Krijg je bij bekering de doop in de Heilige Geest compleet erbij ?
Dag Niem,
Bij het lezen van jouw vraag viel mijn aandacht vooral op die eerste regels: "Bij bekering word je gevuld met de volle volheid van de Geest Gods. Je krijgt hem op dat moment dus compleet...niet half...niet 'een beetje'...maar...: helemaal!".
Nee...zo is het toch níet Niem.
Bij bekering, wedergeboorte, 'doop in de Heilige Geest' en 'vervulling met de Heilige Geest' zijn stádia te onderscheiden. Nooit is er sprake van enig automatisme. Nooit gaat er bij God iets automatisch.
Neem nu Lucas 22 v 32. Bij het pesachmaal zegt Jezus tegen Petrus: "En gij....als gij eenmaal to bekering gekomen zijt, versterk dan uw broederen". Iets mminder pregnant staat dat in de NBV: " Als jij eenmaal tot inkeer bent gekomen, moet jij je broeders sterken". Was Petrus dan niet bekeerd? Hij had al de grote belijdens gedaan: "Gij zijt de Christus, de Zoon van God". Maar na de eerste, oppervlakkige aanraking met het het geloof in Jezus moet die bekering zich verdiepen via ervaringen van eigen tekort, zoals Petrus die kort daarop had met die verloochening. Bittere tranen zijn soms nodig om van bekering in de ziel tot bekering in de geest te komen. Dat kan je 'inkeer' noemen.
En....wedergeboorte...het 'opnieuw geboren worden'...zijn mensen soms automatisch wedergeboren? Nee...1 Petrus 1 v 23 wijst ons de weg: "heb elkander lief als mensen, die opnieuw zijn geboren, niet uit vergankelijk maar uit onvergankelijk zaad, door Gods levende en altijd blijvende woord". De bekering, ja ook de diepere bekering openen nog maar de weg tot meer feestelijke ervaringen. Je wedergeboorte voert je binnen in de denksfeer van God, weliswaar nog maar als babytje, maar toch.... : Je komt steeds meer binnen in de wereld van God, waar je uiteindelijk behoort te zijn. Dus liefdevolle, toegenegen lezing van Gods woord is nodig. Een gretigheid daarnaar behoort je te vervullen, evenals dat het geval was bij Jeremia, die mocht getuigen: (Jeremia 15 v 16): "Altijd als ik uw woorden hoorde, AT IK ZE OP". NBV, wat kalmer; "Telkens als ik uw woorden hoorde, nam ik ze als voedsel tot mij. Uw woorden gaven mij een diepe vreugde, want ik behoor U toe o Heer!!!".
En dan...van wedergeboorte naar 'doop in Gods Geest'. De vraag van Paulus aan die twaalf mannen in Efeze: "Hebben jullie de Heilige Geest ontvangen toen jullie het geloof aanvaardden". De Heilige Geest was er niet vanzelf. Paulus moest ze er wel de handen voor opleggen.
En in Samaria toch ook zo: Handelingen 8. Er was al blijdschap. maar.....in vers 15 staat; "Nadat Petrus en Johannes waren aangekomen baden ze, dat ook de Samaritanen de Heilige geest mochten ontvangen. (16): want deze was nog op niemand van hen neergedaald; ze waren alleen gedoopt (als teken van wedergeboorte) in de naam van de Here Jezus.17: Na het gebed legden Petrus en Johannes hun de handen op en zó ontvingen ze de Heilige Geest".
Dit stadium wordt in dit geval begeleid door een zichtbare handeling: het opleggen van de handen.
In Efeze 5 v 18 raadt Paulus aan de gemeente van de Efeziës aan: "...Laat de Geest u vervullen". En naar het oordeel van velen was deze gemeente tot de hoogste toppen van inzicht gevorderd. Maar er is altijd nog meer heerlijks.
Nu zul jij- Niem- zeggen: "Och Ger....we zeggen het even wat anders, maar in feite bedoelen wij hetzelfde".
Maar zó is het toch niet. Het is waar: ieder, die zich tot Jezus bekeert, staat aan de deuren van een schatkamer en elke nieuwe deur leidt tot grotere schatten. Maar je moet wel deur voor deur opendoen en dat kost wel wat geesteskracht.
Napoleon zei ooit: "Iedere soldaat draagt de maarschalksstaf in de ransel". Maar die volledige promotie tot de hoogste rangen kwam er in het overgrote gedeelte van de gevallen niet uit.
In de bekering mag geen sprake zijn van afwachten.
In hetgeen wij bereikt hebben...in dat spoor dan ook VERDER", zegt Paulus in Filipp 4 v 16.
- Waarom gaan er in mijn naaste omgeving zoveel mensen, juist ook Christenen, dood - waarom is er überhaupt zoveel ellende in de wereld, juist in deze eindtijd. - en over die vragen discusieer je dan met een naar het 'satanistische' neigende vriend
Niem....alle narigheid op deze wereld is door de tegenstander van God, de duivel , teweeggebracht. En omdat hij een aartsleugenaar is, ja: de 'vader van de leugen',(Johannes 8 v 44) geeft hij er God de schuld van.
Als er in je naaste omgeving verdrietige dingen gebeuren, is het goed om in ieder gevzl nooit te denken: "Het is de schuld van God". Ja zelfs is het goed om níet te denken: "Waarom doet God hier niets aan".
Denk er vooral aan, dat de dood het einde niet is, voor geen enkel mens. Iedereen bestaat eeuwig voort. Als een mens in liefde tot de Heer Jezus heeft geleefd, ook al is dat bij jonge mensen nog niet zo bewust, wacht hem of haar een heerlijke, eeuwige toekomst bij de Heer. Dus bedenk dat ook, wanneer je treurt om beminden. Het zal je op de duur troosten.
En wat de wereldellende betreft: de strijd tussen God en satan is in zijn eindstadium. Satan is heel grimmig bezig. Hij weet dat hij weinig tijd meer heeft(Openb 12 v 12. Daarom 'wegen deze loodjes het zwaarst'.
Niem, kom aan de goede kant met al jouw denkkracht. Láat die satanistische vriend. Hij is levensgevaarlijk voor je, Judas 23 en 24.
- Vraag God om de genade van diepe bekering - Vraag hem om de genade van de wedergeboorte - vraag hem om de doop in de Heilige Geest. De gaven en vrucht van die Geest zul je in deze eindstrijd hard nodig hebben.
Er zijn al zovele uitstekende dingen gezegd, dat ik het over een heel andere boeg moet gooien om nog iets toe te kunnen voegen.
Niem, ijdelheden- ook dát is al gezegd- hebben in de bijbel een iets ruimere betekenis, dan jonge, vrolijke, er graag goed uitziende mensenkinderen, er in eerst eaanleg achter zoeken.
Van het hiernavolgende zal jij misschien zeggen: "Nu ja...goedbedoeld....maar hier kan ik niet zoveel mee".
Maar goed; komt-ie:
In Deuteronomium 32 v 21 zegt de Here: "Zij krenken mij met hun ijdelheden".
De Heer God spreekt er hier over, dat er mensen zijn, die Hem wel terdege gekend hebben. Maar op een gegeven ogenblik verveelde de dienst van de Heer hen. Zij gingen allerlei andere dingen bedenken en besteedden daar hun energie aan.
Ik heb een jongeman gekend, die echt wel een tijd lang met de Heer op pad was. Maar op een gegeven ogenblik was het allemaal 'beetje gewoontjes' in zijn idee en toen las hij een spannend boek: "Waren de goden kosmonauten". En uitgaande van dat boek had hij al gauw een hele kast vol moet boeken over ufo's en geheimzinnige beschavingen en achtergebleven tekenen op hoogvlakten.
En toen ik hem na jaren weer eens sprak, zat hij vol met ideeën op dat gebied en voor de Heer was er ook niet meer het kléinste plaatsje overgebleven in zijn hart.
Ijdelheid in deze zin is dus eigenlijk alles, waar je in feite voor je geestelijke groei niets aan hebt, maar waar je toch in investeert.
Op dit soort ijdelheid duidt het boek Job ook, wanneer daar gezegd wordt; 31 v 31: "Betrouw niet op ijdelheid...je komt bedrogen uit....ijdeheid is je vergelding".
Nu zou iemand kunnen zeggen: "Maar dit werd gezegd door Elifaz. En die Elifaz was toch 'geen goeie'. Later kreeg hij toch een standje van God, (42 v 7). Goed, laat dit dan zo zijn, maar dat laat toch onverlet, dat Elifaz ook wel eens goede dingen zei.
Ik heb een man gekend, die het helemaal had ontdekt: een dieet van noten en zuidvruchten, net als in 'Shrangi La', een vallei ergens. Daar kon je heel oud mee worden.
Ik sprak hem over de goede dingen van God, die de potentie hadden om zelfs zijn hele lichaam te genezen, (Spr 4 v 22).
Nee, dat was dan niet zo, hij hield het maar bij zijn geïmporteerde abrikozen.....hij was toch nog gezond, nou dan... Maar éen keer sprak hij mij , aan het eind van zijn leven toe, temidden van al zijn zuidvruchten: "Ach....wat is het allemaal...het hele leven...éen gang naar het graf".
Zeg nu niet, dat ik er voldaan bij zat, zo van "Boontje komt om zijn loontje". Ik voelde me heel sneu op dat moment.
Maar zijn 'gezond leven' had op dat moment geen antwoord voor hem.
En dan is daar verder Prediker. Hij is toch wel echt de man, die er diep op is ingegaan. Wat er toch allemaal ijdelheid is en najagen van wind. Zelfs 'jeugd en jonkheid' zijn ijdelheid, 11 v 10. Daarmee bedoelt Prediker, dat je op je jeugdige kracht niet moet vertrouwen, als iets, dat je altijd bij zal blijven. Ach nu ja; ik heb ook wel de zekerheid gezocht in mijn jongemannenkracht, want- zonder er nu nog op te pochen- ik ben vroeger heel sterk geweest. Maar nu met mijn 81, stond ik te plukken aan een zwaar pak. Mijn 14-jarige kleinzoon, een 'beer van een knul' kwam erbij en zei: "Opa...schei maar uit. Doe ik wel even". En ik zag hem fier naar huis lopen, spelende met dat gewicht.
