Listen please to my opinion referring to the things, happened during 'Creation'.
Genesis 1 v 1 : " In the beginning God created the heavens.......".
From eternity God had his plan to surround himself with a crowd of 'beings', who could receive his love and reflect it back. There are no moments in Gosds realms. There is only an endless 'Now'.
But for us there is 'a beginning to all things': the creation of the heavenS .For there are more heavens. Solomon was already saying: " But will God really dwell on earth ? The heavenS, even the highest heaven, cannot contain you". ( 1 Kings 8 v 27).
The heavens were there before mankind and earth. For Job 38 v 6 says: "Who laid the cornerstone of the earth, while the morning stars sang together and all the angels shouted for joy".
And now there is Genesis 1 v 1 b: "....and the earth" :
No wonder that the angels sang and were shouting for joy. The Lord had created something new. In another reality.... (Ephesians 3 v 18) with three dimensions; : wide, long and high, but lacking THEIR dimension: deep .....there was at once a universe with hundreds of thousands of spirals, everyone consisting of billions of stars, with some of these stars accompanied by planets.
And the attention of the angels was drawn to that little planet of a relatively little star, in a relatively little spiral. And they knew that this was 'the planet of the plan'.
A very high placed angel became furious with God. He comprehended that on this planet the being, called mankind, should come, which should be a SON of God, while the angels were predestinated to remain SERVANTS.
He revolted against the Lord, (Ezekiel 28), was thrown out of heaven and as first bad deed, teared open the earth, so that the waters of the forming oceans came in direct contact with the magma and even deeper.
So there was vers 2:
"Now the earth was formless and empty, darkness was over the surface of the deep" The Lord nevers sends chaos.Isaiah 45 v 18 says: "The Lord did not create earth to be empty but formed it to be inhabited".
And therefore the Lord was not absent. And therefore Genesis 1 v 2 moreover says: " The Spirit of God was hovering over the waters".
And now God began to change the earth, so badly damaged. Hy used first and foremost the forces of nature he had created: for instance 'the gravity'.
There was a big, impenetrable cloud around the earth, consisting of pieces of stone of- let us say- kilometers- and gravel and everything between. From this cloud of -say- 300 kilometers thick, at first began to rain down the big pieces. That proces lasted for a cosmic day of 24 cosmic hours, maybe hundreds of millions of ' our years' and at the end it was .like this, that 'at day' there was somewhat of light and at night a scarcely seen glimp of light. Sun and moon tried to reach earth.
And on the second day there came a little bit 'cosmos' into all the chaos. There was to be seen a little separation. You coud at last see, where earth began and where 'the big cloud' began.. You could speak of an expanse (6).
And as big pieces of stones were raining more and more off, dry land appeared in the midst of the original flood, (9)
Sun and moon were at yet not able to penetrate completely the huge mass of clouds. They already began warming up the earth and a climate of a hot-house reigned over the whole planet, from pole to pole and that is the reason, that they now find coal, rest of bracken, in Spitzbergen.(11)
And then- at last- there was the glorious moment, that sun and moon broke through the diminishing clouds an gave their ligh directly. The possiblities were created for a normal divison of climates, ( 14)'
And then began the real creation. There were fishes in the sea, but all of them ' according to their kinds', (20), which is an absolute obstacle for the so called 'evolutiontheory').
And then there came animals on the soil. And then - at last- there was the glorious moment, that was been feared by the fallen angel, the satan, as we know him: there stood mankind, man and woman, Adam and Eve.
And so things began.
But there is a preach in all this:
The heart of a man or woman without the Lord is.... although they do not remark it always ....formless and empty with darkness over the surface of the deep, (2). But when the Spirit of God is hovering over the waters of misery, (2), what then....
There comes a little bit of light in those lifes, ( 3), there comes a first begin of order, ( 6- 13), the light of the Lord breaks through, ( 14), New hopes, new insights break through,( 20-24), and at last there comes a new creation, by the being filled with the Spirit, mankind fit for the new heavens and the new earth.
Eigentlich hast du doch gar nichts Falsches gemacht, wenn du zu Gott sagste; "Wenn du meine Positon verbessern wollst, so werde ich dies und das machen und mit so und so aufhören".
Aber Frakas, tat Jakob nicht dasselbe, wenn er sagte in Genesis 28 v 20 u.21: - Wird Gott mit mir sein - ...und mich behüten auf den Wege, den ich reise -...und mir Brot ze essen geben -...und Kleider anzuziehen - ..und mich mit Frieden wieder heim zu meinem Vater bringen ....... so soll der Herr mein Gott sein".
So fragte Jakob sieben Dinge und er versprach eines.
Und du hast ein Ding gefragt. Und ich weiss nicht, was du alles versprochen hast.
Aber ich weiss eind Ding: der Teufel tut alles dran um es dir unmöglich zu machen um das Gelübde zu tun.
Und vielen fragen; "Was hast du dann versprochen ?"
Das frage ich eben nicht. Das ist dein Geheimnis.
In Holland, wo ich arbeite, sind die Leute sehr offen.
Sie sagen ganz offenherzig: - ich kann es nicht lassen nach Porno zu sehen - ich muss immer nur masturbieren - und so weiter.. ( ich habe einen Fragenrubrik und bekam da schon 3000 Fragen und 100.000 'inputs'.)
Aber hier in Deutschland liegt das vieleicht etwas anders.
Aber mein guter Kerl; geh doch mal zum Herrn Gott und sage es ganz offen: .......................... "Lieber HerrGott,
Ich habe es dir alles versprochen. Ich habe ein Gelübde getan an Dir.
Aber ich bin nicht stark genug um den Teufel , der mich abhält, zu wiederstehen. Wilst du mir Gnaden geben um nach dem Worte von Jacobus 4 v 7 : "Dem Teufel zu wiederstehen. ( im Namen Jesum). So fliehet er von mir".
Danke HerrGott, dass Du mich hörst und hilfst.
Ach...ich hätte noch mehr sagen wollen. Aber vor diesmal genug.
ten eerste kgebruik geen drugs,maar ik rook soms wel om me problemen te vergeten wat jammer genoeg niet echt lukt maar ja...nu kwam een ander meisje naar me toe en zei je mag wel een x meeblowen en ik zei ja kwil wel een x proberen,maar toch voel ik me er niet fijn bij dat ik het heb gezegt maar ook wel weer,want kwil mijn problemen gewoon vergeten weet iemand wat ik misschien kan doen?????
Het antwoord:
Wat klinkt dat nu toch allemaal triest. Met mijn ervaring op deze site, van nu al weer ruim vijf jaar schat ik je op vijftien jaar. En dan al problemen, die voor een lekker trekje aan je sigaret al niet meer ALTIJD wijken.
En dan is daar de verleiding: een medescholiere wil je best helpen...met een blowtje. Maar ook dat zal je problemen niet oplossen, dat voel je zelf al wel een beetje aan, schemert in deze brief door.
Die sigaret zet jou al op enige achterstand. Door roken wordt dat schitterende stel hersens, dat je, net als ieder mens meegekregen hebt, al aangetast. Goed...ik weet: op honderd miljard hersencellen maakt het dagelijks afsterven van een aantal van die cellen nu niet zo veel uit. Maar je kan ze toch maar beter houden. En je weet niet, hoeveel cellen het elke dag zijn. En ze kunnen misschien ook wel in heel belangrijke hersenfuncties bezig zijn.
En dan blowen er nog eens overheen.... Eigenlijk is deze gang van zaken bij jou: zonde. Want een mens moet voorzichtig met zijn lichaam omgaan. God gaf het. En dan moet je ruwheid in het hanteren van dat schitterende werktuig vermijden.
Kind, waarom ga je met die problemen van jou niet eens naar God. Daar merk ik in jouw brief eigenlijk niets van, dat je er erg in hebt dat dit ook een mogelijkheid is.
Ik ben nu 84 en heb problemen genoeg gehad in mijn leven. En ik heb altijd gemerkt- en ik merk de laatste jaren steeds meer- dat je- als je er met God over spreekt- oplossingen krijgt, die maken, dat je hersens juist beter gaan werken...of er zogezegd hersencellen worden geaktiveerd.
Zou je niet eens proberen naar God toe te gaan ? Je zou hem kunnen vragen: ................. Lieve Heer God, In de naam van Jezus- want dat wordt me aangeraden om erbij te zeggen-... ik heb zoveel problemen. Mag ik ze u eens opnoemen... ( en dan noem je ze maar eens allemaal) ......iemand zei tegen mij, dat 'mijn noden aan u bekend gemaakt moesten worden en dat je dat doen moest met: bidden en smeken en...dat is heel vreemd: u al bedanken voor de oplossing', (Philipp 4 v 6). Gek...u weet toch al alles. Maar er werd bijgezegd, dat dit wel wáar is, maar dat u toch wil, dat wij het zéggen. Wilt u mij ook sterk maken Heer God, als dat meisje morgen weer komt, dat ik dan 'nee'durf te zeggen. O ja; en ik heb iets verkeerd gedaan tot nu toe, dat weet ik wel...wilt u mij dat vergeven ?
