Daar is dan je eerste vraag: Wat is 'de derde hemel'. ..... Dat is me even iets gewéest voor Paulus!2 Corinthe 12 v 2). Uit alles merk je, dat hij dit kostelijk gebeuren nu voor het eerst vermeldt. Er klinkt een ietsjes terughouding in datgene, wat hij vertelt. Hij zegt niet eens zijn eigen naam, maar spreekt, alsof hij het over een ander heeft.
Wacht; ik herhaal even de teksten: "Ik weet van een mens in Christus.... ....veertien jaar is het geleden... - of het in het lichaam was, weet ik niet - of dat het buiten het lichaam was, weet ik niet -....God weet het... dat die persoon opgetrokken werd tot...DE DERDE HEMEL!! ... En ik weet van die persoon - of het in het lichaam of buiten het lichaam was, weet ik niet - ...God weet het... dat hij opgetrokken werd in het paradijs en onuitsprekelijke woorden gehoord heeft, die het een mens niet geoorloofd is uit te spreken..."
Nu verder met de toelichting: Dat Paulus de preciese tijd zo noemt, heeft hij van Ezechiël. Die noemt ook zo nauwkeurig de tijden, om een waarmerk van echtheid te geven.
O; dat plotseling weggerukt worden, veplaatst worden en dan opeens te zijn in de 'woonplaats der gezaligden'. O....wat een heerlijke plaats, dat paradijs. de plaats, waar de moordenaar aan het kruis nog op de vrijdagavond van Jezus' sterven aankwam, (Lucas 23 v 43), de plaats , waar het geboomte van het leven staat, (Openb 2 v 7). En dan hoor je daar woorden, die onuitzegbaar zijn, heerlijke klanken, waarvoor geen menselijke woorden zijn.
Gast....dat maakte de apostel Paulus allemaal een keer mee. Maar Gast, dit is nu niet een mededeling voor jou, die jij als kennisgeving kunt aannemen.
Jij...Gast!...jij kunt, als je de hand van de Heer Jezus vasthoudt, ná jouw overlijden in aardse zin, nog heerlijker dingen gaan zien. Ach...wie weet, misschien al wel eerder, maar dat laat ik nu verder maar.
Eens zul je, aan de hand van onze Heer en Heiland blijvende, God, de Vader der lichten, van aangezicht tot aangezicht mogen zien. Ja...je zult God mogen kennen, zoals Hij ís.
Je bent op het spoor gezet van zón kostelijke schat.
Ik zag net in een film iets over een beeld dat bloed huilde, een Christelijk beeld...in een kerk. En ik had er al eerder iets van gehoord..
Ik wil nu weten: Waar slaat het op, waarom gebeurd dat (komt het uit een bijbel verhaal?), en is er bewijs gevonden dat dit echt is?
Niem....
dit is in beginsel allemaal : AFLEIDING.
De duivel, onze grote tegenstander, is er altijd op uit, 'de vaart eruit te halen'... bij iedereen.
Er is niets rijker dan te kunnen belijden: "Jezus Christus is mijn Heiland, mijn Redder, mijn Verlosser...en bij alle heerlijke dingen die ik nog meer van hem zou kunnen noemen, is hij nu ook nog 'de Doper met de heilige Geest !!! O, wat een perspectieven voor mij...voor iedereen...!!!
En satan wil ons van ieder woord van deze belijdenis afhouden. En hij leidt ons af op alle mogelijke manieren.
En éen van die ongetelde manieren is: - "in Brunssum* staat een Mariabeeld, dat huilt. Ik ga er eens heen". (*: ik noem maar een willekeurige plaatsnaam). "Ze zeggen, dat mensen daar troost vinden, wanneer ze bidden, dat ze gered worden van hun zwaarmoedigheid, verlost van hun haatgevoelens".
Kijk, daar heb je nu zo'n voorbeeld. Later blijkt dan soms dat zo'n beeld wat hars uit het hout vrij liet komen, omdat het bijvoorbeeld warm was in het vertrek, waarheen het was verplaatst. Maar er zijn altijd weer mensen, die bij zo'n beeld een schijn-oplossing vinden voor hun problemen.
En nu Niem, ga ik iets zeggen, dat misschien verwarring kan scheppen.
De Heer God is zo oneindig goed voor ons mensen. Ik zou mij een streek kunnen voorstellen, waar de kennis omtrent Jezus in feite helemaal is 'weggesleten'. En ik wil de mogelijkheiud niet uitsluiten, dat God dan de meditatie van mensen, die daar knielen, op enigerlei wijze ombuigt tot iets beters.
(Dit durf ik dan weer niet te laten gelden voor mensen, die naar 'personen' toegaan, waarvan een 'roep van bijzonderheid', (lees: occultheid) uitgaat; dat is weer een station verder)
Maar nog eens: Al is het zo, dat God 'met een kromme stok best een rechte slag kan slaan'....de enige échte troost , beide in leven en sterven is déze: "Dat ik met lichaam en ziel, beide: - in het leven - ...én sterven niet mijn éigen eigendom ben, maar eigendom van mijn trouwe Zaligmaker, JEZUS CHRISTUS. - Met zijn dierbaar bloed heeft hij voor AL mijn zonden volkomen betaald - Hij heeft mij uit alle heerschappij van de duivel verlost - Hij bewaart mij volkomen in de wil van zijn en mijn Hemelse Vader. - Hij maakt het zo, dat alle dingen, die mij overkomen, voortaan tot mijn zaligheid dienen - Hij geeft mij zijn Heilige geest, die mij innerlijk verzekert van het eeuwige leven, dat wacht - Hij maakt mij zó, dat ik gewillig en bereid word om voortaan voor hém te leven. (vrij naar Zondag 1, vraag 1 van de Heidelbergse Catechismus)
Dus Niem; rechtstreeks naar Jezus. Als je op de duur, via 'een kaarsje branden' of zo, toch nog bij hem terechtkomt, is dat 'alle geluk van de wereld', een verdrietige omweg.
O ja Niem; híer vroeg je nu niet om, maar zie het als een toegift: Zo dikwijls ontmoet je mensen, die met mooie , warme stem dingen zeggen, die aangenaam klinken, die over God gaan.... (dus 'het zal wel goed zijn'). ....maar die niet de naam van Jezus noemen, terwijl God juist in Jezus gekend wil worden, immers; "Wie mij gezien heeft, heeft de Vader gezien", zegt Jezus, (Johannes 14 v 9).
Ook een afleiding , afkomstig vasn satans voorraardzolder, waar hij zakken vol van dat goedje heeft staan.
Verraad van Judas; noodzaak en verantrwoordelijheid
O Niem....,
Wat formuleer je dat mooi: Judas MOEST Jezus wel verraden. Want wannneer hij dat niet gedaan had, dan waren wij niet verlost. En dan die vraag: "In hoeverre is Judas hiervoor verantwoordelijk".
Onze Heer Jezus geeft zélf het antwoord; Matth 26 v 24: "De Mensenzoon zal heengaan zoals over hem geschreven staat, maar wee de mens door wie de Mensenzoon uitgeleverd wordt; het zou beter voor hem zijn, als hij nooit geboren was".
'De Korte Verklaring' .... en waarom zou ikzelf 'het wiel gaan uitvinden', nu het daar al zo goed staat ....tekent hierbij aan; "Jezus laat thans nog duidelijker de ontzaglijke schuld gevoelen, die de verrader op zich neemt. Heel de doodsweg van Jezus is door Gods raad bepaald. Die is 'stap voor stap' in Gods openbaring bekend gemaakt, ( zie bijvoorbeeld Jesaja 53 en 300 andere plaatsen in het Oude Testament, -aanvulling van mij-). Hier is 'een Goddelijk MOETEN, niet slechts menselijke willekeur in het spel. Dit neemt echter niet de verantwoordelijkheid en de schuld weg van de mens, door wie Jezus wórdt overgeleverd. Die mens zal in zijn klein-menselijk , creatuurlijk bestaan de straf op deze onbegrijpelijke zonde moeten dragen. Dat zal voor hem een eeuwige rampzaligheid betekenen. Het zou daarom beter voor hem zijn geweest, indien hij nooit het levenslicht aanschouwd had. Jezus handhaaft hier: - de menselijke aansprakelijkheid - naast de goddelijke voorbeschikking, zonder aan éen van beide ook maar iets af te doen. Terwijl hijzelf in de diepte van het lijden ingaat , huivert hij bij de gedachte aan het lot van zijn verrader".
Niem....ik acht het toch nodig, aan deze woorden iets toe te voegen. Jezus zélf geeft ons hier het goede 'gedachtevormingsvoorbeeld'. Zo dikwijls vragen wij ons met betrekking tot God af: "waarom doet God zus en waarom doet God zo".
Jesaja 55 v 8 en 9 zegt hierover iets zeer wezenlijks: "Mijn plannen zijn niet jullie plannen, en jullie wegen zijn niet mijn wegen-spreekt de HEER. Want zo hoog als de hemel is boven de aarde, zo ver gaan mijn wegen jullie wegen te boven, en mijn plannen jullie plannen".
En ook Deuteronomium zegt hierover diepe dingen: "Wat verborgen is, behoort de HEER, onze God toe. Wat openbaar is, komt ons toe". (29 v 29)
Jezus zelf duidde op een verborgenheid met zijn woord over Judas. Daar blijven wij verder af. Maar een geopenbaardheid is, dat wij beoordeeld zullen worden op onze daden.
En een geopenbaarde waarheid is deze: "God is liefde". En behalve dit heerlijke is ons zoveel geopenbaard. En daarmee mogen wij werken. Vind je rust nu maar in al die geopenbaardheden en laat de verborgenheden aan God over.
Natuurlijk is het mogelijk om in het leger van God te strijden, zoals dat in Openbaring bijvoorbeeld beschreven staat. Ik wil jou even bepalen bij Openbaring 11. Dan kom je wat vereisten en een profielschets tegen.