Niem....houd jij het nu maar op al die andere goede antwoorden. Neem híervan mee, wat je nu of later gebruiken kunt.
Je noemt daar twee heel verschillende zaken: - kleine benepen gedachten jegens andere mensen, zoals bijvoorbeeld; "Waarom rijdt hij in zo'n grote auto. Dat kan toch best wat minder". - vloekwoorden en smerige, absurde gedachten, die soms door je hoofd heen razen en je even ontregelen.
Dat eerste heeft te maken met een brein, dat zich nog niet voldoende 'volgezogen' heeft met de heerlijke gedachten, die God ons wil geven, wanneer wij ons echt, diep bekeerd hebben, wedergeboren zijn en vervuld zijn met met de Heilige Geest. Dan worden je gedachten niet meer zo snel weggelokt van de oprechte en zuivere toewijding aan Christus, ( 2 Corinthe 11 v 3) om in plaats van met hém, je gedachten te vullen met 'vuilnis'. Dan wijken de gedachten aan allerlei futiliteiten, om dat je er oog voor krijgt, dat het je nog onrijpe geestelijke gesteldheid was, die je allerlei verlangens en gedachten, die maar in je opkwamen , deed volgen, (Ef 2 v 3). Dan ga je er steeds meer naar verlangen, dat de vrede van God, die alle verstand te boven gaat, je hart en je gedachten in Christus Jezus gaat bewaren, (Filipp 4 v 12).
Maar wat dat tweede euvel betreft: ook al ben je nog zo vergevorderd....de duivel wil je altijd plagen met absurde ideeën, die opeens bij je opkomen. Hij brengt soms ook vloekwoorden bij een Christen binnen, zuiver om die volgeling van Jezus te ontregelen.
In het eerste geval maakt de duivel gebruik van je geestelijke onvolwassenheid om je dingen te laten denken, die een Christen onwaardig zijn.
In het tweede geval deelt de 'wetteloze' plaagstoten uit in een tijd, dat hij verder niet veel kan beginnen. Om de zaak warm te houden, om een kind van God te kwellen, laat hij soms 'zijn zwarte vogels van het kwaad' over je hoofd vliegen. Daar kan jij niets aan doen. Je kunt er zelfs niets aan doen, wanneer je geraakt wordt door smerige uitwerpselen van de hel. Maar wat je wel kunt doen, is dit: wanneer zo'n nare , absurde gedachte op je neerregent, stel je dan direct te weer. Zeg gewoon, wat je al zo dikwijls zegt: "Satan...in de naam van Jezus verbied ik jou mij op die manier aan te vallen. In de krachtige naam van de Heiland gelast ik jouw 'vuile vogels' om weg te gaan".
Met deze dubbele raad hoop ik je te kunnen dienen.
Want jouw welzijn, Djmexx.... hoe lang kennen we elkaar nu al weer... gaat mij zeer ter harte.
Daag Ger
O ja; nog even iets, dat me achteraf te binnen schiet: Satan kan ook in je dromen komen met nachtmerries. Wanneer je daarvan met verdrietige en 'in de war zijnde gedachten' wakker wordt, is het goed om de Heer te gaan loven en prijzen om zo over die 'kater' heen te komen. Maar er is nóg iets: in de slaap ligt je gedachtenleven heel weerloos terneer. Eén keer zond satan aan de slapende Elifaz (Job 4 v 12- 21) een afschuwelijke nachtmerrie, die appelleerde aan een onjuist Godsbegrip, dat overdag niet zo bij hem leefde, maar dat in de slaap kon worden 'bevrucht'.
En dat kan jou ook overkomen. Vraag in zo'n geval maar in je verslagenheid na afloop van zo'n naar gebeuren met psalm 139 v 24: "God....zie of ik geen verkeerde weg ga, en leid mij over de weg die eeuwig is".
1.Voeden jullie jullie kinderen Christelijk op en verwachten van ze dat ze braaf Christelijk blijven. En stuurt ze naar een Christelijke school en laat ze elke week naar de kerk gaan?
2.of geef je ze liever de ruimte om andere geloven te verkennen? Stuurt ze naar een openbare school en geeft ze keuze of ze naar de kerk willen?
1 of 2 en waarom?
Mijn antwoord:
Een kennelijk tendentieuse vraag. Een vraag, waarop eigenlijk maar éen antwoord in redelijkheid mogelijk is; "Twee natuurlijk!!".
Aan de ene kant dat bekrompen, 'met de nachtschuit-achtige':'braaf christelijk blijven'.... het ontbreekt er nog maar aan dat hier gestaan zou hebben 'gristelijk'
....en aan de andere kant dat heerlijk onbekrompene, eigentijdse: "Keuzevrijheid".
Maar wat zegt de bijbel:(Deuteronomium 4 v 19): ""Vergeet nooit wat u met uw eigen ogen gezien hebt, maar houd de herinnering daaraan levendig en vertel alles door aan uw kinderen en kleinkinderen" Ook: "opdat uw kinderen het aan uw kleinkinderen leren", NBG.(v 10) en Deuteronomium 6 v 4- 7: ""Luister Israel; de HEER onze God....DE H E E R is enig!!! Heb daarom de HEER lief met hart en ziel en met inzet van al uw krachten.Houd de geboden die ik u vandaag opleg steeds in gedachten. PRENT ZE UW KINDEREN IN een spreek er steeds over, thuis en onderweg, als u naar bed gaat en als u opstaat". Deuteronomium 11 v 9: "Prent de woorden van God bij uw kinderen in".
En dan laat ik Deuteronomium maar even en noem de tekst, die ik als eerste uit mijn hoofd kende, toen ik die als 12-jarige aan de muur zag hangen van het vertrek, waar ik met de andere jochies bijeen was in de 'knapenvereniging'.(Spreuken 22 v 6): "Leer een kind van jongsaf de juiste weg, en het zal er niet van afwijken, wanneer het oud geworden is", of...zoals ik dat nog in de oude Statenvertaling zag en telkens weer moest lezen, omdat ik erg op 'lezen' was ingesteld: "Leer den knaap de eerste beginselen naar den eisch zijns wegs; als hij ook oud zal geworden zijn, zal hij daarvan niet afwijken".
Ik laat het hier nu maar even bij. In het Nieuwe Testament zullen er zeker nog meer teksten zijn. Maar dit is wel even genoeg. De Heer weet, wat wij ons dikwijls maar moeilijk voor ogen kunnen stellen: dat de satan, de gemene tegenstander, er altijd op uit is om het woord van de Heer zo snel mogelijk uit kinderhartjes te roven. En de duivel heeft het gemakkelijker, wanneer er heel geen zaad gestrooid is, wanneer de ouders zeggen: "Je zoekt het zélf maar uit ; ik ga nú de keus niet beïnvloeden, die je eens, naar de volwassenheid toegroeiende, zélf gaat maken". (Of ze zeggen helemaal niets).
Dan roept de 'grote vergeler': "Kassa".
Van dat "Als hij ook oud zal geworden zijn, zal hij daarvan niet afwijken", even een 'zwak' voorbeeld: Gisteren nog zat ik naar een documentaire te kijken op t.v. over een B.N.'er. Die man had een avontuurlijk, wild leven gehad. Maar éen van de commentatoren zei: "Hij had op allerlei manieren helemaal en helemaal fout kunnen gaan. Maar hij had een schitterende gereformeerde opvoeding gehad en hoewel hij die later liet liggen, hield dat 'inprenten van die waarden in zijn jeugd' hem van beslissende dwaasheden terug".
Nu is dat geen getuigenis over 'gered zijn'. Maar dit blijkt er uit, dat een goede opvoeding, zelfs al leef je de hoofdwaarheden niet na, je toch op later leeftijd echt 'onverdiende zegeningen' geeft.
Je kunt je nu ook voorstellen dat in ieder geval enige fundamenten bij mij werden gelegd, toen ik daar die bijbeltekst (Spreuken 22 v 6) maar bij elke 'vergadering' zag en las. Ik weet het nu nog en die tekst is nog werkelijkheid en waarheid voor mij.
Dus, stuur je kindjes maar naar een christelijke school, lees ze voor uit de kinderbijbel, animeer ze om naar kinderclub, tienerclub, jeugdclub te gaan. Breng ze binnen in de sam.
Zondag jl zag ik hoe kinderen, die ik nog op kinderclub heb gehad, nu als tweaalfjarigen door de 'grote sam' verwelkomd werden. Ik zag ze daar staan, al die lieverdjes, die ik als 6-9 jarigen een tijdlang heb mogen volgen. Een beetje verlegen onder het applaus. En ik dacht blij: "Ook ík heb iets aan hen mogen vertellen van de grote daden van God, naar de eis van hún jonkheid. Ik heb door uw genade Heer, in die ontvankelijke en nog beschrijfbare kinderharten iets mogen ingraveren van uw levendmakende woorden. Dank u Heer".
Van geslacht op geslacht is in onze familie verteld van de grote daden van God. En de omgeving hielp volop mee met een 'netwerk' van kerken en kringen en clubs. Dat netwerk is goeddeels weg. Maar jullie taak is in ieder geval : vertellen. En daarnaast zullen jullie ook het weggevallen netwerk zo goed mogelijk gaan vervangen.
Jij zegt, zo veel last te hebben van de strijd tussen vlees en geest. En je vraagt, wie daar nog meer last van heeft.
Ik denk, dat je het volgende wilt zeggen: ik wil mij wel verdiepen in de lieflijke en 'lichte' eisen, die de Heer aan mijn leven stelt. Maar ik kom er eenvoudig niet toe. Al die dingen, die op een jongen van 17 aandringen, nemen zoveel van mijn denkkracht en van mijn tijd in beslag, dat gebed en lofprijs en aanbidding en bijbellezen helemaal in de versukkeling raken. - ik moet mijn mening geven over allerlei soorten muziek - en ik moet allerlei soorten trendy kleding dragen - en ik moet de nieuwste serie webcammobiels hebben - en ik moet sexuele ervaringen hebben - en ik moet iets weten van de soefi beweging - en ik moet een snufje 'Lonsdale' hebben - en ik moet warm gaan lopen voor de antiglobalisten - en ik moet naar het North Sea festival - en ik moet...nog duizend dingen meer.
Maar Niem, dat blíjven mensen hebben. En wanneer ze bijna 83 zijn, dan moet er nog altijd zoveel in opdracht van al die indrukken, die op ons afstormen.
