In Amos , hoofdstuk 4, schetst de Heer, dat Hij herhaalde malen gewaarschwd heeft, dat het de hoogste tijd was om zich te bekeren. Bekeren is namelijk niet iets dat je wel of niet kunt doen. Je kunt er ook de gek niet mee steken door een plakstrook op je voordeur te doen: "Dank u...wij hebben alles....en bekeerd zijn we ook al". Nee: bekering is levensnoodzaak.
En op welke situatie doelt Amos nu?: " Op eengegeven ogenblik merkte je,dat er niets meer te eten was in huis. Maar hoewel dat een duidelijk teken was, dat bekering tot Mij nodig was...je volstond met op te merken: "Wat zit alles tegen hë¨" en ging gewoon met je leven verder, zonder je naar Mij om te keren".
Hoe vertalen wij dat nu eens naar de moderne tijd. Jullie en ik; wij ademen altijd in dit welstandsklimaat. Het is voor jullie en voor mij ondenkbaar, dat de provisiekast niet gevuld zou zijn. Maar...probeer dit nu eens geestelijk 'in te kleuren'. Geestelijk kan het zo zijn, dat er niets meer te eten is. Ik bevond mij eens in een gezelschap, waar opeens een vrouw uitriep, midden in een gedachtenwisseling over 'van alles': "O, wat verlang ik ernaar, dat er nu eens iemand hier was, in deze treincoupé, die eindelijk met iets kwam, dat werkelijk voedde"
Nu kan je zeggen: "Nou Ger; dat was dan toch wel 'de kat op het spek binden'.Je bent zeker losgebrand".
Nee lui; ik was nog maar 25 en had nog geen enkele geestelijke inhoud van betekenis. De dame ging zelfs zo ver, dat zij op mijn lectuur wees en uitriep: "O....de klassikale kerkbode voor Warffum. Wat een heerlijk brave leesstof" Maar ik bleef verlegen zwijgen. Tot de huidige dag zit dat mij wel een beetje dwars. Maar dan zend ik maar een gebed op om die gemiste kans voor open doel achteraf nog bij de Heer te brengen.
Maar snappen jullie, wat ik bedoel. Het kan in een mensenleven zo worden, dat je merkt: "Het lijkt wel, of alle meningen op de hele wereld zijn vergiftigd. Altijd brand ik mijn mond maar weer aan harde, zure opinies". Onbewust neem je dan waar,dat woord uit Openbaring 8 v 10 en 11: "En de derde engel blies de bazuin, en er viel een grote ster, brandend als een fakkel, uit de hemel en zij viel op het derdedeel der rivieren en op de bronnen der wateren. En de naam der ster wasgenoemd Alsem. En het derde deel der wateren werd alsem en velen van de mensen stierven van het water, omdat het bitter geworden was".
Even kijken, of wij niet te ver zijn weggeraakt. Het kan nog, maar nu ijlings terug. Wanneer je merkt, dat sommigen zullen afvallen van het geloof, doordat zij dwaalgeesten en leringen van boze geesten volgen, door de huichelarij van leugensprekers, (1 Timotheüs 4 v 1), wend je dan door bekering van dat besmette 'derde deel van de wereldopinie' af en keer je naar die andere ster, die geen 'Alsem', (bitterheid) heet, maar waarvan 2 Petrus 1 v 19 spreekt: "En wij achten het profetisch woord daarom des te vaster en gij doet wel, er acht op te geven als op een lamp (fakkel) , die schijnt in een duistere plaats, totdat de dag aanbreekt en de morgenster opgaat in uw harten".
Bekering is pure noodzaak. Jullie staan allemaal in de tijden, dat de ster Alsem valt en meningen vergiftigt. Let erop, dat in je naaste omgeving de vriendelijkheid geen plaats maakt voor respectloosheid en grofheid; ook dat kenmerkt de ster Alsem.
Ik weet, dat er vrij veel lezenden zijn. Daaronderzijn er , die zich nog niet bekeerd hebben of die geen ernst maken met de dagelijkse bekering. Merk je iets van bitterheid of onwellevendheid of iets anders, dat vreugde rooft, zoek je toevlucht totdat 'tweederde deel der wateren' dat volgens de zojuist genoemde tekst heilzaam is.
Dat is altijd een van de fijnste dingen voor mij om te horen, dat mensen zich na een gebed opgeknapt voelen.
Wat is het ook goed om met God, zij het ook met gepaste eerbied te mogen spreken als met een Vader, die tevens Vriend wil zijn: "Pa...neemt u de behandeling over!?"
Maar de meest bijzondere vrucht van alle is toch wel, wanneer er een persoonlijke band ontstaat tussen God en mens, een relatie.
Daarvan wil ik je uit recente ervaring even een voorbeeld laten zien: vannacht kreeg mijn vrouw een hevige verkoudheidsaanval. Nu zijn wij allebei 80 plus, dus zo'n verstoring treft je wat delicater wordende persoonlijkheid toch wel erg.
In halfslaap probeerde ik wanhopig tot de Heer te bidden, aan Hem te smeken en Hem te danken, zoals dat zo mooi staat in Filipp 4 v 6.
We gingen zelfs nog een poosje het bed uit, wat midden in de nacht zo'n koude, rillerige ervaring is. Maar ook toen zochten wij onder een kopje thee het aangezicht van God in aanbidding.
De verkoudheid bedaarde op de duur. We pikten nog een paar uurtjes slaap en vanmorgen konden we onze taken volkomen normaal aan.
Nu zou je kunnen zeggen, Lilith: "Wat had dat nu allemaal om het lijf?!' Maar zo'n stille, door slaappogingen onderbroken gebedsstrijd in het holst van de nacht, versterkt toch op een niet-goed-uit-te-leggen manier je band met God, je persoonlijke relatie.
Dat valt 'naar buiten toe' niet goed uit te leggen. Maar ik denk, dat jij, Lilith, mij zult begrijpen, wanneer ik zeg: "Het Christenleven bestaat uit een voortdurend contact zoeken, met positieve instelling uiteraard, met Gods aangezicht. Dat gaat in 99% van de gevallen niet via grote gebeurtenissen, maar via stille ervaringen, die tot de vertrouwelijke omgang met God ,(Job 29 v 4) behoren .
Ik denk, dat je op de duur best iets met deze gedachten kunt, Lilith,
Zijn wij wel goed voorbereid op de komende 'grote onderdrukking'.
Dag allemaal,
Wat een interessante discussie. Zo veel tegengestelde meningen.
Maar de kwestie, waar het toch wel om gaat, is deze: "Zijn wij voldoende voorbereid op de grote verdrukking, die komen gaat?"
Daar worden dan allerlei verschillende dingen over gezegd. Maar ik mis toch nog iets!
De duivel is altijd de grote verdrukker geweest. Hij verdrukt hier en nu mensen in Nederland. Hij doet dat met volkomen onopvallende middelen: hij geeft ons zoveel afleidende ideeí«n, dat wij afgeleid worden van de pure hoofdzaken: God dienen, zoals Hij zich geopenbaard heeft in onze Heer Jezus Christus.
De Heer geeft ons de volgende manieren om over de duivel te zegevieren: - bekering, ons afkeren van de dingen-van-alle-dag en ons heenkeren naar God - wedergeboorte; door het lezen van de bijbel zo dicht tot God en Jezus naderen, dat Zij je kunnen omarmen en het beginsel van nieuw hemels leven in je hart leggen. ( 1 Petrus 1 v 23) - doop in de Heilige Geest, waardoor je schouders zo sterk worden, dat je die tegen alle werkelijke moeilijheden van de wereld in kunt zetten. - de vervulling met de Heilige Geest bereiken door: - in tongen te gaan bidden en daardoor je geloof te sterken - vrijmoedigheid krijgen om te profeteren en je medegelovigen richtlijnen te geven. - de gave van het 'onderscheiden van geesten' te oefenen en weten, wat de wérkelijke levensbedreigende omstandigheden zijn - kennis en wijsheid beoefenen en versterken en daardoor allerlei achtetgronden beter zien en bekwamer kunnen vertolken - en ga zo maar door met de Geestesgeven - Je roeping en verkiezing vast maken , door de vrucht van de Geest te oefenen: - liefde ....ook jegens die medetopicbezoekers, die in jouw ogen heel verkeerde dingen zeggen - blijdschap....ook wanneer andere topicgebruikers jouw goede bedoelingen verkeerd duiden - vrede....ook wanneer de maatschappelijke ontwikkelingen je 'bij de keel grijpen' - en ga zo maar door met de Geestesvrucht.