Voor we hier echter aan beginnen, eerst dit: in Openbaring 11 wordt wel een scala van vereisten genoemd, waarvan jij zult zeggen: "Ja zég....goeie morgen...ik hoef geen 'speciaal commando' te worden, zoals - in de wereld- die supercommando's, die nu in Afghanistan te veld gaan. Mijn bedoeling is gewoon 'soldaat' zonder al die groene baretten of zwarte baretten of zo. Beetje kalm aan".
In Openbaring 11 worden Christenen getekend, helemaal vol van de Geest, niet alleen maar gedoopt in die Geest, maar helemaal ermee doórgegaan.
Dat zijn de mannetjesputters- door genade van de Heer- die in de tijd van de Antichrist de verwaterde Christenen en verder ook alle aardbewoners op hun werkelijke taak wijzen. Dat wordt hun niet altijd in dank afgenomen. 'Teruggegleden' Christenen zullen hun geweten voelen spreken en juist extra giftig worden, omdat er geschud wordt aan hun schijnzekerheden.
Maar zó sterk zijn deze volkomen Geestvervulde volgelingen van Jezus, dat hun woorden zijn als vuur, dat de geestelijke dood betekent voor mensen, die zich verharden en de 'oogappels van de Heer ' blijven hinderen en kwaad doen, (5).
Zo machtig en alléen- tussen al die vele mensen- de goedheid van de Heer met zich dragend zijn deze 'getuigen van de eindtijd', (veel meer dan twee hoor), dat buiten hen geen zegeningen meer zijn en buiten hen geen geestelijk water meer te drinken is, maar alleen zielse en niet troostende redeneringen.( 6).
Niemand houdt het tegen hen vol, tot de antichrist zélf komt en hen doodt(7) .Maar ook hij houdt hen niet tegen. Juichend staan zij op uit 3½ dag dood en stijgen ten hemel zoals eenmaal de Heer Jezus.
Muse....doe nu zo: meld je bij de Heer Jezus.
Zeg gewoon: ............... Lieve Heer Jezus. mag ik in uw leger. En maak u mij maar bekwaam voor de taken, die u maximaal voor mij gereed hebt liggen. Dank Heer". ............. En dan kom je misschien heel verrassend ver.
5 Ik ken zovele edele niet-Christenen, die zich dan dadelijk van pijn moeten wentelen in de vlammen En ik ken ook onedele Christenen, die dan dadelijk vanuit hun rosige hemel daarop neerzien.
Niem....wat is 'edel' en wat is 'onedel'. De bijbel kent maar éen soort mensen, die uit Romeinen 3 v 23: "Iedereen heeft gezondigd en ontbeert de nabijheid van God".
De dingen zijn niet altijd zoals ze lijken.
Toen Christus, de eerste, werkelijk edele mens, zijn waarheden vertelde, was er wel eens deze reactie; (Johannes 6 v 60): "Dit zijn harde woorden. Wie kan daarnaar luisteren". Deze mensen vonden Jezus niet zo edel.
En aan de andere kant zijn er ook wel eens 'edele' mensen, die zeggen: "Ach....al die uitspraken van Jezus....: die moet je nu ook weer niet te nauw nemen: 'de weg en de waarheid en het leven'...kom kom...nou nou. Er zijn vele wegen, die naar de waarheid leiden".
En ze zeggen dat op zo'n mooie gedragen toon, dat je denkt: "Gunst...wat een diepe, gevoelige denker. Ik voel me helemaal gerustgesteld. Ik doe maar gewoon door".
Maar Ezechiël 33 v 8 zegt: "Als ik (God) tegen een slecht mens zeg dat hij zal sterven, en jij zegt hem NIET dat hij een andere weg moet inslaan, dan zal hij sterven door zijn eigen schuld, maar jóu zal ik voor zijn dood ter verantwoording roepen".
God vindt die edele mens van jou helemaal niet edel.
Wie in de hel komt, die komt daar terécht, op rechtvaardige gronden. En wie in de hemel komt , die komt daar door Gods genade.
Laat dat alles nu maar aan de Heer over. En bouw geen schijnredenaties.
Maar zorg jij nu maar dat je ingaat door de nauwe poort.
de hel als verdrietige eindbestemming voor ...velen...zeker niet allen.
Hallo Niem,
En dit was dus je vierde vraag:
4 En hoe moet ik nu mijn mensjes eens enthousiasmeren voor zoiets engs als : de hel
Niem....je hoeft niemand voor de hel te enthousiasmeren. In de bijbel wordt alleen gezegd dat de hel er IS als een dreigende eindbestemming.
In zekere zin IS de hel er nog niet vóor het eindoordeel van Matth 25. 'De gelijkenis van de rijke man en de arme Lazarus' uit Lukas 16 spreekt duidelijk uit, dat er in dít tijdsgewricht alleen sprake is van 'het dodenrijk', met een lichte en een donkere kant, die definitief van elkaar gescheiden zijn door een onoverbrugbare kloof.
Aan de lichte zijde, 'in Abrahams schoot' vertoeven diegenen, die naar het voorlopig oordeel van God bestemd zijn voor het eeuwige leven. Aan de donkere zijde zijn 'in voorlopige hechtenis' diegenen, die naar het oordeel van God bestemd zijn voor de eeuwige veroordeling.
Nu kun je zeggen: "Dat blijft toch maar een 'spelen met woorden' "
De rijke man had het 'aan de donkere zijde van het dodenrijk' toch al zó moeilijk, dat het eigenlijk niet slechter met hem gesteld kon zijn dan hij het al had: schreeuwende dorst en een gewaarwording van pijndoende vlammen. (24).
Maar toch was hij alleen maar in voorarrest. Ik zeg niet, dat zijn toestand in de hel slechter zou worden, (dat kan welhaast niet). Maar evenmin als de toestand voor een definitief veroordeelde nu slechter wordt na het uitspreken van het vonnis, is voor de definitief veroordeelden de kwelling van de hel alleen maar dít 'extra': dat alles nu voor alle eeuwigheden volstrekt onveranderlijk is.
Maar denk nu niet, dat God alles en iedereen, die niet precies volgens onze menselijke ideeën Jezus erkend heeft als zijn Redder en Verlosser en Bevrijder en Zaligmaker, volgens een zeker automatisme in de hel gaat gooien.
Nee; dat loopt allemaal veel subtieler. In Romeinen 2 v 14 wordt een heel ruime deur geopend voor diegenen, die niet van Jezus en God hebben kúnnen weten. Een 'jazegger' in de vijfde eeuw voor Christus in 'wat tegenwoordig Peru heet', die altijd heeft gehongerd en gedorst naar de gerechtigheid ,zonder die ooit te vinden, gaat horen tot die groot groep volkeren, Matth 25 v 32, die volgens dit schriftgedeelte vragen aan Jezus: "Heer.....wij hebben u eigenlijk nooit gekend....en hoe zouden wij u dan ooit hebben kunnen dienen",( v 3, met dat heerlijke antwoord als slot.(v 40).
En daarna gaat die beschadigde schare naar het licht door de wonderbare deur. En aan het eind vinden zij dan in het paradijs de boom des levens, (de reeds eerder gezaligde gemeente van de Heer), en zij eten zich gezond aan de bladeren en de vrucht van die gemeente.(Openbaring 22 v 21).
De hel is er uiteindelijk alleen voor die mensen, die op aarde, zonder ooit te vragen naar God, net als die rijke man, maar hebben genoten van de stoffelijke dingen, (Lucas 16 v 19) en nooit of te nimmer ook maar enige aandacht hebben besteed aan de ellende, vlak bij hen. (20 en 21). Mensen, zonder enig spoortje van geestelijk leven, dus niet vallende onder de heerlijke regel van Romeinen 2 v 24, hebben na hun dood zulk geestelijk leven ook niet te verwachten. 'Geestelijk dood' in het aardse leven blijft 'geestelijk dood' in het hiernamaals. En zelfs voor die ongelukkigen blijft er een rest-genade. Immers: Lucas 12 v 48 zegt: "Maar wie niet weet wat zijn heer wil en zo handelt dat hij slaag verdient, zal weinig slagen te verduren krijgen". Zelfs in de hel is er geen uniformiteit. Er laten zich mensen denken, die eigenlijk 'neezeggers' zijn, maar die 'zrm van geest' waren, zonder voorrechten, gaven, goederen, gelegenheden, krachten, gunstige omstandigheden, wegen en middelen, zonder licht en kennis...zulke mensen hebben een lagere graad van bewustheid en opzettelijkheid van zondigen. Daarmee samenhangend is er ook een verschil in grootte van schuld. Alle ongehoorzaamheid of overtreding van Gods gebod is zonde en wordt gestraft, (In deze geest de 'Korte Verklaring'). Maar er kan dus sprake zijn van 'weinige slagen' en voor 'neezeggers' met een sterke aardse positie van 'veel slagen'.
Ik heb overigens deze idee, dat er in de heidenwereld van vroeger en nu, ongetelde scharen zullen zijn, die onbewust wél naar de enige, ware God hebben uitgezien, zoals ik dat boven beschreef.
Enthousiasmeer je hoorders niet voor de hel..,..noem die afschuwelijke mogelijkheid alleen eerlijk als de eindbeloning voor alle kern-egoïsten, die hooguit hun totale geestelijke armoede verbloemen onder een sausje holle, maar goedklinkende woorden.
Enthousiasmeer je hoorders voor de hemel, de eeuwige plek, waar de' jazeggers' allen uiteindelijk hun volle wasdom krijgen in de eeuwigheid bij God.
3 Hoe moet ik nu toch die vreselijke verhalen vertellen, te beginnen met Jericho, dat door Jozua volledig en volledig werd uitgemoord, ook de lieve, kleine babytjes; de runderen, de schapen en de ezels werden ook gedood; zelfs die werden bij deze 'toedeling van de dood' niet vergeten. (Jozua 6 v 21). En de moordenaars maar roepen: "Dit is het begin, wij gaan door met de strijd". Nou...en dat hebben ze gedaan !
