In de St-Jansstraat te Beveren-Leie staat een huis, nr. 100, ietwat van de straat verwijderd. Een hof en een groen geschilderd ijzeren hek bevinden zich een meter hoger dan de straat. Vandaar moet je een paar treden vinden om op de deurbel van medepastoor Liefooghe te kunnen drukken. Deze Beverense rustende medepastoor is 87, maar daarom nog niet altijd thuis. Indien zijn fietsmotortje voor het hek staat maak je de meeste kans, staat het er niet dan zijn de kansen gering dat je medepastoor Liefooghe kan spreken.
In de herfst van zijn leven houdt medepastoor Elie Liefooghe niet zoveel meer aan bezoek. «Dat is oud worden», zegt de geestelijke glimlachend terwijl hij zijn pijp zoekt, de schijf van een houten tabakspot afneemt en met zijn hand in de pot een propje tabak graait waarmede hij zijn pijp met de traditionele uil stopt. Hij wrijft een vlammetje vuur en het vuurrode pijpevlees gaat aan het laaien. Maar zijn gezegde meent hij niet.
Het gebrilde parochievadertje voelt zich steeds jong en levenslustig. Hij ziet nog altijd graag naar TV en laat dan de keuze vallen op La Piste aux Etoiles, Jumping en de heren van Zichem. Hij heeft 2 bandopnemers en versterker. 's Zomers hoort men zelfs in·de Grote Heerweg de marsmuziek waarvan de gewezen medepastoor zo intens geniet. Hij tekent graag en in zijn vroegere eetplaats hangen zelfs de tekeningen van de opvoerders van de heren van Zichem en Schipper naast Mathilde.
't Oud onderpastoorke rijdt nog dagelijks met zijn brommerke, maar van reizen naar de stad Kortrijk begint hij af te zien. Gevaarlijk meent de geboren Poperingenaar. Medepastoor Liefooghe is altijd een aktief mens geweest. Niet alleen in christelijke organisaties maar hij deed dagelijks huisbezoekjes, blauwde zelfs tijdens de oorlog om de mensen te helpen - zijn zwart zakje achteraan zijn fiets was voor Beveren van grote betekenis -, en vond daarbuiten nog de tijd om - als zoon van een timmerman - eigenhands zijn kasten, zijn bureau en bed, eveneens zijn luchter te maken.
Medepastoor Liefooghe is een vernuftig mens. Hij heeft de elektrische leiding in zijn woning zelf gelegd, en is fier zijn eigenaardige wekker te tonen. Naast de deur naar zijn slaapkamer staat een grote Westminster. Ik kocht deze voor 2000 fr te Deerlijk, nu heeft men me er reeds 14.000 voor geboden. Doch deze mag niet weg want deze fungeert als wekker van de Eerwaarde, die steeds planmatig zijn tijd indeelt. Opdat deze omstreeks 7 u. met zijn dagelijkse mis in het klooster zou kunnen beginnen moet zijn Westminster om kwart voor 7 aan het rinkelen gaan. Dat gaat met een gelegde koperverbinding die ergens voor het cijfer zeven verschijnt en die in contact met de kleine uurwerkwijzer bij de rondreis van deze over de cirkelschijf het gewenste geluid voor' gevolg heeft. Ge moet het maar weten en wat van elektriciteit kennen.
Naam
Dat zijn naam geen leugen is daar is men te Beveren-Leie van overtuigd. Daartoe was E.H. Liefooghe ook sociaal een indrukwekkend mens en ging bij de rijken om de armen te dienen. Om dit aan te tonen Iijkt het geraadzaam even vluchtig zijn levensloop te overlopen, Geboren te Poperinge op 2 september 1884 vermoedde zijn vader een opvolger-timmerman in zijn enige zoon te hebben gevonden. Doch Elie verkoos het kollege en voelde zich geroepen tot het priesterschap. In 1912 werd hij priester gewijd en begon zijn ambt als leraar te Diksmuide tot de oorlog 1914 -18 uitbrak. Hij moest vluchten. Hij trok zelfs met zwakzinnige Ieperlingen naar Frankrijk. Vier dagen trein en dan eenmaal op de gewenste plaats aangekomen wist men niets van hun bezoek af. Dan maar verder reizen en in Dordogne konden ze in een schuur op stro slapen totdat ze zelf voor bedden hadden gezorgd.
Medepastoor Liefooghe heeft nog een brief bijgehouden van iemand die jaren na de oorlog hem bedankingen toestuurde. We lezen: «Reeds enige tijd was ik vast besloten U eens te schrijven
Zonder U te kennen en niet wetende waar U verbleef, vertelde mijn moeder zo dikwijls, alsook mijn oudste zuster over U die goede priester die zoveel voor haar en haar kinderen deed. Hoe dikwijls zij ons dat verhaal vertelde kan ik niet zeggen. Onlangs las ik in de gazet: Z.E.H. Liefooghe 35 jaar priester te Beveren-Leie. Zo schrijf ik U.» Later is hij aalmoezenier van de vluchtelingen geworden.