Echt lui, dan worden we zo rustig onder al die wereldontwikkelingen, waaraan we toch niets kunnen doen met onze invloeden in de natuurlijke wereld.
Maar in de geestelijke wereld staan we met de 'geestelijke wapenrusting' paraat ten aanzien van de dreigingen , die er nu al zijn. Wij worden allemaal als mensen altijd vervolgd door de duivel. Want hij haat alle mensen. Als Christenen worden wij extra door hem lastiggevallen, want hij kent onze potentie om zulke tegenstanders te zijn, dat hij uiteindelijk uit de goede kant van de onzienlijke wereld geworpen wordt door ons binnengaan in die wereld.
Wij zien andere Christenen nu al lichamelijk en geestelijk lijden;maar wanneer onze aandacht getrokken wordt door brutaal bloot op het strand, zoals een van jullie schreef en er een worsteling komt om ons brein rein te houden, staan wij dan al niet midden in de strijd.
Wij hebben niet de troost, zoals een van jullie hoopte, dat wij opgenomen worden , voor het allemaal heel erg wordt. Nee....het is onze uitdaging, dat wij de niet voor te stellen strijd, die er aan komt, helemaal tot het eind moeten meemaken
In die strijd helpen geen natuurlijke, zielse middelen zoals: schuilkelders, schietverenigingen, stategie-ontwikkeling. We kunnen er ons ook niet op voorbereiden door allemaal 'boekies te lezen'. We kunnen ook niet knutselen met jaartallen. We kunnen ook geen zondenbokken zien te vinden, zoals het neo liberale kapitalisme. We kunnen ook niet gaan zitten knutselen aan de godsdienstvrijheid om andere religies de mond te snoeren. We moeten ook niet proberen om de bouw van moskeeí«n te stoppen. We kunnen ook niet met een beroep op de heel andere situatie in het OudeTestament godsdiensten gaan verbieden Och....en er is nog zoveel meer voorgesteld.
Maar wat wij wel kunnen doen is om tot de tanden toe geestelijk gewapend, de werkelijke vijand tegemoet te treden. Zacharia zei dat zo mooi in 10 v 3-5: "...de HERE der heerscharen bezoekt zijn kudde, het(geestelijke) 'huis van Juda', en maakt hen als zijn prachtig ros in de strijd.Uit hen komt de hoeksteen, uit hen de tentpin, uit hen de strijdboog, uit hen komen alle machthebbers tezamen voort, en zij zijn als HELDEN, die door het slijk der straten treden in de strijd; ja, zij strijden, omdat de HERE met hen is....maar die op paarden rijden, komen beschaamd te staan".
Dat is jullie taak; om met de wapenen van de Geest van God paraat te staan, nu en in de toekomst. Oefen nu, nu er nog een tijd van betrekkelijke rust is. Houd de olie in jullie lampen gereed. Dadelijk klinkt het sein"ten aanval"; de bruidegom , Onze Heer Jezus Christus, komt er aan en voor Hem uit gaat eerst nog de antichrist. Houd jullie oliekruiken gevuld. De strijd ligt heel anders dan goedwillende 'Death requiem'... ik hoor zo weinig GLORIE in die nickname ...denkt. Kom...Death Requiem; wij hebben in feite zoveel om voor te zijn. Wij hebben eigenlijk geen tijd om tegen van alles te zijn.
Zorg, dat je gereed komt op zo kort mogelijke termijn. Geestelijk is er nú al werk aan de winkel. Treur om de treurnis van deze tijd. Maar treur met een actieve treurnis...je zult vertroost worden. Wees zachtmoedig in deze harde tijd, wees ook zachtmoedigten aanzien van elkaar . Wees zuinig op elkaar, strijders van Jezus; de aarde is voor de zachtmoedigen. Honger en dorst naar de vervullingen, die God geestelijk geeft. Je zult worden verzadigd. Wees barmhartig in deze onbarmhartige tijd. Wees ook barmhartig ten aanzien van al die anderen, die in dit topic zo hun best doen. Er komt barmhartigheid aan voor jullie. Steef naar reinheid van hart in deze onreine tijd, die gevaarlijker is dan duizend moskeeí«n. Je zult als loon God zien. Wees een vredestichter. wees dat ook op dit scherm. Kind van God zal jullie eretitel zijn. En als je dan al vervolgd wordt of vervolgd gaat worden op een van de duizenden listige manieren van satan....en het is terwille van Gods gerechtigheid, het in harmonie leven met Hem...het koninkrijk der hemelen opent zich voor jullie.
En lezen jullie dan zelf Matth 5 v 12 en 13 maar eens door.
Niet door kracht en geweld, maar door Gods Geest zullen de grote dingen gebeuren.
Je schreef, dat de toekomst, ook aan gene zijde van het graf, voor ons niet te bevatten was. Maar ik heb daar toch nog wel iets meer over te zeggen dan ik al gedaan heb. Later wil je hier misschien met gerichte vragen op terugkomen.
Een concrete vraag heb je nu al: waar valt te zien, dat de derde hemel identiek is met 'het paradijs'. En waarom is 'het paradijs' heel anders dan 'het paradijs aan de lichtzijde van het dodenrijk'.
Wel Hijo; uit 2 Corinthe 12 v 2 t.m.4 is af te leiden, dat Paulus hier spreekt van een en hetzelfde begrip, dat hij beurtelings aanduidt als 'de derde hemel' en 'het paradijs'.
En dat dit paradijs heel iets anders is dan de na-sterven-situatie van Lazarus, valt uit vele verschillen op te maken.
- bij Lazarus wordt niet gesproken van een 'paradijs'-situatie, maar van een 'zijn in Abrahams schoot' - Bij Lazarus is een wederzijds schouwen van dodenrijk-donker naar dodenrijk-licht en omgekeerd mogelijk. Ik noem nu even 'de donkere zijde van het dodenrijk', wat in de tekst 'hel' heet. - er wordt een discussie gevoerd in woorden, die verstaanbaar zijn, terwijl Paulus in 'de derde hemel' woorden vernam, waarvoor geen aardse uitdrukkingsmogelijkheid is. - Bij Lazarus gaat het over een na-sterven-toestand. Bij Paulus' ervaring om een gebeuren tijdens het leven.
Welk plan zit er achter de geschiedenis van de mensheid
Dag Nyagair,
Wat heb jij allemaal losgemaakt! Een goede, boeiende discussie, waarin velen het beste, dat zij hadden, gaven. Steeds heb ik verlangd, mij ook in deze samenspreking te voegen, maar 'Vraag het Ger' liet me geen tijd. Maar nu moet het er toch echt eens van komen!;
Wat denk je van het volgende; in mijn idee is het: "The biggest story ever told".
Er is Iemand, die voor ons menselijk begrip onpeilbaar is. Hij is....DE SCHEPPER....en omdat tijd en ruimte geschapen realiteiten zijn, is Hij, de hoogste Realiteit:....eeuwig ....en alomtegenwoordig.
Hij, die zonder begin en zonder einde is, Hij heeft als een van zijn eigenschappen : een alles te boven gaande liefde. En....omdat zijn liefde zich aan Iemand wilde hechten, heeft Hij van eeuwigheid Iemand uit zich laten geboren worden....zijn Woord....zijn Eniggeboren Zoon. Tussen God....zo noem ik die Iemand en zijn Woord was er een volmaakte band van blijdschap . Gods Heilige Geest , de Derde Persoon van zijn Wezen, was in dat eeuwige verbond van liefde de Derde.
En toen besloot God in zijn volkomen genoegzaamheid in Zichzelf, in zijn drie uitdrukkingsmogelijkheden toch ....andere wezens te scheppen. Waarom?!....God had niets nodig, maar in zijn eeuwige raad had Hij nu eenmaal dat plan. Het is een verborgenheid, waarin wij niet kunnen inzien.(Deut 29 v 29).
Zelf zegt God ervan in zijn boek, de bijbel, dat wij tot zijn eer en heerlijkheid zijn geschapen en daar houden wij het dan maar op. Hoogstens zou je een voorbeeld kunnen aanhalen uit onze mensengemeenschap; iemand kan zo oeverloos blij zijn met de omstandigheid, dat hij God heeft leren kennen en zich 'wedergeboren' voelt, dat hij die blijdschap wil délen. En die persoon roept dan zoveel mogelijk mensen erbij om te zeggen: "Kom allemaal kijken, hoe ik in de zienlijke wereld door de doop in water getuig, wat mij in de onzienlijke wereld is overkomen!" Maar dat blijft een veronderstelling: God, die zijn vreugde met anderen wilde delen.