Maar de ellende is ontstaan op dat cruciale ogenblik , toen 'Manninne' van die vreucht at, verleid door de satan en toen de man 'ook maar een hapje nam', hoewel hij heel goed wist, wat er op het spel stond. Maar op dat beslissende ogenblik zag hij zijn vrouw daar staan 'aan de andere kant van de muur' en hij koos voor haar en niet voor God.
Tot op dat ogenblik waren het zieleleven en het geestesleven van de mens volkomen in evenwicht. Maar de ongehoorzaamheid aan God in een aangelegenheid, waarin een heel duidelijke waarschuwing was gegeven, deed de menselijke geest verschrompelen, tot er niet veel meer van over was dan 'het geweten', een vage herinnering aan 'het verloren paradijs' aan de ene kant en een volkomen uit zijn krachten aan het groeien zieleleven aan de andere kant.
En sindsdien wordt dat 'naar alle kanten openliggende ' zieleleven van alle kanten besprongen door oncontroleerbare emoties, terwijl de edele, van God uitgaande gedachten het erg moeilijk hebben.
Wie dat uitstekend beschrijft, is Paulus, in Romeinen 7 vanaf vers 14: ................ - Door mijn natuur ben ik uitgeleverd aan de zonde( 2004) - ik ben echter vlees, verkocht onder de zonde (1951) Wat jij 'vlees' noemt, dat noemt 2004: mijn 'natuur', dat wil zeggen, mijn menselijke natuur, zoals die geworden is nadat de band met God goeddeels was doorgesneden bij dat vreselijke eten van die vrucht. En die menselijke natuur, zonder de heilbrengende verbinding met God, maakt mij weerloos tegen al de dingen, die mij van God willen aftrekken, "Nee" willen laten zeggen tegen God, wat direct inhoudt, hoewel onbewust: "Ja" zeggen tegen de duivel.
En dan geeft Paulus aan, dat hij uit dit dilemma van zijn 'hulpeloos overgeleverd zijn' is gekomen, door het zien en het ervaren en het 'proeven' van Onze Heer Jezus Christus.
Maar het is goed om Jezus góed te kennen. Daardoor leer je ook God kennen. Want wie Jezus goed heeft gezien, die heeft de Vader gezien.
En geloven in het offer van Jezus Christus, voor jou persoonlijk gebracht, doet van Gods kant de in het paradijs verbroken band herstellen voor al die mensen, die "ja" zeggen tegen Jezus, die niet meer "Ja zeggen tegen 'het leven', maar "Ja" zeggen tegen onze Heer. Immers : zo worden wij rechtvaardig voor God en is de band hersteld en de harmonisering van geest en ziel in bewerking.
Maar....die in beginsel aanwezige en herstelde band kan alleen maar VOLKOMEN effectief worden, wanneer wij aan de hand van Jezus alle stadia van bevrijding en innerlijke genezing hebben doorlopen.
Evenals Paulus, die genoot van zijn doop ín en vervulling met de Geest, kunnen wij slechts komen tot een heerlijke vervolmaking, door de Heilige Geest in zijn volheid te ervaren.
Daarom luidt mijn nadere antwoord aan jou Niem als volgt:
- Bid veel voor andere mensen - ondersteun andere mensen op hun weg naar de goede gaven van Jezus - vraag God kracht om geduld te hebben bij het bestuderen van de bijbel - weeg alle keuzen nu eens af: "ga ik nu werkelijk naar die 'houseparty'. Er is immers dat oude gezegde: 'een Christen zondigt niet goedkoop'. Je zult zien, dat ik in mijn onschuld nu nét die verkeerde pil slik, want de duivel loert op zijn kans, juist bij mij" - weet, dat het bestuderen van de bijbel met een toegewijd hart tot je 'diepe bekering' leidt en dat alle 'emotionele aanvankelijkheden' op de duur het loodje gaan leggen voor 'de vaste grond van je behoud' - weet, dat wedergeboorte je deel wordt en de weg open ligt naar de Geestesgaven en de Geestesvrucht, die uiteindelijk over al die aandriften van je natuur, (je vlees) zullen zegevieren en de strijd in het voordeel van de geest zullen besissen, wanneer de Geest hélemaal je eeuwige hulp is.
Hierover vind ik Leviticus 19 v 28, waar staat: "Gij zult geen insnijdingen voor een dode in uw lichaam maken en geen tekens in uw huid laten prikken: ik ben de HERE".
Hiermee was voor velen de zaak klaar. Maar toen al , onder de werking van '1951' konden mensen zeggen: "Dit geldt toch voor rouwgebruiken". En nog meer grond krijgen ze met '2004'. Dáar staat namelijk: (27-2: "Wanneer je een dode te betreuren hebt......kerf geen tekens in je lichaam en breng geen tatoeages aan. Ik ben de HEER!!". Nu kun je helemáal zeggen: "Zie je wel, dat de Heer het niet verbiedt". En om het bijbels getuigenis in dezen te ontkrachten, kunnen tatoeage-liefhebbers ook verwijzen naar Jeremia 16 v 6 en 41 v 5, waar op al deze dingen gewezen wordt als teken van lichaamslijden om uiting te geven aan zielesmart, zonderdat Jeremia er iets afkeurends over zegt.
En je kunt ook 'de blitz maken', door te zeggen: "In Jesaja 44 v 5 en 49 v 16 staat, dat in de Messiaanse tijd de heidenen door het inbranden van lettertekens op de hand zich als des HEREN eigendom zullen doen kennen. Wel staat er wat lafjes 'schrijven', maar het was toch echt wel 'inbranden' ".
Nu ja; dan zullen je ouders, overrompeld, misschien zeggen: "Doe dan maar, nu de bijbel er volgens jou niets van zegt. Hoewel....wij vinden die twee ineengekronkelde slangen, waarmee je ons nu al verraste, niets te maken hebben met rouwgebruiken en diep zielelijden. Wij zien toch maar steeds de oude slang uit Genesis 3. Maar ja...je zit zo te drammen. Je moet dan zelf maar zien...". (Niet onaardig bedoeld hoor jegens jou. Ik neem aan, dat je geen 'drammer' bent, maar ik haal mij gelijk andere jongens voor de geest; je weet wel: van die knullen met metaalharde stemmen, waar de ouders bijzitten met het idee: "Och...'t gaat misschien best wel een keer over").
Maar Niem; waarom zou je het dóen. Om er even de getapte jongen mee te zijn. En een meer onschadelijk teken; de naam van je meisje met een hartje en een pijl...!?... of een blaadje van een boom. In dat laatste geval kunnen je ouders terecht zeggen: "In 3 Makkabeeën 2 v 21 is dat weer een vereringsteken voor de god Dionysos" ...hebben zíj weer een punt.
Kom nou....even een verhaaltje:
Laatst was er een weddenschap: "Wie durft zo dicht mogelijk bij gindse afgrond van 500 meter diep te komen". Drie durfallen: - de een nadert de afgrond tot op een decimeter - de tweede tot op 1 centimeter - maar de derde toont zichzelf helemaal geen durfal. Hij blijft midden op de weg. Hij neemt geen risico.
Blijf liever goed op de weg met de Heer. Al die tatoeages; ze zijn zélf ook weer: een teken onder een teken. Dat 'onderliggende teken' is : "ik probeer hoever ik kan gaan zonder dat de Heer God me ergens op kan grijpen".
Maar dat kan toch allemaal veel royáler: "Heer....ik blijf midden op uw weg ver van elke afgrond vandaan. Ik wil alleen door uw liefde gegrepen worden en met u tot steeds grotere hoogte van bekering, wedergeboorte en doop met de Heilige Geest komen. Ik wil op hogere plateaus bloemen plukken van Geestesgaven en Geestesvrucht. Ik wil hebben, dat de mensen kunnen zeggen: "Daar gaat Jan ....steeds hoger...steeds meer bloemen....steeds meer perspectieven" ....en niet: "Daar ligt Jan....500 meter diep. Geen enkel perspectief meer".
Omdat God oneindig is, komt er ook aan zijn zegeningen geen eind. Tot in eeuwigheid zullen zijn beminden altijd bij hem 'doorleren'. Daar zijn hun hersens met die bijna oneindige mogelijkheden ook op gebóuwd. Tot in eeuwigheid wil God ons zegenen in een nooit eindigende climax.
Maar er komt zeker een eind aan jouw inleveringsmogelijkheden. Want jij bent een eindig mens. Maar ik ben veel ouder dan jij en ik lever nog steeds in. Hoe komt dat? Allereerst is het zo, dat de duivel voortdurend bezig is om mij met' het stof van alle dag' te bepoederen. Er zijn tegenslagen in het persoonlijke leven, o...niets bijzonders hoor, iedereen maakt dat wel mee....en er zijn allerlei afleidende dingen van buiten, die mijn denkracht opslorpen en in al die dingen heeft de vijand soms wat meer en dan weer wat minder de hand. En het gezamenlijk effct van al die omstandigheden is, dat ik bij 2 stappen vooruit soms weer éen stap wordt teruggeworpen. Maar goed; dan lever ik 'dat stof' maar weer in. Even een bijbels voorbeeld: Jezus waste de voeten van de discipelen. Petrus zei: "Was mij helemaal".(Johannes 13 v 9) Maar Jezus antwoordde: "Niet nodig. Jullie hebben al gebaad in de zegen van mijn aanwezigheid in jullie hart. Nu alleen de voeten nog", (vers 10). En zo ga ik dan maar elke avond onder de douche van mijn avondgebed. Ik was als het ware mijn voeten. Dan kan de duivel van het stof dáar niet meer eten, (Genesis 3 v 14).
- maar voor de rest: elke dag probeer ik te oefenen in liefde, blijdschap en innerlijke vrede, in geduld en mildheid, in goedheid, trouw en zelfbeheersing. En ik merk, dat het altijd nog maar beter kan dan het is. Toen ik met God en Jezus en de Heilige Geest begon, was ik zo'n eind uit de koers geraakt; ik was -onbemerkt- door de ontreddering van de wereld zó vertroebeld in mijn denken.... zonder dat ik nu 'een slechte kerel' in menselijke begrippen was .....dat ik nu nóg maar een begin van de heiligmaking heb..... terwijl ik naar menselijke begrippen best wel een beetje goed zit ....zoals God die voor mij voor ogen heeft.