Nou...vooruit dan maar: dank u Heer .............
Voor medelezenden: Eigenlijk is het heel duidelijk: de duivel is heel druk bezig met een aanval op dit jonge meisjeshart. Dat heb ik haar niet willen zeggen. Ik wilde haar eerst maar eens laten kennismaken met de liefde van God, voor ik haar laat schrikken van alle listen en lagen van Gods tegenstander.
Zondigen en vergeving krijgen;gaat dat altijd maar door.
"Hoe kan ik verwachten, dat God mij vergeeft, terwijl ik door blijf gaan met de verkeerde dingen doen".
Niem, de Here God zegt van zichzelf, dat Hij een barmhartig en genadig God is, groot van goedertierenheid en trouw. Hij zegt ook van zichzelf, dat Hij het hárt aanziet. En wanneer daar een hart is, dat het uitschreeuwt naar Hem en dat zich begraven voelt onder een dikke laag zondevuil, zoals iemand onder een lawine van meters dik kan liggen, dan weet God daarvan. En God is ook geduldig; wanneer daar een hart is, dat het naar hem uitgilt, hoewel begraven onder vele tonnen verkeerde gewenningen, dan weet Hij dat.
In de natuurlijke wereld is het zo, dat lawineredders met fijne apparatuur de sneeuwmassa's afzoeken en op een gegeven ogenblik zeggen: "Hier bespeur ik leven". En dan gaan ze graven. En velen zijn zo gered. Zou dan God niet naar jou op zoek zijn. Hij weet heel wel, dat jij je niet kunt uitgraven, omdat- overdrachtelijk te zien- je benen bekneld zitten in iets, wat je vasthoudt.
Maar op dit ogenblik zeg ik, als redddingswerker door God uitgezonden: "Satan....jij, die dit mensenkind, dat er recht op heeft te leven, gevangen houdt: ik weerstá jouw macht in de wonderbare naam van Jezus".
En wanneer jij, Niem, dit lezende, merkt, dat jouw voeten zich vrij kunnen bewegen en dat jouw gravende armen- alles overdrachtelijk gezien- ongehinderd door kunnen tasten naar het licht en naar de dag, bedank dan niet Ger, maar bedank Hem, die gezegd heeft: "Weerst de satan en hij zal van u vluchten, (Jacobus 4 v 7).
En wanneer je straks tegen mij wilt zeggen: "Ik zie licht aan het eind van de tunnel", weet dan, dat ik gereed sta om je hand te pakken en je omhoog te trekken uit al die zuigingen van uit het duistere rijk. En dan niet zeggen: "Dank je Ger", maar eenvoudig alleen maar zingen: "God trok mijn ziel uit de put, Uit modder, diep en zwart. God zette mijn voet op de rots, En reinigde mijn hart. God gaf mij een lied in de mond, En 'k loof Hem vroeg en spa...(laat) God trok mijn ziel uit de put, O HALLELUJA...!!".
Begin de Heer maar te loven en te prijzen Niem, want Gods woord zegt, ( Psalm 50 v 23): "Wie een dankoffer, (een lofgebed) brengt, geeft God alle eer, wie zo zijn weg gaat, zal zien, dat God redt".
Dit was de vraag: ................... hallo. Ik zit ergens mee en ik wilde het graag even delen. De laatste tijd denk ik heel veel aan sex. Maar dan ook heel veel aan sex. te veel eigenlijk. ik heb een belofte afgelegd ( ware liefde wacht) dat ik met sex zou wachten tot het huwelijk. ik heb het hier moeilijk mee, maar ik wil deze belofte houden omdat ik hem naar God toe heb gemaakt, maar ik denk gewoon superveel aan dat ik moet wachten tot huwelijk zeg maar, ik bedoel ik ga geen belofte met God breken!maar ik denk er gewoon veel te veel aan en wil dit helemaal niet! Dit houd me namelijk ook weg van God en ik weet dat ik het moet veranderen, maar het lukt voor geen ene meter! Ik voel me hier echt *$%^ onder. Soms bid ik tot God of Hij me wil helpen, en dan lukt gaat het een paar dagen goed en dan gaat het weer verkeerd. Ik durf God bijna helemaal niet meer te vragen omdat ik toch weer ga falen ik wil graag advies!!! ..................... En hier komt een antwoord; .................. Door een gelofte te doen- voor je gevoel- heb je jezelf in een moeilijke positie gebracht. Iedereen weet, dat je moet houden, wat je uitdrukkelijk aan God beloofd hebt, al geeft Numeri 30 v 5 wel een mogelijkheid om hiervan dispensatie te krijgen. Wanneer namelijk een jong, nog thuis wonend meisje een dergelijke 'gelofte' doet, dan kan haar vader die gelofte ontbinden.
En soms denk ik, dat die gelofte van jou aan deze tekst kan worden gerelateerd. Immeers: nergens is sprake van een meisje, met wie je verkering hebt. Meestal immers wordt een dergelijke gelofte door een 'vaste verkering' hebbend stelletje gedaan in een feestelijk samenzijn, waar meerderen aanwezig zijn, gedachtig aan psalm 22 v 26: "Mijn geloften los ik in bij wie u vrezen".
En van al die dingen vind ik bij jou....niets.
Laatst vroeg een jongen van 16 mij om raad. Als 13-jarige had hij aan de Heer beloofd: "Heer...nooit van mijn leven zal ik meer lezen in het voetbaltijdschrift 'Hard gras'". En...hij had later die belofte verbroken.
Ik heb hem gewezen op Numeri 30 v 5.
Opgelucht ging hij heen. (Uiteraard neem ik ten aanzien van bovengenoemde periodiek geen standpunt in)
Was ook jíj niet te jong toen je deze zware gelofte deed ?
Maar natuurlijk is het wél weer zo dat ongerept blijven tot je huwelijksdag een groot goed is. Overigens heb ik wel 'gerepten' gekend, die zich bekeerden tot de Heer en die later toch het idee hadden, door hem, die alle dingen nieuw maakt, ongerept het huwelijk in te gaan. (Hiermee bedoel ik natuurlijk niet een vrijbrief te geven in deze geest: "doe maar....later bekeer je je en alles is weer kits").
Maar wat in feite bij jou gebeurd is, dat is het volgende: Satan kreeg je, mede door deze gelofte in een vervelende houdgreep en in een gevaarlijke hoek, waar je je bijna niet meer kon bewegen. Van de sexuele gedachten die elk (jong) mens heeft, maakte de duivel zo een obsessie.
Het eerste wat je te doen staat, is dit: handelen naar het schriftwoord:(Filipp. 4 v 6) "Wees over niets bezorgd, maar vraag God wat u nodig hebt en dank hem in al uw gebeden". Dus: - wes niet langer bezorgd over de uitzichtloze hoek, waarin je jezelf hebt gemanoeuvreerd, maar leer vertrouwen op God, die alles weet en alles kan en overal raad voor weet te schaffen - wat je nodig hebt is rust op het sexuele front, zodat je niet langer alles nog eens extra erg maakt met de gedachte: "Maar ik heb God ANDERS beloofd". - En dan: dank God voor de uitredding die hij geeft, nog vóor hij die oplossingen meterdaad geeft, Marcus 11 v 24: "Daarom zeg ik (Jezus) jullie: ' alles waarom jullie bidden en vragen, geloof dat je het al ONTVANGEN hebt....en je zúlt het krijgen' " .
En dán is het tijd voor een hartig woordje net de duivel, maar houd het kort, geen discussie...!!! "Satan...laat me los...want ik hoor bij Jezus".
Ga zo eens te veld. Bied weerstand aan de duivel en hij zal van je wegvluchten, (Jacobus 4 v 7)
Dit was dus je vraag. ............. Ik zit best wel met een probleem. Ik heb al meer dan 1,5 jaar anorexia. Dat is echt ontzettend vervelend, maar wat ik bijna nog vervelender vind is dat ik aan God twijfel. En niet alleen aan hem, maar aan het hele geloof.... Een halfjaar geleden ging het echt een stuk beter met me: ik ging met sprongen vooruit en ik voelde dat Hij mij hielp... Maar nu, nu twijfel ik aan alles.. Alles gaat weer slechter en ik ben zo bang dat het weer helemaal mis zal gaan... En ik mis het gevoel van dat Hij me helpt, dat Hij bij mij is, nja, gewoon alles... Ik weet het echt allemaal niet meer... Ook wat hulpverlening betreft...
Hoop dat iemand me een beetje kan helpen...
Greetz .................... Mijn antwoord:
Allereerst dít: blijf contact houden met de medische sector.