En toen liet God ruimte en tijd beginnen.
"In den beginne schiep Hij de hemel". En in die hemel schiep Hij de engelen, die Hij voorbestemd had tot zijn dienaren. Maar Hij wilde dienaren (en later daarnaast ook zonen), die Hem liefde terug konden schenken. En om die liefde te kunnen uitstralen naar Hem toe, zoals Hij zijn liefde uitstraalde naar hen, was het nodig, dat die wezens een vrije wil hadden, zodat zij bewust 'Ja' tegen Hem konden zeggen. Omdat zij als engelen volkomen vrij uitzicht hadden op Hem, zou hun keus 'ja' of 'nee' een eeuwige keus zijn, een onherroepelijke keus.
En toen is het onbegrijpelijke gebeurd. Bij een aantal engelen ontwaakte, voor hun eigen verantwoordelijkheid, de vreselijke idee, dat zij eigenlijk wel 'Nee' wilden zeggen tegen hun Schepper. En een van de voornaamste engelen maakte die begeerte bij hen bewust. Nog was alles bedekt, maar het wachten was op een katalisator.
En die kwam, toen God opnieuw een deel van zijn plan onthulde: Hij ging een nieuw wezen scheppen: geen díenaar zoals de engelen, maar .....een zóon...
Toen werd de opstand in de hemel manifest. God had de zienlijke wereld geschapen, met in die myriadenvloed van hemellichamen de aarde, waarvan alle engelen wisten, dat het dáar zou gaan gebeuren....dat daar het wezen zou worden geschapen , dat als zoon ook over hen, de dienaren zou gaan regeren. En toen liet 'Lichtdrager', de grote aartsengel, zijn allesbepalend en vreselijk 'Nee' horen. En met al zijn nu openbaar wordende volgelingen werd hij uit de hemel verbannen, Ez 28) en stichtte op onpeilbare afstand van het lichtrijk zijn 'rijk van het duister', zijn 'rijk van het kwaad'.
En de aarde....de planeet van het plan....die werd in het kader van die kosmische ramp getroffen door een catastrofe, zodat gezegd kon worden: "De aarde nu was woest en ledig en duisternis lag op de vloed".
Maar Gods plannen gaan áltijd door. Hij herstelde de aarde en schiep daarop uiteindelijk de mens, het wezen, dat Hij voorbestemd had tot zijn zoon.
Satan, zoals de aanvoerder van de gevallen engelen nu heette, verleidde die mens... de geschiedenis is overbekend ...en met een daad van ongehoorzaamheid was de weg van de mens naar God afdoende gebarricadeerd. Nooit zou de mens Gods zoon kunnen worden.
Daarna gebeurden er in de staag uitdijende mensenwereld de meest onvoorstelbare dingen. Er waren: zondvloed en spraakverwarring en een menigte van gebeurtenissen meer. Maar God volvoerde zijn plan in een volgende fase, door tegen zijn eniggeboren Zoon, zijn Woord, te zeggen: "Wil jij naar de aarde gaan om de muur af te breken, om de zee van zonden leeg te drinken". En de Zoon zei, dat Hij daartoe bereid was.
Toen liet God die Zoon van Hem, het vlees geworden Woord, geboren worden door zijn Heilige Geest uit de maagd Maria.
En Onze Heer Jezus Christus, zo kennen wij deze openbaring onder ons van God, streed een dappere strijd, die erin culmineerde, dat zijn hemelse Vader alle zonden van alle mensen van alle tijden, dus ook de zonden van 'de kleinkinderen van onze kleinkinderen' in éen ontzettende beker verzamelde en die beker aan zijn Zoon gaf. En de Heer Jezus Christus dronk die beker leeg en toen Hij riep: "VOLBRACHT!!!", was die beker leeg...voor alle mensen, die daarin: - in beginsel geloofd hadden voordien - en in beginsel geloven zouden vanaf dat ogenblik tot het ogenblik, dat het getal van de mensen ooit compleet zou zijn.
Al die gelukkigen , de 'Jazeggers', zouden ooit juichen: "Het is alleen de genade van God, dat wij ertoe gebracht zijn om "Ja" te zeggen tegen Hem, zoals Hij van eeuwigheid "Ja" zei tegen ons.
Maar de 'Neezeggers' onder de mensen zouden ooit moeten erkennen: "Voor eigen verantwoordelijkheid hebben wij 'Nee' gezegd tegen Gods liefde, die Hij ons in Jezus Christus heeft willen bewijzen".
En wíj leven in grote tijden. Want God ontvouwt steeds meer van zijn plan. Wie bij Hem wil horen, krijgt er oog voor, dat 'bekering' , kijken naar Hem in zijn onzienlijke werkelijkheid....en niet meer naar de voorbijgaande dingen van de zichtbare wereld ...dat die bekering een eerste, verrukkelijke stap is van duister naar licht.
En steeds meerderen ontdekken volgende stappen: - wedergeboorte, doop in de Heilige Geest - Geestesgaven, Geestesvrucht - en zo steeds maar meer en meer.
En eens...aan het eind van nog een lange weg, heet God die zonen welkom in zijn eeuwige rijk en laat hen deel van zijn glorieuze eeuwige gebouw zijn en wordt steeds meer ' alles en in allen'.
Ziehier een zeer globale schets van Gods plan met de mensheid. Natuurlijk blijft 99 procent hier ongenoemd, maar in mijn rubriek 'Vraag het Ger' vul ik nu al jarenlang zo hier en daar een gaatje op. Tallozen ondersteunen mij daarbij door hun vragen. Ik leer van hen. Nyagair....kom je ook eens langs.
Wat deed Jezus Christus tussen Goede vrijdag en Pasen
Hallo Hijo,
Je stelde mij een paar heerlijk concrete vragen, die ik toch nog weer even aan de beantwoording aanpas.
- 1) Hoe moet men Jezus' kruiswoord zien: "Heden zult gij met Mij in het paradijs zijn". Het is immers bekend, dat Jezus nog een heel programma af te werken had in de krochten van de duisternis. (Hierover straks).
Mijn antwoord: Hoe dat precies in zijn werk is gegaan, is een aangelegenheid, die zich aan onze waarneming onttrekt. Het laat zich toch moeilijk voorstelllen, dat Onze Heer Jezus Christus de rover in het paradijs heeft afgeleverd en gezegd: "Ik moet je nu weer even alleen laten. Ik heb nog andere dingen te doen".
De dingen aan gene zijde van het graf behoren veelszins tot de verborgenheden, die voor de HERE onze God zijn. (Deut 29 v 29).
Maar wees er zeker van, dat deze woorden van onze Heere voor de rover heerlijke werkelijkheid zijn geworden. En dat de rover niet in het paradijs kon blijven, toen Jezus uit de dood oppstond, is voor mij geen vraag. Jezus had een heel andere functie dan 'de rover'.
- 2) Hoe kan Jezus nu in het paradijs de dood overwinnen.
Deze vraag plaatst mij voor enkele moeilijheden. Toen Jezus aan het kruis sprak: "Het is volbracht", was op dat ogenblik de dood in beginsel overwonnen. Wij weten echter, dat 'de laatste vijand, die overwonnen wordt, de dood is'. Tussen 'in beginsel': (de weg naar God en het leven lag op dat moment open) ...en totale vervulling ligt nog een lange weg.
- 3) Weet je iets van de theorieën, dat Jezus in 'de onderwereld' evangeliserend zou hebben gewerkt in 'de drie dagen'.
Ik neem je nu even mee, Hijo, naar 1 Petrus 3 v 19: "(In de geest) is Hij heengegaan en heeft gepredikt aan de geesten in de gevangenis, die eertijds ongehoorzaam geweest waren , toen de lankmoedigheid Gods bleef afwachten , in de dagen van Noach, terwijl de ark in gereedheid werd gebracht...."
Interessant is allereerst, dat Onze Heer in de geest de zondaars uit de voortijd , die ongehoorzaam waren gebleven ten tijde van Noachs grote oproep, bezocht ...niet om daar te evangeliseren, maar om als een heraut aan die onboetvaardigen-van-ooit te verkondigen, dat Hij de overwinneng had gebracht.