Voor jou Tim, moet ik dat toch weer anders vertalen. Jij bent jonger begonnen met het dienen van de Heer...je hebt minder handicaps. maar de normen van God en van Jezus... (Wie een vrouw aanziet om haar te begeren, die heeft alreeds overspel in zijn hart met haar gedaan- Matth 5 v 2 .....liggen veel hoger dan wij denken. God zegt immers: "Wees heilig, want Ik ben heilig". Leviticus 20 v 26.
In het gewone leven is het al zo, dat een oefenmeester, die ziet, dat een sporter uitzonderlijke talenten heeft en die ook wil benutten, de lat voor zo'n sporter alsmaar hoger legt, veel hoger in ieder geval dan voor duizenden anderen, die geen aspiraties hebben.
In het geestelijk leven is het zo, dat God ziet, dat jij hoog wilt reiken. God heeft schik in jou, evenals die trainer in zijn pupil. Maar dan is het ook : noblesse oblige, adeldom verplicht. Echt; er komt geen einde binnen afzienbare tijd aan jouw 'inleveren'. maar elke keer inleveren geeft ook steeds rijkere beloningen.
Als die sporter daar staat op die hoogste plaats met de gouden plak om zijn nek en de tranen afbiggelend van zijn gezicht, fluistert zijn coach hem toe: "Ach....wat heb jij moeten afzien. Maar....was het 't waard". En de kampioen fluistert terug: "Ja...dank je"
En hier gaat het voorbeeld toch weer mank. Want die trainer blijft eisen. Maar jij bent door Gods genade en door de bijstand van God de Heilige Geest eenmaal zover, dat je heiligmaking tot je heerlijkmaking leidt. En dan is het inleveren voorbij.
Het klinkt echt een beetje denigrerend: "JULLIE mogen toch geen bloed drinken, hè ?".
Dat klinkt wat afstandelijk, alsof je iets wil weten over een beetje rare groep mensen en hun specialismen in kaart wil brengen. Maar er is een uitspraak in de bijbel, die daarover heel anders spreekt. Galaten 5 v 1 zegt: "Christus heeft ons bevrijd opdat wij in vrijheid zouden leven; houd dus stand en laat u niet opnieuw een slavenjuk opleggen".
Dat zegt Paulus tegen christenen-uit-de-volken, die zich door Joodse dwaalleraars hadden laten verleiden om allerlei Joodse regels van eeuwen her weer te gaan volgen. Paulus is hier zeldzaam fel tegen.
Een met Gods Geest vervulde Christen is niet meer onderworpen aan allerlei wetten, die hem een vals gevoel geven van: "Ik dóe toch iets ! Ik behoef toch niet meer alleen uit genade te leven. Ik kan mij toch rechtvaardig tegenover God voelen door prestaties, die ik lever !"
En dan zou iemand kunnen zeggen; "Kijk ik eens een flinke vent zijn ! Ik eet niets waar bloed in zit. Nu zal God wel blij op mij zijn !".
Leviticus 3 v 17 zegt: "Vet en bloed mogen jullie niet eten. Deze bepaling blijft voor de Israelieten en hun nakomelingen voor altijd van kracht, waar ze ook wonen".
Wat het hier genoemde 'vet' betreft, het gaat hier uitsluitend over uitdrukkelijk genoemde delen , dus ook dán niet van het vet, dat tussen de spierweefsels zit.
Wat het niet eten van vet betreft, kunnen wij dus kort en goed vaststellen, dat het hier gaat over de offerdienst, die er bij Israel was tot het moment, dat Christus zich als het enige, werkelijk voor altijd voldoende OFFERLAM gaf. Dat is dus in ieder geval een voorbije zaak, nu de offerdienst in de tempel voor altijd voorbij is.
Maar het niet eten van bloed: daar zijn nog heel wat teksten voor; Leviticus 7 v 26 , 17 v 10 en 19 v 26.
Maar welk bloed eten wordt in deze teksten bedoeld ?: Wel; de Korte verklaring zegt hierover, dat bloed eten in die tijd bij vrijwel alle volken van de wereld een afgodische betekenis had. - het bloedgenot brengt levensversterking. Bloed is goed, er zit de kracht in van het dier, dat genuttigd wordt - je komt door bloedgebruik tot extase, tot gemeenschap met de godheid - het bloed is de geliefde spijs van de goden en wat goed is voor de goden, is ook goed voor de mensen - het eten van bloed werd deestijds in heidense kringen nog verder buiten de kring rondom de Heer gebracht, doordat men levende dieren verscheurde om zo het bloed uit het eigenlijk nog levende dier, samen met het dier zélf te nuttigen. Verser en krachtiger kón toch niet !
Wie zich aan dergelijke heidense gebruiken overgaf, had het recht op een leven in het midden van het volk de HEREN ten enenmale verbeurd.
En dan wordt er tegenwoordig wel eens een kunstmatig bruggetje gelegd naar het bloed van Jezus, dat voor ons vloeide van de geseling af tot op Golgotha toe. Maar voor dat 'bruggetje' is geen enkel schriftbewijs. Laten wij het nu maar houden bij Galaten 5, hiervoor genoemd.
Voor ons, moderne mensen ligt er immers geen enkele verbinding meer met oude, heidense gebruiken. Laten wij ons vrij houden van de heidense gebruiken van nú,zoals de Israelieten zich vrij moesten houden van de heidense gebruiken van tóen.
En wanneer men aan mij vraagt: "Dus Ger...jij eet gewoon bloedworst", dan zeg ik: "Ik zou het mogen eten, maar ik lust het niet".
Nee Niem; het Christendom, door jou 'tikje superieur, met een lichte monkeling rond je mondhoeken', benaderd, is een zaak van heerlijke mogelijkheden en niet van beklemmende ge- en verboden.
Je stelt een vraag óver drugs. Maar in je toelichting ontpop jij je als een soort zendeling vóor drugs.
Eigenlijk is de teneur een beetje zó:
Ach...gelóvigen...: luister nu toch eens naar een ONgelovige. Jullie missen zoveel goede ervaringen, die ík wél heb.
Jullie drinken zonder enig bezwaar alcoholhoudende dranken, thee, koffie, jullie paffen sigaretten. (terzijde: dat zég jij nu wel....maar dat is lang niet altijd zo oeverloos bij gelovigen). Maar ík gebruik al sedert mijn 15 de xtc, speed en paddo's.
Natuurlijk ben ik als vijftienjarige 'klein begonnen' met een jointje, met blowen dus. Maar toen al deed ik een wonderbare ontdekking; ik kreeg RUST, ik kon problemen beter aan. En toen later speed en coke in mijn leven kwamen, kreeg ik de behoefte om de hele wereld als het ware te willen knuffelen. Ja zelfs ketamine.... (Ik- Ger- ken deze drug niet) ...die door insiders 'near death drug' genoemd wordt .....gaf mij alleen maar een diep gevoel van wijsheid.
Alleen dat smerige , doodgewone, alom verbreide roken van gewone sigaretten....dat zou ik wel kwijt willen. ................. Nou....evangelist...over drugs allereerst: álles kan verslavend zijn. - teveel koffie geeft je hartkloppingen - teveel thee....dat zou ik niet weten - teveel eten....bekend - teveel zout....slecht voor je nieren, heb ik wel eens gehoord. - teveel in de zon liggen....op de lange, lange duur: gevaar voor huidkanker.
'Te'is nooit goed, behalve tevreden en tehuis.
Maar van belang is, waar de critische grens ligt. Volgens vele gelijkluidende, betrouwbaar te achten onderzoeken komt die bij alcohol, nicotine, blowen, paddo's, coke, speed, xtc al heel gauw in zicht.
Met alcoholhoudende dranken; wijn, bier, jenever, is het in aflopende volgorde nog wel te overzien. maar velen raden aan, dit goed in de hand te houden, want ook maar iets overmatig gebruik tast al gauw de lever aan, zeg ik op gezag van de rapporten van deskundigen.
En de gevaren voor de hersenen en het intellect zijn bij de andere door jou genoemde genotsmiddelen veel en veel groter.
Je bent met je vijftiende begonnen en je zult nu -zeg- negentien zijn.
De schade is nu nog niet zo merkbaar, maar laat je eens onderzoeken op een normaal te achten conditie op deze leeftijd. Je zult er versteld van staan, hoeveel latente schade er al is, die dadelijk manifest gaat worden.
Je geeft hoog op van de rust, het beter begrip, de tederheid, de diepe wijsheid, die je door deze stoffen mocht ervaren.
Maar Niem....je bent nog maar 19 en ik kan je een veel betere weg wijzen; je kunt nog wel tot schadeherstel en permanénte goede ervaringen komen.
Gelovigen kunnen door het aanvaarden van de Heer Jezus als hun leidsman een weg inslaan, die zonder hersenbeschadiging en hersendegeneratie ook rust geeft. Het is zo'n rust om te weten, dat je Iemand hebt aan wie je alles kunt vertellen , die je in contact brengt met God, waarvoor je door zijn tussenkomst heel niet bang meer hoeft te zijn.
En Christenen kunnen (zonder al die chemisch o zo gevaarlijke troep) in de 'wedergeboorte' en 'de doop in de Heilige Geest' ervaringen hebben op het gebied van begrip, tederheid en wijsheid, waarbij jij niet kunt hálen met al die verderfelijkheden.
Weet je, wie je al die narigheid ingeeft, dat het zo fijn is en dat je anderen moet overhalen om zó te worden zoals jíj; dat is de duivel, de grote vijand van God en van de mensen. En die slavernij aan roken heeft hij ook heel slimmetjes aangebracht. Soms word je dan wel eens machteloos kwaad, dan rammelt de ketting even. Maar de weg, die ik je nu wijs, doet ook díe ketting breken.
En wanneer jij na een kortstondig genot van al je paddo's uitgeblust en arbeidsongeschikt bent en 'uitgelachen' bent, dan schuift de satan jou met je dan beginnende onrust, gevoelsarmoede, prikkelbaarheid en wat niet al, lachend aan de kant. "Mooi resultaat met al die bedrieglijke, korte-termijn nep-ervaringen , waarvan ik, als Gods tegenstander, het patent heb. Der Mohr hat seine Schuldigkeit getan...(met zijn 'propaganda') der Mohr kann geh'n".