Maar een geestelijk advies kan wel gegeven worden, uitgaande van je eigen bevindingen.
Een halfjaar geleden was er een duidelijke verbetering Je had weer contact met God en de genezing van je kwaal leek op gang te zijn gekomen.
En nu- een half jaar later- is die vooruitgang niet meer aanwezig en het contact met God is ook veel minder.
Waar kan dat nu op wijzen? Wel; er is een tegenaanval aan de gang. Je weet, dat satan de uitgesproken, bittere vijand van God is en dus ook van ons mensen, die voorbestemd zijn om tot zonen van God en volwaardige broers en zussen van de Heer Jezus uit te groeien.
En de apostel Paulus heeft ons geleerd, dat de gedachten van satan ons niet onbekend zijn. ( 2 Corinthe 2 v 11).
Dit geldt natuurlijk vooral voor diegenen onder ons, die zo gelukkig zijn door de genade van God om 'vervuld te zijn met de Heilige geest'. Zij krijgen de gave 'van het onderscheiden van geesten', zoals Paulus die in zo grote mate had en de Heer Jezus zélf natuurlijk voor de volle honderd procent.
En nu ia dit mij duidelijk; de duivel is behgonnen met een tegenaanval om jou weer in een neerwaartse spiraal te krijgen.
Wat staat jou nu te doen ? Als het je nog wat te zwwaar, te eng, te griezelig is om de duivel toe te spreken, dan kun je in ieder geval dít gebed tot God opzenden: ............ Lieve Heer, in de naam van de Heer Jezus en pleitend op wat hij voor mij heeft gedaan, kom ik bij u. Heer; u weet alle dingen. U weet al, hoe het een half jaar geleden best wel líep tussen u en mij. En u weet ook, hoe het nu zoveel minder gaat en hoe die anorexia weer de kop opsteekt.
Heer; wilt u mij helpen om weer dichter bij u te komen en steeds verder af van die nare verstoring.
Dank U Heer... .............. En als je wat meer durf hebt- en echt, zo moeilijk is dat niet, want de Heilige Geest wil je helpen- dan kun je ook kort en krachtig tegen satan zeggen, (zonder verder met hem te discussiëren): ................. "Satan...val me niet lastig, want ik ben van Jezus". ............. O....wat leef ik met jou mee en met al die anderen, die er ongeveer net zo voor zitten als jij. Laten zij maar meebidden.
Je stelde als vraag: "Kunnen jullie wat gedachten geven over de bekende zegswijze: "Elke ketter heeft zijn letter".
Nu stelde Autumn onlangs een vraag, die ook die kant uitging. Ik heb haar geantwoord met hetgeen hieronder staat. Maar elk antwoord wil ik met 'maatwerk' geven en Autumns antwoord is toch niet precies wat jíj nodig hebt. Ik voeg het dus alleen als meerdere informatie bij. Als antwoord aan jou kan dienen:
De duivel heeft met zijn valse zaad voor allerlei verwarring gezorgd. En daarbij hoorde ook, dat allerlei bijbelteksten voor meerdere uitleg vatbaar waren, althans voor mensen die alleen maar in staat waren 'ziels' te denken, dat wil zeggen 'in lengte, breedte en hoogte', maar zonder 'diepte'. En Efeze 3 v 18 leert dat ook de 'diepte' noodzakelijk is. En die 'diepte' is 'de vierde dimensie', het vermogen om de dingen geestelijk te zien. Ik heb het al dikwijls gezegd; het is dringend nodig om in de sfeer van God te komen, omdat zijn liefdesbrief aan ons, de bijbel, ook alleen 'diep' begrepen kan worden, wanneer wij in zijn sfeer komen. En in die sfeer kom je, wanneer je na bekering, 'diepe' bekering, en wedergeboorte gedoopt wordt met de Heilige Geest van God. En die Geest brengt gaven met zich mee, maar ook .... en daar wil ik het nu over hebben: ....vrucht.
En die vrucht bestaat dan weer uit: - liefde, blijdschap, vrede - vriendelijkheid, geduld, goedheid, - trouw, mildheid en zelfbeheersing.
Wanneer nu mensen zonder de volledige vrucht van de Geest met elkaar geschil kregen over een bijbeltekst, dan was er nooit genoeg liefde. En er waren altijd wel grimmigheden, hatelijkheden. gevoelens van onvrede en onvriendelijkheid, ongeduld, hardheid en er was ook veel gebrek aan zelfbeheersing.
En dan liep bespreking van die punten altijd uit op 'hete hoofden en koude harten'. En dan kon men elkaar door een wederzijdse verbittering op het laatst niet meer 'zien' en werd er maar weer een kerkgenootschap gesticht. En men hield vast aan bepaalde bijbelteksten en riep elkander toe: "Het staat er toch".
Om een van de 'duizend' voorbeelden te noemen: Jezus zond zijn discipelen 'twee aan twee' uit. En 'tweeduizend' jaar later ontstond er een kerkgenootschap, dat zich 'two by two' noemde en dat zich maar híerop vastbeet: "Jezus zond zijn evangelisten twee aan twee uit. Wel, dan mogen wij van die regel niet afwijken". En er was weer een demoninatie bij.
Maar wanneer wij streven naar de vrucht van de Geest en natuurlijk naar de gaven van de Geest, die ik nu net behandel in 'BIJBELSTUDIE', dan komt er een eind aan al dat gekissebis. Dan verdwijnt ook dat eindeloos gesplits, doordat men zich- bijvoorbeeld- vastpint op een bepaalde zienswijze en dan worden wij als gelovigen werkelijk een eenheid.
Nu heeft men jou geantwoord met onder andere voorbeelden over vervolgingen, die Christenen aan anderen hebben aangedaan. Maar voor dergelijke gevallen is mijn brief aan Autumn een welkome aanvulling.
Daag Ger
Dag Autumn,
Je vierde vraag: "Wat zal ik zeggen tegen mensen die zich boos maken over de wandaden, die 'de kerk' in verleden of heden beging of begaat".
Je kunt het beste beginnen te wijzen op Mattheüs 13. Daar vertelt Onze Heer Jezus Christus de gelijkenis van 'tweeërlei zaad in de akker'.
Je kent het geval van Matth 13 v 24 -30 en 36 - 43.
Jezus strooit goed zaad in de 'akker van de wereld'. Maar de duivel strooit er 'snachts, wanneer de mensen slapen, onkruid tussen en wel een zeer bepaald soort onkruid: nepgraan, dolik, dat precies op goed graan lijkt, maar zich op de duur op tweeërlei manier kenbaar maakt: - terwijl de rijpende aren zich deemoedig buigen onder het gewicht van vele, vele korrels -...blijft het 'nepgraan' trots rechtovereind staan met al zijn loze, lege aren. - ...en je kunt er voorlopig nog niets aan doen ook. 'Nepgraan' en 'goed graan' zitten zo dicht door elkaar, dat'uittrekken van het slechte graan' het goede graan meesleurt. - maar anders wordt het als het oogst-tijd is. Dan zijn de verschillen zo duidelijk, dat het slechte graan overduidelijk kenbaar is en ook gescheiden kan worden van het hecht gewortelde goede graan. - en dan gaat EERST het slechte graan in 'de oven' en het goede graan DAARNA in de voorraadschuur. (dit even met hier en daar hoofdletters, omdat er mensen zijn, die geloven in een 'vooropstanding' , waarin de goede mensen EERST naar God gaan, terwijl de anderen , ook 'mindere' Christenen, DAARNA de hele ellende van 'de antichrist' gaan beleven)
En leg ze dan uit, dat die beide begrippen bij ons bekend zijn geworden als: - de ware gemeente - ...en de valse kerk. Het zijn twee geestelijke begrippen. De ware gemeente én de valse kerk hebben allebei hun vertakkingen in alle kerken en in alle harten.
En in antwoord op hun eigenlijke vraag kun je dan zeggen: - de valse kerk veroorzaakt altijd verwarring: -- soms is ze 'overvroom' en neigt tot een verkeerd soort fudamentalisme of tot een zekere 'lijdelijkheid' -- soms is ze zo licht, dat ze alle Christelijke waarheden ontkracht en er een soort hunmanisme overgiet mewt als 'afmaker' een schijn-Christelijk sausje....een lekker in het oor liggende bijbeltekst bijvoorbeeld -- soms ook veroorzaakt ze vervolgingen en 'kruistochten' en al dergelijke ongein, te veel om op te noemen en dat alles op verzonnen gronden. In het tsaristische Rusland is het een tijd zó geweest, dat iedereen, die het kruisteken maakte met twee vingers inplaats van met drie, op de brandstapel kwam....en zo zijn er honderden voorbeelden. - de ware gemeente echter wordt door de valse kerk altijd aangemerkt als 'dwepers', letterknechten enz.
