Groei en bloei van het Beverse St. Gregoriuskoor (laatste deel) Eindelijk de nieuwe kerk! We hadden ze zien groeien onze nieuwe kerk. Langzaam, o zo langzaam. Eerst in plannen en verslagen en luchtspiegelingen. Daarna in deugdelijk beton en baksteen. Waaraan niemand nog durfde geloven, werd tenslotte toch werkelijkheid. Massieve grandioze werkelijkheid.
Toen de (*nvdr) nieuwe klokken voor het eerst aan het beieren gingen in de ranke witte toren, keken de mensen elkaar verrast en gelukkig aan. Klokgelui over Beveren! Voor het eerst sinds dertig jaar. Op Pinksteren van het jaar I970 werd de kerk in gebruik genomen. Onvergetelijk die indruk van licht en ruimte toen we er voor het eerst binnenstapten. Pastoor Deltour liep er zielsgelukkig bij. Vooraan in de zeventig was hij toen en steeds had hij zijn parochianen in een noodkerk moeten begroeten. In Beernem zowel als in Beveren.
Pinksterdag van het jaar I970 moet ontzaglijk veel betekend hebben voor hem. Naar die kerk had ook het koor zijn boeltje verhuisd. Het grote pijporgel was er nog niet. Dat hadden we trouwens kunnen voorzien. De staatsmolen maalt tergend langzaam. Het elektronisch orgeltje deed het echter voortreffelijk in die grote ruimte. Wie had zoiets verwacht van dat kleine pittige ding! Toegegeven moet echter worden dat de akoestiek uiterst goed is in het nieuwe gebouw. Vooral als er gezongen en gespeeld wordt in de hoek die aan het koor is toegewezen.
We hadden dit aldra in de gaten die eerste keer op Pinksteren. We waren in de kerk voor een familiemis en Tuur Kerkhove ging moederziel alleen aan het zingen daar vooraan. Het klonk als in een koncertzaal. Zo helder en zo duidelijk Pinksterdag van het jaar I970 moet ontzaglijk veel betekend hebben voor hem.
(*De namen van de klokken zijn: de bovenste Ernest, de middelste Maria en de onderste Johannes. Johannes is de klok die we horen als eindeklok. Op 4 mei 2011 werden de klokken voor een paar maanden uit de toren gehaald, voor herstellingen aan de klokketoren en klokken. Ze werden teruggeplaatst op 15 juni 2011 en op 26 juni 2011 plechtig terug in gang gezet.)
In dat nieuwe dekor kan het koor zich nu naar hartelust uitleven. Ruimte is er genoeg, en dat er met het gezicht naar het volk toe gezongen moet worden deert de zangers allang niet meer. De vertrouwd geraakte aanwezigheid van onze stroeve Sint Jan moeten we echter missen. Ernstige beelden zijn blijkbaar in ongenade gevallen. In afwachting dat tij ooit eens keert, werd onze patroonheilige naar de zijkapel verbannen. Een geluk nog dat niemand het in zijn hoofd haalde de moderne Lieve Vrouwe in de nabijheid van de zangers te herbergen. De klanken zouden wonderlijk gedarteld hebben in al die gaten en holen.
Op Kerstmis I970 verraste het Sint-Gregoriuskoor ons met een ontroerend mooie mis. De "Deutsche Messe" van Franz Schubert. Ze hebben het reeds ver geschopt onze zangers en zangeresjes. Je vraagt je soms af waar hun grens wel zal liggen. De verdere opgang van dirigent Callewaert zal wel niet vreemd zijn aan dit alles. Het een moet gezegd gelijk het ander. Gentiel bleef inderdaad niet bij de pakken zitten toen hij het dirigeerstokje eenmaal in handen gekregen had. In Roeselare heeft hij een uitgebreide kursus in de muziekpedagogie gevolgd en de invloed ervan is duidelijk merkbaar bij het koor. Inzake stijl, uitspraak en stemsoepelheid worden thans toppen geschoren die vroeger onbereikbaar waren. Naast Arthur Kerkhove en Robert Meersman is intussen een andere solist komen opduiken. Een vrouw dit keer. Tuurs dochter, Agnes heeft wellicht de mooiste stem die ooit in het Beverse kerkkoor geklonken heeft. Zo vol en zo rijk en zo zuiver opklimmend naar ijle hoogten. De appel is niet ver van de boom gevallen. Wie Tuur vroeger gekend heeft, weet wat we hiermee bedoelen.
Inmiddels was er ook verandering gekomen bij de parochieleiding. Pastoor Ernest Deltour, blijkbaar van mening dat hij beter naar een rustiger "hofstee" kon uitkijken, was naar Zwevegem getrokken en was daar direkteur geworden van het Rustoord. Dit gebeurde midden februari I97I. Arthur De Pourcq kwam hem hier een maand later vervangen. Een man uit de streek die pastoor De Pourcq. Geboortig van Anzegem en jarenlang onderpastoor geweest te Kuurne. Het ziet er naar uit dat hij de lijn van zijn voorgangers zal volgen wat de kerkzang betreft. Onmiddellijk immers heeft hij kontakt gezocht met het koor en bij meer dan één gelegenheid bewees hij reeds dat hij onze aktiviteit ten zeerste waardeert. Hijzelf kan aardig wat zingen ten andere. Als hij eens" de pedaal induwt ", helmt het na tot in de verste hoeken van de kerk. Pastoor De Pourcq zou wel eens een grote morele steun kunnen worden bij de verdere uitbouw van het koor.