Niem,
Deze zaak met Jericho en al die andere steden, waarover in Jozua wordt bericht, is een aangelegenheid met heel lange adem. Dit alles speelt zich af zo omstreeks 1400 voor Christus.
En zo omstreeks 2000 voor Christus was er een gesprek tussen de Heer God en Abram. Eén zinsnede daarvan geef ik je nu; Genesis 15 v 13:
" Toen zei de HEER: 'Wees ervan doordrongen dat je nakomelingen als vreemdeling zullen wonen in een land dat niet van hen is en dat ze daar slaaf zullen zijn en onderdrukt zullen worden vierhonderd jaar lang. (14) Maar ik zal hun onderdrukkers ter verantwoording roepen, en dan zullen ze wegtrekken, met grote rijkdommen.... (16) Pas de vierde generatie van je nakomelingen zal hierheen terugkeren, want pas dán hebben de Amorieten zoveel misdaden bedreven dat de maat vol is' ".
De HEER voorzegt hier al zeshonderd jaar van te voren dat de Israelieten Egypte, het land van hun onderdrukkers, zouden verlaten met veel kostbaarheden, (Exodus 12 v 35 en 36), niet voor zichzelf overigens, maar voor de te bouwen tabernakel van de HEER, een zaak, die ze zich niet realiseerden, want ze zullen zich , als eenvoudig slavenvolk wel hebben afgevraagd: "Wat moeten we toch met al dat goud, zilver, koper enz. en met al dat prachtige fijne linnen en met die massa's wol en geitenvellen en ramsvellen en acaciahout enz, Exodus 26.
En de Amorieten hadden 600 jaar gekregen om terug te komen van hun boze wegen met uitzondering van Sodom en Gomorra, Adama en Zeboïm, (Genesis 18 en 19), voor wie dit uitstel niet gold vanwege hun buitengewone, zelfs voor die streken 'de pan uit rijzende' zonden.
En toen na 600 jaren de tijd van genade voor de Amorieten voorbij was, zei de HEER nóg:(Exodus 23 v 30): "Ik zal de bewoners van het land voor u uit verdrijven". Zelfs tóen nog gold in eerste aanleg; een restgenade: verdrijven. Maar wat deed Jericho; Jozua 6 v 1: zij líeten zich niet verdrijven. De poorten waren gesloten, de stad was afgegrendeld: de inwoners lieten het op de strijd áankomen en zo ging het de hele tijd verder bij de verovering van Kanaän.
Je hebt nu gezien, dat er tijden van genade en restkansen waren in overvloed. En dan de rest van je bezwaar: natuurlijk waren er honderden en honderden schattige kleine kindjes in Jericho en die werden ook gedood.
Maar voor hen en la de andere inwoners van Jericho gold: de dood is niet het laatste. Op een dag zullen volgens Matth 25 al de mensen, die ooit op aarde geleefd hebben..... met uitzondering van degenen, die Jezus al eerder rond zich verzameld heeft als 'de voortrekkers van zijn gemeente'( lees onder andere 1 Thess. 1 v 16-1 ....voor Jezus staan en velen van hen zullen de poort naar het leven binnengaan.
En ook al die babytjes zullen daar zijn. En de Heer Jezus zal over alle mensen een rechtvaardig oordeel uitspreken. Hoe dat in zijn werk zal gaan, gaat ons verstand te boven. Maar velen zullen tot het eeuwige leven ingaan en laat die babytjes nu maar aan de Heer Jezus over.
De dingen hebben in die tijd en met die voorgeschiedenis zo moeten gaan Niem.
Wij leven nú in het heden van de genade. De roepstem gaat nu tot ons uit: "Bekeer je en geloof het evangelie".(naar Handelingen 2 v 37), waarna een 'tijd van genade' is gevolgd van nu al 2000 jaar.
Aan ons allen de waarschuwing: "waakt".
Voor de Amorieten en Ferezieten enz enz liep het heel verdrietig. Laat ieder van ons ernaasr streven, dat het voor hem of haar blij gaat lopen , wanneer de dag van de afrekening er is, die voor ieder van ons een andere dag kan zijn, tot tenslotte voor ons allen die éne dag komt......
2 waarom zou ik, een paar honderd kilometer verderop geboren, niet een islamitisch meisje kunnen zijn, die met mededogen naar die arme, dwalende Christenen keek.
Die vraag stellen, is eigenlijk niet juist. Micha 6 v 8, dat ik gisteren met je behandelde, zegt: "Wandel ootmoedig met uw God". En dit is nu eenmaal de weg, die hij je laat bewandelen. Hier...in Holland...in een Christelijke sfeer. Eigenlijk kun je niet anders. In zijn grote, eeuwige raadsbesluit heeft God deze plaats en deze weg voor je vastgelegd.
Dat neemt niet weg, dat er in Dakar zeker wel een lief Islamitisch meisje zal wonen, dat tegen Christenen aankijkt, zoals jij dat omschrijft. En wanneer dat meisje in haar hart eigenlijk een zoeker is naar de enig ware God, is er alle kans voor, dat ze de Vader van Jezus Christus nóoit vindt. Is dat meisje dan verloren?
Weet je wat Romeinen 2 v 14 zegt: "Wanneer toch heidenen, die de wet (of: de kennis omtrent God en Jezus) niet hebben, van nature doen wat de wet gebiedt , dan zijn dezen, ofschoon zonder wet, zichzelf tot wet; immers zij tonen, dat het werk van de wet in hun harten geschreven staat, terwijl hun geweten medegetuigt en hun gedachten elkaar onderling aanklagen of ook verontschuldigen".
'Jazegggers' ten opzichte van God zijn over de hele wereld verspreid. Sommigen van hen kunnen de weg naar de ware bron niet vinden en kunnen het niet verder brengen dan met een nog enigszins goed werkend geweten het beste maken van wat ze hebben. En bij het grote eindoordeel van Matth 25 zeggen ze verbaasd tegen de Heer Jezus: "Heer....ik heb eigenlijk nooit van u gehoord. Zo nu en dan heb ik wel eens iets vernomen van domme Christenen. Maar het kwam allemaal zó vervormd tot me, dat ik er nooit iets mee heb kunnen doen. En nu mag ik toch in het koninkrijk binnen???"
En je kunt in Matth 25 het antwoord van de koning lezen.
Daarom: wanneer jij in Dakar geboren was en je was in je innerlijk een' jazegger' tegen God geweest, dan had je met een nog goed werkend geweten toch uiteindelijk aan Gods normen voldaan.
En wanneer je in Nederland geboren bent temidden van allemaal Christenen en je bent in je hart een 'neezegger', dan gaat het verkeerd.
Zorg jij nu maar, een 'jazegger' tegen God en Jezue en de Heilige Geest te worden en maak je maar geen zorgen over 'meisjes in Dakar'.
Een doordenker zou nog kunnen zeggen: "Dus maar helemaal geen zending meer. De 'jazeggers' komen immers toch wel terecht". Nee...het zendingsgebod van Marcus 16 v 15 ligt er als een lieflijke opdracht. En een geaktiveerde 'jazegger' door jouw prediking wordt veel gelukkiger en vruchtbaarder dan hij zonder jou had geworden.
Ik tracht ze wat 'hapklaar' te maken voor beantwoording.
1 Waarom is het Christelijk geloof het enig ware geloof. Waarom niet islam? 2 waarom zou ik, een paar honderd kilometer verderop geboren, niet een islamitisch meisje kunnen zijn, die met mededogen naar die arme, dwalende Christenen keek. 3 Hoe moet ik nu toch die vreselijke verhalen vertellen, te beginnen met Jericho, dat door Jozua volleding en volledig werd uitgemoord, ook de lieve, kleine babytjes; de runderen, de schapen en de ezels werden ook gedood; zelfs die werden bij deze 'toedeling van de dood' niet vergeten. (Jozua 6 v 21). En de moordenaars maar roepen: "Dit is het begin, wij gaan door met de strijd". Nou...en dat hebben ze gedaan ! 4 En hoe moet ik nu mijn mensjes eens enthousiasmeren voor zoiets engs als : de hel 5 Ik ken zovele edele niet-Christenen, die zich dan dadelijk van pijn moeten wentelen in de vlammen En ik ken ook onedele Chreistenen, die dan dadelijk vanuit hun rosige hemel daarop neerzien.
Niem...voor de beantwoording hebben wij mogelijk meerdere topics nodig. Laten we maar bij de eerste vraag beginnen:
1 Waarom is het Christelijk geloof het enige ware geloof. Waarom niet islam?
Er zijn op de wereld naar schatting 1,8 miljard Christenen van allerlei soort. Er zijn ook 1.4. miljard Islamieten van allerlei soort. Dan zijn er ook miljarden Hindoes, Boeddhisten, Confucianisten enz enz. Die godsiensten strijden om onze aandacht. Eigenlijk zijn het eftallen, die ons als supporters willen hebben. Ze hebben allemaal ergens een basis, waar ze sterk zijn door allerlei omstandigheden. Weinig geboren Amsterdammers zullen Feyenoordfan zijn en omgekeerd. Zo zullen ook weinig geboren Saoedies Christen zijn. Maar over dit punt kom ik nog te spreken.
Maar net zoals het Feyenoordclublied het zo treffend zegt: "Geen woorden, maar daden", zo geldt dat ook voor de godsdiensten. Wat is het eindresultaat?
En heb je ooit van een andere godsdienst gehoord dan het Christendom, waarbij God zó roerend spreekt met de zijnen als -bijvoorbeeld, om nu maar eens van de duizenden voorbeelden te noemen- in Micha 6 v 8.
De mensen voelen wel, dat er iets fout zit tussen hen en God. Zij komen met allerlei dwaze plannen: - zullen we nog méer doen om u gunstig te stemmen? - nog méer offers; we zouden tegenwoordig kunnen zeggen: nog meer giro'tjes voor goede doelen - nog méer dieroffers; tegenwoordig zouden wij kunnen zeggen: nog méer lofprijzing, aanbiddingsdiensten, massaconferenties. - moet ik het liefste geven wat ik heb, om maar iets te kunnen verdienen, om bij u in een goed blaadje te komen. (v 7).