En dan kun je afronden met deze samenvatting: - de 'valse kerk' heeft altijd 'antireclame' gevoerd voor Jezus - maar de ware gemeente is met al haar vaandels en banieren vast gegrond in de eeuwigheid en zal de 'brenger van vals zaad', de duivel, eens helemaal krachteloos maken , handelende als 'leger van koning Jezus'.
Ik zou nog veel meer kunnen zeggen. Maar voorlopig zal je met deze ammunitie wel even toe kunnen. En wanneer je tekort komt....ik bén er voor -dat is mijn 'baan'- om uit het hemels arsenaal méer aan te dragen.
Wat leuk nu, eens een keer persoonlijk contact. Jesaja 45 v 6 en 7, zei je.
Ik herhaal nog even de tekst. Dat doe ik om deze bewust voor me te stellen.
"Zo zal iedereen, van oost tot west; weten dat er niets is buiten mij Ik ben de HEER, er is geen ander die het licht vormt en het donker schept. Ik ben het, de HEER, die al deze dingen doet".
Hiervoor heb ik gezegd, dat satan de eerste 'neezegger' is, die echter niet buiten Gods almacht om kan gaan. Zo bezien is satan de aannemer, die meehelpt aan het gebouw van God, zij het ook, dat hij al deze dingen doet uit vrije, boosaardige wil. Hij is dus eigenlijk een werknemer in dienst van God.
Ik voer je even mee naar 2 Samuel 24 v 1, die overbekende tekst: "Opnieuw ontstak de HEER in toorn tegen Israel. Hij zette David tegen het volk op ...." En daarnaast 1 Kronieken 21 v 1: "Satan keerde zich tegen Israel en zette David ertoe aan...". In beide gevallen gaat het over volstrekt dezelfde volkstelling.
Wat is het nu : allebei. God heeft allang gezien, dat in Davids rijk een stroming steeds sterker wordt, die zich als 'tienstammenrijk' los wil maken van 'het tweestammenrijk'....los wil maken van Jeruzalem en 'de tempel', los wil maken ...uiteindelijk van God. En ter waarschuwing aan 'dat tienstammenrijk in wording'..... het is er nog lang niet. Pas ná Salomo breekt het baan ' laat God het donker worden'....schept hij onheil voor deze oproerlingen-in-de-kiem.
En dat onheil ontketent hij via satan. En die wil graag. Hij wil kwaaddoen, leed geven, het is zijn aard, zijn lust en zijn leven. Satan heeft niets anders in huis. God wél.
Maar mag je nu zeggen, omdat God 'donker' en 'onheil' kan geven, dat God geen rechtvaardige rechter is.
Nee....Israel had deze donkerte en dat onheil verdiend.
En wanneer een mens- meer abstraherend van Israel- een verkeerd leven leidt en zich bijvoorbeeld te buiten gaat aan iets, dat de potentie heeft om zijn gezondheid te schaden, dan grinnikt de duivel: "Ik ga hem pijnigen met ziekten".
En daarboven staat God, die aan deze 'zichzelf schadende' mens 'het donker en het onheil' laat zien , mogelijk tot zijn uiteindelijk behoud.
Maar.....de duivel kan niet anders dan rottigheid. God echter hunkert ernaar om aan mensen die zich naar hewm toekeren licht en vrede te schenken.
En de HEER is als 'de enige God'ook de enige Werker van alle dingen, van licht en duisternis, van heil en onheil. De slotsom is terecht: "Ik de HEER ben het, die alles doet".
Laat ieder, die onder het oordeel van 'donker en onheil' verkeert, door de Heer gevonnist en door de duivel gretig uitgevoerd, zich bekeren van zijn kwade weg. En hij zal kennis maken met licht en vrede van God.
Maar BjK....eigenlijk zijn wij zo 'off topic' geraakt.
Kom met andere vragen liever naar 'Vraag het Ger'. Daar kan je nooit 'off topic' raken.
Al is 'VhG' wel een 'vraag en antwoordtopic' en niet bestemd voor langdurige discussies.
Voor deze kwestie, nu tussen ons in bespreking, kom ik hier niet meer terug. Kom jij althans om dít zo nodig af te ronden, even langs.
Ik herhaal je vraag hieronder nog eens. Meestal waaiert de discussie na enige tijd naar alle kanten uit. Maar ik wou nog eens tot de bron, jouw vraag, terugkeren: ................. hallo iedereen,
ik had pas met mijn vriendin de discussie over het onderwerp 'lijden'. We vragen ons allebei af van wie nou het lijden komt. Kan er lijden van God komen, of gebruikt God de duivel altijd om ons te lijden, omdat Hij liefde is en daarom geen kwaad kan doen? ............... Mijn antwoord:
Het lijden is inhaerent aan Gods scheppingsplan. Toen hij ooit in het onpeilbaar verleden, in de eeuwigheid, zijn plan opstelde: "Ik wil mij met wezens omgeven tot mijn eer en heerlijkheid", (Jesaja 43 v 7), wilde God van de liefde , die hij naar alle kanten uitstraalde van eeuwigheid af, juist zoals de zon haar stralen in de wijde ruimte uitwerpt, ook liefde terugontvangen van de te scheppen wezens. maar hij wilde die liefde onvangen van wezens, mensen en engelen, die deze liefde vrijwillig aan hem gaven.
Wanneer de verschrikkelijke mogelijkheid ontstond, dat mensen of engelen geen 'jazeggers' tegen hem zouden zijn, maar 'neezeggers', dan mocht dat 'neezeggen' niet buiten zijn almacht omgaan. Dat was onmogelijk, alleen al door het begrip: 'almacht'.
In het eeuwige plan van God was ook een voorziening voor 'neezeggers'. Zij zouden het 'steigerwerk' zijn rondom een 'huis van vreugde', een tempel, die hij aan het bouwen was om daar tot in eeuwigheid vreugde en liefde te delen met zijn beminden, de 'jazeggers'. Zij zouden door hun negatieve daden de 'jazeggers' op de proef stellen, zodat die als het ware konden tonen, dat ze God liefhadden. Wanneer de tempel gereed was, werd het steigerwerk weggeruimd.
In de onzienlijke wereld was een van de hoogste engelen degene, die voor het eerst: "Nee" zei. (Ezechiël 28 v 15). Deze 'lichtdrager' werd satan en stortte zich op de later geschapen mensen met zo'n woede, dat zij eigenlijk allen schuldig kwamen staan tegenover God. Maar God kwam zelf naar de aarde en droeg al die schuld weg in zijn eigen Persoon, die voor ons leed in de gestalte van Onze Heer Jezus Christus.
De 'jazeggers' van Adam af kregen een rechtsgrond om voor God te kunnen verschijnen. En ieder mens, die een 'neezegger' was, kreeg de gelegenheid om de 'jazegger' , wanneer die zich in hem verschool, te laten ontbloeien.
En wat jullie nu zien , is de strijd tussen goed en kwaad. De duivel heeft lijden over alles, mens en dier en plant en heelal uitgestort. Al de interacties in alle eeuwen van mensen hebben een zo verwarrend geheel geschapen van allerlei soort lijden, dat wij die knoop niet kunnen ontwarren.
Maar zij, die de Heer Jezus en de Heer God liefhebben, worden door 'God de Heilige Geest' teruggeleid naar God de Vader en zullen samen met God de Zoon eens juichen in Gods tempel.
Wanneer je dit verkorte schema breder wilt hebben uitgelegd, kom dan maar eens gauw naar 'Vraag het Ger' serie 15.
In 1 Korinthe 11 v 27 staat, dat "iemand, die op onwaardige wijze van het brood eet en uit de beker van de Heer drinkt, zich schuldig maakt tegenover het lichaam en het bloed van de Heer".
Wat wordt hier bedoeld met het woord 'onwaardig'. Onwaardig is,:zondig, ongepast, ongereinig en bovenal...: ongelovig.
Maar Marlinda...je bent toch gelovig. Je gelóoft toch, dat de Heer zijn lichaam en zijn bloed gegeven heeft, opdat zijn volk vrij zou zijn van zondeschuld. Je gelooft dit toch voor jezelf. Je hebt me al talloze malen opgezocht, omdat je dat begeren hebt.
Je gelooft toch , dat Efeze 4 v 1-6 als ideaal gedragspatroon voor terecht aanzittenden geeft: "Ik vraag u dringend de weg te gaan, die past bij de roeping, die u hebt ontvangen: - wees steeds bescheiden, zachtmoedig en geduldig - verdraag (de andere avondmaalgangers) uit liefde - enz enz, lees het maar eens. Dat wíl je toch met heel je hart.
En dan is daar die zonde, waar je het -terecht- echt benauwd mee hebt.