En nadat Onze Heer aan de verlorenen als een boodschapper had medegedeeld, wat de diepere achtergrond van hun eeuwige duisternis was, is Onze Heer Jezus Christus de onoverbrugbare kloof over gestoken, (Lucas 16 v 26) en heeft de mensen, die aan de lichtzijde van de hades, de onderwereld, het dodenrijk, vertoefden als een 'brenger van goede tijding' bezocht.
En daar, aan de lichtzijde, was de boodschap van Jezus heerlijk om te horen. Goed was het om zijn verschijning te zien. Heerlijk was het om te horen, dat Jezus de overwinning had gebracht van gerechtigheid en waarheid. Als levende overwinnaar had hij ook hun gerechtigheid tot volmaaktheid gebracht. Niet állen aan de lichtzijde van het dodenrijk voldeden aan de strengste eis: het was wél nodig als rechtvaardigen te worden gerekend, die bewust vreemdeling en bijwoners op de aarde waren geweet, zoals Abraham, Izaäk en Jacob en al de profeten, (Lucas 13 v 28). Velen bleven aan de lichtzijde van het dodenrijk achter na Jezus'bezoek, maar ze hadden de goede boodschap gehoord en wisten: "Wordt vervolgd". Maar een keurtroep werd door Onze Heer uitgeleid naar het Paradijs, overgeplaatst naar de stad Gods, het nieuwe Jeruzalem. (Matt 27 v 52).
Ik hoop, je zo bescheiden, in huiverende eerbied , iets te hebben kunnen zeggen, van wat de werkzaaheden van onze Heer zijn geweest in die periode, die wij kennen als 'Stille Zaterdag'.
Wel Hijo; ik schrijf dit met een enorme koorts, die door mijn lichaam woedt. Maar ik wilde jou toch niet laten wachten.
Vandaag zongen wij in de sam weer dat heerlijke lied, Opwekking 555:
"Ik geloof in het bloed van Jezus, Ik geloof in de kracht van zijn naam, Ik geloof, dat Hij stierf voor mijn zonden, Ik geloof: HIJ IS OPGESTAAN!"
Ik ga dat lied nu niet helemaal geven. Maar stel nou eens dat jij een vriendin zou hebben, die jou bevroeg, zoals jij dat uitlegde. Kan jij dan dat eerste couplet van de zes ,die er zijn, niet als aanloopje gebruiken.
Zeg eerst eens: "Meid!....wij hebben in de sam toch een lied...het begint zó..." En dan zing je ze dat eerste couplet voor.
En dan steek je van wal: "Moet je horen.Er is Iemand, die heel veel van ons houdt. Bij Hem horen we. Maar alles tussen ons en Hem is verschrikkelijk fout gegaan. En toen kwam Hijzelf naar de aarde om alles weer goed te maken. En zoals God op aarde was, noemen wij Hem: Heer Jezus.
Nou,....Jezus hè....die heeft alles, wat er tussen God en ons was, weggedaan. Maar dat ging heel moeilijk. Het kostte Hem zijn leven. Maar toen Hij klaar was met zijn werk, konden wij in zijn naam, dus wanneer wij Hem vroegen om ons te helpen, van alle mogelijke nare dingen vrij komen.
Heus; je weet het zelf ook wel; er zijn veel verkeerde dingen bij ons; dat weet ík vanmijzelf en dat weet jij van jezelf. Maar daar kunnen we ook helemaal vrij van komen. Wanneer wij bijvoorbeeld altijd knorrige buien hebben en we vinden het zelf monsterlijk en verkeerd, dat wil Hij ons er vanaf helpen. Die zonden nam Hij van ons, toen Hij doodging, tennminste, als wij dat aannemen.
En nu het moelijkste: de Heer Jezus leeft. Je kunt nú tegen Hem praten en alles aan Hem vertellen. Want Hij is niet dood gebleven. Hij is weer levend geworden".
Zou dat misschien een beginnetje kunnen zijn Sunshine?
Als je zegt: "Ja...hier kan ik wel wat mee",kom dan op het bekende plekje, waar je wel eens meer geweest bent: 'Vraag het Ger' en behandelen we de anderevijf coupletten en het refrein.
Nu je vraag. Je bent door Eliyahu van je stuk geraakt.
Chrissie; ik heb de grote oorlog meegemaakt en nog steeds is mijn denken daardoor beïnvloed. Ik heb veel oorlogsbeelden in mijn postings. Stel: de oorlogssituatie brengt op een gegeven ogenblik met zich mee, dat onervaren recruten vuurcontact krijgen met een doorgewinterde tegenstander, die in de strijd gepokt en gemazeld is. Reken maar, dat het voor die 'groentjes' afzien is gedurende de eerste tijd van de vijandelijkheden. Na verloop van tijd zijn ze wel ingeleerd op de nieuwe situatie, maar soms is het ook nodig, dat ze even uit de strijd genomen worden, omdat het allemaal wat te pittig voor ze is geworden.
Wel; in mijn waarschuwing tegen Eliyahu heb ik de recruten op het oog gehad, die onervaren staan tegenover een echte dreiging.
Ik wil nu iets zeggen over Eliyahu's andere topic, dat nog maar steeds doorgaat. Het is een lust om daarin te lezen. Onze soldaten, die daarin een rol spelen, raken steeds beter ingeschoten. Ik kan de zaak best aan hen overlaten. Ze oefenen hun geloof, precies zoals dat in Richteren 3 staat. ..... Zie je overigens, hoe slim van Eliyahu....een nieuw topic gestart, in feite over hetzelfde onderwerp; nog eens vanuit een ándere positie vuur geven.Nog meer verwarring zaaien. ... Maar nu even over jou, Chrissie; jij bent teruggenomen uit de frontlinie. Je likt je wonden. Je weet nu, dat het geloof in Jezus geen zondagse wandeling is in je mooie pakkie, maar een hard bedrijf, waarbij je best eens wonden kunt oplopen.
Schreef Guido Gezelle al niet:
"Het leven is geen vreed' alhier Geen wapenstilstand vragen Het leven is: de kruisbanier.. Kloekmoedig voorwaarts dragen. .... Men struikelt wel En wonden krijgt Men dikwijls...dicht' en diepe...
En 't is geen weerbaar man, die wijkt... of hem de dood beliepe, (al beliep de dood zélf hem ) ... Het leven is geen vreed' alhier Geen wapenstilstand vragen Het leven is: de kruisbanier Tot in Gods handen dragen".
Chrissie; houd nu toch stand! Het leven met de Heer Jezue en zijn Vader en de Heilige Geest is zó de moeite waard. Goed; je hebt wonden opgelopen...ook al vóor Eliyahu. Je was al niet in de beste conditie, toen je je aan het front waagde. Je deed je best ook nog, probeerde Eliyahu van repliek te dienen. Maar in zekerer zin is tegen hem 'geen kruit gewassen'. In 'brute christelijke leugens' kreeg hij nu zulke sublieme antwoorden. Maar telkens is er weer die reactie van hem, dat God dus zijn eigen vader en zijn eigen zoon is. Hij wil zich niet laten overtuigen. maar zijn totale onbekeerlijkheid maakt, dat de nu ingeschoten 'strijders van het kruis' steeds beter worden. En wie weet; is er zelfs voor Eliyahu licht.
Maar jij; nu teruggetrokken van het front: houd vol met Jezus. Ga toch maar op die belijdeniscatechisatie. Spreek met de dominee. De feitelijke belijdenismorgen is toch pas op Pinksterzondag, zo ik meen. Ik bid, dat je wonden zo hersteld zijn, dat je op die blijde morgen, terwijl je ouders ontroerd-glimlachend toeluisteren en -kijken, een krachtig "Ja" kunt laten horen.
Chrissie...ik reken op je...wij rekenen op je...de Heer Jezus rekent op je.
Je hebt als 'naam' 'Gast', maar ik begrijp nu eindelijk, dat dit jullie manier is om 'Anoniem' te zeggen. Ik kort dat altijd af tot 'Niem'.
Wel Niem; 'de zon staat voor jou al snel op middaghoogte', zo jong al. Ga maar na: - een hulpverlener is bezig , trauma's uit je verleden uit te deuken - je baas zegt, dat je oplossingen aan moet dragen met nota bene dat zieleleven van je, dat nog in behandeling is bij de psycholoog - thuis is er ik weet niet wat allemaal aan de hand - je vrienden zoeken nu juist jóu op om directe hulp bij hún ingewikkelde problemen - ...maar je kunt ze niet zo helpen als je wel zou willen door allerlei remmingen uit verleden en heden.
