Philippe Verhelst uit Beveren-Leie verzamelt communicatiemiddelen uit de Eerste Wereldoorlog Beveren-Leie heeft met Philippe Verhelst (55) die in de Grote Heerweg woont een verzamelaar van een unieke collectie communicatiemidelen uit de Eerste Wereldoorlog. Daarnaast is hij een fervent amateurzender. “Om mijn collectie uit te breiden rijd ik Europa rond”, zegt de Bevernaar. Zijn collectie telt inmiddels 150 stuks, bijna allemaal uniek. En overal hangt een verhaal aan vast. Fortuinen moet Philippe al in zijn grote passie hebben geïnvesteerd. “Dat wil je niet weten !” lacht hij.
Het Victoria Cross
Het bureau van Philippe Verhelst heeft veel weg van een minimuseum. Op vijf glazen schappen staan 150 communicatietoestellen uitgestald die allemaal gebruikt werden tijdens de Eerste Wereldoorlog. Lange tijd verdiept Philippe zich al in lectuur over hoe de troepen in de periode 1914-1918 met elkaar communiceerden. Die stapel papier neemt inmiddels enkele kasten in beslag. “Eigenlijk wou ik me vooral in de communicatie van de Tweede Wereldoorlog verdiepen, maar om de technieken van toen te begrijpen moet je weten wat er in de Eerste Wereldoorlog werd gehanteerd. Jaren en jaren probeer ik daar al zicht op te krijgen. Ook heb ik inmiddels het leven van 6.000 tot 7.000 soldaten in kaart gebracht. Momenteel probeer ik de levenswandel van een telegrafist te reconstrueren. Via het ene onderzoek beland ik in het andere. Je hebt het wellicht al begrepen: ik ben in die Eerste Wereldoorlog blijven steken en heb er mij al bij neergelegd dat ik niet meer aan 1940- 1945 toekom”, lacht Philippe. Tijdens WO I werden de eerste vormen van telecommunicatie gebruikt en het was de eerste keer dat (draadloze) communicatie deel uitmaakte van de oorlogsvoering. “Dat aspect van de oorlog heeft mij altijd veel meer geïnteresseerd dan de eigenlijke gevechten en het bloedvergieten, waar ik veel minder van weet. Je beseft het misschien niet, maar veel toestellen die toen werden gebruikt kennen wij op vandaag nog.”
Heliograaf Philippe haalt een heliograaf van een van de schappen. “Dit apparaat werd gebruikt om met hulp van spiegels en zonlicht een lichtsignaal in een gekozen richting te sturen. Met deze manier van communiceren werd toen al gemakkelijk zestig kilometer overbrugd. Er werden hiervoor echt grootschalige netwerken en speciale bunkers gebouwd. Op een gegeven moment tijdens de oorlog, zoals bij de Slag van Verdun, kon enkel nog op deze manier worden gecommuniceerd. En hoe denk je dat IS-strijders op vandaag met elkaar in contact staan ? Dit soort apparatuur valt niet af te luisteren, hé. Het principe wordt ook nog gebruikt om vliegtuigen feilloos op schepen te laten landen.”
“Dit aspect van de oorlog interesseert mij veel meer dan het bloedvergieten” De Bevernaar zegt van zichzelf een tikkeltje prettig gestoord te zijn. “De collectie uitbreiden is één, het verhaal erachter ontrafelen is pas echt monnikenwerk.” Hij toont ons een kaart van een Noord-Frans plaatsje, uiteraard daterend uit de Eerste Wereldoorlog. Gewone stervelingen als jij en ik snappen er geen snars van, maar Philippe ziet er de loop van telefoonlijnen en locaties van communicatieposten in. “Dit soort items gaan rond in een erg beperkt wereldje van verzamelaars.
Hier en daar worden er ook aangeboden op sites als Kapaza – zoiets valt vandaag niet meer uit te sluiten – maar je moet toch al goed zoeken.” Philippe Verhelst onderhoudt de wereld rond contacten om de gewenste stukken op de kop te kunnen tikken. “Als een verzamelaar iets wil lossen waar ik al even naar op zoek ben, spring ik in de auto en rijd ik desnoods Europa rond. En denk niet dat het maar een kwestie van ophalen is. Soms kost iets losweken je een halve dag. Een tweetal jaar geleden had ik er weet van dat er in ons land nog minstens een zender uit WO I te vinden was. Ik kwam die op het spoor en wou ver gaan om hem in mijn bezit te krijgen, tot de eigenaar een onmogelijk bedrag begon te vragen. Ik ben nog tuk op een zender uit de VS, maar ook die eigenaar vraagt voorlopig te veel.” Hoe dan ook moet Philippe zijn unieke verzameling al fortuinen gekost hebben. “Dat wil je niet weten. Mocht mijn vrouw het goed en wel beseffen, ze vraagt wellicht de echtscheiding aan”, lacht Philippe, die uit een map vol postkaarten een exemplaar met een blijkbaar speciale waarde grist. “Het gaat om een bepaald Frans legerregiment dat poseert met alle communicatiemateriaal dat het toen voorhanden had.”