Maar een aloud avondmaalsformulier begint zo lief: "Maar dit- van de vereiste reinheid en dergelijke- wordt ons, geliefde broeders en zusters, niet voorgehouden om de verslagen harten der gelovigen kleinmoedig te maken, alsof niemand tot het Avondmaal des Heren gaan mocht, dan die zonder énige zonde is....enz enz..."
De Here ziet het hart aan. Marlinda...jij bent niet een van die vrouwen, waar 2 Timotheüs 3 v 7 van zegt: " ..die alsmaar willen léren, maar nooit in staat zullen zijn de waarheid te kennen".
Jij leest en herleest mijn antwoorden aan jou; je wilt je tekorten aanvullen uit de onmetelijke bronnen van God.
Daarom ....ga aan...en je zult zien, dat de Heer je sterkt.
Je vraag was: "Waarom zeggen de mensen toch, dat God liefde is. Ik merk er niets van".
De bijbel zegt op talloze plaatsen dat God liefde is. Na die overbekende tekst uit 1 Johannes 4 v 8: "God is liefde", zijn er nog zovele, die ik je nu even zonder commentaar noem: Romeinen 5 v 5: "De liefde van God is in uw harten uitgestort door de Heilige geest". Romeinen 5 v 8; "God bewees ons zijn liefde doordat Christus voor ons gestorven is ". Romeinen 8 v 39: "...Niets....verkort....zal ons kunnen scheiden van de liefde van God, die hij ons gegeven heeft in Christus Jezus onze Heer". 2 Cor. 13 v 11: " - Beter uw leven, - neem mijn vermaningen ter harte - wees eensgezind - leef in vrede met elkaar... DAN zal de God van de liefde en de vrede met u zijn". 2 Cor. 13 v 13: "- De genade van de Heer Jezus Christus - de liefde van God - de eenheid met de Heilige Geest zij met u allen".
Ik laat het hier maar bij.
De bijbel spreekt nog op vele plaatsen meer van de liefde van God.
En wat jouw vraag betreft. `Waarom merk ik daar zo weinig van`... in het bovenstaande heb je kunnen leren dat ´het bij ons zijn van de liefde van God nog wel aan voorwaarden is gebonden. - Als wij ons leven niet beteren - als wij vermaningen van de Heer God niet ter harte nemen - als wij - als gelovigen- níet eensgezind zijn - als wij niet in vrede met elkaar leven - enz enz... dan kan God zijn liefde niet met ons doen zijn.
En- hoewel ik je niet verder ken- is het toch zo, dat ieder van ons zich op deze en andere vanzelfsprekende liefde-eisen van tijd tot tijd behoort te bezinnen.
En dan nog iets. Er is onnoemelijk veel narigheid in de wereld. En een goedkoop argument is dan om te smalen op God, die ´dat allemaal heeft veroorzaakt´of ér althans niets aan doet´.
Maar vergeten wordt dan dat de ALMACHTIGE God een MACHTIGE vijand heeft, satan, een gevallen , eens zeer hoog geplaatste engel. Die doet er nu al tienduizend jaar , vanaf de zondeval, van alles aan om de boel in de war te schoppen. Met miljarden onzalige influisteringen aan tientallen miljarden mensen heeft hij een -voor ons- onontwarbaar kluwen doen ontstaan van vreselijke dingen.
Maar uiteindelijk zijn al die vreselijkheden verzoekingen, waarachter God staat met zijn beproevingen om te onderzoeken of de goede gezindheid om hem te willen dienen, bij ons leeft, ja dan neen. Deuteronomium 8 v 3. `God heeft u de tocht door de woestijn laten maken, veertig jaar lang....om u op de proef te stellen, om te ontdekken wat er in uw hart leefde...gehoorzaamheid aan zijn geboden...of...NIET...".
Wend je tot de Heer met je gebed. Proef en smaak, dat de Heer goed is, (Psa;lm 34 v 9) Geniet nu eens van de goedheid van de Heer. Word nu eens gelukkig door bij hem te schuilen.
Dan leer je om de kwade dingen in het leven te zien als de verzoekingen van satan, met daarachter de beproevingen van de God, die ons zo lief had... "dat hij zijn enige Zoon aan ons gezonden heeft, opdat een ieder die in Jezus gelooft, niet verloren ga maar eeuwig leven heeft". (Johannes 3 v 16).
Ik wens je alle genade van de Heer toe bij de weg, die ik je nu wees. Zing het maar vast: "Zijn goedheid, zijn genade Zijn steeds mijn deel elke dag, elke dag die ik leef`.
Je schrijft, dat anderen jou...jonge Christen... altijd opzoeken met hun problemen en zich aan je vastklampen op een zodanige manier, dat je er zelf onderdoorgaat. Maar beste jongen....je bent ook niet geschapen om te dragen, althans niet de moeilijkheden van anderen.
Uit de bijbel heb ik hier een voorbeeld van, weliswaar op enigzins anders gebied, maar als uitgangspunt kan het iets zijn.
Daar gaat ie.
Jesaja 22 vanaf v 21.
Eljakim- een hoge gezagsdrager- zal als een vader zijn voor de inwoners van Jeruzalem en het volk van Juda. Ik zal hem de sleutel overdragen van het huis van David...hier...het koninklijk paleis...wanneer hij opendoet, kan niemand sluiten, wanneer hij sluit, kan niemand openen. Ik zal hem bevestigen als een pin in stevige grond, voor zijn familie zal hij als een erezetel zijn. Het hele gewicht van zijn familie, de hele stamboom, zal aan hem gaan hangen...al het kleine vaatwerk van schalen en kruiken. Op die dag- spreekt de HEER van de hemelse machten- zal 'de pin in stevige grond' lósraken. De hele last, die eraan hangt, komt omlaag, alles valt en gaat te gronde. De HEER heeft gesproken".
In deze wonderlijke tekst apreekt God over het gevaar van 'vriendjespolitiek, meer in het bijzonder de in die streken bijna vanzelfsprekende verplichting om aan je hele familie baantjes aan te bieden, wanneer je zelf tot eer komt. Het gevolg daarvan is, dat 'de pin in stevige grond'losraakt en tezamen met alles, wat daaraan hangt, tenietgaat.
Maar je kunt dit in geestelijke termen vertalen. Een mens, die Jezus heeft gevonden als zijn vastigheid, is te vergelijken met zo'n 'pin in stevige grond'. Maar men ziet vaak, dat zo iemand, ´die íets heeft', door de 'buitenstaanders'wordt gezocht en dat iedereen zo iemand met zijn klaagzangen aan boord komt. De duivel speelt hierin een stevig woordje mee. Hij laat niet alleen degenen aantreden , die werkelijk gegronde klachten, zuiver voor de Heer , hebben, maar ook ál ´het kleine vaatwerk', de 'schalen en de kruiken, die alleen maar vermoeiend werken, die zijn als de vrouwtjes uit 2 Timotheüs 3 v 7... "...die alsmaar willen leren, maar nooit in staat zullen zijn de waarheid te kennen".
En wanneer de prille gelovige zucht onder het gewicht van al 'die spruiten en loten', NBG, is de duivel er als de kippen bij om hem in te fluisteren; Galaten 6 v 2: "Draagt elkanders lasten". Die mogelijkheid had satan vroeger met de Statenvertaling, hij had hem even niet met de NBG, want daar staat: "Verdraagt elkanders moeilijkheden", wat de gedachten op een heel ander spoor zet. Maar met de NBV is die voor de duivel zo waardevolle tekst weer helemaal terug.
Maar ook nu kan je onder die dwang uitkomen. Dan kun je nóg zeggen. `Ik doe maar net als die vier mannen die hun verlamde vriend naar Jezus droegen`, Marcus 2 v 3.
Zij droegen hem tot áan Jezus´ voeten en braken het dak open, waarna zij hun vriend lieten zakken..... de enig goede manier om een vriend te laten zakken ....voor de voeten van Jezus.
Wij mensen zijn niet geschapen om te dragen. 1 Petrus 5 v 7 zegt. `U mag uw zorgen op God afwentelen, want u ligt hem na aan het hart`.
Dat mag dus met je eigen zorgen. Maar de zorgen van anderen zul je goed nagaan, waar voor jou een taak ligt. Dat kan met een van de Geestesgaven, de ´gave van het onderscheiden van geesten´
En daarna kun je een tweede selectie toepassen. ´Ik wil mij door deze moeilijkheden van anderen niet zo laten beïnvloeden, dat ik er zelf in verdrink. Ik begin ze in gebed aan de voeten van de heer Jezus te leggen. De Heer zal dan wel aanwijzen wat hierin van moment tot moment mijn taak is`.
Doe dat nu voortaan. Zo blijf je zelf in conditie, blijft ´jouw pin in de vaste grond´ en ben je optimaal tot nut van anderen.
Antwoord op een vraag over 'getover in kinderboekjes
Dag Nala,
In de bijbel staat beschreven, dat in de toekomst de strijd tussen Gods volgelingen en de volgelingen van satan zich toespitst op een duidelijk persoon, een mens zoals jij en ik, de antichrist.