Maar de Heer zegt: "Welnee...welnee....jullie behoeven het liefste wat je hebt niet te offeren..." En wíj weten tegenwoordig, dat híj het liefste wat hij heeft, geofferd heeft om onze zonden te verzoenen, zijn eniggeboren Zoon, beter dan miljoenen dieren, beter dan kiloliters olie.(7) En de Heer gaat verder: "Jullie weten heel goed, van oudsher af, wat goed is en wat ik van je wil: - recht doen - trouw zijn - nederig en vertrouwend de weg gaan die ik voor jou bestemd heb".
En wij weten tegenwoordig nog meer van de samenhang.
Sedert dat unieke voorbeeld van Abram: "Abram vertrouwde op de HEER en deze rekende het hem toe als een rechtvaardige daad", "Rekende het hem tot gerechtigheid",(Genesis 15 v 6). zijn er in de geschiendenis té weinig mensen geweest, die gewoon de Heer vertrouwden, leefden uit zijn genade. En uit die genade zou voor hen 'recht doen' en 'trouw zijn' en 'Gods wegen wandelen' zijn voortgekomen. En die heerlijke dingen zouden nergens anders, uit geen eigen werken zijn voortgekomen.
En nu is dit het heel bijzondere van het geloof van Jezus: ALLE andere godsdiensten spreken van wetten, die nageleefd moeten worden, dingen die gedaan moeten worden, prestaties die geleverd moeten worden. En het geloof van Jezus zegt: "Niets van dat alles. Dat is allemaal nutteloos gedoe. Het brengt je niets verder. Het helpt je van de wal in de sloot, maakt je tot een huichelaar, die 'doet alsof' of tot een wanhopige, die in doffe berusting neerligt. Leef uit mijn genade, zoek mijn koninkrijk van genade en al die heerlijke dingen van 'rechtdoen' en 'trouw' en 'gewillig mijn weg gaan' vallen je toe. 'Ik ben', noemde ik mij ooit tegen Mozes. Maar je kunt ook zeggen, dat die naam betekent 'Ik zal er zijn'. En iderdaad ben ik er voor jullie om jullie in mijn genade veilig te doen zijn en heerlijk dankbaar-zeker. Geloof dat het offer van mijn Zoon, (mijn eigen offer) een verzoening is voor al jullie zonden en je zult behouden zijn.
Al die andere godsadiensten hebben wetten van strenge goden of ze hebben -om het gemakkelijk te maken- heel lichte wetten, die het innnerlijk leven niet raken- zodat je met heel weinig inspanning kunt denken veilig te zijn. Het Christendom heeft genade van een goede God.
Al die andere wetten geven nooit zekerheid. Een Christen mag rusten in de zekerheid van "Het is volbracht".
Ja , van die winnende club wil ik een supporter, sterker nog, een speler zijn. Gods woorden zijn daden, daden, die het uiteindelijk winnen van alle vonden, die gezocht worden.
Je andere vragen zijn zo belangrijk en zo groot, dat ze aparte topics verdienen.
Krijg je bij bekering de doop in de Heilige Geest compleet erbij ?
Dag Niem,
Bij het lezen van jouw vraag viel mijn aandacht vooral op die eerste regels: "Bij bekering word je gevuld met de volle volheid van de Geest Gods. Je krijgt hem op dat moment dus compleet...niet half...niet 'een beetje'...maar...: helemaal!".
Nee...zo is het toch níet Niem.
Bij bekering, wedergeboorte, 'doop in de Heilige Geest' en 'vervulling met de Heilige Geest' zijn stádia te onderscheiden. Nooit is er sprake van enig automatisme. Nooit gaat er bij God iets automatisch.
Neem nu Lucas 22 v 32. Bij het pesachmaal zegt Jezus tegen Petrus: "En gij....als gij eenmaal to bekering gekomen zijt, versterk dan uw broederen". Iets mminder pregnant staat dat in de NBV: " Als jij eenmaal tot inkeer bent gekomen, moet jij je broeders sterken". Was Petrus dan niet bekeerd? Hij had al de grote belijdens gedaan: "Gij zijt de Christus, de Zoon van God". Maar na de eerste, oppervlakkige aanraking met het het geloof in Jezus moet die bekering zich verdiepen via ervaringen van eigen tekort, zoals Petrus die kort daarop had met die verloochening. Bittere tranen zijn soms nodig om van bekering in de ziel tot bekering in de geest te komen. Dat kan je 'inkeer' noemen.
En....wedergeboorte...het 'opnieuw geboren worden'...zijn mensen soms automatisch wedergeboren? Nee...1 Petrus 1 v 23 wijst ons de weg: "heb elkander lief als mensen, die opnieuw zijn geboren, niet uit vergankelijk maar uit onvergankelijk zaad, door Gods levende en altijd blijvende woord". De bekering, ja ook de diepere bekering openen nog maar de weg tot meer feestelijke ervaringen. Je wedergeboorte voert je binnen in de denksfeer van God, weliswaar nog maar als babytje, maar toch.... : Je komt steeds meer binnen in de wereld van God, waar je uiteindelijk behoort te zijn. Dus liefdevolle, toegenegen lezing van Gods woord is nodig. Een gretigheid daarnaar behoort je te vervullen, evenals dat het geval was bij Jeremia, die mocht getuigen: (Jeremia 15 v 16): "Altijd als ik uw woorden hoorde, AT IK ZE OP". NBV, wat kalmer; "Telkens als ik uw woorden hoorde, nam ik ze als voedsel tot mij. Uw woorden gaven mij een diepe vreugde, want ik behoor U toe o Heer!!!".
En dan...van wedergeboorte naar 'doop in Gods Geest'. De vraag van Paulus aan die twaalf mannen in Efeze: "Hebben jullie de Heilige Geest ontvangen toen jullie het geloof aanvaardden". De Heilige Geest was er niet vanzelf. Paulus moest ze er wel de handen voor opleggen.
En in Samaria toch ook zo: Handelingen 8. Er was al blijdschap. maar.....in vers 15 staat; "Nadat Petrus en Johannes waren aangekomen baden ze, dat ook de Samaritanen de Heilige geest mochten ontvangen. (16): want deze was nog op niemand van hen neergedaald; ze waren alleen gedoopt (als teken van wedergeboorte) in de naam van de Here Jezus.17: Na het gebed legden Petrus en Johannes hun de handen op en zó ontvingen ze de Heilige Geest".
Dit stadium wordt in dit geval begeleid door een zichtbare handeling: het opleggen van de handen.
In Efeze 5 v 18 raadt Paulus aan de gemeente van de Efeziës aan: "...Laat de Geest u vervullen". En naar het oordeel van velen was deze gemeente tot de hoogste toppen van inzicht gevorderd. Maar er is altijd nog meer heerlijks.
Nu zul jij- Niem- zeggen: "Och Ger....we zeggen het even wat anders, maar in feite bedoelen wij hetzelfde".
Maar zó is het toch niet. Het is waar: ieder, die zich tot Jezus bekeert, staat aan de deuren van een schatkamer en elke nieuwe deur leidt tot grotere schatten. Maar je moet wel deur voor deur opendoen en dat kost wel wat geesteskracht.
Napoleon zei ooit: "Iedere soldaat draagt de maarschalksstaf in de ransel". Maar die volledige promotie tot de hoogste rangen kwam er in het overgrote gedeelte van de gevallen niet uit.
In de bekering mag geen sprake zijn van afwachten.
In hetgeen wij bereikt hebben...in dat spoor dan ook VERDER", zegt Paulus in Filipp 4 v 16.
- Waarom gaan er in mijn naaste omgeving zoveel mensen, juist ook Christenen, dood - waarom is er überhaupt zoveel ellende in de wereld, juist in deze eindtijd. - en over die vragen discusieer je dan met een naar het 'satanistische' neigende vriend
Niem....alle narigheid op deze wereld is door de tegenstander van God, de duivel , teweeggebracht. En omdat hij een aartsleugenaar is, ja: de 'vader van de leugen',(Johannes 8 v 44) geeft hij er God de schuld van.
Als er in je naaste omgeving verdrietige dingen gebeuren, is het goed om in ieder gevzl nooit te denken: "Het is de schuld van God". Ja zelfs is het goed om níet te denken: "Waarom doet God hier niets aan".
Denk er vooral aan, dat de dood het einde niet is, voor geen enkel mens. Iedereen bestaat eeuwig voort. Als een mens in liefde tot de Heer Jezus heeft geleefd, ook al is dat bij jonge mensen nog niet zo bewust, wacht hem of haar een heerlijke, eeuwige toekomst bij de Heer. Dus bedenk dat ook, wanneer je treurt om beminden. Het zal je op de duur troosten.
En wat de wereldellende betreft: de strijd tussen God en satan is in zijn eindstadium. Satan is heel grimmig bezig. Hij weet dat hij weinig tijd meer heeft(Openb 12 v 12. Daarom 'wegen deze loodjes het zwaarst'.
Niem, kom aan de goede kant met al jouw denkkracht. Láat die satanistische vriend. Hij is levensgevaarlijk voor je, Judas 23 en 24.
- Vraag God om de genade van diepe bekering - Vraag hem om de genade van de wedergeboorte - vraag hem om de doop in de Heilige Geest. De gaven en vrucht van die Geest zul je in deze eindstrijd hard nodig hebben.
Er zijn al zovele uitstekende dingen gezegd, dat ik het over een heel andere boeg moet gooien om nog iets toe te kunnen voegen.
Niem, ijdelheden- ook dát is al gezegd- hebben in de bijbel een iets ruimere betekenis, dan jonge, vrolijke, er graag goed uitziende mensenkinderen, er in eerst eaanleg achter zoeken.