Philippe laat ons de postkaart van naderbij bekijken en duidt op een soort rollertje. Uiteraard heeft hij dat ook in het echt. “Kijk, met zo’n minibobijntje werd draad afgewonden om in de loopgraven twee telefoons met elkaar te verbinden.” Hij toont ons tevens een haak waarmee telefoonlijnen in de bomen konden worden gehangen. Vervolgens richt de blik van Philippe zich weer op de zwart-witte postkaart. “Een ingenieur uit Parijs bood me veel geld om nog maar een kopie van die kaart te krijgen. Ik bezorgde hem eentje gratis, want zoveel moeite kost dat nu ook weer niet. Enkele maanden later belde hij me op : hij kon me twee telefoontoestellen bezorgen die door de Duitsers werden gebruikt in de loopgraven. Een ritje naar Parijs, dat viel wel mee.” Maar, bekent Philippe, ook hij heeft replica’s liggen van bepaalde items die echt onbetaalbaar zijn. Zoals het Victoria Cross, de hoogste Britse militaire onderscheiding die slechts één Belg opgespeld kreeg. “Dat kruis wordt slechts uitgereikt aan wie een echte heldendaad op zijn geweten heeft. Het is zo zeldzaam dat een origineel exemplaar gemakkelijk enkele honderdduizenden euro waard is.”
Ondergondse oorlog Anderhalf uur lang blijft Philippe communicatieattributen uit zijn persoonlijk bureaumuseum demonstreren. Een van zijn pronkstukken, zo vertelt hij nog, heeft hij pas sinds dit jaar in zijn bezit. Het gaat om een in Amerika gekochte geofoon, een soort stethoscoop waarmee men de graafwerken van de tegenstander beter kon lokaliseren in de ondergrondse oorlog. “Naar dit materiaal heb ik erg lang moeten zoeken. Er zijn almaar minder toestellen verkrijgbaar en vaak kan je pas iets overkopen als een verzamelaar sterft”, bekent Philippe. “En het is niet omdat je er uiteindelijk op botst dat het ook verkocht wordt. Dit keer had ik dus geluk, al is het niet eenvoudig om dergelijke toestellen voorbij de douane te krijgen. En dan zwijg ik nog over de belastingen die je erop betaalt.” Zijn grootste collector’s item vond Philippe in Bordeaux: een Aiglon vélomoteur waarmee soldaten boodschappen uitdroegen. “In het begin van de oorlog waren dat letterlijk loopjongens, maar later werden ze gemotoriseerd”, geeft Philippe nog mee. Voor wie het nog niet door had: deze man staat met de Eerste Wereldoorlog op en gaat ermee slapen. “Ik droom er zelfs van”, klinkt het nog. Toch staat hij niet te springen om zijn collectie buitenshuis te exposeren. “Vorig jaar maakte ik ter gelegenheid van Erfgoeddag een uitzondering, maar in feite kost het me te veel werk om alles heen en weer te versleuren.” Dan stelt zich ook de vraag wat zijn vrouw en kinderen er zullen mee aanvangen mocht Philippe hen ontvallen. “Ze zijn niet geïnteresseerd. Ik besef dat, als ik er niet meer ben, mijn collectie gewoon naar andere verzamelaars zal gaan".
Philippe showt met trots zijn recent herbouwd zendstation. Op een computerscherm toont hij ons waar het internationale ruimtestation ISS zich bevindt. “Daarrond zie je een cirkel. Collega’s die zich binnen die cirkel bevinden kunnen nu contact zoeken met het ISS. Eén keertje nog maar is dat me gelukt, want als het ruimtestation ‘in de buurt is’ ben ik natuurlijk niet de enige die een gesprek wil aanknopen.
”Tegen de muur hangt ook een wereldkaart met digitale klokjes zodat de Bevernaar op elk moment weet hoe laat het in elk continent is. “Australië oproepen heeft natuurlijk geen zin als het daar nacht is. ’s Morgens, bij zonsopgang, boek ik het beste resultaat. Dergelijke communicatie over grote afstand gebeurt immers via de luchtlagen en de opwarming door de zon zorgt voor een betere geleiding”, aldus nog Philippe, die op 25 april een hoogdag beleefde naar aanleiding van Anzac Day, wanneer Australische en Nieuw-Zeelandse oorlogsslachtoffers worden herdacht. In Zonnebeke werd onder zijn leiding een speciaal radiostation opgezet om wereldwijd uitzendingen te verzorgen. Door de vele uren die Philippe aan zijn twee passies wijdt schiet er niet veel tijd over om op zijn gemak in de zetel voor de tv te kruipen. “Wat valt er op de televisie te zien ? Geef me maar dit bureau, waar de wereld pas echt aan mijn voeten ligt !” Dochter kreeg brief van Obama Philippe Verhelst (55), ingenieur van opleiding die de Koninklijke Militaire School in Brussel volgde, woont met zijn vrouw Brigitte Verbeke en hun kinderen Célestine (20) en Améline (15) in de Grote Heerweg in Beveren-Leie. Zij delen hun vaders passie niet, al zit de jongste dochter ook niet om een stevige stunt verlegen. Eind 2013 stuurde Améline een brief naar de Amerikaanse president Barack Obama. Acht maanden later vond het gezin tot zijn niet geringe verbazing post van het Witte Huis in de bus. Améline trof in de enveloppe onder meer een gesigneerde foto van de president, beelden van zijn gezin en zijn twee honden en een plattegrond van het Witte Huis aan. Of Obama de brief echt zelf schreef, was niet duidelijk, maar het spreekt voor zich dat briefwisseling met het Witte Huis geen alledaagse aangelegenheid is. (Tekst TVH- foto's RSB)
13-06-2015, 00:00 geschreven door Beverse Weetjes
|