Lea Bostoen uit Beveren-Leie over haar carrière bij de spoorwegen Lea Bostoen bediende jarenlang de slagbomen in het station van Beveren-Leie dat 50 jaar geleden sloot. Een halve eeuw geleden doofde het treinverkeer in Beveren-Leie uit. "Vaak gevloekt op automobilisten die tussen slagbomen slalomden”
Lea Bostoen (91) is de echtgenote van wijlen Urbain Meesseman. Het koppel kreeg samen twee dochters, Claudine en Martine. Lea heeft vijf kleinkinderen en negen achterkleinkinderen. Haar professionele loopbaan begon met een job bij het bekende café Sint-Jan in Beveren-Leie. Het café was de zaak van haar ouders. “Het café zelf bestaat niet meer, maar er valt wel nog Sint-Jan te lezen op de witte stenen van het gebouw”, vertelt Lea. Lea werkte enkele jaren in het café van haar ouders en later was het tijd voor een carrièrewending.
Samen met haar echtgenoot Urbain koos Lea voor een carrière bij de spoorwegen. Urbain werkte in een ploeg die allerlei herstellingen uitvoerde aan de sporen, Lea werd verantwoordelijk voor de overweg in het station van Beveren-Leie. “Dankzij de job werden we gehuisvest in een woning die eigendom was van de spoorwegen. Het was immers belangrijk dat je te allen tijde in de buurt van de overweg was. Het was een oud gardehuis met enorm dikke muren en ik herinner me nog goed dat er een auto uit de bocht ging en tegen onze gevel reed. De auto werd herleid tot schroot, maar in onze gevel was er niet eens een barstje”, lacht Lea.
“Een werkdag duurde toen nog twaalf uur, op het einde van mijn carrière werd de werkdag gereduceerd tot tien uur. Je mocht wel even naar huis gaan, maar tien minuten voor de volgende trein moest je terug in je blokhut zijn. Toen de trein voorbijgekomen was, moesten we dat doorbellen naar de volgende bewaakte post of het volgende station en toch gebeurden er zelden tot nooit ongelukken.”
In haar twintigjarige carrière heeft Lea Bostoen vanzelfsprekend een enorme evolutie meegemaakt. “In mijn beginjaren waren het nog allemaal stoomtreinen, maar na enkele jaren begon de dieseltrein op te komen. Treinen die goederen vervoerden hebben heel lang met stoomaandrijving blijven rijden”, meldt Lea. De overweg kende ook een hele verandering, maar dat kwam Lea’s werk niet ten goede. “De volle bareel werd vervangen door de halve bareel. De treinen merkten hier natuurlijk niets van, maar de mensen waren er snel bij om misbruik van de situatie te maken. Als ik nog maar een van de twee hefbomen had opengedaan, keken bestuurders naar rechts en zagen ze geen trein. Vervolgens slalomden ze tussen de ongeopende bareel. Dat was levensgevaarlijk, want treinen rijden nu eenmaal links. Ik heb dan ook vaak zitten vloeken op automobilisten”, lacht Lea. “Ik heb het altijd graag gedaan, ook al was het soms lastig. In de vrieskou kwam er ijzel op de hefbomen en toen was het echt een hele karwei om ze in de lucht te krijgen.”
Tekst Cis Castelein, foto Rita Sabbe. Verschenen in de Krant van West-Vlaanderen, Het Wekelijks Nieuws, editie Gaver.
|