Van het hiernavolgende zal jij misschien zeggen: "Nu ja...goedbedoeld....maar hier kan ik niet zoveel mee".
Maar goed; komt-ie:
In Deuteronomium 32 v 21 zegt de Here: "Zij krenken mij met hun ijdelheden".
De Heer God spreekt er hier over, dat er mensen zijn, die Hem wel terdege gekend hebben. Maar op een gegeven ogenblik verveelde de dienst van de Heer hen. Zij gingen allerlei andere dingen bedenken en besteedden daar hun energie aan.
Ik heb een jongeman gekend, die echt wel een tijd lang met de Heer op pad was. Maar op een gegeven ogenblik was het allemaal 'beetje gewoontjes' in zijn idee en toen las hij een spannend boek: "Waren de goden kosmonauten". En uitgaande van dat boek had hij al gauw een hele kast vol moet boeken over ufo's en geheimzinnige beschavingen en achtergebleven tekenen op hoogvlakten.
En toen ik hem na jaren weer eens sprak, zat hij vol met ideeën op dat gebied en voor de Heer was er ook niet meer het kléinste plaatsje overgebleven in zijn hart.
Ijdelheid in deze zin is dus eigenlijk alles, waar je in feite voor je geestelijke groei niets aan hebt, maar waar je toch in investeert.
Op dit soort ijdelheid duidt het boek Job ook, wanneer daar gezegd wordt; 31 v 31: "Betrouw niet op ijdelheid...je komt bedrogen uit....ijdeheid is je vergelding".
Nu zou iemand kunnen zeggen: "Maar dit werd gezegd door Elifaz. En die Elifaz was toch 'geen goeie'. Later kreeg hij toch een standje van God, (42 v 7). Goed, laat dit dan zo zijn, maar dat laat toch onverlet, dat Elifaz ook wel eens goede dingen zei.
Ik heb een man gekend, die het helemaal had ontdekt: een dieet van noten en zuidvruchten, net als in 'Shrangi La', een vallei ergens. Daar kon je heel oud mee worden.
Ik sprak hem over de goede dingen van God, die de potentie hadden om zelfs zijn hele lichaam te genezen, (Spr 4 v 22).
Nee, dat was dan niet zo, hij hield het maar bij zijn geïmporteerde abrikozen.....hij was toch nog gezond, nou dan... Maar éen keer sprak hij mij , aan het eind van zijn leven toe, temidden van al zijn zuidvruchten: "Ach....wat is het allemaal...het hele leven...éen gang naar het graf".
Zeg nu niet, dat ik er voldaan bij zat, zo van "Boontje komt om zijn loontje". Ik voelde me heel sneu op dat moment.
Maar zijn 'gezond leven' had op dat moment geen antwoord voor hem.
En dan is daar verder Prediker. Hij is toch wel echt de man, die er diep op is ingegaan. Wat er toch allemaal ijdelheid is en najagen van wind. Zelfs 'jeugd en jonkheid' zijn ijdelheid, 11 v 10. Daarmee bedoelt Prediker, dat je op je jeugdige kracht niet moet vertrouwen, als iets, dat je altijd bij zal blijven. Ach nu ja; ik heb ook wel de zekerheid gezocht in mijn jongemannenkracht, want- zonder er nu nog op te pochen- ik ben vroeger heel sterk geweest. Maar nu met mijn 81, stond ik te plukken aan een zwaar pak. Mijn 14-jarige kleinzoon, een 'beer van een knul' kwam erbij en zei: "Opa...schei maar uit. Doe ik wel even". En ik zag hem fier naar huis lopen, spelende met dat gewicht.
Niem....houd jij het nu maar op al die andere goede antwoorden. Neem híervan mee, wat je nu of later gebruiken kunt.
Je noemt daar twee heel verschillende zaken: - kleine benepen gedachten jegens andere mensen, zoals bijvoorbeeld; "Waarom rijdt hij in zo'n grote auto. Dat kan toch best wat minder". - vloekwoorden en smerige, absurde gedachten, die soms door je hoofd heen razen en je even ontregelen.
Dat eerste heeft te maken met een brein, dat zich nog niet voldoende 'volgezogen' heeft met de heerlijke gedachten, die God ons wil geven, wanneer wij ons echt, diep bekeerd hebben, wedergeboren zijn en vervuld zijn met met de Heilige Geest. Dan worden je gedachten niet meer zo snel weggelokt van de oprechte en zuivere toewijding aan Christus, ( 2 Corinthe 11 v 3) om in plaats van met hém, je gedachten te vullen met 'vuilnis'. Dan wijken de gedachten aan allerlei futiliteiten, om dat je er oog voor krijgt, dat het je nog onrijpe geestelijke gesteldheid was, die je allerlei verlangens en gedachten, die maar in je opkwamen , deed volgen, (Ef 2 v 3). Dan ga je er steeds meer naar verlangen, dat de vrede van God, die alle verstand te boven gaat, je hart en je gedachten in Christus Jezus gaat bewaren, (Filipp 4 v 12).
Maar wat dat tweede euvel betreft: ook al ben je nog zo vergevorderd....de duivel wil je altijd plagen met absurde ideeën, die opeens bij je opkomen. Hij brengt soms ook vloekwoorden bij een Christen binnen, zuiver om die volgeling van Jezus te ontregelen.
In het eerste geval maakt de duivel gebruik van je geestelijke onvolwassenheid om je dingen te laten denken, die een Christen onwaardig zijn.
In het tweede geval deelt de 'wetteloze' plaagstoten uit in een tijd, dat hij verder niet veel kan beginnen. Om de zaak warm te houden, om een kind van God te kwellen, laat hij soms 'zijn zwarte vogels van het kwaad' over je hoofd vliegen. Daar kan jij niets aan doen. Je kunt er zelfs niets aan doen, wanneer je geraakt wordt door smerige uitwerpselen van de hel. Maar wat je wel kunt doen, is dit: wanneer zo'n nare , absurde gedachte op je neerregent, stel je dan direct te weer. Zeg gewoon, wat je al zo dikwijls zegt: "Satan...in de naam van Jezus verbied ik jou mij op die manier aan te vallen. In de krachtige naam van de Heiland gelast ik jouw 'vuile vogels' om weg te gaan".
Met deze dubbele raad hoop ik je te kunnen dienen.
Want jouw welzijn, Djmexx.... hoe lang kennen we elkaar nu al weer... gaat mij zeer ter harte.
Daag Ger
O ja; nog even iets, dat me achteraf te binnen schiet: Satan kan ook in je dromen komen met nachtmerries. Wanneer je daarvan met verdrietige en 'in de war zijnde gedachten' wakker wordt, is het goed om de Heer te gaan loven en prijzen om zo over die 'kater' heen te komen. Maar er is nóg iets: in de slaap ligt je gedachtenleven heel weerloos terneer. Eén keer zond satan aan de slapende Elifaz (Job 4 v 12- 21) een afschuwelijke nachtmerrie, die appelleerde aan een onjuist Godsbegrip, dat overdag niet zo bij hem leefde, maar dat in de slaap kon worden 'bevrucht'.
En dat kan jou ook overkomen. Vraag in zo'n geval maar in je verslagenheid na afloop van zo'n naar gebeuren met psalm 139 v 24: "God....zie of ik geen verkeerde weg ga, en leid mij over de weg die eeuwig is".
1.Voeden jullie jullie kinderen Christelijk op en verwachten van ze dat ze braaf Christelijk blijven. En stuurt ze naar een Christelijke school en laat ze elke week naar de kerk gaan?
2.of geef je ze liever de ruimte om andere geloven te verkennen? Stuurt ze naar een openbare school en geeft ze keuze of ze naar de kerk willen?
1 of 2 en waarom?
Mijn antwoord:
Een kennelijk tendentieuse vraag. Een vraag, waarop eigenlijk maar éen antwoord in redelijkheid mogelijk is; "Twee natuurlijk!!".
Aan de ene kant dat bekrompen, 'met de nachtschuit-achtige':'braaf christelijk blijven'.... het ontbreekt er nog maar aan dat hier gestaan zou hebben 'gristelijk'
....en aan de andere kant dat heerlijk onbekrompene, eigentijdse: "Keuzevrijheid".
Maar wat zegt de bijbel:(Deuteronomium 4 v 19): ""Vergeet nooit wat u met uw eigen ogen gezien hebt, maar houd de herinnering daaraan levendig en vertel alles door aan uw kinderen en kleinkinderen" Ook: "opdat uw kinderen het aan uw kleinkinderen leren", NBG.(v 10) en Deuteronomium 6 v 4- 7: ""Luister Israel; de HEER onze God....DE H E E R is enig!!! Heb daarom de HEER lief met hart en ziel en met inzet van al uw krachten.Houd de geboden die ik u vandaag opleg steeds in gedachten. PRENT ZE UW KINDEREN IN een spreek er steeds over, thuis en onderweg, als u naar bed gaat en als u opstaat". Deuteronomium 11 v 9: "Prent de woorden van God bij uw kinderen in".
En dan laat ik Deuteronomium maar even en noem de tekst, die ik als eerste uit mijn hoofd kende, toen ik die als 12-jarige aan de muur zag hangen van het vertrek, waar ik met de andere jochies bijeen was in de 'knapenvereniging'.(Spreuken 22 v 6): "Leer een kind van jongsaf de juiste weg, en het zal er niet van afwijken, wanneer het oud geworden is", of...zoals ik dat nog in de oude Statenvertaling zag en telkens weer moest lezen, omdat ik erg op 'lezen' was ingesteld: "Leer den knaap de eerste beginselen naar den eisch zijns wegs; als hij ook oud zal geworden zijn, zal hij daarvan niet afwijken".