In mijn eigen forum, 'Vraag het Ger', typ ik mijn vingers dienaangaande blauw, naar aanleiding van steeds maar weer vragen van alle kant.
Daarom wil ik er hier alleen maar dít van zeggen: die mens, de antichrist laat zich bezielen door een zeer machtige, van de duivel uitgaande geest, 'Het beest uit de zee'. Zelf verwerft hij zich de eschatologische titel, 'beest uit de aarde', of 'valse profeet'.
De antichrist-bij-uitnemendheid wordt voorafgegaan door velerlei 'antichristen', die de weg voor hem bereiden.
Het wezen van die antichristen is, dat ze loochenen, dat God zich met zijn Heilige Geest in mensen kan openbaren. Immers : wanneer mensen via de hemelse gewesten binnen kunnen komen in de wereld, waar ook satan vertoeft, kunnen ze in Gods kracht op zijn eigen terrein satan bestrijden en dat leidt uiteindelijk tot zijn ondergang.
Satan heeft als kenmerk en wezen 'de grote occulte kracht'. Occultisme is niet anders dan binnendringen in de onzichtbare wereld via een ongeoorloofde weg. En omdat je daar aan de onjuiste kant binnenkomt , ontmoet je uiteindelijk de satan.
Een Christen heeft tot plicht om de onzienlijke wereld aan de hand van God, aan de hand van Jezus, aan de hand van God de Heilige Geest, binnen te gaan en daar Gods strijd te strijden.
Maar alles wat naar duistere krachten zweemt, hebben wij te mijden en te bestrijden. Er zijn in de naam van God, in de naam van Jezus, in de kracht van de Heilige Geest, zoveel dingen te doen, die heilbrengend zijn, dat je je niet aan de jammerbarende dingen moet willen overgeven.
Dit nu, toegepast zijnde op al dat getover in kinderboeken, brengt mij tot iets, wat wel enigszins een anticlimax is.
Wij, volwassenen en nagenoeg volwassenen, kijken naar de kinderwereld met volwassen ogen. Standvastige Christenen van nú hebben in hun jeugd, tot ze negen waren, geloofd in sinterklaas. Het heeft hun later leven met de Heer geen kwaad gedaan. Misschien zelfs goed. Ze leerden denken in een wereld, waarin Sinterklaas 'alles' wist en Piet zo mogelijk nog meer. En nu zijn ze vurige getuigen van Jezus, die in hun denken hebben geleerd om in de werkelijk Almachtige te geloven.
Zou het niet goed zijn om al die 'toverboekenlezertjes'.... het is al begonnen met 'de Zevensprong' van Tonke Dracht ....gewoon aan te spreken en- bijvoorbeeld- te zeggen: "Je zit nu wel met rode oortjes te lezen in 'Harry Potter in de rechtzaal vóor de hem beschuldigende 'Droebel'. Maar zoals Harry gered wordt uit de handen van de boze heks náast Droebel door 'Perkamentus', die een heel eenvoudige 'Snul' gebruikt als getuige à décharge, zo kun jij gered worden uit allerlei moeilijkheden door de Heer God, die heel eenvoudige mensen zoals je eigen moeder, gebruikt om jou op de Heer Jezus te wijzen, die heus wel blij makende dingen deed, zonder telkens te 'verschijnselen' en te 'verdwijnselen'. Mag ik je daarvan eens vertellen".
Nala; ik heb in het bovenstaande expres geen bijbelteksten gebruikt. Die vind je ,ook over dit onderwerp, ( de eindtijd) in overvloed in 'Vraag het Ger'. Mag ik je daar eens met alle andere lezenden verwelkomen.
Laatst was het er weer, die opvliegendheid, die je zo vaak parten speelt. Je brommer sloeg telkens af in de sneeuw en toen heb je weer zó staan foeteren in die wijde sneeuwvlakten. Het leken maar kleine scheldwoorden, maar innerlijk wist je, dat er meer aan de hand was, dat je weer die verwoestende boosheid in je had, die je zielenleven telkens weer kwaad doet.
Voor we verder gaan Dji....was je met die brommer weer op weg naar een van je weekendfeesten? Juist voor jou zou ik het zo goed vinden, wanneer je het wat dichter bij huis zocht: - op de jeugdinstuif van je kerk, waar ze toch ook best wel een leuke discosfeer hebben - of desnoods in een koffiebar van Youth for Christ. Maar nee...voor Dji moet er in het weekend 'de echte discodreun' zijn. En die helpt niet in die ruziemakerij met je broer, als dat nóg zo is.
Nu ja; ik kan het best hier en daar fout hebben. Maar de kern van je brief is toch: Romeinen 7 : "Wat ik wíl doen, het goede, doe ik niet en wat ik níet wil, het kwade, doe ik juist".
Maar in welk verband zegt Paulus dit;laat ik een korte parafraze geven: ................. Vroeger, als jochie in Tarsis, was het allemaal zo gemakkelijk. Hij wist van geen Joodse wet of wat dan ook. Nu ja, thuis waren ze wel serieus op dat punt, maar als jongen sta je daar niet zo bij stil: "Pama waren er enkel en allenig voor de centen en de rest was flauwekul". Maar toen stuurden ze je naar Jeruzalen en je kreeg er schik in om nu eens precies volgens de wetten , die je daar haarfijn hoorde verkondigen, te leven. En hoe meer je het probeerde, hoe slechter het ging. Je wilde best al die goede dingen doen, maar in je natuur zat iets, dat tegenwerkte. Je was als het ware aan je natuur uitgeleverd, (14). (Later, veel later zouden mensen dat 'je oude mens' noemen). En toen moest jij, Paulus juist gaan doen, wat je haatte,(15). En toen was er die ontdekking: "IN mij zit een goed beginsel, ik ben zelf niet slecht, maar ik kan niet tegen dat slechte, dat me maar ringeloort, op!".(16 en 17). Ik ben nu echter nog niets verder: ik wil het goede wel, maar ik kan het niet dóen. En daarvoor ben ik toch echt helemaal zélf verantwoordelijk, (1. Het goede, dat ik wil doen, dat lukt me niet, maar het kwade, dat ik wil vermijden, dat doe ik nu juist.......... haal uit je winst.(19) O.K....ik heb nu vastgesteld, dat de zonde mij als een sterke, overmachtige tegenstander, dwingt om de dingen te doen, die tegen mijn verstand en mijn begeren ingaan, maar hoe kom ik onder die dictatuur uit????, (20-23).
En dan is er die lichtstraal in de duisternis: Onze heer Jezus Chreistus is sterker dan die vijand. Mijn eigen menselijke natuur moet het altijd verliezen van die gemene, onzichtbare vijand. Maar....door Jezus in het licht getild...onder de beademing van 'God de Heilige Geest' gekomen, wordt ik in de onzienlijke wereld ingeleid en kan ik de zonde en de duivel op eigen terrein, in de onzienlijke wereld, bestrijden , niet met eigen kracht, maar met de onoverwinnelijke genadekracht van de Heer Jezus. ........... En dat geldt nu ook voor jou Dji. Wanneer jij de Heer Jezus nu eens zou willen vragen: ................. Lieve Heer Jezus; ik ben zo moe van al dat vechten met de volstrekt onvoldoende middelen van mijn eigen menselijke geesteskracht. Wilt U het van mij overnemen en in mijn brein vechten tegen die drift en die verleidingen, wel gebruik makende van mijn innerlijk, maar tegelijk Meester over dat innerlijk...als U het heft in handen wil nemen, net zoals Joanthan toen tegen de vijanden, dan wil ik best achter U aanlopen en net als Jonathans wapendrager aan de door de grote 'Jonathan' gevelde vijanden de genadestoot geven, (1 Samuel 14 v 13). Voor mij de bijrol Heer; voor U in mijn leven de hoofdrol. ..................... Kijk Dji....doe het zo eens en dan verdwijnen die driftbuien en dat verlangen naar al die vreugden en feesten van de wereld. Dan leer je zien, dat je met die obsederende discodreun echt niet opschiet, maar met het veilig geborgen zijn van die opvliegende natuur van je in een helend milieu, wél.
Lang geleden hadden jullie een discussie over 6.6.06, de dag van het kwaad.
Natuurlijk zat achter de aandacht voor deze datum de benieuwdheid van vele mensen naar dat befaamde getal 666, genomed in Openbaring 13 v 18.
Maar hebben jullie wel eens gelet op een ander getal in de bijbel.
In Daniël wordt verteld, dat koning Nebukadnezar een afgodsbeeld oprichtte. 3 v 1 "Hij maakte een gouden beeld waarvan de hoogte zestig en de breedte zes el bedroeg".
