerdere informatie bij. Als antwoord aan jou kan dienen:
De duivel heeft met zijn valse zaad voor allerlei verwarring gezorgd. En daarbij hoorde ook, dat allerlei bijbelteksten voor meerdere uitleg vatbaar waren, althans voor mensen die alleen maar in staat waren 'ziels' te denken, dat wil zeggen 'in lengte, breedte en hoogte', maar zonder 'diepte'. En Efeze 3 v 18 leert dat ook de 'diepte' noodzakelijk is. En die 'diepte' is 'de vierde dimensie', het vermogen om de dingen geestelijk te zien. Ik heb het al dikwijls gezegd; het is dringend nodig om in de sfeer van God te komen, omdat zijn liefdesbrief aan ons, de bijbel, ook alleen 'diep' begrepen kan worden, wanneer wij in zijn sfeer komen. En in die sfeer kom je, wanneer je na bekering, 'diepe' bekering, en wedergeboorte gedoopt wordt met de Heilige Geest van God. En die Geest brengt gaven met zich mee, maar ook .... en daar wil ik het nu over hebben: ....vrucht.
En die vrucht bestaat dan weer uit: - liefde, blijdschap, vrede - vriendelijkheid, geduld, goedheid, - trouw, mildheid en zelfbeheersing.
Wanneer nu mensen zonder de volledige vrucht van de Geest met elkaar geschil kregen over een bijbeltekst, dan was er nooit genoeg liefde. En er waren altijd wel grimmigheden, hatelijkheden. gevoelens van onvrede en onvriendelijkheid, ongeduld, hardheid en er was ook veel gebrek aan zelfbeheersing.
En dan liep bespreking van die punten altijd uit op 'hete hoofden en koude harten'. En dan kon men elkaar door een wederzijdse verbittering op het laatst niet meer 'zien' en werd er maar weer een kerkgenootschap gesticht. En men hield vast aan bepaalde bijbelteksten en riep elkander toe: "Het staat er toch".
Om een van de 'duizend' voorbeelden te noemen: Jezus zond zijn discipelen 'twee aan twee' uit. En 'tweeduizend' jaar later ontstond er een kerkgenootschap, dat zich 'two by two' noemde en dat zich maar híerop vastbeet: "Jezus zond zijn evangelisten twee aan twee uit. Wel, dan mogen wij van die regel niet afwijken". En er was weer een demoninatie bij.
Maar wanneer wij streven naar de vrucht van de Geest en natuurlijk naar de gaven van de Geest, die ik nu net behandel in 'BIJBELSTUDIE', dan komt er een eind aan al dat gekissebis. Dan verdwijnt ook dat eindeloos gesplits, doordat men zich- bijvoorbeeld- vastpint op een bepaalde zienswijze en dan worden wij als gelovigen werkelijk een eenheid.
Nu heeft men jou geantwoord met onder andere voorbeelden over vervolgingen, die Christenen aan anderen hebben aangedaan. Maar voor dergelijke gevallen is mijn brief aan Autumn een welkome aanvulling.
Daag Ger
Dag Autumn,
Je vierde vraag: "Wat zal ik zeggen tegen mensen die zich boos maken over de wandaden, die 'de kerk' in verleden of heden beging of begaat".
Je kunt het beste beginnen te wijzen op Mattheí¼s 13. Daar vertelt Onze Heer Jezus Christus de gelijkenis van 'tweeí«rlei zaad in de akker'.
Je kent het geval van Matth 13 v 24 -30 en 36 - 43.
Jezus strooit goed zaad in de 'akker van de wereld'. Maar de duivel strooit er 'snachts, wanneer de mensen slapen, onkruid tussen en wel een zeer bepaald soort onkruid: nepgraan, dolik, dat precies op goed graan lijkt, maar zich op de duur op tweeí«rlei manier kenbaar maakt: - terwijl de rijpende aren zich deemoedig buigen onder het gewicht van vele, vele korrels -...blijft het 'nepgraan' trots rechtovereind staan met al zijn loze, lege aren. - ...en je kunt er voorlopig nog niets aan doen ook. 'Nepgraan' en 'goed graan' zitten zo dicht door elkaar, dat'uittrekken van het slechte graan' het goede graan meesleurt. - maar anders wordt het als het oogst-tijd is. Dan zijn de verschillen zo duidelijk, dat het slechte graan overduidelijk kenbaar is en ook gescheiden kan worden van het hecht gewortelde goede graan. - en dan gaat EERST het slechte graan in 'de oven' en het goede graan DAARNA in de voorraadschuur. (dit even met hier en daar hoofdletters, omdat er mensen zijn, die geloven in een 'vooropstanding' , waarin de goede mensen EERST naar God gaan, terwijl de anderen , ook 'mindere' Christenen, DAARNA de hele ellende van 'de antichrist' gaan beleven)
En leg ze dan uit, dat die beide begrippen bij ons bekend zijn geworden als: - de ware gemeente - ...en de valse kerk. Het zijn twee geestelijke begrippen. De ware gemeente én de valse kerk hebben allebei hun vertakkingen in alle kerken en in alle harten.
