Deel 4 van: Michiel Gheeraert, we willen het eens zeggen Onderpastoor in Koksijde De jonge priester had de wens uitgedrukt direkt als onderpastoor in een parochie te worden ingezet. Hij wilde liever niet jarenlang in een of ander kollege begraven worden. Trouwens kon hij zijn moeder, zijn jongere broer en zijn kleine zus aan hun lot overlaten? Sedert het tragisch overlijden van zijn vader was hij zo een beetje familiehoofd geworden. Het bisdom hield rekening met die wens. Einde februari van het jaar 1948 werd hij als onderpastoor naar Koksijde gezonden. Koksijde bij de zee.
Thans telt die gemeente verscheidene parochies. De laatste jaren werd er immers veel gebouwd. Toen Michiel Gheeraert er arriveerde bestreek de parochie Koksijde-Dorp echter nog het hele gebied. Een flinke brok was het wel. Koksijde is ongeveer driemaal zo groot als Beveren. Ideaal eigenlijk voor een onderpastoor om er zijn aanloop te nemen. Jeugdig geweld uit zich nog het best in flink wat beweging. Onderpastoor Gheeraert heeft me dikwijls laten verstaan dat hij het ginder niet zo gemakkelijk had in het begin. Een ander soort mensen dan hier. Koeler. Geslotener. Een vreemdeling moet eerst door een pantser van wantrouwen heenbreken. Als ze je echter eenmaal aanvaarden, dan doen ze het met de warmte die onder hun stugge uiterlijk schuilgaat. MichieI Gheeraert heeft dit ondervonden en het behoort tot zijn mooiste herinneringen.
Nu nog vertelt hij vaak met een soort heimwee over de ' goede oude tijd' in Koksijde. Hij had er de handen vol met alle soorten verenigingen. Het nauwst schijnt hem daar de arbeidersorganisatie aan het hart gelegen te hebben. Niet dat hij het altijd zo gemakkelijk had met de bestuursleden. God nee. Het waren onbevangen kerels, die van hun hart geen moordkuil maakten. Je kwam er echter nooit bedrogen aan uit. Wedden op twee paarden kenden ze niet.
Ook de vrouwengilde had zijn grote bekommernis. In Koksijde kenden ze geen twee soorten vrouwen. Of je welstellend was of niet, je behoorde zusterlijk tot dezelfde organisatie. En geloof maar niet dat een dame met veel duiten een bescheidener gildezuster op de kop had kunnen zitten als ze het al gewild had. De vereniging zou het niet genomen hebben. De Koksijdse vrouwen keken naar wat ze bond, niet naar bijkomstigheden waarin ze verschilden. Verstandig bedacht eigenlijk, maar je moet er heel wat ouderwetse vooroordelen kunnen voor op zij schuiven.
Toen kapelaan Gheeraert ginder enkele jaren was, kreeg hij ook de nieuw opgerichte Bond voor Gepensioneerden onder zijn hoede. Algauw werd die bond een van zijn troetelkinderen. Waren er immers niet veel mensen bij waarmee hij vroeger reeds dikwijls en met graagte een praatje gemaakt had? Je moet eens horen hoe hij nu nog vol warme genegenheid vertellen kan over de Koksijdse 'petjes en metjes' , en over hun eigenaardigheden. Die mensen moeten in al hun eenvoud een diepe indruk gemaakt hebben op hem.
In Koksijde had Michiel Gheeraert ook de zorg over de parochiale bibliotheek. Een kolfje naar zijn hand eigenlijk, maar dan een kolfje dat nogal wat tijd vraagt. Je bent er immers niet vanaf met het invullen van fiches en registers en het schoon houden van de boekenkasten. Een goed bibliotekaris moet zo ongeveer alles lezen wat zijn inboedel bevat. Als de mensen je vragen stellen moet je immers, kunnen antwoorden. Het ligt derhalve voor de hand dat hij dikwijls zal gelezen hebben tot de nacht reeds een heel eind over het slapende Koksijde voorbij geschoven was. Ja, een kapelaan had het in Koksijde wel druk in die dagen, vooral ' s winters. Dan hadden de mensen immers tijd. Dan konden ze eens aan iets anders denken dan aan de boterham die er bij de vakantiegangers te halen viel.
Ja die vakantiegangers. Kapelaan Gheeraert wist ervan mee te spreken. Je kwam er van soorten tegen. Allen hadden ze echter dit gemeen dat ze uit het jachtige leven in een soort paradijs van rust waren terecht gekomen. Sommigen gingen in die rustige omgeving aan het nadenken en wilden dan wel eens even met een priester spreken. Nadenken heeft blijkbaar nooit iemand kwaad gedaan.
Omwille van die vakantiegangers had Michiel Gheeraert eens een klein incidentje met zijn pastoor. Die wilde dat hij in het Frans zou sermoenen terwille van zijn Brusselse gelegenheidsparochianen. Je ziet van hier! Wie onderpastoor Gheeraert enigszins kent, weet dat een Brusselaar op hem werkt als een rode lap op een stierr. Waren het dan nog gewone Waalse mensen geweest. Maar Brusselaars. Arrogante Brusselaars! Nee mijnheer Pastoor, u zal naar iemand anders moeten uitkijken. Ik vertik het. De pastoor heeft toen niet verder aangedrongen. Hij zal evenwel spijtig gevonden hebben dat zijn kapelaan niet meer begrip opbracht voor de belangen van zijn kollekteschaal.
Weldra deel 5: 'Onderpastoor in Beveren-Leie'
16-03-2015, 09:17 geschreven door Beverse Weetjes
|