Jullie kennen allemaal de geschiedenis. Voor dat afgodsbeeld moest je knielen en anders was dít je vonnis: Levend verbrand worden. Ik hoef daar nu verder weinig over te vertellen.
Maar wat was er heel bijzonder aan dat beeld. De hoogte was het tienvoudige van de breedte. Bij elk normaal volwassen menselijk statuur is die verhouding 7 staat tot 1.
Het beeld maakte door die vreemde verhouding nog eens een extra vreeswekkende indruk.
En nu komt het mij redelijk voor om aan te nemen, dat de schrijver van Openbaring die oude verhouding nog eens naar voren heeft willen halen om daarmede deze indruk te vestigen:
In het verleden was het toppunt van afgoderij wel dat beeld van 60 bij 6 el. Maar in de tijd van de antichrist krijgt de afgoderij nog een extra dimensie. Niet langer zullen mensen de afgoden aanbidden. maar ze zullen rechtstreeks de satan aanbidden, die laatste, vreselijke, niet meer te overtreffen vorm van occultisme. En daarom niet 60 plus 6, maar 600 plus 60 plus 6.
Dat is een minder mysterieuze verklaring, maar die meer recht doet wedervaren aan de 'eenheid van de schrift'.
Jonge Christenen!...wees waakzaam tegen die dag. Wees dán dapper als Sadrach, Mesach en Abednego, (Hananja, Misaël en Azarja) tóen.
Jullie kennen de door God gegeven werktuigen om die moed te bevorderen. Leer ze gebruiken.
Deze teksten geef ik je achtereenvolgens in de '2004' en de '1951'- vertaling. 2004: "Laat daarom iedereen zichzelf eerst toetsen voordat hij van het brood eet en van de beker drinkt, want wie eet en drinkt en niet beseft, dat het om het lichaam van de Heer gaat, roept zijn veroordeling af over zichzelf"
1951: "Maar iedereen beproeve zichzelf en ete DAN van het brood en drinke uit de beker. Want wie eet en drinkt, eet en drinkt tot zijn eigen oordeel, als hij het lichaam niet onderscheidt"
Paulus geeft- om te beginnen- een algemene regel: zichzelf eerst toetsen, voordat je eet en drinkt. Wat houdt dat 'toetsen' in?: we onderzoeken onszelf of we in de juiste geestesgesteldheid aan de tafel des Heren zitten: - stá ik in het geloof - stá ik er werkelijk in, dat míjn schuld vergeven is, dat ík door Gods genadige beschikkingen nu een rechtvaardige ben. - leef ik ook als een rechtvaardige.
En dan komt de positieve instelling van Paulus naar voren; in '1951' nog wat duidelijker dan in '2004': "Hij ete dán". Voor Paulus lijdt het geen twijfel; al die broeders en zusters van hem zullen 'ja' kunnen zeggen op al die vragen, al zal het 'leven als een rechtvaardige' nog maar 'in beginsel'zijn.
Maar dán; men kan aan de tafel van de Heer aanzitten, maar niet beseffen, dat het hier een helige gemeeente is, die aanzit, dat aangenomen moet worden, dat ieder, die aanzit, voor zichzélf de proef heeft genomen en tot een blij "Ja" is gekomen. Er staat immers, dat men zichzélf mmoet beproeven. Wij zijn niet gehouden om de andere avondmaalgangers te toetsen en te onderzoeken. Wij zijn geen keurmeesters van elkaar. We behoren bescheiden en ootmoedig te zijn en ons ervoor te wachten om ons een ongunstig oordeel aan te matigen over onze broeders en zusters. Het is immers zó, dat niemand weet, wat in een mens is dan des mensen eigen geest, die in hem is, (1 Kor 2 v 2). Natuurlijk; zouden er aanwijsbare en onbeleden, 'uitbrekende zonden' zijn , dan is er volgens 1 Cor 5 een taak voor de opzieners, maar zulke extreme gevallen worden hier niet bedoeld.
Men neemt dus aan, dat Gods heilige gemeente aan de tafel aanzit. Wanneer iemand zou zeggen: "Ik ben bij deze kerk ingeschreven, ik heb belijdenis gedaan, ik heb er récht op om hier te zitten, ook al ben ik niet bekeerd", dan eet zo iemand onwaardig en onderscheidt hij niet, in welk een gezegende kring hij aanzit. De gemeente is 'het lichaam', zoals ook in 10 v 17 en 12 v 12 vermeld.
En onwaardig etende en drinkende, brengt men zichzelf geestelijk in steeds mindere conditie, roept men over zichzelf een veroordeling af.
Dit alles houdt niet in, dat elke lezer van deze posting nu onrustig over zijn stoel zou moeten heen en weer schuiven, zeggende: - o...maar dan heb ik het dikwijls fout gedaan, ik heb daar gezeten, gedachtenloos, automatisch etende en drinkende, alleen maar denkende: "Dat wordt een latertje vandaag....altíjd met het avondmaal" - ik heb inderdaad wel eens gedacht: "Moet je zien, wie er toch allemaal aanschuift!"
Laten er in het veleden dingen fout zijn gegaan: niet achteromzien. Vanaf nú met een nieuwe motivatie aangaan. En -als er in het verleden iets fout zou zijn gegaan- dit aan de Heer belijden en vergeving vragen.
Hoe handelt men, wanneer men een ander de naam van God slécht hoort gebruiken".
Dji....: allereerst is het zo, dat je daaronder niet onbewogen kunt blijven. Het gaat over jouw hemelse Vader, oneindig hoog verheven boven alles en allen, die toch in Christus jouw liefdevolle zorgzame vader wil zijn. Wanneer die God gesmaad wordt, dan blijft een 'kind van God' daar niet rustig onder.
Overzie de situatie; wat heb je in huis: allereerst zelfbeheersing, die je tegenhoudt van onberaden reactie. En dan: macht tegenover satan, die de vloeker of bespotter in zijn greep heeft. Je kunt die macht van satan bestraffen, door INNERLIJK de strijd aan te gaan en in je innerlijk te zeggen: "Vloekgeest, spotgeest, haatgeest...ik bind jouw macht over deze mens in de naam van Jezus".
Maar bij deze innerlijkheden hoef je het niet te laten.
Je kunt op een gunstig ogenblik, dat je zelf kunt bepalen door de Heilige Geest, die in je werkt, daarnáast hoorbare woorden zeggen, die kunnen variëren van: "De naam, die je zoëven noemde, betekent heel veel voor me" tot: alles, wat je onder de leiding van de Heilige Geest gegeven wordt om te zeggen, want de Heilige Geest zal je zeker de woorden geven.
In ieder geval: een gelovige zal niet werkeloos toe kunnen zien, wanneer de naam van zijn Heer en Heiland wordt gehoond of als stopwoord wordt gebruikt.
Misschien zal de situatie zó delicaat zijn, dat je de ander in verlegenheid zou brengen, wanneer je hem of haar publiekelijk zou bestraffen.
Ik maakte het eens mee, dat in groot gezelschap iemand een grof iets in de voornoemde geest zei. Iemand uit het gezelschap gaf gelijk 'lik op stuk' met een duidelijke, openbare bestraffing en bleef maar aan de gang.
De aangesprokene zei heel onbehaaglijk: (het was in een Engels sprekend gebied): "Yes yes...you have made your point absolutely clear". Om de een of andere manier vond ik de 'bestraffing' wat te zwaar voor de situatie, zoals die was.
Dji....uit het voorgaande zul je, naar ik aanneem, wel het een en ander kunnen opmaken omtrent je handelen in voorkomende gevallen.
Soms zul je zelfs moeten 'zwijgen in je liefde', (Zefanje 3 v 17). Maar laat ook dan je 'uitstraling' en je 'op een ander onderwerp overgaan eventueel' voor zichzelf spreken.
Een bijzonder geval kan zich voordoen, wanneer in een t.v.stuk of radiostuk gevloekt wordt. Zet zulke programma's uit, tenzij de Heilige geest je aanraadt om anders te handelen, bijvoorbeeld, wanneer Hij jou iets negatiefs wil laten zien, dat je nodig hebt voor je positieve geestelijke vorming. Maar blijf dan wel geestelijk actief.
Je vraagt ongeveer, hoe we ons het gebedsleven van de Heer Jezus , tijdens zijn verblijf op aarde moeten voorstellen.
Eerst even een voorbeeld.
Onze koningin gaat wel eens incognito naar het buitenland. Ze blijft dan wel koningin, maar tijdens haar verblijf in het buitenland doet 'de gravin van Buren', zoals zij zich dan noemt, geen enkel beroep op haar koninklijke waardigheid. Er behoeven geen officiële onvangsten te zijn, niets van dat alles.
(Natuurlijk is het in de practijk zo dat het ministerie van Buitenlandse Zaken wel de instanties in het buitenland heeft ingelicht. Officieus is best wel wat 'beweeg', maar officieel wordt dat niet).