En in antwoord op hun eigenlijke vraag kun je dan zeggen: - de valse kerk veroorzaakt altijd verwarring: -- soms is ze 'overvroom' en neigt tot een verkeerd soort fudamentalisme of tot een zekere 'lijdelijkheid' -- soms is ze zo licht, dat ze alle Christelijke waarheden ontkracht en er een soort hunmanisme overgiet mewt als 'afmaker' een schijn-Christelijk sausje....een lekker in het oor liggende bijbeltekst bijvoorbeeld -- soms ook veroorzaakt ze vervolgingen en 'kruistochten' en al dergelijke ongein, te veel om op te noemen en dat alles op verzonnen gronden. In het tsaristische Rusland is het een tijd zó geweest, dat iedereen, die het kruisteken maakte met twee vingers inplaats van met drie, op de brandstapel kwam....en zo zijn er honderden voorbeelden. - de ware gemeente echter wordt door de valse kerk altijd aangemerkt als 'dwepers', letterknechten enz.
En dan kun je afronden met deze samenvatting: - de 'valse kerk' heeft altijd 'antireclame' gevoerd voor Jezus - maar de ware gemeente is met al haar vaandels en banieren vast gegrond in de eeuwigheid en zal de 'brenger van vals zaad', de duivel, eens helemaal krachteloos maken , handelende als 'leger van koning Jezus'.
Ik zou nog veel meer kunnen zeggen. Maar voorlopig zal je met deze ammunitie wel even toe kunnen. En wanneer je tekort komt....ik bén er voor -dat is mijn 'baan'- om uit het hemels arsenaal méer aan te dragen.
Hoe merk ik, dat ik vervuld ben met de heilige Geest
Dag Aalt,
Jongen..... ....ik neem even aan, dat je een jongen bent ....wat fijn, dat je gedoopt bent met de Heilige Geest. Wanneer je een meisje bent, dan pas je het nu volgende maar wat anders toe.
Je vraagt: "hoe mérk ik dat nu".
Wel Aalt, die vraag kan op twee manieren benaderd worden; - via de gáven van de Heilige Geest - en via de vrúcht van de Heilige Geest.
Mag ik voor dit moment de tweede ingang kiezen.
Galaten 5 v 22 zegt: "De vrucht van de Geest is: - liefde, blijdschap, vrede - lankmoedigheid, (geduld), - vriendelijkheid, goedheid - zachtmoedigheid, (midheid) - zelfbeheersing, trouw."
Dus Aalt....: - merk je al iets, het hoeft heus nog niet zo duidelijk te zijn van de volgende veranderingen: - je hebt meer liefde voor anderen. Jongens van jouw leeftijd denken vaak nog veelal aan zichzelf, niet zozeer egoí¯stisch, maar hun gedachten cirkelen toch nog veel om zichzelf. Maar krijg je er oog voor, dat je vader toch echt wel ingewikkelde werkomstandigheden heeft en voel je iets van mededogen voor hem... (ik noem maar wat; misschien heeft hij een hondje van een baan). - heb je iets minder last van al die jongensgeí¯rriteerdheden over veel huiswerk en weinig zakgeld, kleding, die niet cool genoeg is, omdat pama minders scheutig zijn dan alle andere ouders. Is er daarentegen iets van blijdschap in je hart, die je soms doet neurieí«n , wanneer je weer dat roteind op je fiets naar school zit: "'k Ben zo blij....Jezus redde mij..." - is er een soort vredig gevoel in je hart aan het komen bij alle spanningen, die je leeftijd met zich meebrengt en weet je je opgelucht, wanneer je gezongen hebt: "Is je leven vol van moeit'en zorgen.. Zeg het aan Jezus". Denk je beschaamd-geamuseerd: "Nou...kom zeg....met Jezus in je hart valt het allemaal best mee". - Kan je een mild, lankmoedig gevoel opbrengen jegens de jongen, die gisteren nog je vriend was en vandaag je vijand. - en die andere knul....kan die thuis zeggen: "Eindelijk eens een kameraad gevonden, die naar je luistert en iets zinnigs terugzegt. Een jongen uit de klas, Aalt heet hij...zó'n peer...harstikke gaaf niet cool zozeer...maar ..gáaf". - ben je goed voor je kleine broertje, die hongerig naar jouw stukje pudding kijkt. Schuif je hem knipogend iets toe. Weet je daarbij: "Zou Jezus ook gedaan hebben. O...ik ga een beetje op de Heer lijken, zonder dat ik er echt moeite voor doe...gewoon ...vanzelf". - och ....en bedenk zelf maar wat voor: trouw, zachtmoedigheid en zelfbeheersing.