Ik laat het hier nu maar even bij. In het Nieuwe Testament zullen er zeker nog meer teksten zijn. Maar dit is wel even genoeg. De Heer weet, wat wij ons dikwijls maar moeilijk voor ogen kunnen stellen: dat de satan, de gemene tegenstander, er altijd op uit is om het woord van de Heer zo snel mogelijk uit kinderhartjes te roven. En de duivel heeft het gemakkelijker, wanneer er heel geen zaad gestrooid is, wanneer de ouders zeggen: "Je zoekt het zélf maar uit ; ik ga nú de keus niet beïnvloeden, die je eens, naar de volwassenheid toegroeiende, zélf gaat maken". (Of ze zeggen helemaal niets).
Dan roept de 'grote vergeler': "Kassa".
Van dat "Als hij ook oud zal geworden zijn, zal hij daarvan niet afwijken", even een 'zwak' voorbeeld: Gisteren nog zat ik naar een documentaire te kijken op t.v. over een B.N.'er. Die man had een avontuurlijk, wild leven gehad. Maar éen van de commentatoren zei: "Hij had op allerlei manieren helemaal en helemaal fout kunnen gaan. Maar hij had een schitterende gereformeerde opvoeding gehad en hoewel hij die later liet liggen, hield dat 'inprenten van die waarden in zijn jeugd' hem van beslissende dwaasheden terug".
Nu is dat geen getuigenis over 'gered zijn'. Maar dit blijkt er uit, dat een goede opvoeding, zelfs al leef je de hoofdwaarheden niet na, je toch op later leeftijd echt 'onverdiende zegeningen' geeft.
Je kunt je nu ook voorstellen dat in ieder geval enige fundamenten bij mij werden gelegd, toen ik daar die bijbeltekst (Spreuken 22 v 6) maar bij elke 'vergadering' zag en las. Ik weet het nu nog en die tekst is nog werkelijkheid en waarheid voor mij.
Dus, stuur je kindjes maar naar een christelijke school, lees ze voor uit de kinderbijbel, animeer ze om naar kinderclub, tienerclub, jeugdclub te gaan. Breng ze binnen in de sam.
Zondag jl zag ik hoe kinderen, die ik nog op kinderclub heb gehad, nu als tweaalfjarigen door de 'grote sam' verwelkomd werden. Ik zag ze daar staan, al die lieverdjes, die ik als 6-9 jarigen een tijdlang heb mogen volgen. Een beetje verlegen onder het applaus. En ik dacht blij: "Ook ík heb iets aan hen mogen vertellen van de grote daden van God, naar de eis van hún jonkheid. Ik heb door uw genade Heer, in die ontvankelijke en nog beschrijfbare kinderharten iets mogen ingraveren van uw levendmakende woorden. Dank u Heer".
Van geslacht op geslacht is in onze familie verteld van de grote daden van God. En de omgeving hielp volop mee met een 'netwerk' van kerken en kringen en clubs. Dat netwerk is goeddeels weg. Maar jullie taak is in ieder geval : vertellen. En daarnaast zullen jullie ook het weggevallen netwerk zo goed mogelijk gaan vervangen.
Jij zegt, zo veel last te hebben van de strijd tussen vlees en geest. En je vraagt, wie daar nog meer last van heeft.
Ik denk, dat je het volgende wilt zeggen: ik wil mij wel verdiepen in de lieflijke en 'lichte' eisen, die de Heer aan mijn leven stelt. Maar ik kom er eenvoudig niet toe. Al die dingen, die op een jongen van 17 aandringen, nemen zoveel van mijn denkkracht en van mijn tijd in beslag, dat gebed en lofprijs en aanbidding en bijbellezen helemaal in de versukkeling raken. - ik moet mijn mening geven over allerlei soorten muziek - en ik moet allerlei soorten trendy kleding dragen - en ik moet de nieuwste serie webcammobiels hebben - en ik moet sexuele ervaringen hebben - en ik moet iets weten van de soefi beweging - en ik moet een snufje 'Lonsdale' hebben - en ik moet warm gaan lopen voor de antiglobalisten - en ik moet naar het North Sea festival - en ik moet...nog duizend dingen meer.
Maar Niem, dat blíjven mensen hebben. En wanneer ze bijna 83 zijn, dan moet er nog altijd zoveel in opdracht van al die indrukken, die op ons afstormen.
Maar de ellende is ontstaan op dat cruciale ogenblik , toen 'Manninne' van die vreucht at, verleid door de satan en toen de man 'ook maar een hapje nam', hoewel hij heel goed wist, wat er op het spel stond. Maar op dat beslissende ogenblik zag hij zijn vrouw daar staan 'aan de andere kant van de muur' en hij koos voor haar en niet voor God.
Tot op dat ogenblik waren het zieleleven en het geestesleven van de mens volkomen in evenwicht. Maar de ongehoorzaamheid aan God in een aangelegenheid, waarin een heel duidelijke waarschuwing was gegeven, deed de menselijke geest verschrompelen, tot er niet veel meer van over was dan 'het geweten', een vage herinnering aan 'het verloren paradijs' aan de ene kant en een volkomen uit zijn krachten aan het groeien zieleleven aan de andere kant.
En sindsdien wordt dat 'naar alle kanten openliggende ' zieleleven van alle kanten besprongen door oncontroleerbare emoties, terwijl de edele, van God uitgaande gedachten het erg moeilijk hebben.
Wie dat uitstekend beschrijft, is Paulus, in Romeinen 7 vanaf vers 14: ................ - Door mijn natuur ben ik uitgeleverd aan de zonde( 2004) - ik ben echter vlees, verkocht onder de zonde (1951) Wat jij 'vlees' noemt, dat noemt 2004: mijn 'natuur', dat wil zeggen, mijn menselijke natuur, zoals die geworden is nadat de band met God goeddeels was doorgesneden bij dat vreselijke eten van die vrucht. En die menselijke natuur, zonder de heilbrengende verbinding met God, maakt mij weerloos tegen al de dingen, die mij van God willen aftrekken, "Nee" willen laten zeggen tegen God, wat direct inhoudt, hoewel onbewust: "Ja" zeggen tegen de duivel.
En dan geeft Paulus aan, dat hij uit dit dilemma van zijn 'hulpeloos overgeleverd zijn' is gekomen, door het zien en het ervaren en het 'proeven' van Onze Heer Jezus Christus.
Maar het is goed om Jezus góed te kennen. Daardoor leer je ook God kennen. Want wie Jezus goed heeft gezien, die heeft de Vader gezien.
En geloven in het offer van Jezus Christus, voor jou persoonlijk gebracht, doet van Gods kant de in het paradijs verbroken band herstellen voor al die mensen, die "ja" zeggen tegen Jezus, die niet meer "Ja zeggen tegen 'het leven', maar "Ja" zeggen tegen onze Heer. Immers : zo worden wij rechtvaardig voor God en is de band hersteld en de harmonisering van geest en ziel in bewerking.
Maar....die in beginsel aanwezige en herstelde band kan alleen maar VOLKOMEN effectief worden, wanneer wij aan de hand van Jezus alle stadia van bevrijding en innerlijke genezing hebben doorlopen.
Evenals Paulus, die genoot van zijn doop ín en vervulling met de Geest, kunnen wij slechts komen tot een heerlijke vervolmaking, door de Heilige Geest in zijn volheid te ervaren.
Daarom luidt mijn nadere antwoord aan jou Niem als volgt:
- Bid veel voor andere mensen - ondersteun andere mensen op hun weg naar de goede gaven van Jezus - vraag God kracht om geduld te hebben bij het bestuderen van de bijbel - weeg alle keuzen nu eens af: "ga ik nu werkelijk naar die 'houseparty'. Er is immers dat oude gezegde: 'een Christen zondigt niet goedkoop'. Je zult zien, dat ik in mijn onschuld nu nét die verkeerde pil slik, want de duivel loert op zijn kans, juist bij mij" - weet, dat het bestuderen van de bijbel met een toegewijd hart tot je 'diepe bekering' leidt en dat alle 'emotionele aanvankelijkheden' op de duur het loodje gaan leggen voor 'de vaste grond van je behoud' - weet, dat wedergeboorte je deel wordt en de weg open ligt naar de Geestesgaven en de Geestesvrucht, die uiteindelijk over al die aandriften van je natuur, (je vlees) zullen zegevieren en de strijd in het voordeel van de geest zullen besissen, wanneer de Geest hélemaal je eeuwige hulp is.
Hierover vind ik Leviticus 19 v 28, waar staat: "Gij zult geen insnijdingen voor een dode in uw lichaam maken en geen tekens in uw huid laten prikken: ik ben de HERE".
Hiermee was voor velen de zaak klaar. Maar toen al , onder de werking van '1951' konden mensen zeggen: "Dit geldt toch voor rouwgebruiken". En nog meer grond krijgen ze met '2004'. Dáar staat namelijk: (27-2: "Wanneer je een dode te betreuren hebt......kerf geen tekens in je lichaam en breng geen tatoeages aan. Ik ben de HEER!!". Nu kun je helemáal zeggen: "Zie je wel, dat de Heer het niet verbiedt". En om het bijbels getuigenis in dezen te ontkrachten, kunnen tatoeage-liefhebbers ook verwijzen naar Jeremia 16 v 6 en 41 v 5, waar op al deze dingen gewezen wordt als teken van lichaamslijden om uiting te geven aan zielesmart, zonderdat Jeremia er iets afkeurends over zegt.
En je kunt ook 'de blitz maken', door te zeggen: "In Jesaja 44 v 5 en 49 v 16 staat, dat in de Messiaanse tijd de heidenen door het inbranden van lettertekens op de hand zich als des HEREN eigendom zullen doen kennen. Wel staat er wat lafjes 'schrijven', maar het was toch echt wel 'inbranden' ".
Nu ja; dan zullen je ouders, overrompeld, misschien zeggen: "Doe dan maar, nu de bijbel er volgens jou niets van zegt. Hoewel....wij vinden die twee ineengekronkelde slangen, waarmee je ons nu al verraste, niets te maken hebben met rouwgebruiken en diep zielelijden. Wij zien toch maar steeds de oude slang uit Genesis 3. Maar ja...je zit zo te drammen. Je moet dan zelf maar zien...". (Niet onaardig bedoeld hoor jegens jou. Ik neem aan, dat je geen 'drammer' bent, maar ik haal mij gelijk andere jongens voor de geest; je weet wel: van die knullen met metaalharde stemmen, waar de ouders bijzitten met het idee: "Och...'t gaat misschien best wel een keer over").