Stel je dat nu ook zo een beetje voor van 'de Tweede Persoon van het Goddelijk Wezen', Gods Woord. Je weet: God is ondeelbaar en maakt zich toch kenbaar aan ons via drie verschijningsvormen, de Vader, de Zoon en de Heilige Geest.
God de Zoon gaat dus naar de aarde met als opdracht: "Draag de zonden van de mensheid . Doe dat als mens. Door een mens (Adam)heeft de duive; de zonde in de wereld ingebracht. De eerste mens werd door de duivel verslagen. Een méns moet nu de duivel verslaan en voor al degenen, die in hém geloven, de zonde weer uit de wereld verdrijven".
Maar als mens 'het buitenland binnenkomende', was God de Zoon hier incognoto. Hij moest het helemaal hebben van 'zijn menselijke natuur'.
God gaf hem echter een almachtig hulpmiddel, dat voor alle mensen ter beschikking zou gaan staan: de vervulling met zijn Goddelijke Geest. Deze komst tot Jezus van ´de derde Persoon van het Goddelijk Wezen´wordt beschreven in Matth 3 v 16 en 17.
Jezus was toen 33. Ik neem aan, dat Gods Geest hem al eerder vervulde, al zal hij in zijn baby-, peuter-en kleuterjaren en ook verder als jong kind, door God de Vader zijn beschermd, zodat hij ook tóen niet zondigde.
Als Geestvervuld mens deed onze Heer toen alle wonderbare dingen, die over hem vermeld staan. Daarom kan Jezus ook over de met Gods Geest vervulde mensen, die na hem in menigte kwamen, het volgende zeggen: Johannes 14 v 12: "Waarachtig, ik verzeker jullie: wie op mij vertrouwt zal hetzelfde als ik, en zelfs méer dan dat ...ik ga immers naar de Vader".
Dus: aan alle mensen, met Gods Geest vervuld, zal dezelfde macht en kracht gegeven worden als aan Jezus, naar de mate, waarin ze vervuld zijn met Gods Geest. Dan moet er overigens nog heel wat groei komen. Hoe ooit het plaatje zal worden, zie je omschreven in Openbaring 11.
Jezus had, op aarde incognito wandelende, dezelfde contacten nodig als ieder gelovige. ook als ieder met Gods Geest vervulde gelovige: het voortdurende gebedscontact.
Tenslotte bleek hij zo onoverwinnelijk, dat hij de geheel enige daad kon verrichten, waartoe ook de ´geestelijke reuzen´die er eéns zullen komen, niet in staat zijn: het wegdragen van alle zonden van alle mensen van alle tijden, in zoverre die mensen in geloof een beroep doen op zijn ´plaatsbekledende offerande´.
Maar voor jou geldt, wat al op jouw armbandje stond, dat armbandje dat nu ergens in een hoekje ligt: wwJd, what would Jesus do.
Hij bad intens, hij was vervuld met Gods Geest. Streef jij ook naar een diepe persoonlijke relate met God en met Jezus en streef ook jij naar de doop in de Heilige geest.
Onlangs hoorde ik een goede preek. En met een 'uittreksel' daarvan heb ik -naar ik hoop- Talitha kunnen dienen.
Maar....zondag jongstleden hoorde ik ook een goede preek. En met een uittreksel daaruit hoop ik nu jou -als eerste- te kunnen dienen.
Vóor we van start gaan, Steffanie, even dit: de bijbel zegt: (Hebr 10 v 25): "Laten wij, in plaats van weg te blijven van onze samenkomsten, zoals sommigen doen, elkaar juist bemoedigen en dat des te meer naarmate u de dag van Jezus' komst ziet naderen".
Wanneer ik toch die samenkomsten had verzuimd, wat zou ik veel gemist hebben! En wat voor mij geldt, dat geldt voor jullie allen.
Maar nu die preek van zondag; Kort samengevat komt het hierop neer: In Matth 25 v 14 -30 wordt onder andere verteld van mensen, die vijf talenten te leen kregen en er vijf talenten bijverdienden.
De gebruikelijke les die wij er uit trekken is deze; Wanneer wij ons hele leven in dienst van de Heer Jezus stellen, dan bespeuren wij blij verrast, dat wij zélf in innerlijke waarde toenemen. Wij bespeuren bij onszelf onvermoede karaktereigenschappen, die wij kunnen gebruiken ten dienst van de Heer. Steeds meer van die innerlijke schatten bloeien open. Houd die gedachte vooral vást.
Maar let daarnaast eens op wat Jezus in Johannes 17 zegt: "Ik heb aan de mensen, die u mij uit de wereld gegeven hebt uw naam bekend gemaakt. Ze waren van u , maar u hebt hen aan mij gegeven".
En dan legt Jezus verantwoording af aan God over de aan hem gegeven mensen. Hij heeft ze innerlijk 'opgewaardeerd'. Ze zijn mensen geworden, die innerlijk hoger van gehalte zijn geworden.
Lijkt dat niet precies op de mensen van Matth 25, die met hun talenten aan de slag moesten.
En toen kwam in de preek déze oproep: "Alle mensen, die jullie pad kruisen, zijn in zekere zin jullie talenten. Tracht zó te zijn voor hen, dat zij geestelijk dichter bij God en zijn rijk en zijn schatten komen en daardoor ook zelf 'upgraded'worden".
Ik luisterde geboeid. En opeens wist ik: "Op ' Vraag het Ger heb ik nu honderdduizend inputs gehad. En ik heb geprobeerd aan al die mensen goede dingen van God te vertellen. O wat een kansen door Gods genade. Dank u Heer".
En tegen jou Steffanie, zeg ik dit: - jou pa naast jou in de kerk - die Russin, di een waardevol contact blijkt - die collega's op kantoor - die jongen in de trein.
O Steffanie....: wat een kansen voor jou en voor mij en voor iedereen.
Zo; onze eerste postingwisseling rond de jaarwisseling. 'Het beste' heb ik je al gewenst, (zie boven), dus wij kunnen direct aan de slag.
Wat mij in je brief vooral opvalt, is dít:
Je maakt je zorgen over je vriendin en je tobt nog over de jongen, die zelfmoord heeft gepleegd.
Maar Tallie, is dat nu de bedoeling?! Wat zegt de Heer; Jesaja 46 v 4: "Tot in je ouderdom blijf ik dezelfde, tot in je grijsheid zal ik je steunen. Wat ik gedaan heb, zal ik blijven doen, ik zal je steunen en beschermen".
Nu wéet ik sinds kort, dat je net twintig bent geworden. Dus sprake van grijsheid is er nog niet. Maar lees dit gedeelte nu eens zó: "Talitha... De Heer heeft je door je jeugd-en tienerjaren heengeleid en beschermd....dat zal hij blijven doen".
Maar wat hier en nu van belang is: de Heer dráagt. Jij bent er niet voor geschapen om te dragen, maar om gedragen te worden.
Die vriendin van jou hè...ga er nu niet onderdoor, dat zij die nare problemen heeft. Doe net als de vier mannen, die hun verlamde vriend bij Jezus brachten. Zij braken het dek boven de Heer Jezus open en lieten hun vriend zakken vóor de voeten van de Heer, Markus 2 v 4. Draag jij ook zo jouw vriendin in je gebeden voor de Heer Jezus, breek desnoods 'het dak open' met je gebeden, Maar als je haar in je gebeden bij Jezus hebt gebracht, blijf voor haar bidden, maar: LAAT HET LOS.
Een tobberij, zoals over die kennis van je, die zelfmoord heeft gepleegd, ga je soms met je meedragen, het wordt een last voor je. Maar wat zegt Jesaja 46 v 1 over deze aangelegenheden: "Bel is gebroken, Nebo ligt geveld. Eens droegen jullie hen plechtig rond, maar nu zijn hun beelden voor de lastdieren, een zware last voor uitgeputte beesten".
Wat wordt hier bedoeld? De Babiloniërs droegen plechtig hun afgoden in processies en zo rond. Maar de vijanden kwamen en richtten het Babylonische rijk te gronde. De overwonnenen vluchtten en laadden de afgoden op lastdieren, die het gewicht niet konden dragen. En even later lagen die beelden nutteloos weggeworpen, zie ook Jesaja 2 v 20: "de afdgoden zullen prijs worden gegeven aan ratten en vleermuizen".
Zo kan jouw getob over die jongen en over dat meisje tot afgoden van tobberij worden, die je als een last meetorst en die uiteindelijk nutteloos worden en weggesmeten worden, als het te laat is om van de last van die afdgoden volledig te herstellen. Maar Talitha....de Heer is er toch om te dragen en te torsen. Jij bent er toch om- na je gebeden en tijdens je voortgezette gebeden- gedragen te worden door Jezus.
Dat lijkt mij een lieve gedachte om je derde decennium én het nieuwe jaar mee in te gaan.