Na de nieuwe kerk het nieuwe orgel .Einde I97I zag het koor een sedert lang gekoesterde wens in vervulling gaan. Orgelbouwer Loncke uit Diksmuide kwam met de eerste stukken voor het nieuwe orgel aandragen. Week na week hebben we de opbouw ervan gevolgd. Het ging traag naar onze mening, veel te traag.Een wonder was het echter niet. Al die pijpen en leidingen die in elkaar geknutseld moesten worden. Toen het stuk er echter eindelijk stond en we de rijke klanken voor het eerst door de kerk hoorden vloeien, schoot ons gemoed vol. Een orgel. Een echt kerkorgel. Eindelijk! Twee en dertig jaar ongeveer had het moeten duren. Voor de koster is het intussen een heel karwei geweest goede maatjes te worden met dit zware instrument. Al die jaren had hij zich moeten behelpen met tweedehands gevallen, die hem soms gemeen in de steek lieten. Nooit had hij meer dan één smal klaviertje en een paar registers ter beschikking gehad, behalve dan helemaal op het laatste bij het elektronisch orgel.
Nu krijgt hij twee handklavieren en een voetklavier te bespelen, terwijl hij naar hartelust kan kombineren met een hele waaier spelen. Een enorme verandering is het wel geworden voor hem. André Nolf is echter aardig op weg om dit volwaardig orgel baas te worden in al zijn rijke mogelijkheden. Het is een lust voor het oor hem bezig te horen na sommige missen, terwijl de mensen langzaam naar de uitgang toeschuiven. Jaren geleden hebben we je dit eens toegewenst in een artikel, koster. Weet je dit nog? Het lag in de bedoeling voor Kerstmis I97I nog eens terug te grijpen naar de oude vierstemmige "Missa Pro Pace" van Remi Ghesquiere. Tijdsgebrek heeft dit opzet echter verhinderd. Ach, zo een mis instuderen is geen peulschilletje. Daar zijn maanden mee gemoeid. Vooral nu de sopraans alles van het begin af moeten leren en ook de bezetting bij de mannenstemmen grondig gewijzigd is. We hopen echter dat uitstel geen afstel zal worden. Het ware jammer. Die mis van Ghesquiere is werkelijk heel mooi. Op die Kerstdag werd dan nog maar eens teruggegrepen naar "Madeleentje", zoals de mis van Wiltberger gemoedelijk genoemd wordt. Een mooi stuk muziek blijft het toch wel en de zangers hebben het nu volledig onder de knie. Het "kerstliedje" werd dit jaar door een vrouw gezongen. Veertig jaar geleden dat dit nog gebeurd was in Beveren. De mensen keken verrast op toen Agnes Kerkhove met haar "Adeste Fideles" van wal stak. Je had een muisje kunnen horen lopen in de kerk op dat ogenblik. Toch wel iets anders dan een jongenssopraan, zo een rijke buigzame vrouwenstem. Ach, we zien dat we weer hoofdzakelijk over gezang op Kerstmis gesproken hebben. Beroepsmisvorming waarschijnlijk. Kerstmis is voor ons altijd het hoogtepunt geweest. Het koor trad echter net zo goed op bij andere gelegenheden. Gemiddeld om de drie weken stond het klaar voor een uitvoering in het jaar I97I. Nu eens voor een hoogdag, dan voor een priesterwijding, dan voor een huwelijksmis, en zo verder. Niet veel verenigingen ontplooien zulke aktiviteit
Foto v.l.n.r. Etienne Ducatteeuw en Michel Debrouwere En hiermee is eigenlijk de geschiedenis van het koor verteld. We kunnen afsluiten in een periode van hoogkonjunktuur. Is dit niet wondermooi? Nederig is het begonnen en, langs vaak moeilijke paden, werden respektabele toppen bereikt. Thans staat het koor echter op een hoogte die uitkijkt boven alles wat reeds geweest is. De bekroning van de nimmer aflatende inzet van zovelen. De Sint-Gregoriusgilde maakt zich thans op om haar twee oudste leden te feesten. Arthur Kerkhove en André Nolf. De eerste vijftig jaar kerkzanger, de tweede vijf en veertig jaar koster orgelist. Het zal een enig feest worden op zaterdag 22 april I972. Allen zullen ze erbij zijn met hart en ziel. De jongeren zullen met entoeziasme praten over de zonnige weg die voor het koor openligt. De ouderen zullen herinneringen ophalen aan vroeger. Ze zullen glimlachend en toch met heimwee vertellen over zij die verdwenen zijn. Verdwenen voor goed. Over Emeric Verplaetse, over Juul Duhou, over Jozef Stevens, over Robert Vandeplassche, over André Vandorpe..... Het zal een heerlijk feest worden. Het feest van de Beverse Sint-Gregoriuszanggilde.
Hiermee zijn we aan het einde van deze bijdrage gekomen. Dit naar naar aanleiding van de huldiging van 50 jaar gemengd koor tijdens het Feest van de cultuurraad Om alle delen te lezen klik hier
|