Gelukkig in het algemeen, dat satans lugubere schaterlach niet eeuwig duurt. Er komt een eind aan.
Maar Niem; we gunnen jou het aller, allerbeste. Kom over naar de werkelijke zonkant, de kant van liefde, blijdschap, vrede en vriendelijkheid.
Inderdaad is het niet zo, dat de slogan: "Eens gered....altijd gered", altijd maar opgaat.
Laten wij eens zien, wat Het Nieuwe testament zegt over 'afval' en afvallen': AFVAL: 2 Thessalonicenzen 2 v 3 zegt: '1951': "Eerst( voor de Heer Jezus terugkomt) moet de afval komen en de mens der wetteloosheid zich openbaren..." '2004': "De dag van de Heer breekt niet aan voordat velen zich van het geloof hebben afgekeerd en 'de wetteloze mens' verschenen is..."
Flower....het is toch een bekend feit, waarvan alle gelovigen wel voorbeelden hebben, dat er mensen zijn, die enthousiast voor Jezus kozen, en later dat van zich af zetten, er niets meer mee te maken willen hebben. En in de laatste dagen, waarin wij nu , naar mijn stellige overtuiging, wel aan het binnentreden zijn, gaan er zulke enorme verleidingsgolven door de mensheid, dat velen, die niet hecht gefundeerd zijn in de waarheid van Jezus Christus, zich van hem afkeren, van hem afvallen. Dit verschijnsel, dat wij nu al kennen, zal zich dan steeds sterker openbaren, omdat juist in die tijd de antichrist begint met zijn verleidende werk.
En hoe gaat dat dan in zijn werk?: 1 Timotheüs 4 v 1 zegt hierover: "Maar de geest zegt nadrukkelijk, dat in de eindtijd sommigen het geloof zullen verlaten, doordat ze luisteren naar dwaalgeesten en naar wat demonen hun leren ".
En Hebreeën 3 v 12 leert; "Zie er dus op toe, broeders en zusters, dat niemand van u door een kwaadwillig , ongelovig hart afvallig wordt van de levende God"
En Lucas 8 v 13 zegt ook leerzame dingen: ""Het zaad op de rotsachtige bodem, dat zijn zij die het woord vol vreugde aannemen wanneer ze het horen, maar het schiet geen wortel; ze geloven zolang het hun goed uitkomt, maar als ze op de proef worden gesteld, worden ze afvallig".
Wat leren wij nu uit al deze dingen?:
Het is mogelijk om 'af te vallen'; Gods vermaningen en richtlijnen los te laten en daarmee te breken. Dan gaat men de leugen zo vast geloven, alsof dat de waarheid is, (2 Thess 2 v 11).
Onmondige Christenen zijn vaak het slachtoffer van allerlei dwalingen, (Ef 4 v 14).
Maar de mensen, die hecht gefundeerd zijn in de waarheid, lopen minder gevaar. Onmondigen, we lazen het, worden licht verleid. Maar wie na de eerste bekering dieper bekeerd is, wedergeboren, gedoopt en later vervuld met de Heilige Geest, zo'n mens, door Gods genade mondig geworden , een mond gekregen hebbende in de onzienlijke wereld, zo'n mens is beter bestand tegen de grote verleidingen, (een vorm van 'verdrukking'), die op dit ogenblik, in deze tijd beginnen los te barsten. Hij heeft niet alleen 'een mond' in Gods sfeer, maar ook in de hele onzienlijke wereld, ook tegen de duivel, die zijn onreine geesten uitzendt ( Openb 16 v 3).
Het is wel mogelijk voor sterke kinderen van God, gedoopt met Gods geest om afvalligen weer terug te brengen. In Openbaring 11 worden zulke Christenen getekend, die vermanend rondgaan temidden van de wegzakkende overige Christenheid en vers 13 lijkt er op te wijzen, dat hun herbekeringsinspanningen zeker niet altijd vruchteloos zijn.
Er is éen categorie 'afvalligen', waartegen voor menseninspanning 'geen kruid gewassen is'. Dat zijn de afvalligen uit Hebr 6 v 4. Dat zijn zeer vergevorderde gelovigen, die de verrukking van het 'vervuld zijn met Gods geest' al heel ver hebben doorproefd en toen tóch van God weggingen. Voor mensen is het onmogelijk om zulke mensen nog terug te roepen. Maar wat bij mensen onmogelijk is, dat is mogelijk bij God.
Nogeens: kijk uit voor de dwaalgeesten, die tegen je zeggen- bijvoorbeeld-: - och....Christendom of soefi of islam of....ze zeggen allemaal, dat zij gelijk hebben - maar je moet ze allemaal gelóven - reken nu met wat je hébt: je gezonde verstand; dat hoef je niet te geloven, dat héb je.
Alleen op deze manier zijn er duizenden achter de afgod van hun door de duivel bedorven verstand aangegaan.
En zo zijn er nog vele, vele dwaalgeesten meer. En allerlei, altijd actieve demonen zijn er altijd op bedacht, om jou een kwaadwillig en ongelovig hart te geven.
Flower; je weet het nu voor jezelf. maar je hebt een blijde taak om erop toe te zien, dat je vriendinnen en vrienden niet deze naar de dood leidende wegen gaan, doordat zij niet voldoende wortel hebben geschoten in Gods goede aarde, zodat zij bij de minste verzoeking 'voor de bijl gingen'.
Het had jouw aandacht getrokken, dat Paulus in 1 Corinthe 11 v 14 schrijft, "...dat lang haar een man te schande maakt".
En dat vind je maar raar, vooral ook omdat Paulus erbij schrift: "Leert de natuur uzelf niet...enz enz"
Ik heb er 'VandenBrink' eens op nageslagen. Eerst eens die zinsnede...'leert de natuur u niet...'.Hier wordt een woord gebruikt voor natuur,'phusis', welk woord niet per se behoeft te zien op de oorsprong, op wat krachtens de geboorte aanwezig is, maar ook kan doelen op het resultaat van een gewoonteproces. Immer: de gewone natuur van de oorsprong af is dusdanig, dat een man, die geen schaar of scheermes gebruikt, óok lang haar heeft.
De traditie was in Paulus' dagen nu eenmaal zo, dat Romeinse en Griekse mannen geen lang haar droegen, maar 'clean shaven' waren.
Paulus bedoelt dus eigenlijk te zeggen, dat een Christen zich in zijn kleding en uiterlijke verschijning niet te zeer mag onderscheiden van wat de 'gewoonte' de 'phusis' dán en dáar voorschrijft. Totr zover 'VandenBrink'
Laten wij eens een voorbeeld nemen uit het oude testament. Leviticus 19 v 27 zegt: "Wanneer je een dode te betreuren hebt, scheer dan het haar aan je slapen niet weg en knip geen stukken uit je baard, kerf geen tekens in je lichaam en breng geen tatoeages aan. Ik ben de HEER".
Dit klinkt wat vreemd voor onze 21- ste eeuwse oren. Maar in die tijd werden er bij de afgodische rouwgebruiken haaroffers gebracht, inkervingen gemaakt en tekens ingeprikt. En ook was het toen gebruik bij heidenvolken, waardoor Israel omringd was, om - ook bij 'niet in de rouw zijn'-de slapen kaal te scheren, zodat alleen een pluk haar bovenop de schedel overbleef. In andere vertalingen staat ook: "Gij zult de rand van uw baard niet versnijden" of: "Gij zult uw baard niet rond afknippen", gebruiken, die er toendertijd op wezen, dat de dusdanigen een haardracht hadden, die ze uiterlijk tot 'niet het volk Israel' stempelden.
Vandaar dat men nu nog wel eens een traditionele Jood ziet, zo een, helemaal in het zwart met een zwarte hoed, die een tikje rafelige baard draagt met wat 'slordige' uiteinden, buitenkanten van de baard, die een beetje langer dan de rest naar beneden afhangen.
Wat in 1500 voor Christus 'not done' was, omdat dan direct de idee opkwam: "Zeker een vereerder van Astarte, Tammoez, Baäl of de een of andere woestijngod', dat heeft heel geen zeggingsgkracht voor het heden.
Bij de beoordeling van allerlei omsrtandigheden zal de Christen zich dienen af te vragen. "Heeft deze regel uit het verleden voor tegenwoordig nog zin in het licht van deze hoofdgedachte: "Doe niet iets met je kleding of lichaam, dat te sterk afwijkt van de in jouw tijd gangbare normen. Wijk ook in je gedragingen niet te zeer af van de in jouw omgeving heersende tradities". Vraag je af: "Is dat wat ik doe ten voordele van het komende koninkrijk van God of ten nadele".
Daag Ger
Je ziet, dat in deze tekst tatoeages niet voor alle tijden verboden worden evenmin als inkervingen. Ook in de tegenwoordige tijd zullen tatoeages over het gehele lichaam en buik-piercings - ook 'nep'piercings- de idee kunen wekken: "Is dat nu nodig ?" , maar dan 'krachtens de algemene norm' G
Uit een Amerikaans onderzoek is gebleken dat bidden bij operatiepatiënten niets hielp. 750 proefpersonen waren onderverdeeld in twee even grote groepen. - Voor de ene groep werd, voor zover bekend , niet gebeden - voor de tweede groep werd wél gebeden.
Resultaat: de groep van 'door gebed begeleiden' was er niets beter aan toe dan de anderen. De soorten van operaties waren van dezelfde zwaarte.
Gelijktijdig bleek ook, dat personen, die aan bed werden begeleid met muziek, intelligentie-oefeningen en dergelijke, wél betere resultaten hadden bij de operatie dan de niet- begeleiden.
Alleerst dit: Laten we niet in de fuik zwemmen van: - hoera; de wetenschap is het met 'de godsdienst eens'. Fijn. - allemaal flauwekul, de wetenschap is het niet met 'de godsdienst' eens. Zie je wél; ze zijn vijandig. Dat is niet in overeenstemming met de Christelijke 'standing'. We kíjken de wetenschap niet naar de ogen.
In Jacobus 5 v 14- 16 lezen wij: "Laat iemand die ziek is de oudsten van de gemeente bij zich roepen; laten ze voor hem bidden en hem met olie zalven in de naam van de Heer. Het gelovige gebed zal de zieke redden en de Heer zal hem laten opstaan. Wanneer hij gezondigd heeft, zal het hem vergeven worden. Beken elkaar uw zonden en bid voor elkaar , dan zult u genezen".