Aalt....als het zo is, dat iets van deze leuke dingen zich bij je roert en weet je voor jezelf: "Zo was het vroeger niet. Het is geen medemenselijkheid, die dat veroorzaakt , maar God..." wat dan: dan weet je, dat de Heilige Geest zijn vrucht aan het geven is in jouw leven, tenminste een begin daarmee aan het maken is.
En Aalt; zou je willen weten: ..."maar de gáven dan.."..kom dan even langs op 'Vraag het Ger'. Dat vergt wat meer uitleg.
Voor mijn Vlaamse contacten: dit leeft bij jullie anders. Maar het is goed om Hollandse denkwijzen te leren kennen. Ger
Dag Niem,
Heel goed kan ik mij de sfeer van je ouders voorstellen. In vele kringen is het begrip van de 'zondagsheilging' zeer ver uitgesponnen.
Uit mijn eigen jeugd herinner ik mij, dat mijn ouders een toen in onze kring algemeen geldende richtlijn volgden: op zondag ging je niet schaatsen.
Maar nu was er een aarzelpunt: wat doe je nu met Tweede kerstdag. Viel die dag toevallig op een zondag, dan was er geen moeilijkheid. Maar wanneer hij nu op een doordeweekse dag viel....? En mijn vader, die tot 'de gematigden' om niet te zeggen 'de lichten' behoorde, oordeelde dat je dan wél mocht schaatsen.
Maar ik weet nog goed dat er in de kerk mensen waren, die de 'strenge', de 'harde' lijn volgden en die mijn vader een beetje bevreemd aankeken. "Heb je dat gehoord: op tweede kerstdag schaatsten die jong van de bakker. Dat mocht van hun vader". (Nu ja; in die tijd was een winter nog een winter. Tegenwoordig speelt dat niet meer zo).
Evenals bij het oude Israel had zich een hele gedragscode ontwikkeld. In het oude Israel mocht je op de sabbat niet reizen. En meer dan 880 meter wandelen, (uiteraard de maten van toen inplaats van meters, maar omgerekend dezelfde afstand), was het maximum. Dan namen ze echter een krukje mee en gingen daar even opzitten en dan konden ze weer 880 meter verder, vandaar het woord 'sabbatsreis'(Handelingen 1 v 12). En dan was er wel weer een stroming, die vond dat die onderbreking op dat stoeltje een paar minuten moest duren en anderen pleitten weer voor een langere tijd. (Overigens hadden de Joden voor die '2000 ellen' nog wel een schriftplaats, Numeri 35 v 5, alhoewel er bij deze interpretatie wel sprake was van 'inlegkunde')
Maar die gedragscode is aan het vervagen, in overeenstemming met het bijbelwoord (Colossenzen 2 v 20-22): 'Als u met Christus dood bent voor de machten van deze wereld, waarom laat u zich dan geboden opleggen alsof u nog in de wereld leeft. - Raak dit niet aan - proef dat niet - blijf daarvan af... - (doe dat niet op sabbat/zondag; het staat er inderdaad niet, maar het is van dezelfde orde). - het zijn menselijke voorschriften en prinipes over zaken die door het verbruik vergaan".
Dit alles is zo negatief "Je mag dit niet en je mag dat niet", met alle égards uiteraard voor al die brave, goedbedoelende kinderen van God, die -gevangen in de tijdgeest- naar beste weten handelden.
Maar het is mogelijk om de zaak ook vanuit een positieve gezichtshoek te bezien.
Vanmorgen had ik kinderdienst. Toen ik -wat vroeg- in de sam kwam, stonden er al mensen achter de boekentafel en bij het informatiepunt. Binnen oefenden de zangers met de band. Technische en huishoudelijke dienst waren volop bezig. De lui van het 'powerpoint' stelden hun apparatuur in. En toen ik in mijn lokaal kwam, lagen daar al de flanellen figuren voor mijn verhaal.
Al die mensen, ikzelf dus ook, hadden een taak binnen de gemeente. Als ze al wilden gaan sporten, zoals jij dat zo graag doet, ook op zondag, dan moesten ze in ieder geval toch 's morgens in de gemeente vertoeven om de eredienst mogelijk te maken.
Zie de zondag nu eens in dat licht. Je bent deel van een gemeente of je wordt deel van een gemeente. Maar dan wil je er ook al je krachten aan wijden, zo echt 'je schouders eronder zetten' om die gemeente te dienen met zang en muziek, met technische of 'stoelenzet'dienst, met boekentafel of ondersteuning van de kinderdienst, met....enz. En voor dat heerlijk positieve doel breng je graag een offer.
En zo zie ik jou ook al in de toekomst: de opname van de dienst op geluidsdragers voorbereidende en regelende....en daarna: als je dat dan nog als liefhebberij hebt: óp naar de plas en....zeilen maar...