Ik kan mij voorstellen, dat je wel eens zegt met die 'velen' uit Psalm 4 v 7: "Wie zal ons het goede doen zien".
En dan geeft de dichter in psalm 4 zichzelf antwoord: "Verhef over ons het licht van uw aanschijn , o HERE" En hij gaat verder: "Gij hebt mij meer vreugde in mijn hart gegeven dan toen koren en most overvloedig waren".
En hij sluit: "In vrede kan ik mij ter ruste begeven en aanstonds inslapen, want Gij alleen HERE, doet mij veilig wonen".
Deze woorden kunnen, met een kleine aanpassing, ook jouw hart vertroosten Niem.
Vraag aan de Heer: "Lieve Heer....U kunt mij in deze stressvolle dagen het goede laten zien. U wilt uw licht helder en hoog over mij laten schijnen door de Heer Jezus.
Lieve Heer; ik heb gemakkelijker tijden in mijn leven gekend. Nu loopt alles op een hoop. 'Koren en most' , de rustige , zekere gang van zaken , is zo wég uit mijn leven. Maar ik denk aan die tijd in dat kinderzomerkamp, toen wij zongen: 'Ik heb de vreugde van de Here Jezus diep in mijn hart...'
O Heer....dank U....die vreugde komt terug. En vannacht zo heerlijk geslapen..."
En de psychotherapeut zegt; "Jongen.... Niem...je bent door de bocht" - en je werkgever zegt; "Wel goed gedaan zeg, deze klus". - en je moeder zegt: "Ik dank God voor jouw eiland van rust in al die onrust" - en je vrienden zeggen: Dank Niem....aan jou heb je wat" - en ga zo maar door.
Niem; blijven wij in contact?
Daag Ger
Vlaamse lezers,
Reageer toch eens. Ik heb door Gods genade een schatkamer vol goud. Maar wel per e-mail reageren hoor. 'Voeg toe' bekijk ik nooit.. Ger
Enkele beginopmerkingen over 'Goddelijke genezing'.
Dag Mij,
Je vraagt mij om eens wat te vertellen over 'Goddelijke genezing' of over 'de gave van genezing'.
Wel Mij; dat is zo'n geweldig gebied. Ik denk, dat ik het voor ditmaal bij wat teksten laat.
Laat ons eerst eens kijken naar Spreuken 4 v 20- 22: "Mijn zoon.....sla acht op mijn woorden, neig uw oor tot mijn uitspraken; laat ze niet wijken uit uw ogen, bewaar ze diep in uw hart. Want ze zijn leven voor wie ze vinden, Genezing voor hun ganse lichaam".
Nu heb jij, Mij, de bijbel direct ter beschikking. Daarin staan de woorden van God. Het is goed, wanneer jij je hart gehoorzaam voegt naar zijn uitspraken. Wanneer de Heer bijvoorbeeld zegt: "Mijn ogen gaan over de ganse aarde, om krachtig bij te staan, hen wier hart volkomen naar Mij uitgaat", ( 2Kronieken 16 v 9). niet zeggen: "Ja maar"....en wat je dan maar zou kunnen bedenken aan néerpratende dingen.. maar gehoorzaam en blij zeggen: "Dank U Heer voor die prachtige belofte". En dan de bijbel er elke dag bij betrekken in geregelde lezing. Voortdurend dient hij je voor ogen te komen, om daaruit te lezen, niet met tegenzin, maar met een vreugdevol verwachten: "Wat zou Vader nu weer voor verrassingen voor mij hebben".
En dan ook de tijd nemen om te mediteren, om eens niet naar 'Idols' te kijken, maar om de Levende God te zoeken.
Je vindt er het leven door. En je wordt er niet alleen geestelijk gezond door, maar de genezing van je diepste innerlijk, je geest, werkt door in je ziel, die zich fitter gaat voelen, ja zelfs in je lichaam, dat bij de volgende nassibal begint te zeggen: "Wíl ik dit nog wel....nee....ik wil dit niet!"
En zo zijn er duizend dingen meer te zeggen.
Er zit al zo'n gave van genezing in het woord van God. Later kunnen wij het ook nog wel eens hebben over de gave, die God aan alle gelovigen wil geven om hun handen genezend te leggen op lichamelijk, ziels of geestelijk zieken.
Kan de 'geestelijke strijd' leiden tot 'geestelijke schade'
Dag Hijo,
Je vraagt naar de psycho-somatische gevolgen van geestelijke strijd.
Wanneer die strijd op een goede manier, aan de hand van Onze Heer Jezus Christus, Hem stap voor stap volgende, ons aan Hem vastklampende, ons naukeurig aan zijn raadgevingen houdende, wordt gevoerd, dan kan er niets mis gaan.
Wanneer wij onze gedachten van Hem loskoppelen, dan kunnen er nare situaties ontstaan. Iemand zou de duivel kunnen gaan bestraffen in de naam van Jezus, maar daarbij de naam van onze Heer, min of meer onbewust als een 'mantra' gaan gebruiken.
Iemand zou ook de onzienlijke wereld kunnen betreden voor profetie of tongentaal, terwijl er onbeleden zonden, die deze persoon ook niet af wíl leggen, in zijn hart zijn.
Het bezig zijn in de geestelijke wereld, het voeren van de geestelijke strijd, het gebruik van de Geestesgaven, is een heerlijke aangelegenheid, die echter wel gepraktiseerd dient te worden vanuit een gemoed, dat in ieder geval bereid is om op eerste aanwijzing van de Heer, verborgen zonden, die in het bewustzijn duidelijk worden, af te leggen.
Een schoolvoorbeeld van physieke, en misschien ook wel psychisch-somatische schade wordt wel geleverd door de zonen van Scaeva: Hand 19 v 13-16: "En ook enige van de rondreizende Joodse geestenbezweerders- (de zonen van Scaeva)- waagden het, over hen, die zulke boze geesten hadden, de naam van de Heer Jezus te noemen met de woorden: 'Ik bezweer u bij de Jezus, die Paulus predikt'. ... Maar de boze geest antwoordde en zeide tot hen: 'Jezus ken ik ....en van Paulus weet ik....maar wie zijt gij?' .... En de mens, in wien de boze geest was, sprong op hen af, overweldigde hen tezamen en bleek zoveel sterker, dat zij zonder kleren en gewond uit dat huis moesten vluchten".
Wat kwamen die jongen vervelend te pas. Nee....in dit nodige, in de eindtijd beslist vereiste werk , moeten wij heel nauwkeurig de hand van Jezus vasthouden.
Een preek behoort je beter te laten voldoen aan de eisen, die deze tijd aan jou stelt. In deze tijd komen er duizend maal zoveel dingen op je af als in vroegere tijden.
Een voorbeeld voor ik werkelijk op de stof inga. In mijn persoonlijk dagboek schets ik mijzelf in 1938 als vijftienjarige jongen. Ik sta op het marktkplein van mijn woonplaats te luisteren naar een avondconcert, dat de harmonie van mijn oom geeft. Mijn vader is solo-hoboïst. De markt is stampvol, maar er is geen geluid te horen van mensenstemmen of afleidende geluiden. Alles zó bladstil. Ik kan volop genieten, wanneer de ijle hoboklanken van mijn vader door de lucht zweven.
Onlangs was ik weer op diezelfde tijd op diezelfde plaats. Het gegil van een drukke autoweg maakte elke communicatie onmogelijk. Er waren ook geen mensen, die tijd hadden op het plein rustig te luisteren, indien dat mogelijk geweest ware. De muziektent was afgebroken. Maar de mensen zouden ook niet zijn komen luisteren. Zij hebben duizend maal meer mogelijkheden om indrukken op te doen dan in 1938.
En jij weet ook wel Thijs, dat de wereld op allerlei gebied onherkenbaar snel wijzigt. De preek moet tegenwoordig aan heel andere criteria voldoen dan in 1938.
En wat zijn dan die criteria: - éen ding zal altijd blijven en steeds meer in het middelpunt gaan staan: Jezus Christus, Zoon van God, Verlosser. Je ziet voor je ogen, hoe die stelling op 'Forum' fel wordt bestreden: - door aanvallen op de Drieëenheid ; middellijk: kan die ontkend worden , dan wordt langs een zijweg de bovengenoemde pretentie onhoudbaar. - door brute en zeerdoende aanvallen op Onze Heer Jezus Christus rechtstreeks...och; je weet er allemaal van.