Liefooghe weet ook te vertellen over het bombardement van zn kerk. Ze zeiden mij dat de brug van Ooigem gebombardeerd was. 'k Pakte mijnen fiets en 'k ging gaan kijken. Als ik weerkeerde langs den Groten Heerweg zeiden de mensen: «Meneer den onderpastoor waar gaat ge naartoe?» «Naar mijn huis.» «Maar Meneer den onderpastoor hebt ge dan niet gehoord dat de Duitsers langs daar zijn gepasseerd?» Maar reed ik toch verder met mijne velo. Aan mijn huis gekomen zag ik dat de deuren openstonden. Ik dacht k ga maar eerst veranderen van kostuum en mijne paraplu meepakken en dan vluchten. Maar terwijl ik bezig was met me om te kleden hoorde ik ne slag lijk nen donder die valt. Ik kijk aan de voordeur en 'k zie niets. Ik kom naar buiten en zie heel wat mensen naderen. k Vraag wat er scheelt en ze zeggen: «kijk ne keer daar meneer den onderpastoor! De kerk lag plat!» Ik heb feitelijk geluk gehad, zo vertelt ons onderpastoorke Liefooghe pittig, want ik dacht eerst van mijnen kelk uit de kerk te halen. Maar ik heb toch nog veel van onder de puinen kunnen halen. Ik ben daarna in Dordogne geland.
Na Dordogne gaf ik les in Frans te Moeskroen totdat, de Monseigneur mij voorstelde medepastoor te worden te Beveren-Leie in opvolging van de heer Quaegebeur. De Monseigneur had er zelfs bijgezegd: «Beveren-Leie 't is een van mijn beste parochies.» En ik heb het me werkelijk nooit beklaagd, 't Is feitelijk daarom dat ik nooit pastoor ben willen worden omdat ik een verplaatsing van Beveren-Leie vreesde. Nu ik in 1957 op rust ging vroeg mijn zuster, inmiddels overleden, of ik niet naar Poperinge zou teruggaan, maar van Beveren wil ik niet weg, ik wil er mijn laatste dagen doormaken.
E. Liefooghe heeft reeds zijn grafkelder in de nabijheid van zijn gewezen kerk in de St. Jansstraat waar het oude kerkhof gelegen is. Zijn grafsteen steekt in zijn kast naast zijn bed en is gemaakt uit zwarte arduin. AlIes staat er in gebeiteld. Behalve natuurlijk zijn overlijdensdatum. «En die moet nog niet zo rap gekend zijn», voegt het levendig pastoorke er vlug aan toe. Ik ben weliswaar eens zo goed als dood geweest voor Beveren-Leie. Mensen waren reeds naar het gemeentehuis geweest om over mijn overlijden na te vragen maar zover was het nog niet. Ik werd voorzien van het Iaatste sacrament zegde men mij nadien, maar 14 dagen later was ik opnieuw op de weg met mijn velomoteurke. Ik kan er slechts 25 km/u. uithalen en sommigen beweren nog dat ik te.rap rijd.
Geen familie
Medepastoor Liefooghe heeft geen familie meer. Zijn meid Aline Coudron uit Heestert die 40 jaar zijn huisgenote was verblijft nu reeds 4 maanden in het rustoord te Deerlijk. Het was haar Iaatste wens. Liefooghe zal zolang hij kan voor haar blijven zorgen. Dat zal hij ook voor de missies. AI datgene wat hij nog bezit wil hij wegschenken nu hij nog leeft en dat is heel wat. Zijn self-made kuriositeiten zijn veel waard. Merkwaardig onder deze is de omlijsting van het gekende Lams Gods, in verkleind model dat hij in hout heeft uitgewerkt. Hij heeft echter twee panelen weggelaten die in een priesterlijke woning minder passen: deze van Adam en Eva.
Tienmaal ging hij naar Lourdes en telkens bracht hij een beeldje van een nar mee. Ze zijn alle uitgesteld op een plankje tegen de schouwmuur. Daarnaast is zijn schouw met beeldjes die hij aan een Tsjechische Tjoep gekocht heeft versierd. Ze hebben allen een betekenis die doet denken aan de parabel van de Farizeeër en de tollenaar. Maar wat bij E.H. Liefooghe een grote indruk heeft gemaakt is pijp die hij te Lourdes kreeg van de uitbater van de instelling waar hij overnachtte. Hij spreekt erover op zijn Poperings zodat we een pop vermoeden. En als we vroegen wat hij met die pop ging aanvangen verduidelijkte 't onderpastoorke: «Een puppe waaruit kan gesmoord worden.»
Het is benijdenswaardig als je ziet hoe E.H. Liefooghe als mens van 87 jaar in zijn woning met eigen kreaties nog steeds van de dag geniet. k heb veel liefhebberijen herhaalde hij en t zijn deze die me doen leven. «Ik heb het eens tegen de burgemeester gezegd dat ze met het geven van een zetel bij een jubileum de mensen een slechte dienst bewijzen. Ze gaan teveel in hun zetel zitten en zijn te weinig op de been.»
« Het was hetzelfde toen we afgestudeerd waren, zegt Liefooghske, vele van mijn vrienden moesten ook van die schone boeken hebben, om in een schone kast te zetten. De mensen hebben teveel waar ze geen gebruik van maken.
Hiernaast heb ik een ateliertje, daar heb ik van alles en nog wat om me bezig te houden. Ik weet altijd waarmee mijn tijd te vullen. Eens ga ik aan het tekenen, dan eens wat muziek opnemen en beluisteren of loop eens met de hamer rond, en op een andere keer ga ik mijn kennissen bezoeken.»
Op de laatste vraag aan de 87-jarige wat hij morgen zal doen antwoordde hij: «In mijn kot hiernaast regent het in, ik zal het dak met plastiek beleggen.» (V.L.M.)
Ook nog ergens zoiets liggen om op Beverse Weetjes te publiceren. Laat het dan gerust weten, na het inscannen krijgt u het origineel onmiddellijk terug