Hier wordt nogal wat genoemd !: - de oudsten van de gemeente worden geroepen - die oudsten gaan voor de zieke bidden - zij brengen de kracht van de Heilige Geest, die in de gemeente werkt, in de symbolische vorm van olie naar hem toe. - Die olie wordt onder het aanroepen van de naam van de Heer Jezus over hem uitgegoten - de oudsten hebben de kracht en de vrijmoedigheid in zich om 'in het geloof te bidden'. - zij vragen aan de zieke: "Heb je iets te belijden". - de zieke antwoordt: of: "Nee; ik ben in harmonie met God" of: "Ja; ik heb iets te belijden". - de oudasten bieden hem namens de Heer Jezus vergeving aan.
Maar wanneer mensen op afstand of van vlakbij voor deze zieke bidden, weet je allerminst zeker, of aan deze 'randvoorwaarden' is voldaan'. - oudsten zijn hoeft niet. Elke Christen mag voor anderen bidden - olie zalven hoeft ook niet altijd. De bidders hoeven niet in zodanige situatie te zijn dat ze gemachtigd zijn namens de gemeente, waartoe de zieke behoort - maar het bidden mag niet iets plichtmatigs zijn, zo van: "God zegen de greep. Baat het niet, het schaadt ook niet". - de zieke zal 'schoon schip dienen te maken van datgene, wat hem als zonde bezwaart'. Daarmee dient niet geschipperd te worden - er dient een morele volmacht te zijn bij de bidders, om de zondenbiecht aan te horen op zodanige wijze, dat zij met de 'gaven van onderscheiden van geesten, kennis en wijsheid' tot een goed oordeel kunnen komen.
Maar het Amerikaanse onderzoek houdt geen rekening met al die 'randvoorwaarden'. Wanneer 'rijp en groen' maar een gebed prevelt, vlakbij of op mijlen afstand van de zieke, dan is het voor dit onderzoek al voldoende.
Nog een vraag. Er was ook een onderzoek dat aantoonde dat muziek en persoonlijke zorg wél tot betere resultaten leidden. Was dat onderzoek bij dezelfde 750 operatiepatiënten ? Dat kan natuurlijk niet. Dan worden er twee onderzoeken door elkaar gedaan.
Dit laatste echtere terloops. Wij hadden afgesproken, dst wij neutraal tegenover de resultaten van de 'wetenschap' zouden gaan staan.
Blijf maar bidden hoor, maar wel met een hart, dat poogt: - zélf rein te zijn - zélf vol met althans enige geloofsmoed te zijn. - dat een eventuele zieke wél kan helpen, als hij steun nodig heeft om op te biechten.
Zo'n gebed met een zieke of een gezonde met andere problemen wordt door de Heer aangevuld op zwakke punten. Dat je persoonlijke zorg geeft op het punt van hartelijkheid , belangstelling en een attentie, spreekt uiteraard vanzelf.
Wat een moeilijke correspondentienaam. Ik noemde jou toch Celeste, of was dat iemand anders. Vertel je dat nog even.
Maar nu je vraag: "een Jehovah getuige zei tegen mij, dat Jezus geen GOD is, maar 'een god'. En hij zei ook, dat 'de Drieëenheid' een verzinsel is. Wat móet ik daar nu mee?"
Celeste -ik waag het er maar op- alle eeuwen door, sinds Jezus , bij zijn menswording voor de eerste maal bij ons was.... ( dat hij als 'de Engel des HEREN' in het Oude Testament al 'het terrein verkende', laat ik nu buiten beschouwing) ....heeft de duivel storm gelopen tegen de idee, dat Jezus ook God is. Als hij dat maar kon ondergraven....als hij Jezus maar kon neérpraten, dan zou het wégpraten ook wel een keer lukken.
En een weg tot dat doel was: het ontkennen van de Goddelijke Drieëenheid. Dat God de Heilige Geest ook deel uitmaakt van die Drieëenheid, kon hem niet schelen. Daar besteedde hij geen aandacht aan, omdat 'De Heilige Geest' toch niet zo bij de mensen leefde. Maar Jezus....die leefde wel in de harten....die moest neergesabeld worden en een eerste stap was: Jezus wegpraten door te zeggen, dat er geen Drieëenheid was, dus dat Jezus er ook geen deel van kon uitmaken, dus ook geen God was, maar uiteindelijk alleen mens. En voor die mening waren altijd wel mensen te porren, beste brave mensen met prachtige bedoelingen, maar op dit punt waren zij toch maar al te vaak ongewild en onbedoeld het voertuig van helse gedachten.
Nu weet jij ook wel, dat er op HQ aan de de lopende band topics zijn, waar over het mysterie van de Goddelijke Drieëenheid gestreden wordt. Naar mijn mening zijn van die Drieëenheid overduidelijke schriftbewijzen. Maar altijd, wanneer bijvoorbeeld gezegd wordt: "In Genesis 1 alleen al staan er zulke overduidelijke bewijzen: - God schiep de hemel en de aarde - Gods Geest zweefde over de wateren. - ...en in Johannes 1 staat, dat er zonder het Woord, dat God was, niets is ontstaan, dat ontstaan is. ...Alsjeblieft...toen al waren de drie verschijningsvormen van God gezamenlijk en in volle overeenstemming actief", dan lachen de 'anderen' maar eens en ze beginnen weer te ..práten.. Want....de duivel is een beste prater...hij praatte indertijd Eva(Manninne) al ondersteboven en doorredeneren is echt 'de moriaan geschuurd'. En deze geïndoctrineerden 'hebben d'r bekkie best bij zich', ook al hebben ze meest niet in de gaten, dat heel die woordenvloed 'made in hell' is.
En wanneer je daarna zegt: "Er staat toch in Johannes: 'Het woord was GOD' en even later (14): het woord is méns geworden en heeft onder ons gewoond...", dan praten ze maar weer door, de 'gesprekpartners'.
Echt: wanneer je Jezus wilt verdonkeremanen en daartoe een aanval op de Drieëenheid inzet, dan blijf je maar doorratelen, totdat de andere partij vermoeid en verward dan maar zwijgt.
Niet doen dus. Ik geef nog enkele teksten over de Drieëenheid, maar mogelijke tegenstanders zullen ook daarover glimlachend en superieur het hoofd schudden, zo van : "Die Celeste toch. Wat doet het kind haar best met een ijver, een betere zaak waardig". Hier komen ze nochtans: - De Engel des HEEREN komt in gesprek met Hagar, die voor haar meesteres Sara vlucht, (Genesis 16) De Engel des HEREN is dezelfde als de Heer Jezus; immers: 'het Woord is méns geworden', lazen wij zoëven. - ...en zo staat het Oude Testament vól van deze verschijningsvorm van de Heilige Drieëenheid. En dat is juist het zwakke punt vanb de bestrijders. Zij hebben zich- bijvoorbeeld- gebaseerd op 1 Johannes 5 v 7: " Er zijn dus drie getuigen in de hemel: de Vader, het Woord en de Heilige geest: en deze drie zijn éen". Als ze je daarheen weten te brengen, dan krult hun neus: "En het staat niet eens meer in '2004' ", kraaien ze. "Allemaal onbetrouwbare handschriften". Maar op 'de Engel des Heren' hebben ze zich niet zo toegelegd. Blijf daarom weg van hun 'succesnummer'.
Wel kun je vragen: "En wat denk je van 'de Heilige Geest'. Die wordt toch op vele plekken "God" genoemd. En ook dan zijn ze even vleugellam, totdat ze ook maar weer gaan ...praten.
Maar goed: geloof jij nu maar , dat er in dat prachtige overweldigende mysterie van de voor het verstand niet in de verste verte te peilen GOD nog een ander mysterie schuilt; dat hij zich op drie verschillende, rijke manieren aan ons openbaart, voor zover mogelijk: - als de centrale figuur... want gelijkheid( allemaal God) kan heel goed samengaan met een rangschikking: GOD DE VADER. - als hem, die de weg van God naar ons heeft gebaand, zodat wij 'de Onnoemelijke' Vader, zelfs pappie (abba) mogen noemen: GOD DE ZOON - als hem, die de weg van ons naar de Vader altijd maar weer wijst en ons begeleidt: GOD DE HEILIGE GEEST.
En nu nog enkele teksten, die wijzen op de Godheid van Onze Heer Jezus Christus. Die anderen' zullen altijd weer komen met hun 'ja maars'. maar goed; hier zijn ze: - In Matth 3 v 17 zegt God over Jezus sprekende: "Deze is mijn Zoon, de geliefde". (En 'zij' zullen zeggen: "Nou...én....wat bewijst dat: ik ben toch ook een geliefde van God") - in Matth 4 v 6 zegt de duivel in directe confrontatie met Jezus: "Indien gij Gods Zoon zijt, werp uzelf dan van de tinnen van de tempel". En in dat gesprek, waarin beide partijen heel persoonlijk met elkaar omgaan, blijft Jezus overwinnaar. - In Math 8 v 29 zeggen een legioen duivelen tegen Jezus: "Wat hebt gij met ons te maken, Zoon van God".
En altijd zullen 'zij' zeggen: "Niet overtuigend", hoewel in mijn concordance een bladzijde vol van dergelijke teksten staan.
Denk aan dat oud-Nederlandse spreekwoord: Ach.....wat baten kaars en bril als den uyl niet sien en wil".
Vasthouden aan wat wij hebben en je niet in de war laten brengen.
En als ik hiervóor soms wat badinerend gesproken heb over 'zij', neem dan van mij aan, dat ik ook van 'hen' houd. Ze zijn zo ontroerend 'te goeder trouw', soms houden zij zo ziels veel van de Heer Jezus. Als ik mij hier en daar wat ongenadig uitlaat, weet dan: dat God genadiger is dan de mensen'.
Deze annonce plaats ik bij sommige blogs. En de resultaten ?
Over mijn blog 'geloofsaangelegenheden' ben ik zeer tevreden. Meer dan 1200 inputs. Bijbelstudie gaat ook nog wel, 764 inputs.Maar: - JanJoke, 493 - Mijn boeken, 431 Mijn leven, 448 blijven wat achter. Jullie vinden hieronder de vindplaatsen. Kom mensen, ga daar ook eens heen. Ze zijn het zo waard !!!