In déze tijd heb je nodig: - je veilig thuis voelen bij een gemeente, waar de Godheid en mensheid van Jezus Christus als een kostbaar kleinood wordt gekoesterd. - persoonlijke bekering: niet de kille afstandelijkheid van het -al weer ouderwets geworden-modernistische denken: meten is weten. Ook niet de vrijblijvendheid van de 'dernier cri' van nú: het postmodernisme: O...denk jij er zo over...nou, dat is dan jouw weg... maar een persoonlijke, warme relatie met God, waardoor je zijn kant uitkijkt en naar Hem toe wilt groeien - wedergeboorte; zo dich bij de Heer komen door trouw lezen van zijn HELE woord, dat Hij door zijn Heilige Geest een nieuw mens, een hemels mens, in je kan laten ontstaan. - doop in de Heilige Geest; dieper ingaan in de heel eigen gedachtensfeer van God; oefenen met Geestesgaven , Geestesvrucht enz.
Kijk...een preek, die je paraat maakt op deze punten....zonder ze nu allemaal tegelijk te noemen; zo'n preek is een goede preek.
Kind; je bent toch nog op scherm! Zit het nu even uit. We doen er met z'n allen aan, wat we maar kunnen. Je hebt professionele hulp; wij- je vrienden-bidden voor je.
Ik heb in die drie jaar op scherm al heel wat meegemaakt. En altijd kwam het toch weer ergens goed. Met jou ook.
En je leest toch geregeld de rubriek. Daaruit merk je, dat er velen, jongens en meisjes komen, die het allemaal even te machtig wordt.
Heus Marlinda, over een poosje is het weer wat rustiger in je hoofd. Dit raakt allemaal over.
Ik hoop je nog veel te begroeten op mijn 'schildbermpje', pardon mijn beeldschermpje, niet als een gekke Griet, maar als een steeds wijzer wordende Marlinda.
Satan zet zich dus sfeerverpestend neer in de kring, die niet de zijne is. Maar nog vóor hij kan beginnen met zijn gebruikelijke, altijd maar voortgaande aanklachtenlitanie, is de Heer hem voor: "Vanwaar komt gij", (.Job 1 v 7).
Dat is direct 'een goeie': de Heer weet ook wel, dat satan lang rondgehangen heeft bij het huis van Job en gegrepen was door een wurgende twijfel: die Job heeft iets; een band met God, die niet uit te roeien is. Zo nu en dan kom je van die mensen tegen: Henoch....Noach....dat soort mensen. je kunt er genoeg krijgen, die met een natte vinger te lijmen zijn. Maar er blijft een mensensoort, die je er maar niet ónder krijgt....en deze Job is er een van.
Eerst maar eens luchtig proberen: "O....ik heb zowat rondgekeken op de aarde. Overal zo eens de situatie in ogenschouw genomen". Misschien wordt er niet doorgevraagd, (1 v7)
Maar daar is God weer: "Heb je ook meer speciaal gelet op mijn knecht Job.." (Ai...hij heeft weinig anders gedaan dan daar staan knarsetanden). "Niemand op aarde is zoals hij...zó vroom....en oprecht....godvrezend en wijkend van het kwaad".
Ja....dat weet satan ook wel; daar zit juist de pijn: dat er na zoveel eeuwen werkzaamheid nog van zulke mensen zijn.
En dan hoef ik jou- Nico- de verdere gang van zaken niet meer te schetsen.
God wil aan satan zijn uiteindelijke nederlaag al laten weten. God is trots op Job en Hij is blij met hem en Hij ziet Job als een voorspelling: satan weet, uit de 'moederbelofte', dat eenmaal de vervaarlijke tegenstander zal komen;maar God houdt hem voor: kijk, duivel; met deze man heb jij nu al zo'n moeite: zijn vroomheid, oprechtheid, godvrezendheid en afstand nemen van het kwaad verontrusten je. Van deze man ga je het niet winnen. Hoeveel te minder van de grote Bevrijder, die Ik eens ga zenden".
Dat kan de achtergrond geweest zijn van dit gesprek.
Maar voor het overige Nico....aan de rest van Job ben je nog helemaal niet toegekomen: - slaagden de drie vrienden er bijna in om te bereiken met hun subtiele verwijten, wat satan met zijn grof geschut niet kon klaarspelen. - Wat was de rol van Elihu. Terwijl de drie vrienden later berispt werden, gebeurde dat met hém niet.
O....er zijn nog zoveel meer diepten in Job. Maar ik laat mij alleen maar uit mijn tent lokken door gerichte vragen van mensen, die weten, waar zij het over hebben, die zich- bijvoorbeeld- ook over Elihu verbaasd hebben: "Wat zegt hij dan anders dan de 'drie vrienden'.
Satan in de hemel op audiëntie....de brutaliteit........!!!!
Dag Nico,
Je moet er niet zo gek van staan kijken, dat bij een officiële ontvangstdag ten hove, Job 1 v 6, de satan zich tussen de trouwgebleven engelen mengt om zich bij de Heer te presenteren.Jij zult zeggen: "Maar daar hóort deze zondaar van de beginnne, deze vader der leugen, helemaal niet. Met zijn afschuwelijke zwartheid tussen al die reine hemelgeesten, die trouw gebleven zijn tijdens 'de grote verzoeking onder de engelen'.....dat kán toch niet!"
Maar Nico, houd er rekening mee, dat de satan de grote bandeloze, de grote onbeschaamde, de super-wetteloze is. Wat trekt hij er zich van aan, dat de andere engelen met huiver zullen zijn vervuld, wanneer zij hem ontwaren. Wat zou 't. Hij is niet bang van een robbertje vechten met hen, (Judas 9). En.....er is toch een plaats in de onzienlijke wereld vrij. Er staat toch een stoel léeg. Wel; dan gaat hij daar zitten om te laten zien, hoe onaf Gods plan nog is.
En van wie is die stoel? Van de mens. De mens hoort als zoon van God thuis in het rijk en de sfeer van zijn Vader. En dat heeft satan dan toch maar mooi weten te voorkomen, toen Adam en Manninne van die vrucht aten.
Weet je, wie dat ook eens mocht zien, dat onaangename gezicht van satan op plekken, waar hij heel niet hoort: de profeet Zacharia. Lees maar in 3 v 1: Vervolgens deed God mij de hogepriester Jozua zien, stáande voor de Engel des HEREN, terwijl de satan aan zijn rechterhand stond om hem aan te klagen. ....Jozua nu was bekleed met vuile klederen, terwijl hij voor de Engel stond. Toen nam de Engel des HEREN het woord en zeide tot hen, die voor Hem stonden...."
....dat zijn dus de heilige engelen, die mede-aanwezig zijn, wanneer God, (de Engel des Heren) er is en ook de duivel...
"'Doet hem de vuile kleren uit'. En God zei tot Jozua: 'Zie...Ik neem uw ongerechtigheden van u weg'..."
Nu is het niet de bedoeling om dit gezicht van Zacharia te behandelen op dit moment. Er is nog zoveel, dat wij zouden kunnen bespreken.
Maar het is de bedoeling om hier en nu aan jou te kunnen communiceren, dat de duivel een groveling is. Hij gaat heus niet zeggen: "O...er is een plek in de hemelse gewesten vrij , omdat de mensen daar horen , maar er niet zijn. Wel; die laten wij keurig vrij". Hij neemt brutaalweg die plaats in, om het werk te doen, waarin hij gewoon góed is: aanklagen en gelijk God en de engelen voor te houden, ze daarmee te sarren: "Het werk is niet klaar....en het komt nooit klaar. Waar ís nu die mens, die zoon van God, die met zijn innerlijke persoon in de hemelse gewesten zou moeten vertoeven. In geen velden of wegen te zien....en dat blíjft zo!"
Maar nu moet je eens horen, welk een vreugde er in de hemel heerst , wanneer eindelijk die boze smet uit de hemel weg is, niet vrijwillig, nee, weer na een hard gevecht met Michael. Openb 12 v 10: "Er kwam oorlog in de hemel. Michaël en zijn engelen hadden oorlog te voeren tegen de draak; ook de draak en zijn engelen voerden oorlog, maar hij kon geen standhouden, en hun plaats werd in de hemel niet meer gevonden.."