Maar Niem; waarom zou je het dóen. Om er even de getapte jongen mee te zijn. En een meer onschadelijk teken; de naam van je meisje met een hartje en een pijl...!?... of een blaadje van een boom. In dat laatste geval kunnen je ouders terecht zeggen: "In 3 Makkabeeën 2 v 21 is dat weer een vereringsteken voor de god Dionysos" ...hebben zíj weer een punt.
Kom nou....even een verhaaltje:
Laatst was er een weddenschap: "Wie durft zo dicht mogelijk bij gindse afgrond van 500 meter diep te komen". Drie durfallen: - de een nadert de afgrond tot op een decimeter - de tweede tot op 1 centimeter - maar de derde toont zichzelf helemaal geen durfal. Hij blijft midden op de weg. Hij neemt geen risico.
Blijf liever goed op de weg met de Heer. Al die tatoeages; ze zijn zélf ook weer: een teken onder een teken. Dat 'onderliggende teken' is : "ik probeer hoever ik kan gaan zonder dat de Heer God me ergens op kan grijpen".
Maar dat kan toch allemaal veel royáler: "Heer....ik blijf midden op uw weg ver van elke afgrond vandaan. Ik wil alleen door uw liefde gegrepen worden en met u tot steeds grotere hoogte van bekering, wedergeboorte en doop met de Heilige Geest komen. Ik wil op hogere plateaus bloemen plukken van Geestesgaven en Geestesvrucht. Ik wil hebben, dat de mensen kunnen zeggen: "Daar gaat Jan ....steeds hoger...steeds meer bloemen....steeds meer perspectieven" ....en niet: "Daar ligt Jan....500 meter diep. Geen enkel perspectief meer".
Omdat God oneindig is, komt er ook aan zijn zegeningen geen eind. Tot in eeuwigheid zullen zijn beminden altijd bij hem 'doorleren'. Daar zijn hun hersens met die bijna oneindige mogelijkheden ook op gebóuwd. Tot in eeuwigheid wil God ons zegenen in een nooit eindigende climax.
Maar er komt zeker een eind aan jouw inleveringsmogelijkheden. Want jij bent een eindig mens. Maar ik ben veel ouder dan jij en ik lever nog steeds in. Hoe komt dat? Allereerst is het zo, dat de duivel voortdurend bezig is om mij met' het stof van alle dag' te bepoederen. Er zijn tegenslagen in het persoonlijke leven, o...niets bijzonders hoor, iedereen maakt dat wel mee....en er zijn allerlei afleidende dingen van buiten, die mijn denkracht opslorpen en in al die dingen heeft de vijand soms wat meer en dan weer wat minder de hand. En het gezamenlijk effct van al die omstandigheden is, dat ik bij 2 stappen vooruit soms weer éen stap wordt teruggeworpen. Maar goed; dan lever ik 'dat stof' maar weer in. Even een bijbels voorbeeld: Jezus waste de voeten van de discipelen. Petrus zei: "Was mij helemaal".(Johannes 13 v 9) Maar Jezus antwoordde: "Niet nodig. Jullie hebben al gebaad in de zegen van mijn aanwezigheid in jullie hart. Nu alleen de voeten nog", (vers 10). En zo ga ik dan maar elke avond onder de douche van mijn avondgebed. Ik was als het ware mijn voeten. Dan kan de duivel van het stof dáar niet meer eten, (Genesis 3 v 14).
- maar voor de rest: elke dag probeer ik te oefenen in liefde, blijdschap en innerlijke vrede, in geduld en mildheid, in goedheid, trouw en zelfbeheersing. En ik merk, dat het altijd nog maar beter kan dan het is. Toen ik met God en Jezus en de Heilige Geest begon, was ik zo'n eind uit de koers geraakt; ik was -onbemerkt- door de ontreddering van de wereld zó vertroebeld in mijn denken.... zonder dat ik nu 'een slechte kerel' in menselijke begrippen was .....dat ik nu nóg maar een begin van de heiligmaking heb..... terwijl ik naar menselijke begrippen best wel een beetje goed zit ....zoals God die voor mij voor ogen heeft.
Voor jou Tim, moet ik dat toch weer anders vertalen. Jij bent jonger begonnen met het dienen van de Heer...je hebt minder handicaps. maar de normen van God en van Jezus... (Wie een vrouw aanziet om haar te begeren, die heeft alreeds overspel in zijn hart met haar gedaan- Matth 5 v 2 .....liggen veel hoger dan wij denken. God zegt immers: "Wees heilig, want Ik ben heilig". Leviticus 20 v 26.
In het gewone leven is het al zo, dat een oefenmeester, die ziet, dat een sporter uitzonderlijke talenten heeft en die ook wil benutten, de lat voor zo'n sporter alsmaar hoger legt, veel hoger in ieder geval dan voor duizenden anderen, die geen aspiraties hebben.
In het geestelijk leven is het zo, dat God ziet, dat jij hoog wilt reiken. God heeft schik in jou, evenals die trainer in zijn pupil. Maar dan is het ook : noblesse oblige, adeldom verplicht. Echt; er komt geen einde binnen afzienbare tijd aan jouw 'inleveren'. maar elke keer inleveren geeft ook steeds rijkere beloningen.
Als die sporter daar staat op die hoogste plaats met de gouden plak om zijn nek en de tranen afbiggelend van zijn gezicht, fluistert zijn coach hem toe: "Ach....wat heb jij moeten afzien. Maar....was het 't waard". En de kampioen fluistert terug: "Ja...dank je"
En hier gaat het voorbeeld toch weer mank. Want die trainer blijft eisen. Maar jij bent door Gods genade en door de bijstand van God de Heilige Geest eenmaal zover, dat je heiligmaking tot je heerlijkmaking leidt. En dan is het inleveren voorbij.
Het klinkt echt een beetje denigrerend: "JULLIE mogen toch geen bloed drinken, hè ?".
Dat klinkt wat afstandelijk, alsof je iets wil weten over een beetje rare groep mensen en hun specialismen in kaart wil brengen. Maar er is een uitspraak in de bijbel, die daarover heel anders spreekt. Galaten 5 v 1 zegt: "Christus heeft ons bevrijd opdat wij in vrijheid zouden leven; houd dus stand en laat u niet opnieuw een slavenjuk opleggen".
Dat zegt Paulus tegen christenen-uit-de-volken, die zich door Joodse dwaalleraars hadden laten verleiden om allerlei Joodse regels van eeuwen her weer te gaan volgen. Paulus is hier zeldzaam fel tegen.
Een met Gods Geest vervulde Christen is niet meer onderworpen aan allerlei wetten, die hem een vals gevoel geven van: "Ik dóe toch iets ! Ik behoef toch niet meer alleen uit genade te leven. Ik kan mij toch rechtvaardig tegenover God voelen door prestaties, die ik lever !"
En dan zou iemand kunnen zeggen; "Kijk ik eens een flinke vent zijn ! Ik eet niets waar bloed in zit. Nu zal God wel blij op mij zijn !".
Leviticus 3 v 17 zegt: "Vet en bloed mogen jullie niet eten. Deze bepaling blijft voor de Israelieten en hun nakomelingen voor altijd van kracht, waar ze ook wonen".
Wat het hier genoemde 'vet' betreft, het gaat hier uitsluitend over uitdrukkelijk genoemde delen , dus ook dán niet van het vet, dat tussen de spierweefsels zit.
Wat het niet eten van vet betreft, kunnen wij dus kort en goed vaststellen, dat het hier gaat over de offerdienst, die er bij Israel was tot het moment, dat Christus zich als het enige, werkelijk voor altijd voldoende OFFERLAM gaf. Dat is dus in ieder geval een voorbije zaak, nu de offerdienst in de tempel voor altijd voorbij is.
Maar het niet eten van bloed: daar zijn nog heel wat teksten voor; Leviticus 7 v 26 , 17 v 10 en 19 v 26.
Maar welk bloed eten wordt in deze teksten bedoeld ?: Wel; de Korte verklaring zegt hierover, dat bloed eten in die tijd bij vrijwel alle volken van de wereld een afgodische betekenis had. - het bloedgenot brengt levensversterking. Bloed is goed, er zit de kracht in van het dier, dat genuttigd wordt - je komt door bloedgebruik tot extase, tot gemeenschap met de godheid - het bloed is de geliefde spijs van de goden en wat goed is voor de goden, is ook goed voor de mensen - het eten van bloed werd deestijds in heidense kringen nog verder buiten de kring rondom de Heer gebracht, doordat men levende dieren verscheurde om zo het bloed uit het eigenlijk nog levende dier, samen met het dier zélf te nuttigen. Verser en krachtiger kón toch niet !
Wie zich aan dergelijke heidense gebruiken overgaf, had het recht op een leven in het midden van het volk de HEREN ten enenmale verbeurd.
En dan wordt er tegenwoordig wel eens een kunstmatig bruggetje gelegd naar het bloed van Jezus, dat voor ons vloeide van de geseling af tot op Golgotha toe. Maar voor dat 'bruggetje' is geen enkel schriftbewijs. Laten wij het nu maar houden bij Galaten 5, hiervoor genoemd.
Voor ons, moderne mensen ligt er immers geen enkele verbinding meer met oude, heidense gebruiken. Laten wij ons vrij houden van de heidense gebruiken van nú,zoals de Israelieten zich vrij moesten houden van de heidense gebruiken van tóen.
En wanneer men aan mij vraagt: "Dus Ger...jij eet gewoon bloedworst", dan zeg ik: "Ik zou het mogen eten, maar ik lust het niet".
Nee Niem; het Christendom, door jou 'tikje superieur, met een lichte monkeling rond je mondhoeken', benaderd, is een zaak van heerlijke mogelijkheden en niet van beklemmende ge- en verboden.