Dag Ger
Daag.....
Zonet even gastvrijheid mogen genieten op je blog. Geweldig, zoals iedereen toch bezig is. Wat een veelheid van interessante dingen in de blogs, die ik systematisch de een na de ander bezoek.
Mag ik ook jouw aandacht vragen voor míjn vijf blogs;
1 Geloofsaangelegenheden, te vinden via 'andere' 2 Bijbelstudie, idem. 3 Jan en Joke, groepskroniek, te vinden via 'Actualiteit en maatschappij' 4 Mijn boeken, te vinden via 'andere' 5 Mijn leven, idem.
Dus dít was je probleem: .............. ik wil heel graag vrienden die niet geloven over het geloof vertellen.. maar ik weet nooit hoe je dat op een goede manier kan doen. er zijn altijd wel dingen van Gods liefde als voornaamste ding houden.. maar in de praktijk is dat een stuk lastiger ................. Jelle....moeten we eigenlijk wel -om te beginnen- zoveel van het geloof vertellen. Moeten wij het eerst niet vóorleven. Een kaars kletst toch ook niet. Hij geeft licht. Dat wil niet zeggen, dat ik tegen 'getuigen' zou zijn.
Maar in jouw geval: je kúnt eenvoudig niet 'à bout pourtant', 'zo maar opeens' tegen je vriend gaan zeggen: "Mag ik je iets over de Heer Jezus vertellen". Op zijn gunstigst zal hij zeggen: Hè née...nou effe niet".
Is het niet beter om vóor alles met de Heer te overleggen. Is het niet aanbevelenswaardig, wanneer je een aardige vriend hebt, die- stel- Karel heet, eerst eens met God te overleggen: "Heer.....u kent Karel.... beter dan wie ook, beter dan ik, beter dan hijzelf. Ik wil zo graag eens met Karel spreken over u. Wilt u eens een gelegenheid scheppen ?"
Laat het niet bij dat ene gebed blijven. Houd je contact met de Heer in dezen warm. Het is ook zo goed voor je eigen geloofsgroei. Dan word je zelf ook meer aanvaardbaar voor Karel. Stel dat Karel op het schoolplein een zachte band heeft en jij staat daar met een fietspompje gereed. Zulke dingen. Ach; ik noem maar wat. Dan kan het zo maar opeens gebeuren dat Karel zo zonder enige aanleiding zegt: "Ik slaap tegenwoordig zo slecht". Kán toch. En dan kan je daarop inhaken, niet eens met het zwaarste geschut, maar zo even met een aaloopje: "O ja joh...?!...enig idee, hoe het kan komen?!"
Je toont je belangstelling. Hij heeft al ervaren, dat je een vriend voor hem wil zijn. Hij heeft bemerkt dat je voor iedere scholier een vriend wil zijn. En dat spreekt gemakkelijker.
Natuurlijk weet ik dat er op dit pad voetangels en klemmen liggen. Medeleerlingen kunnen zeggen: "Hij is altijd zo vriendelijk. Wacht eens; zou hij soms dat geloof van hem willen promoten door zo zijïg te doen" En ze kunnen denken: "Die goedzak kan ik wel voor mijn karretje spannen". Ja; ze kunnen zelfs denken: "Hij is vast homo". Leer mij de schoolwereld kennen.
Maar God schept soms verrassende gelegenheden.
Voorbeeld: bij mij in de buurt is een kleine terreinverheffing, die wij- ietsjes aandikkend- 'een heuvel' noemen. Ik gebruik die 'heuvel'- toe dan maar- om te mediteren en te bidden.
Gisteren naderde een gezelschap mijn 'stiltepunt'. Ik riep ze toe: "Niet van die kant moeizaam beklimmen. Aan deze kant is een trap". Bovengekomen.... geloof het of niet ....hadden wij binnen enkele minuten een gesprek, doordat zij 'gerichte vragen' stelden aan mij, voor hen een volkomen onbekende, want het waren vacantiegangers van elders. En ik kon fijn getuigen.
De Heer houdt van jou zoals hij van mij houdt. En hij zal wegen voor je effenen en verrassingen aan je bereiden.
Deze raadgevingen nog: - wees betrouwbaar, Spreuken 11 v 1 - wees bescheiden, 2 - wees eerlijk, 3 - sta in de goede verhouding tot God, doordat je zijn redding in Jezus voor jezelf helemaal en helemaal aanvaardt, 4 - wees oprecht, 11 - bevorder het 'zelfbeeld' van je vrienden, 12 - RODDEL NOOIT!!!13 - heb visie voor je vrienden; God wil ze redden; ze zijn kostbaar in zijn oog, dus ook in jouw oog, 14 - lever jezelf niet aan de luimen van je vrienden over; weet wat voor streken ze in hun staart kunnen hebben, 15 - laat geestelijke liefde van je uitstralen, 17 - bedrieg niemand, door zijn of haar geheimen te verraden, 20 - wees een royale kameraad, die mee wil delen, die bijspringt als een ander zijn pinpas in de kantine uitgeput blijkt te hebben en hij 'het er niet op aanstuurt, dat jij hem helpt', 24 - doe goed om goed terug te krijgen, 25, ook al moet je wel eens even wachten - zoek de goede dingen voor je kameraden, 27
Ach, zo wat puntjes, die je een bredere ingang geven.
Ik heb iets gedaan dat dwars tegen de wil van God is. Hij had d.m.v. de Heilige Geest het mij in mijn hart gelegd, dat ik het niet mocht doen en toch deed ik het. Is dit de zonde tegen de Heilige Geest, wie kan met bijbelse argumenten komen?
Ik heb God al 100 keer vergeving gevraagd, maar ik krijg geen antwoord.
De zonde tegen de Heilige Geest is iets heel anders dan jij denkt. Van 'de zonde tegen de heilige Geest' héb je geen berouw. Je weet wat je doet.
Een voorbeeld: de duivel was ooit een stralende 'engel van het licht'; Ezechiël 28 v 11- 18 vertelt van hem: - hij was een toonbeeld van perfectie, vervuld van wijsheid, volmaakt van schoonheid - hij woonde in een heerlijke, door God geschapen, geestelijke omgeving - zijn kleding was enkel licht, edelstenen en goud - hij beschermde het denken van zijn mede-engelen - hij had een heerlijke taak van Godswege, die hij onberispelijk vervulde... ...... ...totdat het moment kwam, dat hij meer vervuld raakte van zijn taak vóor God dan van zijn afhankelijkheid ván en gehoorzaamheidsplicht áan God. Toen werd hij verbannen en werd tot duivel.
Wel; - was satan door het licht beschenen, (Hebr 6 v 4), Nou en of. Hij wist álles, wat maar te weten is van God - wist hij van de hemelse gaven en de Heilige Geest. Niets was voor hem in zijn hoge staat verborgen, (4) . Niemand wist beter en meer van God dan hij met zijn perfectheid, wijsheid en al die andere heerlijke gegevenheden.
En tóch zei hij "Nee" tegen God en werd daarmee : de eerste 'neezegger'.
Laten wij nu eens lezen Hebr 6 v 4 - 6: "- Want wie ooit door het licht beschenen is - geproefd heeft van de hemelse gave - deel gekregen heeft aan de Heilige Geest - wie het weldadig woord van God -...en de kracht van de komende wereld ervaren heeft en vervolgens afvallig is geworden, kan onmogelijk een tweede maal worden bekeerd, omdat zo iemand voor zichzelf de Zoon van God opnieuw kruisigt en aan bespotting blootstelt".
Kijk...hier wordt nu iemand geschetst, die heel dicht bij 'de zonde tegen de Heilige Geest' is gekomen.
Het is me toch ook wat: - Gods licht werkelijk zien; zover gerijpt zijn dat je na het overwinnen van allerlei misverstanden dat licht duidelijk ziet doorbreken; niet maar zo'n beetje, als op de eerste formeringsdag,(Genesis 1 v 5), maar helder, zonder versluierende 'broeikaslaag', (v 11), maar helemaal, onbelemmerd, (v 15). - vól van de gaven en het wezen van de Heilige Geest; niet alleen maar een enkel woord van klanktaal, maar het hele scala van de vele gaven - inzicht hebben gekregen in de krachten, die zich volledig zullen ontplooien in het duizendjarig rijk .............. en dan toch nog zeggen: "Nee".
En dat is nóg niet de zonde tegen de Heilige Geest.
Want er staat alleen maar: "...kan onmogelijk een tweede maal worden bekeerd". Zelfs híer wordt de mogelijkheid opengelaten dat het gemoed ontvankelijk blijft voor het rechtstreeks ingrijpen van God.
Pas, wanneer ook dít stadium is gepasseerd...wanneer niet alleen mensen, maar ook God zelf zwijgen bij deze ijskoude vijandigheid...dan...ja dan is er sprake van zonde tegen de Heilige Geest.
Maar een pas beginnende jonge Christen is nog mijlen en mijlen ver verwijderd van dit verschrikkelijke.
Zélf heb ik als jonge man, in een verschrikkelijk ogenblik uitgeroepen: "Satan...als je dit of dat voor mij doet , dan mag jij mijn ziel hebben".
Dat is toch wel heel bar, heftiger kan toch eigenlijk niet. Maar God heeft me vergeven omdat Jezus voor mij pleitte. ( 1 Johannes 2 v 1).
Zolang je zonde je benauwt, heb jij de 'zonde tegen de Heilige Geest' niet gedaan.
De duivel, het prototype van deze zonde,heeft ook geen berouw. Na het duizendjarig rijk , na een zolang machteloos gemaakt zijn, komt hij , bij die 'laatste kans' , (die overigens -en dat weet hijzelf ook wel- geen eigenlijke laatste kans ís) terug, onverzoenlijk en onberouwelijk zoals altijd daarvoor.(Openb 20 v 7 en .
Maar jij....ga maar dapper door met de Heer. Geniet van zijn vergeving en vraag hem om kracht om steeds meer los te komen van dat wat je kwelt.