(Hè hè...'opgeruimd staat netjes'...zie je , dat ook de trawanten van de duivel zich in de hemel waagden, voor de tijd van de grote afrekening er was).
"En ik hoorde een luide stem in de hemel zeggen: '...de aanklager van onze broeders, die hen dag en nacht aanklaagde voor onze God, is nedergeworpen... ...en zij...(de mensen) hebben hem overwonnen door het bloed van het Lam en door het woord van hun getuigenis en zij hebben hun leven niet liefgehad tot in de dood....'"
Nico....dat houdt in, dat van jóu wordt verwacht, dat jij de sfeer van God binnengaat aan de hand van Jezus, geleid door de Heilige Geest, versierd met zijn gaven en zijn vrucht, om daar je plaats in te nemen. Wanneer de plaats van de mensen in die sfeer niet meer leeg is, dan is gelijk elke mogelijkheid verdwenen voor satan om daar nog langer de boel te verzieken. Dat binnengaan zal jou geesteskracht kosten, ten bloede toe strijden.,....maar de zaak is het waard. Wanneer een voorhoede onder de mensenkinderen, een dappere groep eerstelingen, die troonzalen vult, dan eindelijk kan Michael roepen: "En nu jíj eruit, zwarte...met je hele bent...wat heb je hier gezeten om de boel op te jutten....weet je nog van Job hè¨...en weet je nog van Jozua, de hogepriester...maar nu is het gebeurd.."....en de overwinnende strijd, door jou- Nico- en velen met jou mogelijk gemaakt, ontbrandt.
Nico, vind je het goed, dat we 'het geval Job' in een volgende posting behandelen.
Daag Ger
Lui...als zovele malen, roep ik jullie op: gebruik die e-mailknop nu eens en stel een vraag. Je krijgt keurig antwoord HIER.
Je had wel duizend voorbeelden kunnen noemen uit de bijbel, waarbij er bloedige dingen gebeuren, die eigenlijk niet zonder meer te begrijpen zijn.
Laat ik met het gemakkelijkste beginnen: Openbaring 2 v 23:
Over een vrouw in de gemeente Thyatira , die afgoderij veroorzaakte, wordt gezegd: "En haar kinderen zal ik de dood doen sterven".
Maar hier worden niet bedoeld, de kinderen, die zij in de gewone gang van het leven door geboorte had ontvangen, maar de geestelijke kinderen, die zij door haar valse leer had verwekt. Natuurlijk stond voor die misleide volgelingen de weg naar het heil wel open, maar voor zover zij in de door Izébel gepropageerde leugen bleven volharden, zou dat de geestelijke dood veroorzaken.
Het andere door jou genoemde voorval geeft mij meer moeilijkheden. We hebben het nu over 1 Samuel 15 v 2 en 3.
Amalek, een van de nazaten van Kanaän, Chams niet-deugende zoon, verzette zich zeer krachtig tegen het volk Israel bij zijn exodus uit Egypte. Bij éen gelegenheid bracht Amalek Israel zelfs in grote gevaren, door zich tegen de 'tros' te richten, waarin de vrouwen en kinderen waren ondergebracht, ver van de strijdbare mannen, die vooraan in de stoet liepen, (Exodus 17 v 8-14).
En nu zegt God via Samuel tegen Saul, dat Gods plan, dat Amalek, de altijd vijandige, dient te worden uitgeroeid, thans behoort volvoerd te worden.
God sprak tegen Saul in termen van die tijd. God spreekt in deze tijd tegen jou in termen van deze tijd. Het is voor jou heel lastig om je in de belevingswereld van duizenden jaren geleden te verplaatsen, toen de mensen op verschillende gebieden heel andere normen en waarden hadden.
Wanneer een honderden jaren later levend mens zou horen, in welke begrippen God Zich tot jou wendt, zal zo iemand soms moeite hebben om alles te begrijpen, omdat de gewoonten in komende tijden opnieuw zullen veranderen.
De achtergrond van deze geschiedenis is, dat Amalek zich toch weer onderscheidt van de andere omringende volken. In Kanaän openbaarde zich na de zondvloed opnieuw het zondige beginsel, dat de wereld daarvoor te gronde had gericht. De uit Kanaän stammende volken hadden reeds ten tijde van Abraham zulk een graad van verdorvenheid bereikt, dat het de opmerkzaamheid van God had getrokken en zij Hem tot deze uitspraak brachten: "Nog vierhonderd jaar heb ik geduld met hen. Dan is de maat van hun ongerechtigheid vol. (Gen 15 v 16). Er was dus met de Amalekieten en de Amorieten heel wat aan de hand. Evenals eens de voortijd door de vloed werd verzwolgen, evenalsa Sodom en Gomorra van de aarde werden weggedaan, zo was nu de tijd voor de Amalekieten gekomen. De les is deze, dat ooit de tijd van de afrekening komt voor de wereld, die aan God vijandig blijft.
Met een en ander is niet in strijd het bijbelse adagium, dat de kinderen niet zullen sterven vanwege de zonden der ouders, maar dat ieder om zijn eigen ongerechtigheid zal sterven.
Voor de kinderen van de Amalekieten was immers de kous niet af, trouwens voor geen enkele Amalekiet.
In het grote eindoordeel van Onze Heer Jezus Christus, Matth 25, zullen temidden van de niet-te- tellen menigten ook de Amalekieten -van-toen mét hun kinderen staan. In dat rechtvaardig oordeel zal alles worden rechtgetrokken en zullen mogelijk van heel wat Amalekieten-kinderoogjes alle tranen worden weggewist.
Voor het overige; er zat wel iets in dat advies van jouw dominee; wanneer je een vis eet, dan laat je de graatjes liggen en smult van de vis. Smul nu maar van de vis van het evangelie, Bos en kijk later maar eens naar de graatjes. Dan blijken die misschien ook eetbare vis geworden.
Kind, wat goed, dat je de weg naar 'de rubriek' gevonden hebt. Schik gezellig in de kring.
Wat een lijst zeg: - herinneringen uit het verleden, die je hinderlijk volgen. - een karakter, dat wat kantjes heeft, die minder prettig zijn. - een diep wantrouwen, waardoor je geregeld denkt: "ze bedoelen hier iets mee!" - een vervelende remming; je zou die vriendin, die aan haar vlecht zit te pulken van louter zenuwen, zo graag willen troosten en ze snákt er naar. Maar je durft niet, omdat je bang bent, dat ze zal zeggen: "Meid; doe niet zo dramatisch". (En al zegt ze het, ze juicht innerlijk: "O...éindelijk....íemand...")
En dan die tong, die rare tong, die -overdrachtelijk gezien- altijd 'dubbel slaat', zodat je: - de goede dingen zegt op de verkeerde momenten - de verkeerde dingen op de goede momenten - en....nog pittiger: de verkeerde dingen op de verkeerde momenten - terwijl je er naar snakt, dat je nu eindelijk eens 'de goede dingen op de goede momenten' zegt.
O wat zou je graag datgene bezitten, waarvan Spreuken zo moeiteloos spreekt: (15 v 23): "Iemand heeft vreugde, als hij een gepast antwoord geeft en hoe goed is een woord op zijn tijd"
Ik weet, dat er nu al een gebed door je heen flitst: "O Heer....toen ik klein was, leerde ik praten. Nu ik groot geworden ben, moet ik wel eens bidden: 'Oh Lord....help me tot keep my big mouth shut...untill I know, what I'm speaking about...'. Maar wat hier gezegd wordt: op zijn pas...precies op het uitgelezen ogenblik ....en dan iets liefs, iets helpends zeggen...o Heer!....wat zou mij dat een VREUGDE geven".
Maar goed...na dit onderonsje tussen jou en de Heer gaan wíj weer verder: De Heer kan jou zó helpen, dat van jou gezegd kan worden: "Een woord, in juiste vorm gesproken, is als gouden appelen op zilveren schalen' , (Spreuken 25 v 11). En dan doorbreekt de Heer ook het isolement, veroorzaakt door dat hinderlijke, dat jij bang bent om niet goed over te komen: "Een wijs vermaner bij een luisterend oor, is een gouden ring en een fijn gouden sieraad", (v 12)
Lilith; je kunt zo schat-hemeltjesrijk worden met de Heer. Die vervelende herinneringen van vroeger; zeker: je zult je er nog wel eens over schamen, (Rom 6 v 21), maar ...het raakt voorbij....