Je stelt een vraag óver drugs. Maar in je toelichting ontpop jij je als een soort zendeling vóor drugs.
Eigenlijk is de teneur een beetje zó:
Ach...gelóvigen...: luister nu toch eens naar een ONgelovige. Jullie missen zoveel goede ervaringen, die ík wél heb.
Jullie drinken zonder enig bezwaar alcoholhoudende dranken, thee, koffie, jullie paffen sigaretten. (terzijde: dat zég jij nu wel....maar dat is lang niet altijd zo oeverloos bij gelovigen). Maar ík gebruik al sedert mijn 15 de xtc, speed en paddo's.
Natuurlijk ben ik als vijftienjarige 'klein begonnen' met een jointje, met blowen dus. Maar toen al deed ik een wonderbare ontdekking; ik kreeg RUST, ik kon problemen beter aan. En toen later speed en coke in mijn leven kwamen, kreeg ik de behoefte om de hele wereld als het ware te willen knuffelen. Ja zelfs ketamine.... (Ik- Ger- ken deze drug niet) ...die door insiders 'near death drug' genoemd wordt .....gaf mij alleen maar een diep gevoel van wijsheid.
Alleen dat smerige , doodgewone, alom verbreide roken van gewone sigaretten....dat zou ik wel kwijt willen. ................. Nou....evangelist...over drugs allereerst: álles kan verslavend zijn. - teveel koffie geeft je hartkloppingen - teveel thee....dat zou ik niet weten - teveel eten....bekend - teveel zout....slecht voor je nieren, heb ik wel eens gehoord. - teveel in de zon liggen....op de lange, lange duur: gevaar voor huidkanker.
'Te'is nooit goed, behalve tevreden en tehuis.
Maar van belang is, waar de critische grens ligt. Volgens vele gelijkluidende, betrouwbaar te achten onderzoeken komt die bij alcohol, nicotine, blowen, paddo's, coke, speed, xtc al heel gauw in zicht.
Met alcoholhoudende dranken; wijn, bier, jenever, is het in aflopende volgorde nog wel te overzien. maar velen raden aan, dit goed in de hand te houden, want ook maar iets overmatig gebruik tast al gauw de lever aan, zeg ik op gezag van de rapporten van deskundigen.
En de gevaren voor de hersenen en het intellect zijn bij de andere door jou genoemde genotsmiddelen veel en veel groter.
Je bent met je vijftiende begonnen en je zult nu -zeg- negentien zijn.
De schade is nu nog niet zo merkbaar, maar laat je eens onderzoeken op een normaal te achten conditie op deze leeftijd. Je zult er versteld van staan, hoeveel latente schade er al is, die dadelijk manifest gaat worden.
Je geeft hoog op van de rust, het beter begrip, de tederheid, de diepe wijsheid, die je door deze stoffen mocht ervaren.
Maar Niem....je bent nog maar 19 en ik kan je een veel betere weg wijzen; je kunt nog wel tot schadeherstel en permanénte goede ervaringen komen.
Gelovigen kunnen door het aanvaarden van de Heer Jezus als hun leidsman een weg inslaan, die zonder hersenbeschadiging en hersendegeneratie ook rust geeft. Het is zo'n rust om te weten, dat je Iemand hebt aan wie je alles kunt vertellen , die je in contact brengt met God, waarvoor je door zijn tussenkomst heel niet bang meer hoeft te zijn.
En Christenen kunnen (zonder al die chemisch o zo gevaarlijke troep) in de 'wedergeboorte' en 'de doop in de Heilige Geest' ervaringen hebben op het gebied van begrip, tederheid en wijsheid, waarbij jij niet kunt hálen met al die verderfelijkheden.
Weet je, wie je al die narigheid ingeeft, dat het zo fijn is en dat je anderen moet overhalen om zó te worden zoals jíj; dat is de duivel, de grote vijand van God en van de mensen. En die slavernij aan roken heeft hij ook heel slimmetjes aangebracht. Soms word je dan wel eens machteloos kwaad, dan rammelt de ketting even. Maar de weg, die ik je nu wijs, doet ook díe ketting breken.
En wanneer jij na een kortstondig genot van al je paddo's uitgeblust en arbeidsongeschikt bent en 'uitgelachen' bent, dan schuift de satan jou met je dan beginnende onrust, gevoelsarmoede, prikkelbaarheid en wat niet al, lachend aan de kant. "Mooi resultaat met al die bedrieglijke, korte-termijn nep-ervaringen , waarvan ik, als Gods tegenstander, het patent heb. Der Mohr hat seine Schuldigkeit getan...(met zijn 'propaganda') der Mohr kann geh'n".
Gelukkig in het algemeen, dat satans lugubere schaterlach niet eeuwig duurt. Er komt een eind aan.
Maar Niem; we gunnen jou het aller, allerbeste. Kom over naar de werkelijke zonkant, de kant van liefde, blijdschap, vrede en vriendelijkheid.
Inderdaad is het niet zo, dat de slogan: "Eens gered....altijd gered", altijd maar opgaat.
Laten wij eens zien, wat Het Nieuwe testament zegt over 'afval' en afvallen': AFVAL: 2 Thessalonicenzen 2 v 3 zegt: '1951': "Eerst( voor de Heer Jezus terugkomt) moet de afval komen en de mens der wetteloosheid zich openbaren..." '2004': "De dag van de Heer breekt niet aan voordat velen zich van het geloof hebben afgekeerd en 'de wetteloze mens' verschenen is..."
Flower....het is toch een bekend feit, waarvan alle gelovigen wel voorbeelden hebben, dat er mensen zijn, die enthousiast voor Jezus kozen, en later dat van zich af zetten, er niets meer mee te maken willen hebben. En in de laatste dagen, waarin wij nu , naar mijn stellige overtuiging, wel aan het binnentreden zijn, gaan er zulke enorme verleidingsgolven door de mensheid, dat velen, die niet hecht gefundeerd zijn in de waarheid van Jezus Christus, zich van hem afkeren, van hem afvallen. Dit verschijnsel, dat wij nu al kennen, zal zich dan steeds sterker openbaren, omdat juist in die tijd de antichrist begint met zijn verleidende werk.
En hoe gaat dat dan in zijn werk?: 1 Timotheüs 4 v 1 zegt hierover: "Maar de geest zegt nadrukkelijk, dat in de eindtijd sommigen het geloof zullen verlaten, doordat ze luisteren naar dwaalgeesten en naar wat demonen hun leren ".
En Hebreeën 3 v 12 leert; "Zie er dus op toe, broeders en zusters, dat niemand van u door een kwaadwillig , ongelovig hart afvallig wordt van de levende God"
En Lucas 8 v 13 zegt ook leerzame dingen: ""Het zaad op de rotsachtige bodem, dat zijn zij die het woord vol vreugde aannemen wanneer ze het horen, maar het schiet geen wortel; ze geloven zolang het hun goed uitkomt, maar als ze op de proef worden gesteld, worden ze afvallig".
Wat leren wij nu uit al deze dingen?:
Het is mogelijk om 'af te vallen'; Gods vermaningen en richtlijnen los te laten en daarmee te breken. Dan gaat men de leugen zo vast geloven, alsof dat de waarheid is, (2 Thess 2 v 11).
Onmondige Christenen zijn vaak het slachtoffer van allerlei dwalingen, (Ef 4 v 14).
Maar de mensen, die hecht gefundeerd zijn in de waarheid, lopen minder gevaar. Onmondigen, we lazen het, worden licht verleid. Maar wie na de eerste bekering dieper bekeerd is, wedergeboren, gedoopt en later vervuld met de Heilige Geest, zo'n mens, door Gods genade mondig geworden , een mond gekregen hebbende in de onzienlijke wereld, zo'n mens is beter bestand tegen de grote verleidingen, (een vorm van 'verdrukking'), die op dit ogenblik, in deze tijd beginnen los te barsten. Hij heeft niet alleen 'een mond' in Gods sfeer, maar ook in de hele onzienlijke wereld, ook tegen de duivel, die zijn onreine geesten uitzendt ( Openb 16 v 3).
Het is wel mogelijk voor sterke kinderen van God, gedoopt met Gods geest om afvalligen weer terug te brengen. In Openbaring 11 worden zulke Christenen getekend, die vermanend rondgaan temidden van de wegzakkende overige Christenheid en vers 13 lijkt er op te wijzen, dat hun herbekeringsinspanningen zeker niet altijd vruchteloos zijn.
Er is éen categorie 'afvalligen', waartegen voor menseninspanning 'geen kruid gewassen is'. Dat zijn de afvalligen uit Hebr 6 v 4. Dat zijn zeer vergevorderde gelovigen, die de verrukking van het 'vervuld zijn met Gods geest' al heel ver hebben doorproefd en toen tóch van God weggingen. Voor mensen is het onmogelijk om zulke mensen nog terug te roepen. Maar wat bij mensen onmogelijk is, dat is mogelijk bij God.
Nogeens: kijk uit voor de dwaalgeesten, die tegen je zeggen- bijvoorbeeld-: - och....Christendom of soefi of islam of....ze zeggen allemaal, dat zij gelijk hebben - maar je moet ze allemaal gelóven - reken nu met wat je hébt: je gezonde verstand; dat hoef je niet te geloven, dat héb je.
Alleen op deze manier zijn er duizenden achter de afgod van hun door de duivel bedorven verstand aangegaan.
En zo zijn er nog vele, vele dwaalgeesten meer. En allerlei, altijd actieve demonen zijn er altijd op bedacht, om jou een kwaadwillig en ongelovig hart te geven.
Flower; je weet het nu voor jezelf. maar je hebt een blijde taak om erop toe te zien, dat je vriendinnen en vrienden niet deze naar de dood leidende wegen gaan, doordat zij niet voldoende wortel hebben geschoten in Gods goede aarde, zodat zij bij de minste verzoeking 'voor de bijl gingen'.