Lui.....wat dóen jullie nu toch. Het begon ermee, dat er gesproken werd over een jongen, die Gothic was en problemen had en nu ook glaasje draaide en wel eens naar de satanskerk ging. En later ving ik - naast veel goeds-klanken op in nadere postings zoals: - ze draaien harde muziek...nou wat zóu dat - ze zonderen zich af van de maatschappij...nou én - ach....het is alleen maaer 'doorgevloeide' punk - er is niets verkeerd aan - ik ben Christin, maar ik heb een vriend, die satanis is - Jezus ging toch ook met dit soort mensen om - Er is nog een fijn onderscheid tussen satanisten en satananen - ze vereren natuurgoden...en wat dan nóg - en ik weet niet, wat al meer.
Zeker....er zaten puur Christelijke geluiden bij.
Maar wat zegt de bijbel, Gods woord?: 2 Corinthe 6 zegt hierover, te beginnen met vers 14: "Loop niet in een en hetzelfde span met ongelovigen. Wat is de verwantschap tussen gerechtigheid en wetteloosheid. Wat heeft licht met duisternis te maken. Waarin lijken Christus en Beliar op elkaar, (Beliar is een van de vele namen voor de vijand, de duivel) Wat hebben een gelovige en een ongelovige gemeen. Wat heeft de tempel van God met afgoden te maken. ........... Ga wég van de ongelovigen, zonder je van hen af en raak niets aan dat onrein is".
Jullie hebben allemaal als jonge , veelbelovende Christenen , de maarschalkstaf in handen. Een grote toekomst wacht jullie. Onze Heer Jezus Christus heeft het door dat woord "Het is volbracht" mogelijk gemaakt, dat de Christenen vanaf tóen veel intensiever in aanraking konden komen met God de Heilige Geest, die met zijn Geestesgaven en Geestesvrucht oneindig gelukkig kan maken , terwijl al die enge dingen van Gothic en zo het in zich hebben om je oneindig ongelukkig te maken.
Wat hebben jullie van doen met: - glaasje draaien en ander occult snoepgoed en bezoekjes aan de satanskerk - harde muziek met onverstane , maar zeker werkzame satansklanken - hoogmoedig je afwenden van de maatschappij, met als voorwendsel, dat die maatschappij jullie niet begrijpt en afwijst. - ach...het is alleen maar iets , dat voortkomt uit punk en je kunt er best mee omgaan, terwijl de bijbel leert, dat 'slechte omgang goede zeden bederft'. - gewoon dit soort mensen tot vriend hebben, met het idee: "Jezus ging toch ook om met tollenaars en zondaars, zelfs met de moordenaar aan het kruis"....zonder in te zien, HOE en waarom Jezus met die mensen omging en te trachten, zíjn voorbeeld van omgang te volgen, daarbij ervoor zorgende, gevuld te zijn met de Heilige Geest, zoals in volkomenheid Jezus dat was. - je te verdiepen in het fijne onderscheid tussen al die stromingen van 'boomomarmers' en satanisten en 'praters met dolfijnen' - je niet te verdiepen in het aan Gods hand leren kennen van de sprake van de natuur, psalm 19 v 4.
In de samenkomst zingen jullie, soms nog hand in hand ook: "Maak ons een leger o Heer...!!". Maar dat moet een eensgezind ,Geestvervuld leger zijn, zonder vreemde smetten.
O...jullie tot het goede afgezonderden...jullie kinderen van het licht...jullie, dappere bestrijders van satan...jullie, prille gelovigen...jullie, tempelen van God...(2 Cor 6 v 14-16)...: wat zou ik jullie, oude en nieuwe vrienden eens gaarne 'geestelijk omarmen' in 'Vraag het Ger'. Kom (nog) eens.
In de NBV lees ik; (enkele meerdere verzen inbegrepen):
"( de HEER heeft mij gezalfd om aan armen het goede nieuws te brengen) ........ (3) "Om aan Sions treurenden te schenken - een kroon op hun hoofd..inplaats van stof - vreugdeolie....inplaats van een rouwgewaad - FEESTKLEDIJ INPLAATS VAN VERSLAGENHEID".
NBG heeft hier: "...EEN LOFGEWAAD INPLAATS VAN EEN KWIJNENDE GEEST"
Ik zie hier geen reden om iets ingewikkelds aan te nemen van bijvoorbeeld 'de boze geest die Saul kwelde', zoals jij oppert. Nee hoor; volgens mij zit hier helemaal geen 'dubbele bodem'. De bedoeling is tegelijk heerlijk en eenvoudig..... voor zover je bij Jesaja kunt spreken van 'eenvoudig'.
Het gaat hier om een profetie aangaande Onze Heer Jezus Christus,(v 10), hoezeer ook verhuld in oud-testamentische termen en verweven met de directe nood en de directe verwachtingen van het Joodse volk tóen en dáar.
Want wie zijn die armen, aan wie het goede nieuws wordt gebracht ?: zijn dat niet alle mensen, die zich afvragen of afgevraagd hebben: "Hoe komt die breuk tussen God en de mensheid óoit goed. Hoe kán God dit oplossen".
En wanneer dan de oplossing komt: God komt zelf in zijn eniggeboren Zoon naar de aarde om zélf de twee stukken van het gebroken koord tot éen koord te scheppen. En wanneer hij uitroept "Het is volbracht", dan is het koord weer heel. Dan: - ben je niet arm meer, maar RIJK - dan ben je niet meer verslagen, maar vol heerlijke hoop, die zekerheid is, - dan ben je niet meer een gevangene van de duivel, maar dan masseer je je polsen, waarin de moeten van de boeien nog zitten, maar je bent VRIJ - dan biggelen de tranen niet meer over je wangen, maar dan word je getroost, (2) - dan is er niet meer het stof op je hoofd van je verdriet, maar dan blinkt er een kroon van overwinning - dan is er geen plaats meer voor rouwkleding, maar dan is je hoofd , je denken, gezalfd met de vreugdeolie van de vervulling met Gods Geest. - dan is er het witte gewaad van Openbaring 7 v 9 en is elke verslagenheid geweken. - dan is er geen sprake meer van 'voortgaan van klacht tot klacht', maar van voortgaan van 'kracht tot kracht'(Psalm 84 v , van een verschijnen in Gods feestzaal als pilaren, terebinten van gerechtigheid, heerlijke bomen in Gods hof, bomen vol van luister. - dan is er geen sprake meer van rouw en droefheid, van een kwijnende geest, een geest met ternauwernood nog innerlijke levenskracht, dan is het hele denken feestelijk getooid met vreugde, met aanheffen van de lofzang.
Je vroeg iets over 'oordelen'. Ergens had je gelezen: Ordeel niet, opdat gij niet geoordeeld wordt. En uit andere teksten had je weer begrepen, dat je in bepaalde gevallen weer wél mocht oordelen.
Matth 7 v 1 zegt: "Oordeel niet opdat er niet over jullie geoordeeld wordt"
Johannes 7 v 24 zegt: "Ga in uw oordeel niet op de schijn af, maar laat uw oordeel rechtvaardig zijn".
Ik wil even nagaan of deze twee teksten samen voldoende zijn om tot een juiste afbakening te komen. Zijn deze schriftgegevens te 'mager' om een gevolgtrekking eraan te verbinden, dan zoeken wij er nog andere plaatsen bij.
In Matth 7 v 1.... ik neem de Korte Verklaring als richtlijn ...verbiedt de Heer Jezus niet ELK zedelijk oordeel, maar het hooghartig, liefdeloos kritiseren. Immers in vers 6 al is er sprake van 'een oordeel hebben', wanneer gezegd wordt: "Geef wat heilig is niet aan de honden en gooi je parels niet voor de zwijnen; die zouden ze maar met hun poten vertrappen, zich omkeren en jullie verscheuren". Zonder nu diep op deze laatste tekst in te gaan, kan toch wel gezegd worden, dat Christenen, staande tegenover spotlustige haters er goed aan doen om de tedere geheimen van Gods koninkrijk niet voor deze onwilligen en kwaadwilligen 'te grabbel te gooien".
Oordelen sluit dus een rechtvaardig oordeel niet uit, maar waarschuwt alleen tegen hooghartig, liefdeloos critiseren. Daarbij wordt al te licht eigen zonde en gebrek uit het oog verloren. Deze zonde kwam indertijd bij de Joden, het volk van de wet, veel voor en moest bestrijding verdienen, (Romeinen 2 v 1, Jacobus 2 v 12 en 13). In de tegenwoordige tijd tref ik deze vorm van critiek wel aan bij orthodox-Protestanten. Zo hoorde ik eens iemand uit die kring , glimmend van zelfingenomenheid, verklaren: "Elke nieuwe dominee 'weeg ik zogezegd op mijn hand'. En na een paar preken, wat zeg ik...na éen preek weet ik het al, of hij gewogen en te licht bevonden is".
En in Johannes 7 v 24 is er een valse schijn gewekt. Jezus heeft iemand op de sabbath genezen en is dus een sabbatsschender in de ogen van velen. En een sabbatsschender moet gedood worden, v 30.
Maar de waarheid is, dat ook volgens de Joodse wetsuitleg de besnijdenis geen arbeid is, dat in dit éne geval de strenge wetten over de sabbat ondergeschikt waren aan de wet betreffende de besnijdenis op de achtst dag, welke wet meer stringent werd geacht.
En....besnijdenis en genezing zijn beiden in Joodse gedachtegangen: gezond maken. Het wegnemen van de als onrein geldende voorhuid is 'genezen voor een deel'. En nu heeft Jezus iemand genezen...en dat is voor de volle honderd procent van het lichaam.
En daarom zegt Jezus: "Oordelen, zonder dat je alle feiten en achtergronden kent, voor zover dat redelijk is bij een mensenlijk oordeel, is foutief. Maar een rechtvaardig oordeel is zulk een oordeel, dat met alle bekende feiten rekening houdt. Als jullie even doorgedacht hadden, dan had je geweten, dat 'een mens helemaal genezen' in de lijn ligt van de besnijdenis, 'een mens voor een deel genezen'. Maar nee; op basis van wat geroep van sommigen willen jullie mij doden. Dat is verkeerd".
Niem; ik denk, dat wij er al zijn. Ga nooit liefdeloos critiek zitten leveren, terwijl je 'de balk in je eigen oog niet ziet'.
Oordeel ook niet onbesuisd bij zeer gedeeltelijke kennis van de feiten.
Maar een rechtvaardig oordeel, gedompeld in Goddelijke liefde, is juist.