(Overigens; ik ben al 81...ik heb het idee, dat het allemaal niet eens zo vreselijk is; ik heb in mijn jaren al zovele jongelui gezien, die hun tekorten zélf wel érg opbliezen).
En je karakter... ...och; voor een buitenstaander zoals ik valt het misschien allemaal wat mee ...maar de Heer God kan er iets heel moois van maken.
En dat wantrouwen: Gods volmaakte liefde wil niet alleen de vrees, maar ook het wantrouwen uitdrijven.
Lilith; blijf hier komen; denk aan de vriendelijke woorden van Chrissie; er zijn er hier zovelen, die je begrijpen en voor je bidden.
Mag ik nog iets over jou tegen de Heer zeggen:
"Lieve Heer...U kent ons gesprek....wilt U de behandeling overnemen en Lilith tot een vrolijke , echt blijde meid maken en alles aan haar doen, waardoor zij wordt, zoals U haar gewild heeft.
Vreugde over de heilbrengende en activerende genade van God
Dag Samuel, Nico en Excalibur,
Zonet vond ik in de tuin van 'de rubriek' jullie bloempjes over ziel, geest en lichaam.
Mag ik die tot een bescheiden ruiker vlechten. Ik had gedacht aan dít bindtouwtje: ( 1 Thess 5 v 23 en 24):
"En Hij de God des vredes, heilige u geheel en al, en geheel uw geest, ziel en lichaam moge bij de komst van onze Heer Jezus Christus blijken in allen dele onberispelijk bewaard te zijn. Die u roept is getrouw; Hij zal het ook doen!"
Die schitterende persoonlijkheid van ons; met die drie bestanddelen: - onze geest, ons diepste innerlijk, dat met de 'levensgeest' alle functies van lichaam en ziel begeleidt....en dat aanspreekpunt is voor het geloof, dat God in ons wil leggen....en dat via zijn functie van 'het geweten' voortdurend overleg probeert te voeren met onze ziel over zaken van normen en waarden. - onze ziel, met ook weer die drie functies: verstand, gevoel en wil. - ons lichaam, met het skelet, de daaraan hechtende spieren en het alles doorstromende en doorzoekende bloed.
O, wat een bewonderenswaardig geheel. En de God, die ons de vrede geeft, wil aan dat nooit genoeg te bewonderen samenstel dan ook nog eens onberispelijkheid geven. Want eén keer is die dag er: - dat de aartsengel roept: 4 v 16 - dat de bovenaards krachtige bazuin klinkt, (id) - dat van heinde en ver de overwinnaars, de onberispelijk gewordenen juichend 'de lucht ingaan', (waarover 'de wereld' nu nog schatert, maar waarvan wij weten, dat het onze intocht in de onzichtbare sfeer is). - dat er in ons wezen opeens, in een ondeelbaar ogenblik, de 'flits' is....(1 Cor 15 v 32) en wij met die andere gelukkigen meegaan.
En daar zullen wij, door de genade van de Heer totaal onberispelijk gewordenen, onze Heer tegemoet gaan, (1 Thess 4 v 17) om als ere-escorte van Hem , mét Hem terug te keren naar de aarde, waar Hij zijn gezegend Presidentschap begint.
Wat een vooruitzicht....wat een taak....Maar God, Die ons roept, is getrouw; Hij zal het ook doen.
Dat is altijd een van de fijnste dingen voor mij om te horen, dat mensen zich na een gebed opgeknapt voelen; zoals jíj dat deed, toen na ons gebed voor jou: "Jezus...wilt u de behandeling overnemen?" en Jezus dat ook zo echt deed door die rust in je hart te leggen..
Wat is het ook goed om met God, zij het ook met gepaste eerbied te mogen spreken als met een Vader, die tevens Vriend wil zijn: "Pa...neemt u de behandeling over!?"
Maar de meest bijzondere vrucht van alle is toch wel, wanneer er een persoonlijke band ontstaat tussen God en mens, een relatie.
Daarvan wil ik je uit recente ervaring even een voorbeeld laten zien: vannacht kreeg mijn vrouw een hevige verkoudheidsaanval. Nu zijn wij allebei 80 plus, dus zo'n verstoring treft je wat delicater wordende persoonlijkheid toch wel erg.
In halfslaap probeerde ik wanhopig tot de Heer te bidden, aan Hem te smeken en Hem te danken, zoals dat zo mooi staat in Filipp 4 v 6.
We gingen zelfs nog een poosje het bed uit, wat midden in de nacht zo'n koude, rillerige ervaring is. Maar ook toen zochten wij onder een kopje thee het aangezicht van God in aanbidding.
De verkoudheid bedaarde op de duur. We pikten nog een paar uurtjes slaap en vanmorgen konden we onze taken volkomen normaal aan.
Nu zou je kunnen zeggen, Lilith: "Wat had dat nu allemaal om het lijf?!' Maar zo'n stille, door slaappogingen onderbroken gebedsstrijd in het holst van de nacht, versterkt toch op een niet-goed-uit-te-leggen manier je band met God, je persoonlijke relatie.
Dat valt 'naar buiten toe' niet goed uit te leggen. Maar ik denk, dat jij, Lilith, mij zult begrijpen, wanneer ik zeg: "Het Christenleven bestaat uit een voortdurend contact zoeken, met positieve instelling uiteraard, met Gods aangezicht. Dat gaat in 99% van de gevallen niet via grote gebeurtenissen, maar via stille ervaringen, die tot de vertrouwelijke omgang met God ,(Job 29 v 4) behoren .
Ik denk, dat je op de duur best iets met deze gedachten kunt, Lilith,
Wat een heerlijk verhaal vertel je daar. Maar ik zou je toch nooit vergeten zijn. Ik zou je in ieder geval zijn blijven gedenken als 'het meisje, dat mij zo goed hielp om te leren dupliceren'.
Jij weet dat niet eens meer. Maar vorig jaar, nog in de tijd van 'Forum oud', was het zo nódig, dat ik leerde dupliceren. En toen gaf jíj mij precies op de meest eenvoudige manier de richtlijn, hoe dat moest. En daar heb ik me toch een gebruik van gemaakt!:
Kort daarna kwam namelijk 'Forum nieuw' en kreeg ik toestemming om heel 'Vraag het Ger oud', over te brengen naar 'Vraag het Ger nieuw'. Ik bracht alleen de series over en telkens , wanneer ik weer zo'n hele bladzijde 'overseinde', dacht ik met dankbaarheid aan jou.
Maar goed; wat een glorie. Een eigen huis en een lieve huisgenote en een aardig voormalig zwerfkatje en een deeltijd studie theologie-toehoorder en voor je werk precies, wat je zocht: een werkkring bij een Christelijke sociale hulporganisatie.
Kind!....wat goed toch allemaal. En in al die omstandigheden is je geloof zo fijn gegroeid en heb je van de Heer zélf dingen geleerd, die geen mens je kan leren.
Weet je, waaraan ik dacht, toen je dat zo schreef, hoe de mensen jou gewoon zeiden: "Daar en daar is woongelegenheid" en al die andere dingen meer. Aan dat bijbelwoord in psalm 107 v 2: "God geeft het immers zijn beminden in de slaap".
Ik heb zelf ook een ervaring in dezen. Ik weet niet, of ik het je wel eens verteld heb. maar in -zeg- 1999 zei ik tegen de Heer: "Heer....daar zit ik nu met al die kennis, die dominee na prediker na voorganger na pastor na....mij ingepompt hebben. En ik ben 77 en ik ben huisman , omdat mijn vrouw lichamelijk gehandicapt is en ik ben echt helemaal aan huis gebonden. Wat móet ik nu?"
En in 2001 kreeg ik een e-mail en werd gezegd: "Heb je trek om eens op HQ te kijken".
Ik deed het, beantwoordde eens een vraag en toen ging het gauw. Ik kreeg mijn eigen sub-forum en daar kan ik nu alles kwijt in tot dusver al 2000 antwoorden. En wanneer ik de tijd krijg tot -laat ons eens wat zeggen- 2011, dan zal ik mij helemaal leegggegeven hebben.
Grapje hoor..grapje; de Heer maakt je aan de andere kant steeds voller, zodat je reservoir altijd gevuld blijft.
Hoe dan ook...voor jou en voor mij en voor al die anderen geldt: "Laat ons dan in 't duister held're lichtjes zijn... Gij in uw klein hoekje... En ik in 't mijn".